Nationale rekeningen; historie 1900 - 2012

Nationale rekeningen; historie 1900 - 2012

Soort cijfers Perioden Totale finale bestedingen Finale bestedingen Consumptieve bestedingen Overheid
Lopende prijzen, mln euro 1900
Lopende prijzen, mln euro 1901
Lopende prijzen, mln euro 1902
Lopende prijzen, mln euro 1903
Lopende prijzen, mln euro 1904
Lopende prijzen, mln euro 1905
Lopende prijzen, mln euro 1906
Lopende prijzen, mln euro 1907
Lopende prijzen, mln euro 1908
Lopende prijzen, mln euro 1909
Lopende prijzen, mln euro 1910
Lopende prijzen, mln euro 1911
Lopende prijzen, mln euro 1912
Lopende prijzen, mln euro 1913
Lopende prijzen, mln euro 1914
Lopende prijzen, mln euro 1915
Lopende prijzen, mln euro 1916
Lopende prijzen, mln euro 1917
Lopende prijzen, mln euro 1918
Lopende prijzen, mln euro 1919
Lopende prijzen, mln euro 1920
Lopende prijzen, mln euro 1921 216,0
Lopende prijzen, mln euro 1922 214,0
Lopende prijzen, mln euro 1923 201,0
Lopende prijzen, mln euro 1924 194,0
Lopende prijzen, mln euro 1925 191,0
Lopende prijzen, mln euro 1926 186,0
Lopende prijzen, mln euro 1927 186,0
Lopende prijzen, mln euro 1928 183,0
Lopende prijzen, mln euro 1929 198,0
Lopende prijzen, mln euro 1930 205,0
Lopende prijzen, mln euro 1931 215,0
Lopende prijzen, mln euro 1932 212,0
Lopende prijzen, mln euro 1933 202,0
Lopende prijzen, mln euro 1934 197,0
Lopende prijzen, mln euro 1935 189,0
Lopende prijzen, mln euro 1936 186,0
Lopende prijzen, mln euro 1937 191,0
Lopende prijzen, mln euro 1938 202,0
Lopende prijzen, mln euro 1939 196,0
Lopende prijzen, mln euro 1940 .
Lopende prijzen, mln euro 1941 .
Lopende prijzen, mln euro 1942 .
Lopende prijzen, mln euro 1943 .
Lopende prijzen, mln euro 1944 .
Lopende prijzen, mln euro 1945 .
Lopende prijzen, mln euro 1946 998,0
Lopende prijzen, mln euro 1947 986,0
Lopende prijzen, mln euro 1948 910,0
Lopende prijzen, mln euro 1949 913,0
Lopende prijzen, mln euro 1950 1.025,0
Lopende prijzen, mln euro 1951 1.234,0
Lopende prijzen, mln euro 1952 1.356,0
Lopende prijzen, mln euro 1953 1.482,0
Lopende prijzen, mln euro 1954 1.694,0
Lopende prijzen, mln euro 1955 1.918,0
Lopende prijzen, mln euro 1956 2.165,0
Lopende prijzen, mln euro 1957 2.336,0
Lopende prijzen, mln euro 1958 2.282,0
Lopende prijzen, mln euro 1959 2.274,0
Lopende prijzen, mln euro 1960 2.551,0
Lopende prijzen, mln euro 1961 2.801,0
Lopende prijzen, mln euro 1962 3.137,0
Lopende prijzen, mln euro 1963 3.596,0
Lopende prijzen, mln euro 1964 4.280,0
Lopende prijzen, mln euro 1965 4.764,0
Lopende prijzen, mln euro 1966 5.313,0
Lopende prijzen, mln euro 1967 5.970,0
Lopende prijzen, mln euro 1968 6.468,0
Lopende prijzen, mln euro 1969 9.842,0
Lopende prijzen, mln euro 1970 11.265,0
Lopende prijzen, mln euro 1971 13.338,0
Lopende prijzen, mln euro 1972 15.400,0
Lopende prijzen, mln euro 1973 17.532,0
Lopende prijzen, mln euro 1974 20.750,0
Lopende prijzen, mln euro 1975 24.457,0
Lopende prijzen, mln euro 1976 27.885,0
Lopende prijzen, mln euro 1977 31.117,0
Lopende prijzen, mln euro 1978 34.142,0
Lopende prijzen, mln euro 1979 37.361,0
Lopende prijzen, mln euro 1980 39.916,0
Lopende prijzen, mln euro 1981 42.192,0
Lopende prijzen, mln euro 1982 44.485,0
Lopende prijzen, mln euro 1983 45.798,0
Lopende prijzen, mln euro 1984 45.457,0
Lopende prijzen, mln euro 1985 47.675,0
Lopende prijzen, mln euro 1986 48.934,0
Lopende prijzen, mln euro 1987 51.377,0
Lopende prijzen, mln euro 1988 52.238,0
Lopende prijzen, mln euro 1989 53.452,0
Lopende prijzen, mln euro 1990 56.121,0
Lopende prijzen, mln euro 1991 59.820,0
Lopende prijzen, mln euro 1992 63.816,0
Lopende prijzen, mln euro 1993 66.426,0
Lopende prijzen, mln euro 1994 69.254,0
Lopende prijzen, mln euro 1995 72.687,0
Lopende prijzen, mln euro 1996 72.830,0
Lopende prijzen, mln euro 1997 76.472,0
Lopende prijzen, mln euro 1998 80.489,0
Lopende prijzen, mln euro 1999 85.867,0
Lopende prijzen, mln euro 2000 91.871,0
Lopende prijzen, mln euro 2001 101.385,0
Lopende prijzen, mln euro 2002 110.246,0
Lopende prijzen, mln euro 2003 116.793,0
Lopende prijzen, mln euro 2004 118.942,0
Lopende prijzen, mln euro 2005 121.685,0
Lopende prijzen, mln euro 2006 135.442,0
Lopende prijzen, mln euro 2007 143.872,0
Lopende prijzen, mln euro 2008 152.813,0
Lopende prijzen, mln euro 2009 164.140,0
Lopende prijzen, mln euro 2010 166.970,0
Lopende prijzen, mln euro 2011** 167.330,0
Lopende prijzen, mln euro 2012* 170.614,0
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel bevat historische gegevens uit de nationale rekeningen.
Voor de belangrijkste macro-economische cijfers zoals het binnenlands product, de invoer, bestedingscategorieën, arbeidsvolume en het vorderingensaldo van de overheid zijn in deze publicatie lange tijdreeksen opgenomen, waaronder enkele vanaf 1900.

