Melkaanvoer en zuivelproductie door zuivelfabrieken
Perioden | Melkaanvoer Hoeveelheid (1 000 kg) |
---|---|
2014 januari | 1.073.921 |
2014 februari | 980.185 |
2014 maart | 1.084.192 |
2014 april | 1.081.728 |
2014 mei | 1.094.417 |
2014 juni | 1.045.568 |
2014 juli | 1.051.622 |
2014 augustus | 1.036.470 |
2014 september | 998.215 |
2014 oktober | 1.015.984 |
2014 november | 977.125 |
2014 december | 1.033.595 |
2015 januari | 1.051.819 |
2015 februari | 954.307 |
2015 maart | 1.061.825 |
2015 april | 1.100.420 |
2015 mei | 1.166.526 |
2015 juni | 1.145.600 |
2015 juli | 1.162.176 |
2015 augustus | 1.147.059 |
2015 september | 1.091.193 |
2015 oktober | 1.132.078 |
2015 november | 1.112.571 |
2015 december | 1.205.300 |
2016 januari | 1.214.745 |
2016 februari | 1.161.335 |
2016 maart | 1.239.907 |
2016 april | 1.218.592 |
2016 mei | 1.263.123 |
2016 juni | 1.199.718 |
2016 juli | 1.218.901 |
2016 augustus | 1.202.383 |
2016 september | 1.133.945 |
2016 oktober | 1.154.341 |
2016 november | 1.112.734 |
2016 december | 1.204.713 |
2017 januari | 1.227.142 |
2017 februari | 1.120.509 |
2017 maart | 1.248.567 |
2017 april | 1.213.514 |
2017 mei | 1.255.665 |
2017 juni | 1.194.276 |
2017 juli | 1.193.233 |
2017 augustus | 1.182.404 |
2017 september | 1.140.773 |
Bron: © RVO |
Tabeltoelichting
Melkveehouders in Nederland leveren circa 96% van de melk aan de zuivelfabrieken. De overblijvende 4% houden zij voor eigen gebruik (voor de opfok van jongvee en voor de eigen productie van zuivelproducten).
Deze tabel geeft informatie over de aanvoer van melk door Nederlandse melkveehouders aan Nederlandse zuivelfabrieken en de bereiding van een aantal zuivelproducten door deze zuivelfabrieken. De tabel geeft maand- en jaarcijfers. Van de aangevoerde melk zijn de hoeveelheden en de gehaltes aan eiwit en vet bekend. Bij de zuivelproducten gaat het om boter, fabriekskaas, melkpoeder, gecondenseerde melk en weipoeder.
Het CBS verzamelt niet zelf de gegevens maar neemt deze over van de maandstatistiek van Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO). In deze maandstatistiek zijn niet alle Nederlandse zuivelfabrieken betrokken. De dekking is echter zeer hoog: ongeveer 97-98 procent van de aangeleverde melk komt bij de deelnemende bedrijven terecht. Ter compensatie voor het ontbreken van de niet-waargenomen bedrijven zijn de maandelijkse hoeveelheden aangevoerde
melk met enkele procenten opgehoogd. Bij de zuivelproducten is dit niet nodig; de productie door de niet-waargenomen zuivelfabrieken is zeer klein.
RVO voert naast de maandstatistiek ook een jaarstatistiek uit waarbij wèl alle zuivelfabrieken betrokken zijn. Bij het beschikbaar komen van de jaarcijfers van RVO stelt het CBS de voorlopige maandcijfers bij tot definitieve cijfers, zodanig dat de som van de maandcijfers gelijk is aan het jaarcijfer. Deze bijstelling is in de regel echter zeer klein.
Gegevens beschikbaar vanaf: januari 1995.
Status van de cijfers:
De in de tabel gepubliceerde maandgegevens krijgen bij eerste publicatie de aanduiding 'voorlopig'. In augustus/ december van het daaropvolgende jaar publiceert het CBS de definitieve maandcijfers en het definitieve jaarcijfer.
Wijzigingen per 14 november 2024:
De voorlopige cijfers van september 2024 zijn toegevoegd. De voorlopige cijfers van juni, juli en augustus 2024 zijn aangepast.
Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Ongeveer 6 weken na afloop van de verslagmaand.
Toelichting onderwerpen
- Melkaanvoer
- Door de zuivelfabrieken ontvangen onbewerkte koemelk.
- Hoeveelheid
- 1000 kg=971 liter.