Regionale inkomensverdeling 1998, kerncijfers.

Regionale inkomensverdeling 1998, kerncijfers.

Regio's Besteedbaar inkomen personen Bevolking en personen met inkomen Gemiddeld besteedbaar inkomen Inkomensontwikkeling 1989-1998 (1989=100) Besteedbaar inkomen personen Bevolking en personen met inkomen Gemiddeld besteedbaar inkomen Inkomensontwikkeling 1989-1998 (1989=100) Besteedbaar inkomen huishoudens Huishoudensleden Aantal Inkomenstrekkers (x 1 000) Besteedbaar inkomen huishoudens Huishoudensleden Gemiddeld besteedbaar inkomen Inkomenstrekkers (1 000 euro) Besteedbaar inkomen huishoudens Huishoudensleden Gemiddeld besteedbaar inkomen Inkomensontwikkeling 1989 - 1998 (1989=100)
Nederland 133,5 122,5 7.940,7 19,3 130,0
Noord-Nederland 133,1 121,4 816,1 18,1 129,3
Oost-Nederland 134,3 122,1 1.605,7 19,0 130,5
West-Nederland 133,2 124,0 3.790,8 19,7 130,5
Zuid-Nederland 133,6 120,2 1.728,1 19,2 128,9
Groningen 132,1 123,3 284,0 17,5 130,1
Friesland 133,4 120,8 302,2 18,0 128,7
Drenthe 133,9 119,9 229,9 18,9 128,8
Overijssel 133,5 120,6 520,6 18,4 129,2
Flevoland 135,0 120,5 139,6 19,8 127,0
Gelderland 134,8 123,0 945,5 19,2 131,4
Utrecht 136,6 125,3 555,8 20,6 133,0
Noord-Holland 132,8 124,0 1.331,0 19,5 130,0
Zuid-Holland 132,3 123,6 1.720,8 19,7 130,1
Zeeland 134,5 122,5 183,1 19,4 130,5
Noord-Brabant 133,7 120,9 1.161,7 19,4 129,5
Limburg 133,4 118,7 566,5 18,8 127,6
Oost Groningen 134,6 123,7 76,9 17,4 131,2
Delfzijl en omgeving 134,1 122,1 26,1 18,3 128,9
Overig Groningen 130,7 123,3 180,9 17,5 130,0
Noord-Friesland 131,9 119,7 157,0 17,8 127,1
Zuidwest-Friesland 136,9 122,7 49,0 18,1 130,4
Zuidoost-Friesland 134,3 121,6 96,3 18,3 130,5
Noord-Drenthe 134,1 122,1 86,4 19,7 132,4
Zuidoost-Drenthe 133,9 118,7 82,6 18,1 126,4
Zuidwest-Drenthe 133,3 118,1 60,9 18,7 126,9
Noord-Overijssel 133,6 118,4 164,1 18,6 128,1
Zuidwest-Overijssel 131,8 121,7 67,8 18,4 128,9
Twente 133,9 121,5 288,7 18,3 129,9
Veluwe 137,1 123,7 300,5 19,8 132,7
Achterhoek 131,3 118,4 186,0 18,8 127,6
Arnhem/Nijmegen 133,6 124,6 353,7 18,6 131,6
Zuidwest-Gelderland 138,8 124,4 105,3 19,8 133,4
Utrecht 136,6 125,3 555,8 20,6 133,0
Kop van Noord-Holland 135,4 120,4 172,2 19,2 128,4
Alkmaar en omgeving 135,1 121,0 114,2 20,0 128,7
IJmond 129,4 121,3 87,1 20,5 128,9
Agglomeratie Haarlem 132,1 126,2 118,8 20,4 132,8
Zaanstreek 132,8 124,4 77,4 19,6 131,1
Groot-Amsterdam 131,7 125,0 640,1 18,7 129,7
Het Gooi en Vechtstreek 137,2 128,0 121,2 21,9 133,9
