Varkensstapel, 1981- 2020
Verklaring van tekens
Tabeltoelichting
Deze tabel geeft informatie over het aantal varkens bij agrarische bedrijven in Nederland.
De aantallen varkens zijn uit te splitsen naar:
- type varken (biggen, vleesvarkens en fokvarkens);
- peildatum (april, augustus en december).
N.B. De grote verschillen van de cijfers over het jaar 1997 vergeleken met voorgaande en volgende jaren zijn veroorzaakt door de uitbraak van de varkenspest in februari 1997 en de daarop volgende ruimingen.
Gegevens beschikbaar vanaf: april 1981 t/m december 2020.
Status van de cijfers:
De cijfers zijn definitief.
Wijzigingen per 30 april 2021:
Geen, deze tabel is stopgezet .
Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Deze tabel wordt opgevolgd door Omvang veestapel op agrarische bedrijven: peildatum 1 april en 1 december, zie de links in paragraaf 3.
Toelichting onderwerpen
- Totaal varkensstapel
- Totaal aantal varkens bij agrarische bedrijven in Nederland, zoals aanwezig op een bepaalde peildatum. De varkensstapel kan worden onderscheiden in: biggen en jonge varkens, vleesvarkens en fokvarkens.
N.B. De grote verschillen van de cijfers voor het jaar 1997 vergeleken met voorgaande en volgende jaren, worden veroorzaakt door de uitbraak van de varkenspest in februari 1997 en de daarop volgende ruimingen. - Jonge varkens, tot 50 kg
- Gespeende biggen (biggen niet meer gevoed door de zeug) en jonge vlees- en fokvarkens tot 50 kg.
- Vleesvarkens, 50 kg en zwaarder
- Varkens voor de mesterij, inclusief mestzeugen en mestberen.
Mestzeugen en mestberen: varkens die na een productieperiode als fokvarken worden vetgemest voor de slacht.- Totaal vleesvarkens, 50 kg en zwaarder
- Vleesvarkens, 50 tot 80 kg
- Vleesvarkens, 80 tot 110 kg
- Vleesvarkens, 110 kg en zwaarder
- Fokvarkens, 50 kg en zwaarder
- Varkens die worden gehouden voor de fokkerij.
- Totaal fokvarkens, 50 kg en zwaarder
- Gedekte zeugen
- Gedekte of kunstmatig geïnsemineerde zeugen waarvan aangenomen wordt dat deze op de peildatum drachtig zijn.
- Zeugen bij de biggen
- Zogende zeugen, tot aan het spenen van de biggen. Het spenen van biggen is het blijvend onttrekken van biggen aan een zogende zeug.
- Overige fokvarkens
- Gedekte maar niet drachtig gebleken zeugen, guste zeugen (zeug in een periode van onvruchtbaarheid tussen zoogtijd en inseminatie), nog nooit gedekte jonge zeugen en opfokberen (= niet dekrijpe beren) en dekrijpe beren (= mannelijke varkens die worden ingezet voor kunstmatige inseminatie of natuurlijke dekking).
- Totaal overige fokvarkens
- Jonge zeugen
- Nog nooit gedekte jonge zeugen.
- Rest fokvarkens
- Gedekte maar niet drachtig gebleken zeugen, guste zeugen (zeug in een periode van onvruchtbaarheid tussen zoogtijd en inseminatie) en opfokberen (= niet dekrijpe beren) en dekrijpe beren (= mannelijk varken dat ingezet wordt voor kunstmatige inseminatie of natuurlijke dekking).