Conjunctuurenquête Provincies en Landsdelen okt. 2008 t/m okt 2011

Tabeltoelichting

Toelichting onderwerpen

Orderontvangst, orderpositie en inkopen

Met 'orderontvangst' wordt hier de waarde bedoeld van de opdrachten die
in het voorgaande verslagkwartaal zijn ontvangen. De ondernemers geven bij
deze vraag aan of de orderontvangst in het afgelopen kwartaal is
toegenomen, gelijk gebleven of afgenomen.
De orders bestaan uit Nederlandse (binnenlandse) en buitenlandse
orders.
In combinatie met de productie bepalen de ondernemers vervolgens het
niveau van de orderpositie; uitgedrukt in het aantal maanden werk.
In het verlengde van de gerealiseerde orders wordt ook gevraagd naar de
verwachte orderontvangst in het komende kwartaal voor zowel de totale
orders als de export orders. De ondernemers geven bij deze vragen aan of
de orderontvangst in het komende kwartaal zal toenemen, gelijk blijven of
afnemen.
Verder wordt nog gevraagd naar de inkooporders die de onderneming
bij leveranciers verwacht te plaatsen in het komende kwartaal.
De ondernemers geven bij deze vraag aan of de inkooporders in het
komend kwartaal zal toenemen, gelijk blijven of afnemen.
De antwoorden zijn gewogen met de personeelsomvang van de onderneming.

Orderpositie in maanden werk

Gewogen aantal maanden werk voortkomend uit de maandelijkse vraag:
'De totale orderpositie geeft - bij normale werktijden -
XXX maanden werk'.

Oordeel orders, voorraden en rendement

Gewogen antwoordpercentages op de oordeelsvragen over 'De totale
orderpositie, gelet op de tijd van het jaar. Daarnaast wordt gevraagd
naar het oordeel over de buitenlandse orderpositie. Verder wordt
gevraagd naar het oordeel over de voorraden (gereed product en
handelsgoederen) gelet op de tijd van het jaar'.
Aanvullend wordt nog het oordeel gevraagd over het rendement
van de onderneming. Antwoordmogelijkheden zijn: groot, normaal en klein.
De antwoorden zijn gewogen met de personeelsomvang van de
onderneming.

Oordeel voorraden producten

Gewogen antwoordpercentages op de kwartaalvraag: 'Wij beoordelen onze
voorraden eindproduct/handelsgoederen, gelet op de te verwachten
afzetontwikkeling, als (te) groot, normaal/voldoende of (te) klein'.

Voorraden zijn (te) groot

Gewogen percentage van de ondernemers die de voorraden gereed
product/handelsgoederen, 'gelet op de te verwachten afzetontwikkeling',
als te groot beoordeelt.

Voorraden zijn normaal

Gewogen percentage van de ondernemers die de voorraden gereed
product/handelsgoederen, 'gelet op de te verwachten afzetontwikkeling',
als voldoende/normaal beoordeelt.

Voorraden zijn (te) klein

Gewogen percentage van de ondernemers die de voorraden gereed
product/handelsgoederen, 'gelet op de te verwachten afzetontwikkeling',
als te klein beoordeelt.

Niet van toepassing

Het gewogen percentage van de ondernemers die de vraag voor hun
onderneming niet als relevant beschouwen vermeerderd met het gewogen
percentages van de ondernemers aan wie de vraag niet is gesteld.

Saldo oordeel voorraden

Het gewogen percentage ondernemers met de melding dat de voorraden gereed
product/handelsgoederen te groot is minus het percentage ondernemers
die deze te klein vinden. Dit saldo geeft vergeleken met de voorgaande
saldi inzicht in de voorraadmutaties in relatie met de verwachte
afzetontwikkeling.

Belemmeringen activiteiten

Aan het begin van een kwartaal geven de ondernemers aan of er
tijdens het onderzoek sprake is van belemmeringen van de productie.
Voorbeelden van productiebelemmeringen zijn: onvoldoende vraag,
tekort aan capaciteit/ruimte/grondstoffen/materialen, tekort aan arbeid,
financieringsproblemen, weersomstandigheden e.d..
De antwoorden zijn gewogen met de personeelsomvang van de
onderneming.

Weersomstandigheden

Gewogen percentage ondernemers die aangeven dat weersomstandigheden
een beperkende factor is om te kunnen voldoen aan de vraag.