Inkomensverdeling alle huishoudens naar inkomensgroepen, 2006
Regio's | Inkomensverdeling | Aantal huishoudens (absoluut) * (x 1 000) | Aantal huishoudens (in %) * (%) |
---|---|---|---|
Breda (GA) | Totaal huishouden | 80,2 | 100 |
Breda (GA) | 1e 10%-groep; minder dan 11 700 euro | 10,1 | 13 |
Breda (GA) | 2e 10%-groep; 11 700 tot 15 100 euro | 8,0 | 10 |
Breda (GA) | 3e 10%-groep; 15 100 tot 18 400 euro | 8,2 | 10 |
Breda (GA) | 4e 10%-groep; 18 400 tot 21 900 euro | 8,1 | 10 |
Breda (GA) | 5e 10%-groep; 21 900 tot 26 000 euro | 7,5 | 9 |
Breda (GA) | 6e 10%-groep; 26 000 tot 30 500 euro | 7,4 | 9 |
Breda (GA) | 7e 10%-groep; 30 500 tot 35 400 euro | 7,2 | 9 |
Breda (GA) | 8e 10%-groep; 35 400 tot 41 600 euro | 7,8 | 10 |
Breda (GA) | 9e 10%-groep; 41 600 tot 52 200 euro | 7,7 | 10 |
Breda (GA) | 10e 10%-groep; meer dan 52 200 euro | 8,0 | 10 |
Breda (GA) | 1e 10%-groep; minder dan 11 700 euro | 10,1 | 13 |
Breda (GA) | 2e-4e 10%-groep; 11 700 tot 21 900 euro | 24,4 | 30 |
Breda (GA) | 5e-8e 10%-groep; 21 900 tot 41 600 euro | 30,0 | 37 |
Breda (GA) | 9e-10e 10%-groep; meer dan 41 600 euro | 15,7 | 20 |
Breda (SG) | Totaal huishouden | 139,0 | 100 |
Breda (SG) | 1e 10%-groep; minder dan 11 700 euro | 13,8 | 10 |
Breda (SG) | 2e 10%-groep; 11 700 tot 15 100 euro | 13,2 | 10 |
Breda (SG) | 3e 10%-groep; 15 100 tot 18 400 euro | 13,2 | 9 |
Breda (SG) | 4e 10%-groep; 18 400 tot 21 900 euro | 13,8 | 10 |
Breda (SG) | 5e 10%-groep; 21 900 tot 26 000 euro | 13,3 | 10 |
Breda (SG) | 6e 10%-groep; 26 000 tot 30 500 euro | 13,9 | 10 |
Breda (SG) | 7e 10%-groep; 30 500 tot 35 400 euro | 13,9 | 10 |
Breda (SG) | 8e 10%-groep; 35 400 tot 41 600 euro | 14,8 | 11 |
Breda (SG) | 9e 10%-groep; 41 600 tot 52 200 euro | 14,6 | 11 |
Breda (SG) | 10e 10%-groep; meer dan 52 200 euro | 14,6 | 11 |
Breda (SG) | 1e 10%-groep; minder dan 11 700 euro | 13,8 | 10 |
Breda (SG) | 2e-4e 10%-groep; 11 700 tot 21 900 euro | 40,2 | 29 |
Breda (SG) | 5e-8e 10%-groep; 21 900 tot 41 600 euro | 55,8 | 40 |
Breda (SG) | 9e-10e 10%-groep; meer dan 41 600 euro | 29,2 | 21 |
Breda | Totaal huishouden | 80,2 | 100 |
Breda | 1e 10%-groep; minder dan 11 700 euro | 10,1 | 13 |
Breda | 2e 10%-groep; 11 700 tot 15 100 euro | 8,0 | 10 |
Breda | 3e 10%-groep; 15 100 tot 18 400 euro | 8,2 | 10 |
Breda | 4e 10%-groep; 18 400 tot 21 900 euro | 8,1 | 10 |
Breda | 5e 10%-groep; 21 900 tot 26 000 euro | 7,5 | 9 |
Breda | 6e 10%-groep; 26 000 tot 30 500 euro | 7,4 | 9 |
Breda | 7e 10%-groep; 30 500 tot 35 400 euro | 7,2 | 9 |
Breda | 8e 10%-groep; 35 400 tot 41 600 euro | 7,8 | 10 |
Breda | 9e 10%-groep; 41 600 tot 52 200 euro | 7,7 | 10 |
Breda | 10e 10%-groep; meer dan 52 200 euro | 8,0 | 10 |
Breda | 1e 10%-groep; minder dan 11 700 euro | 10,1 | 13 |
Breda | 2e-4e 10%-groep; 11 700 tot 21 900 euro | 24,4 | 30 |
Breda | 5e-8e 10%-groep; 21 900 tot 41 600 euro | 30,0 | 37 |
Breda | 9e-10e 10%-groep; meer dan 41 600 euro | 15,7 | 20 |
Bron: cbs. |
Tabeltoelichting
Deze tabel geeft het aantal huishoudens in Nederland, zowel absoluut
als in procenten, uitgesplitst naar 10%-groepen van het besteedbaar
inkomen van huishoudens.
De cijfers zijn uitgesplitst naar landsdeel, provincie, corop-gebied,
grootstedelijke agglomeratie, stadsgewest en gemeente.
De gegevens komen uit het Regionaal Inkomensonderzoek (RIO) 2006 van
het CBS. De peildatum is 1 januari 2007; de inkomensgegevens hebben
betrekking op het onderzoeksjaar 2006. Het betreft voorlopige cijfers.
Frequentie: eenmalig
Omdat de gemeentelijke indeling jaarlijks kan veranderen worden de
uitkomsten uit het RIO voor elk afzonderlijk onderzoeksjaar
gepubliceerd; samenvoeging of splitsing van gemeenten heeft tot
gevolg dat alle informatie gerelateerd aan het inkomen in een nieuw
gevormde of gesplitste gemeente aanzienlijk kan wijzigen waardoor
vergelijkbaarheid in de tijd niet mogelijk is.
Toelichting onderwerpen
- Aantal huishoudens (absoluut) *
- De hier opgenomen populatie betreft particuliere-, studenten- en
institutionele huishoudens met inkomen. - Aantal huishoudens (in %) *
- De hier opgenomen populatie betreft particuliere-, studenten- en
institutionele huishoudens met inkomen in procenten van het totaal
aantal per afzonderlijke regio.