Agglomeratie Leiden/Bollenstreek 135,8 124,7 190,8 20,7 132,8
Agglomeratie 's-Gravenhage 130,7 125,5 381,6 19,6 129,7
Delft en Westland 130,0 120,5 112,0 20,5 130,4
Oost-Zuid-Holland 137,3 122,4 153,5 21,1 130,8
Groot-Rijnmond 131,1 123,4 684,0 19,0 129,1
Zuidoost-Zuid-Holland 133,4 122,1 198,8 19,9 130,3
Zeeuwsch-Vlaanderen 133,2 120,1 53,6 19,5 128,4
Overig Zeeland 135,2 123,6 129,4 19,3 131,5
West-Noord-Brabant 134,8 122,4 292,8 19,8 131,0
Midden-Noord-Brabant 133,8 121,7 216,3 19,0 130,2
Noordoost-Noord-Brabant 133,5 119,7 302,0 19,3 129,0
Zuidoost-Noord-Brabant 133,0 120,2 350,6 19,4 128,5
Noord-Limburg 131,6 115,1 133,3 18,8 125,3
Midden-Limburg 132,2 117,9 108,3 19,0 126,7
Zuid-Limburg 134,5 120,5 324,9 18,7 128,8
Flevoland 135,0 120,5 139,6 19,8 127,0
Appingedam 136,0 118,6 6,4 17,5 123,7
Aa en Hunze 134,7 123,1 12,1 20,0 132,7
Aalburg 141,7 128,9 5,3 19,7 139,2
Aalsmeer 132,4 117,5 11,7 21,3 125,2
Aalten 128,5 115,6 8,9 18,1 125,2
Abcoude 138,9 126,7 4,0 25,7 139,3
Achtkarspelen 136,7 119,6 13,2 17,3 126,0
Akersloot 134,0 121,0 2,2 22,1 133,9
Alblasserdam 128,0 121,6 8,6 19,4 127,9
Albrandswaard 132,4 123,6 7,6 23,5 133,2
Alkemade 137,0 120,8 6,8 21,0 130,1
Alkmaar 133,7 123,1 48,2 18,6 129,1
Almelo 131,8 121,9 33,2 17,3 128,6
Almere 132,9 123,4 63,0 20,3 128,5
Alphen aan den Rijn 138,4 122,9 33,9 21,2 130,4
Alphen-Chaam 126,3 106,0 4,4 20,1 120,4
Ambt Delden 116,7 99,0 2,5 18,2 111,7
Ambt Montfort 134,9 117,4 5,3 19,5 126,2
Ameland 141,8 122,1 1,7 18,0 134,3
Amerongen 139,5 124,8 3,5 20,8 132,7
Amersfoort 139,4 126,5 63,4 20,2 133,2
Amstelveen 133,6 126,8 41,4 22,9 133,6
Amsterdam 130,8 125,6 426,4 17,1 128,2
Andijk 137,6 122,0 2,9 19,5 132,8
Angerlo 139,9 125,4 2,3 19,5 134,3
Anna Paulowna 144,6 124,0 6,3 19,9 135,0
Apeldoorn 134,9 123,8 78,5 19,4 131,4
Arcen en Velden 139,3 108,5 4,3 19,9 121,4
Arnhem 130,9 125,4 76,2 17,3 130,2
Assen 130,7 122,2 28,9 18,6 130,8
Asten 126,0 110,1 7,4 19,3 121,2
Avereest 128,7 116,3 7,2 18,3 128,1
Axel 136,4 121,8 6,0 19,3 131,0
Baarle-Nassau 120,9 102,3 3,0 17,8 111,7
Baarn 132,6 124,7 13,1 20,8 131,3
Barendrecht 133,1 119,6 12,3 23,4 131,0
Barneveld 134,9 119,1 20,9 20,0 128,3
Bathmen 137,2 117,8 2,4 22,3 132,7
Bedum 132,0 116,4 5,0 19,0 126,4
Beek 133,6 121,0 8,2 20,9 131,5
Beemster 129,8 116,5 4,0 21,4 129,7
Beesel 137,7 119,8 6,2 19,3 129,9
Belfeld 137,1 115,5 2,6 19,9 132,0
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting

