Arbeidsdeelname; 15 jaar of ouder 1992-2014

Arbeidsdeelname; 15 jaar of ouder 1992-2014

Geslacht Leeftijd Perioden Werkzame beroepsbevolking Onderwijsniveau Onderwijsniveau: laag (x 1 000) Werkzame beroepsbevolking Onderwijsniveau Onderwijsniveau: middelbaar (x 1 000) Werkzame beroepsbevolking Onderwijsniveau Onderwijsniveau: hoog (x 1 000) Werkzame beroepsbevolking Onderwijsniveau Onderwijsniveau: onbekend (x 1 000)
Mannen en vrouwen Totaal leeftijd vanaf 15 jaar 2014 1.375 3.146 2.737 73
Mannen en vrouwen 15 tot 20 jaar 2014 105 52 2 .
Mannen en vrouwen 20 tot 25 jaar 2014 103 316 112 4
Mannen en vrouwen 25 tot 30 jaar 2014 88 320 377 8
Mannen en vrouwen 30 tot 35 jaar 2014 90 324 401 8
Mannen en vrouwen 35 tot 40 jaar 2014 115 326 361 9
Mannen en vrouwen 40 tot 45 jaar 2014 148 406 371 10
Mannen en vrouwen 45 tot 50 jaar 2014 185 452 351 11
Mannen en vrouwen 50 tot 55 jaar 2014 206 417 309 9
Mannen en vrouwen 55 tot 60 jaar 2014 182 313 260 7
Mannen en vrouwen 60 tot 65 jaar 2014 121 175 154 4
Mannen en vrouwen 65 tot 70 jaar 2014 23 31 30 .
Mannen en vrouwen 70 tot 75 jaar 2014 5 8 6 .
Mannen en vrouwen 75 jaar of ouder 2014 5 5 3 .
Mannen en vrouwen 15 tot 25 jaar 2014 208 368 114 5
Mannen en vrouwen 25 tot 50 jaar 2014 626 1.829 1.861 46
Mannen en vrouwen 50 tot 65 jaar 2014 508 905 724 20
Mannen en vrouwen 65 jaar of ouder 2014 33 43 38 2
Mannen Totaal leeftijd vanaf 15 jaar 2014 840 1.753 1.432 45
Mannen 15 tot 20 jaar 2014 56 26 . .
Mannen 20 tot 25 jaar 2014 71 168 39 2
Mannen 25 tot 30 jaar 2014 59 181 164 5
Mannen 30 tot 35 jaar 2014 57 184 192 5
Mannen 35 tot 40 jaar 2014 75 177 180 5
Mannen 40 tot 45 jaar 2014 90 221 195 7
Mannen 45 tot 50 jaar 2014 112 238 196 7
Mannen 50 tot 55 jaar 2014 121 226 174 5
Mannen 55 tot 60 jaar 2014 103 182 156 4
Mannen 60 tot 65 jaar 2014 72 116 104 3
Mannen 65 tot 70 jaar 2014 15 23 25 .
Mannen 70 tot 75 jaar 2014 5 6 4 .
Mannen 75 jaar of ouder 2014 3 3 2 .
Mannen 15 tot 25 jaar 2014 127 194 40 3
Mannen 25 tot 50 jaar 2014 394 1.002 927 29
Mannen 50 tot 65 jaar 2014 296 525 434 12
Mannen 65 jaar of ouder 2014 23 32 32 2
Vrouwen Totaal leeftijd vanaf 15 jaar 2014 535 1.394 1.304 28
Vrouwen 15 tot 20 jaar 2014 49 26 . .
Vrouwen 20 tot 25 jaar 2014 32 149 73 2
Vrouwen 25 tot 30 jaar 2014 28 139 213 3
Vrouwen 30 tot 35 jaar 2014 32 140 208 3
Vrouwen 35 tot 40 jaar 2014 40 149 182 4
Vrouwen 40 tot 45 jaar 2014 59 185 176 4
Vrouwen 45 tot 50 jaar 2014 73 214 155 3
Vrouwen 50 tot 55 jaar 2014 85 190 135 3
Vrouwen 55 tot 60 jaar 2014 79 131 104 3
Vrouwen 60 tot 65 jaar 2014 49 59 50 2
Vrouwen 65 tot 70 jaar 2014 7 8 5 .
Vrouwen 70 tot 75 jaar 2014 . 2 . .
Vrouwen 75 jaar of ouder 2014 2 . . .
Vrouwen 15 tot 25 jaar 2014 81 174 74 2
Vrouwen 25 tot 50 jaar 2014 232 827 934 17
Vrouwen 50 tot 65 jaar 2014 212 381 290 8
Vrouwen 65 jaar of ouder 2014 10 11 6 .
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel bevat jaarcijfers en kwartaalcijfers over de arbeidsdeelname van de Nederlandse bevolking van 15 jaar of ouder.

