ICT-gebruik bij bedrijven in financiële sector naar bedrijfsgrootte, 2007
Verklaring van tekens
Tabeltoelichting
Deze tabel bevat gegevens over het gebruik van informatie- en communicatietechnologie (ICT) door bedrijven. Het gaat daarbij om:
- het gebruik van computers;
- ICT-systemen voor de kantooradministratie;
- interne en externe netwerken, waaronder internet;
- software en toepassing ervan;
- Supply Chain Management (ketenintegratie);
- Automated Data Exchange (automatische gegevensuitwisseling);
- communicatie met overheden via internet;
- de mate waarin de bedrijven het internet gebruiken voor in- en verkoop.
De gegevens hebben betrekking op bedrijven met 10 en meer werkzame personen in de financiële sector. Peildatum daarbij is 31 december.
De gegevens zijn uitgesplitst naar bedrijfsafdeling (gebaseerd op de Standaardbedrijfsindeling (SBI'93)):
Overige geldscheppende instellingen (SBI'93, code 6512) en Overige kredietverlening (SBI'93, code 6522), Levensverzekeringen, naturaverzekeringen en spaarkassen (SBI'93, code 6601), Schadeverzekeringen (SBI'93, code 6603), de bedrijfstak Activiteiten ten behoeve van of verwant aan financiële instellingen (SBI'93, code 67), exclusief de Optie-en effectenbeurzen (SBI'93, code 6711), exclusief de verzekeringsbeurzen (SBI'93, code 67201) en exclusief de Waarborgfondsen (SBI'93, code 67204).
Gegevens beschikbaar over het jaar 2007.
Status van de cijfers:
De cijfers in deze tabel zijn definitief.
Wijzigingen per 8 maart 2019:
Geen, tabel is stopgezet.
Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Niet meer van toepassing.
Toelichting onderwerpen
- ICT-personeel per 31 december
- Personeel dat werkt met een computer. Dit betreft zowel ICT-specialisten
als ICT-gebruikers.
ICT staat voor informatie- en communicatietechnologie.
Een ICT-specialist is een werknemer die ICT-systemen kan specificeren,
ontwerpen, ontwikkelen, installeren, beheren en managen, inclusief
netwerkbeheer en het uitvoeren van evaluaties en ICT-onderzoek,
bijvoorbeeld een software-ontwikkelaar, systeembeheerder of een 'hoofd
automatiseringsafdeling'.
Een ICT-gebruiker is een werknemer die bij het eigen werk gebruikmaakt
van een computer en standaardpakketten (zoals tekstverwerking,
spreadsheets, databases) en/of branchegerelateerde software (zoals
boekhoudpakketten, CAD/CAM pakketten, SPSS).- Personeel dat werkt met internet
- Aantal werkzame personen dat voor het eigen werk geregeld een computer
met toegang tot het internet gebruikte.
- Bedrijven met externe netwerken
- Externe netwerken omvatten hier internet of netwerken anders dan internet,
zoals Electronic Data Interchange (EDI).
EDI is een standaard voor de elektronische uitwisseling van
gestructureerde berichten tussen zakenpartners.- Niet-internetnetwerken
- Aantal bedrijven dat gebruikmaakt van niet op internettechnologie
gebaseerde elektronische netwerken.
- Internet
- Internet, naar soort verbinding
- Het gebruik van internet naar het soort verbinding dat door de bedrijven
wordt gebruikt. In een bedrijf kunnen meerdere soorten verbindingen naast
elkaar voorkomen.- Analoog modem
- Aantal bedrijven dat voor hun verbinding met internet gebruikmaakt van
een analoog modem, dat is aangesloten op een telefoonlijn.
- ISDN
- Aantal bedrijven dat voor hun verbinding met internet gebruikmaakt van
een ISDN-verbinding. ISDN is Integrated Services Digital Network.
- Draadloze verbinding
- Aantal bedrijven dat voor hun verbinding met internet gebruikmaakt van
een draadloze verbinding (satelliet, mobiele telefoon).
- Internet, algemene toepassingen
- Het gebruikmaken van internet door bedrijven voor één of meer van de
volgende algemene toepassingen: training en opleiding, marktmonitoring,
financiële transacties, klantondersteuning door toeleveranciers of
elektronische ontvangst van producten.- Ten minste één algemene toepassing
- Aantal bedrijven dat gebruikmaakt van internet voor één of meerdere
algemene toepassingen. Een bedrijf kan van meerdere toepassingen
tegelijkertijd gebruik maken.