Besteedbaar inkomen; inkomensverdelingen van personen en huishoudens
Per gemeente (1 - 1- 1999), COROP-gebied, provincie, landsdeel
1998
Gewijzigd op 02 juli 2004.
Verschijningsfrequentie: Eenmalig.

Toelichting onderwerpen

Besteedbaar inkomen personen
Het besteedbaar inkomen is het bruto-inkomen verminderd met de premies
sociale zekerheid en andere betaalde overdrachten (o.a. alimentatie voor
ex-partner) en de loon-, inkomsten- en vermogensbelasting.
Personen die het gehele jaar inkomen hebben, worden tot de categorie 'met
52 weken inkomen' gerekend. De categorie zelfstandigen behoort tot de
groep die het gehele jaar inkomen hebben.
Personen die in het onderzoeksjaar gedurende kortere tijd of over een qua
tijdsduur onbekende periode inkomen hebben, worden samengenomen in de
groep 'minder dan 52 weken inkomen'. Studenten, dat wil zeggen personen
met een studiebeurs in het kader van de Wet Studiefinanciering, worden
altijd tot deze groep gerekend, ook al hebben zij het gehele jaar een
baan. Uitzondering op deze algemene regel vormen de studenten die naast
hun studiebeurs ook nog winst uit onderneming hebben. Deze groep wordt
altijd ingedeeld bij de categorie '52 weken inkomen'. Ook personen die
uitsluitend kinderbijslag, individuele huursubsidie en of tegemoetkoming
studiekosten ontvangen worden bij de categorie '52 weken inkomen' buiten
beschouwing gelaten. Vanuit het grondmateriaal is het niet mogelijk om de
groep parttime werkers van de fulltimers te onderscheiden. Hierdoor
zullen ook bij de personen met 52 weken inkomen lage inkomens voorkomen.
Bevolking en personen met inkomen
Als indicator van de bestedingsmogelijkheden in een regio wordt vaak
gebruik gemaakt van het gemiddeld besteedbaar inkomen per hoofd van de
bevolking. De hoogte van dit gemiddeld inkomen per inwoner hangt samen
met het percentage inwoners met inkomen en hun gemiddeld inkomen.
Personen die het gehele jaar inkomen hebben, worden tot de categorie 'met
52 weken inkomen' gerekend. De categorie zelfstandigen behoort tot de
groep die het gehele jaar inkomen hebben.
Personen die in het onderzoeksjaar gedurende kortere tijd of over een qua
tijdsduur onbekende periode inkomen hebben, worden samengenomen in de
groep 'minder dan 52 weken inkomen'. Studenten, dat wil zeggen personen
met een studiebeurs in het kader van de Wet Studiefinanciering, worden
altijd tot deze groep gerekend, ook al hebben zij het gehele jaar een
baan. Uitzondering op deze algemene regel vormen de studenten die naast
hun studiebeurs ook nog winst uit onderneming hebben. Deze groep wordt
altijd ingedeeld bij de categorie '52 weken inkomen'. Ook personen die
uitsluitend kinderbijslag, individuele huursubsidie en of tegemoetkoming
studiekosten ontvangen worden bij de categorie '52 weken inkomen' buiten
beschouwing gelaten. Vanuit het grondmateriaal is het niet mogelijk om de
groep parttime werkers van de fulltimers te onderscheiden. Hierdoor
zullen ook bij de personen met 52 weken inkomen lage inkomens voorkomen.
Gemiddeld besteedbaar inkomen
Het gemiddeld besteedbaar inkomen per inwoner en van personen met 52
weken inkomen.
Inkomensontwikkeling 1989-1998
Inkomensontwikkeling van het gemiddeld besteedbaar inkomen van de
bevolking in de periode van 1989 - 1998 aangegeven met een indexcijfer
waarbij het jaar 1989 op 100 is gesteld.
Inkomensontwikkeling 1989-1998
Inkomensontwikkeling van het gemiddeld besteedbaar inkomen van de
personen met 52 weken inkomen in de periode van 1989 - 1998 aangegeven
met een indexcijfer waarbij het jaar 1989 op 100 is gesteld.
Besteedbaar inkomen huishoudens
Het besteedbaar inkomen is het bruto-inkomen verminderd met de premies
sociale zekerheid en andere betaalde overdrachten (o.a. alimentatie voor
ex-partner) en de loon-, inkomsten- en vermogensbelasting.
Het huishoudensinkomen bestaat uit de som van inkomens van de
afzonderlijke huishoudensleden. Bij ongeveer een procent van de
huishoudens is geen belastbaar inkomen waargenomen. Voor een deel is dit
het gevolg van het onvoldoende kunnen toerekenen van studietoelagen aan
studenten en van andere onvolkomenheden in de gekozen werkwijze.
In het algemeen geldt voor de inkomensstatistiek dat huishoudens waar
uitsluitend kinderbijslag, individuele huursubsidie en of tegemoetkoming
studiekosten wordt waargenomen gerekend wordt tot de huishoudens zonder
(waargenomen) belastbaar inkomen.
Huishoudensleden
Besteedbaar inkomen van leden van particuliere huishoudens met inkomen
naar een- en tweeverdiener, inkomenstrekkers en de inkomensontwikkeling
1989 - 1998.
Aantal
De hier opgenomen populatie omvat de totale bevolking woonachtig in
Nederland en het aantal huishoudensleden in particuliere huishoudens
(exclusief studentenhuishoudens) met inkomen. In de kolommen met gegevens
over de inkomenstrekkers worden ook personen in institutionele
huishoudens tot deze populatie gerekend; studentenhuishouden en
huishoudens zonder (waargenomen) inkomen zijn ook hier buiten beschouwing
gelaten.
Inkomenstrekkers
Aantal inkomenstrekkers met 52 weken inkomen. Bij inkomenstrekkers is het
inkomen van gehuwden samengevoegd, terwijl alle niet-gehuwden personen
(dus ook samenwoners) als afzonderlijke eenheid worden beschouwd.
Gemiddeld besteedbaar inkomen
Gemiddeld besteedbaar huishoudeninkomen van huishoudensleden wonend in
particuliere huishoudens (exclusief studentenhuishoudens) met inkomen.
Inkomenstrekkers
Gemiddeld besteedbaar inkomen van inkomenstrekkers met 52 weken inkomen.
Bij inkomenstrekkers is het inkomen van gehuwden samengevoegd, terwijl
alle niet-gehuwden personen (dus ook samenwoners) als afzonderlijke
eenheid worden beschouwd.
Inkomensontwikkeling 1989 - 1998
Inkomensontwikkeling van het gemiddeld besteedbaar inkomen van
inkomenstrekkers met 52 weken inkomen in de periode van 1989 - 1998
aangegeven met een indexcijfer waarbij het jaar 1989 op 100 is gesteld.