Gegevens beschikbaar van 1996 tot en met 2014

Status van de cijfers:
De cijfers in deze tabel zijn definitief. Alleen de gegevens over het onderwijsniveau vanaf het vierde kwartaal van 2012 zijn voorlopig.

Wijzigingen per 26 februari 2015
Geen, deze tabel is stopgezet.

Wijzigingen per 13 februari 2015:
De kwartaalcijfers over het vierde kwartaal 2014 en het jaarcijfer 2014 zijn toegevoegd.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Deze tabel is stopgezet. De actualisering van 13 februari 2015 was de laatste actualisering van deze tabel. Op 26 februari 2015 zijn nieuwe gereviseerde tabellen over de beroepsbevolking gepubliceerd. Deze revisie van de statistieken van de beroepsbevolking heeft twee onderdelen. De definities zijn aangepast aan de internationaal afgesproken definities en de gegevensverzameling is verbeterd door als eerste statistiekbureau in Europa te enquêteren via internet. Voor meer informatie over de revisie, zie de link naar de persmededeling in paragraaf 3.

Toelichting onderwerpen

Werkzame beroepsbevolking
Personen die in Nederland wonen en betaald werk hebben
van twaalf uur of meer per week.
Onderwijsniveau
Onderwijsniveau: laag
Het hoogstbehaalde onderwijsniveau is lager onderwijs.
Lager onderwijs omvat het gehele basisonderwijs, het vmbo, de eerste 3 leerjaren van havo/vwo en mbo 1 (assistentenopleiding), en hun voorgangers.
---
Voor de Enquête Beroepsbevolking (EBB) wordt vanaf het vierde kwartaal 2012 gebruik gemaakt van waarnemingen via internet. Eén van de gevolgen hiervan is dat de vragen die gaan over het onderwijsniveau, de -richting en -deelname van personen in Nederland zijn gewijzigd. De open onderwijsvraagstelling die tot nu toe gebruikt werd, voldeed niet voor internetwaarneming vandaar dat is overgegaan op een gesloten onderwijsvraagstelling. Cruciaal daarin is de vraag welke opleiding de hoogst gevolgde is. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van een meerkeuzevraag waarin alle gevolgde opleidingen worden aangekruist, en waaruit in de vragenlijst wordt afgeleid over welke opleiding doorgevraagd moet worden.

De nieuwe gesloten vraagstelling levert redelijk vergelijkbare resultaten op voor wat betreft de verdeling over laag, middelbaar en hoog onderwijsniveau. Op meer gedetailleerd niveau zijn er op een aantal punten verschillen zichtbaar met de oude open vraagstelling: er worden bijvoorbeeld meer personen op Mbo-2/3 niveau en minder personen op Mbo-4 niveau getypeerd, er worden meer personen met uitsluitend basisonderwijs waargenomen tegenover minder mensen met Avo-onderbouw niveau. Daarnaast zijn er meer personen waarvan het onderwijsniveau onbekend is.