- Financiële transacties
- Aantal bedrijven dat gebruikmaakt van internet voor het doen van
financiële transacties, bijvoorbeeld online bankieren (geen PIN-betalingen
bij de kassa).
- Training en opleiding
- Aantal bedrijven dat gebruikmaakt van internet voor training en
opleiding.
- Andere toepassingen
- Aantal bedrijven dat gebruikmaakt van internet voor andere toepassingen.
Dit zijn bijvoorbeeld marktmonitoring, klantondersteuning door
toeleveranciers of de elektronische ontvangst van producten.
- Internet, aangeboden faciliteiten
- Het aanbieden door bedrijven op internet van faciliteiten/voorzieningen,
zoals klantondersteuning en informatie over het bedrijf en haar producten.- Ten minste één aangeboden faciliteit
- Aantal bedrijven dat één of meerdere faciliteiten aanbiedt op internet.
Een bedrijf kan meerdere faciliteiten tegelijkertijd aanbieden.
- Presentatie eigen bedrijf
- Aantal bedrijven dat via internet (de website) het eigen bedrijf
presenteert.
- Productcatalogi en prijslijsten
- Aantal bedrijven dat via internet informatie verstrekt over de producten
door middel van catalogi met producten en prijzen.
- Product aanpassing voor klant
- Aantal bedrijven dat via internet de mogelijkheid voor de klant biedt om
het product aan te passen.
- Online bestellen of boeken
- Aantal bedrijven dat de mogelijkheid voor de klant biedt om online te
bestellen of te boeken.
- Online betalen
- Aantal bedrijven dat de mogelijkheid voor de klant biedt om online te
betalen.
- Pagina voor vaste bezoekers
- Aantal bedrijven dat aan vaste klanten toegang geeft tot een aangepaste
pagina.
- Werven van personeel
- Aantal bedrijven dat via internet personeel werft, bijvoorbeeld via
vacatures op de website.
- Andere faciliteiten
- Aantal bedrijven dat via internet andere faciliteiten biedt, bijvoorbeeld
klantondersteuning (after sales service).
- Internet, communicatie met overheden
- Het gebruikmaken van internet voor communicatie met overheden.
Bijvoorbeeld voor het elektronisch verzorgen van belastingaangiftes,
inschrijvingen op openbare aanbestedingen, aanvragen van bouwvergunningen,
subsidies en dergelijke en het verkrijgen van overige informatie.- Ten minste één soort communicatie
- Aantal bedrijven dat gebruikmaakt van internet voor communicatie
met overheden. Bedrijven kunnen meerdere vormen van contact met de
overheid hebben, bijvoorbeeld eerst een formulier downloaden en dat
vervolgens ingevuld elektronisch terugzenden.
- Verkrijgen van informatie
- Aantal bedrijven dat gebruikmaakt van internet voor het verkrijgen van
informatie van de overheid.
- Verkrijgen van formulieren
- Aantal bedrijven dat gebruikmaakt van internet voor het verkrijgen van
formulieren. Denk bijvoorbeeld aan het downloaden van een formulier van
een website van de overheid.
- Retourneren ingevulde formulieren
- Aantal bedrijven dat gebruikmaakt van internet voor het terugzenden van
elektronisch ingevulde formulieren aan de overheid, bijvoorbeeld
voor belastingaangiftes, aanvragen van bouwvergunningen of subsidies.
- Volledige elek. afhandeling aanvraag
- Aantal bedrijven dat gebruikmaakt van internet voor de volledig
elektronische afhandeling van een aanvraag bij de overheid. Denk
bijvoorbeeld aan de elektronische toezending van de parkeervergunning of
een uittreksel uit het geboorteregister (inclusief eventuele betaling).
- Elektronisch inschrijven op aanbesteding
- Aantal bedrijven dat gebruikmaakt van internet voor het elektronisch
inschrijven op een openbare aanbesteding van de overheid.
- Gebruik voor verkoop
- Verkoop via externe netwerken of elektronische verkoop is hier
gedefinieerd als elektronische orderontvangst (exclusief handgeschreven
e-mail).
Externe netwerken kunnen zowel internet- als niet-internetnetwerken zijn.- Via internet
- Verkoop via internet
- Aantal bedrijven dat gebruikmaakt van internet voor het verkopen van
goederen en diensten.
- Verkoopwaarde >= 1% van de totale omzet
- Aantal bedrijven dat verkoopt via internet en waarvan de waarde van die
omzet 1% of meer bedraagt van de totale omzet van het bedrijf.