Ondanks het streven naar vergelijkbaarheid in de tijd treden er soms trendbreuken op in de gegevens. Dit komt onder andere doordat doorgevoerde revisies niet ver genoeg zijn teruggewerkt. In deze historische reeks komen trendbeuken voor in de jaren: 1921, 1938, 1948 en 1969. Deze publicatie met historische gegevens heeft ongeveer dezelfde opbouw als de publicatie "Macro-economische gegevens". Meer informatie is te vinden in het hoofdstuk Historische gegevens van de papieren publicatie Nationale rekeningen.

Gegevens beschikbaar vanaf: 1900 tot 2012

Status van de cijfers:
De cijfers vanaf 1900 zijn definitief. De twee meest recente jaren hebben nog een (nader) voorlopig karakter.
Aangezien deze tabel is stopgezet, worden de gegevens niet meer definitief gemaakt.

Wijzigingen per 25 juni 2014:
Geen, deze tabel is stopgezet.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Niet meer van toepassing.

Toelichting onderwerpen

Totale finale bestedingen
De totale finale bestedingen bestaan uit:
- consumptieve bestedingen;
- investeringen in vaste activa (bruto);
- veranderingen in voorraden;
- uitvoer van goederen en diensten.
Finale bestedingen
Deze bestaan uit:
- consumptieve bestedingen;
- investeringen in vaste activa (bruto);
- veranderingen in voorraden;
- uitvoer van goederen en diensten.
Consumptieve bestedingen
Uitgaven voor goederen en diensten die worden gebruikt voor de
rechtstreekse bevrediging van individuele behoeften of wensen of van de
collectieve behoeften van leden van de gemeenschap. De consumptieve
bestedingen kunnen zowel op het eigen grondgebied als in het buitenland
worden gedaan. Consumptieve bestedingen vinden plaats door huishoudens,
instellingen zonder winstoogmerk ten behoeve van huishoudens en de
overheid.
Overheid
De sector overheid is het geheel van het Rijk, de provincies, de
gemeenten, de samenwerkingsverbanden op grond van de Wet
Gemeenschappelijke Regelingen, de waterschappen en de publiekrechtelijke
bedrijfsorganisaties. Verder bestaat de overheid uit instellingen die
gecontroleerd en voornamelijk gefinancierd worden door de hiervoor
genoemde eenheden én daarbij niet voor de markt produceren, zoals ProRail,
de Open Universiteit en TNO, en de instanties die de sociale uitkeringen
verstrekken. Tot de overheid behoren ook de overheidsinstellingen die
werkzaam zijn in het buitenland, zoals ambassades. Omgekeerd worden
buitenlandse ambassades en internationale instellingen, zoals Europol en
het Internationaal gerechtshof, niet tot de Nederlandse overheid gerekend.
Vennootschappen maken in principe geen deel uit van de overheid, zelfs al
zijn ze geheel of gedeeltelijk eigendom van overheidsinstellingen, zoals
de NS, Schiphol en DNB (De Nederlandsche Bank).
De overheid bestaat uit verschillende subsectoren:
- Centrale overheid (CO);
- Lokale overheid (LO);
- Wettelijke sociale verzekeringsinstellingen (SV).
Vanuit de bedrijfsklassen gezien bestaat de overheid uit de
bedrijfsklassen overheidsbestuur en sociale verzekering, defensie en
gesubsidieerd onderwijs.
Daarnaast zijn er eenheden in een aantal andere bedrijfsklassen die ook
tot de sector overheid behoren, zoals:
- specifieke activiteiten van gemeenten, zoals reinigingsdiensten
(bedrijfsklasse milieudienstverlening), sociale werkplaatsen
(bedrijfsklasse overige industrie) en medische dienstverlening
(bedrijfsklasse gezondheids- en welzijnszorg) en aparte gemeenschappelijke
regelingen voor deze activiteiten;
- bureaus voor arbeidsbemiddeling, banenpools en het Jeugd Werk
Garantieplan (bedrijfsklasse uitzendbureaus);
- aan universiteiten gelieerde instituten (bedrijfsklasse speur- en
ontwikkelingswerk);
- opvangtehuizen en asielzoekerscentra (bedrijfsklasse gezondheids- en
welzijnszorg);
- ideële organisaties, zoals Oxfam Novib en SNV (bedrijfsklasse overige
dienstverlening n.e.g. (niet elders genoemd)).