- Verkoopwaarde >= 2% van de totale omzet
- Aantal bedrijven dat verkoopt via internet en waarvan de waarde van die
omzet 2% of meer bedraagt van de totale omzet van het bedrijf.
- Verkoopwaarde >= 5% van de totale omzet
- Aantal bedrijven dat verkoopt via internet en waarvan de waarde van die
omzet 5% of meer bedraagt van de totale omzet van het bedrijf.
- Verkoopwaarde >= 10% van de totale omzet
- Aantal bedrijven dat verkoopt via internet en waarvan de waarde van die
omzet 10% of meer bedraagt van de totale omzet van het bedrijf.
- Via niet-internetnetwerken
- Via niet op internettechnologie gebaseerde elektronische netwerken.
- Verkoop via niet-internetnetwerken
- Aantal bedrijven dat gebruikmaakt van netwerken anders dan internet voor
het verkopen van goederen en diensten.
- Verkoopwaarde >= 1% van de totale omzet
- Aantal bedrijven dat verkoopt via niet-internetnetwerken en waarvan de
waarde van die omzet 1% of meer bedraagt van de totale omzet van het
bedrijf.
- Verkoopwaarde >= 2% van de totale omzet
- Aantal bedrijven dat verkoopt via niet-internetnetwerken en waarvan de
waarde van die omzet 2% of meer bedraagt van de totale omzet van het
bedrijf.
- Verkoopwaarde >= 5% van de totale omzet
- Aantal bedrijven dat verkoopt via niet-internetnetwerken en waarvan de
waarde van die omzet 5% of meer bedraagt van de totale omzet van het
bedrijf.
- Verkoopwaarde >= 10% van de totale omzet
- Aantal bedrijven dat verkoopt via niet-internetnetwerken en waarvan de
waarde van die omzet 10% of meer bedraagt van de totale omzet van het
bedrijf.
- Gebruik voor inkoop
- Inkopen via externe netwerken of elektronisch inkopen is hier
gedefinieerd als het elektronisch plaatsen van een order (exclusief
handgeschreven e-mail).
Externe netwerken kunnen zowel internet- als niet-internetnetwerken zijn.- Via internet
- Inkoop via internet
- Aantal bedrijven dat gebruikmaakt van internet voor het inkopen van
goederen en diensten.
- Inkoopwaarde >= 1% van de totale inkoop
- Aantal bedrijven dat inkoopt via internet en waarvan de waarde van die
inkoop 1% of meer bedraagt van de totale inkoopwaarde van het bedrijf.
- Inkoopwaarde >= 2% van de totale inkoop
- Aantal bedrijven dat inkoopt via internet en waarvan de waarde van die
inkoop 2% of meer bedraagt van de totale inkoopwaarde van het bedrijf.
- Inkoopwaarde >= 5% van de totale inkoop
- Aantal bedrijven dat inkoopt via internet en waarvan de waarde van die
inkoop 5% of meer bedraagt van de totale inkoopwaarde van het bedrijf.
- Inkoopwaarde >= 10% van de totale inkoop
- Aantal bedrijven dat inkoopt via internet en waarvan de waarde van die
inkoop 10% of meer bedraagt van de totale inkoopwaarde van het bedrijf.
- Via niet-internetnetwerken
- Via niet op internettechnologie gebaseerde elektronische netwerken.
- Inkoop via niet-internetnetwerken
- Aantal bedrijven dat gebruikmaakt van netwerken anders dan internet voor
het inkopen van goederen en diensten.
- Inkoopwaarde >= 1% van de totale inkoop
- Aantal bedrijven dat inkoopt via niet-internetnetwerken en waarvan de
waarde van die inkoop 1% of meer bedraagt van de totale inkoopwaarde van
het bedrijf.
- Inkoopwaarde >= 2% van de totale inkoop
- Aantal bedrijven dat inkoopt via niet-internetnetwerken en waarvan de
waarde van die inkoop 2% of meer bedraagt van de totale inkoopwaarde van
het bedrijf.
- Inkoopwaarde >= 5% van de totale inkoop
- Aantal bedrijven dat inkoopt via niet-internetnetwerken en waarvan de
waarde van die inkoop 5% of meer bedraagt van de totale inkoopwaarde van
het bedrijf.
- Inkoopwaarde >= 10% van de totale inkoop
- Aantal bedrijven dat inkoopt via niet-internetnetwerken en waarvan de
waarde van die inkoop 10% of meer bedraagt van de totale inkoopwaarde van
het bedrijf.