De cijfers over het vierde kwartaal (en daarmee ook de jaarcijfers van 2012) zijn gepubliceerd. In het vierde kwartaal van 2012 heeft ongeveer een derde van de respondenten de nieuwe vraagstelling beantwoord. Hierdoor is het effect van de nieuwe vraagstelling in het vierde kwartaal en zeker in het jaarcijfer van 2012 klein.

In 2013 wordt nog verder onderzoek gedaan naar de effecten van de nieuwe vraagstelling. De onderwijscijfers op basis van de EBB zijn daarom vanaf het vierde kwartaal van 2012 (en dus ook het jaarcijfer van 2012) voorlopig. Naar verwachting worden in 2014 de definitieve cijfers gepubliceerd.
Onderwijsniveau: middelbaar
Het hoogstbehaalde onderwijsniveau is middelbaar onderwijs.
Middelbaar onderwijs omvat de bovenbouw van havo/vwo, mbo 2 (basisberoepsopleiding), mbo 3 (vakopleiding) en mbo 4 (middenkader- en specialistenopleiding), en hun voorgangers.
---
Voor de Enquête Beroepsbevolking (EBB) wordt vanaf het vierde kwartaal 2012 gebruik gemaakt van waarnemingen via internet. Eén van de gevolgen hiervan is dat de vragen die gaan over het onderwijsniveau, de -richting en -deelname van personen in Nederland zijn gewijzigd. De open onderwijsvraagstelling die tot nu toe gebruikt werd, voldeed niet voor internetwaarneming vandaar dat is overgegaan op een gesloten onderwijsvraagstelling. Cruciaal daarin is de vraag welke opleiding de hoogst gevolgde is. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van een meerkeuzevraag waarin alle gevolgde opleidingen worden aangekruist, en waaruit in de vragenlijst wordt afgeleid over welke opleiding doorgevraagd moet worden.

De nieuwe gesloten vraagstelling levert redelijk vergelijkbare resultaten op voor wat betreft de verdeling over laag, middelbaar en hoog onderwijsniveau. Op meer gedetailleerd niveau zijn er op een aantal punten verschillen zichtbaar met de oude open vraagstelling: er worden bijvoorbeeld meer personen op Mbo-2/3 niveau en minder personen op Mbo-4 niveau getypeerd, er worden meer personen met uitsluitend basisonderwijs waargenomen tegenover minder mensen met Avo-onderbouw niveau. Daarnaast zijn er meer personen waarvan het onderwijsniveau onbekend is.

De cijfers over het vierde kwartaal (en daarmee ook de jaarcijfers van 2012) zijn gepubliceerd. In het vierde kwartaal van 2012 heeft ongeveer een derde van de respondenten de nieuwe vraagstelling beantwoord. Hierdoor is het effect van de nieuwe vraagstelling in het vierde kwartaal en zeker in het jaarcijfer van 2012 klein.

In 2013 wordt nog verder onderzoek gedaan naar de effecten van de nieuwe vraagstelling. De onderwijscijfers op basis van de EBB zijn daarom vanaf het vierde kwartaal van 2012 (en dus ook het jaarcijfer van 2012) voorlopig. Naar verwachting worden in 2014 de definitieve cijfers gepubliceerd.
Onderwijsniveau: hoog
Het hoogstbehaalde onderwijsniveau is hoger onderwijs.
Hoger onderwijs omvat hbo- en universitaire opleidingen (of hieraan vergelijkbaar), en hun voorgangers.
---
Voor de Enquête Beroepsbevolking (EBB) wordt vanaf het vierde kwartaal 2012 gebruik gemaakt van waarnemingen via internet. Eén van de gevolgen hiervan is dat de vragen die gaan over het onderwijsniveau, de -richting en -deelname van personen in Nederland zijn gewijzigd. De open onderwijsvraagstelling die tot nu toe gebruikt werd, voldeed niet voor internetwaarneming vandaar dat is overgegaan op een gesloten onderwijsvraagstelling. Cruciaal daarin is de vraag welke opleiding de hoogst gevolgde is. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van een meerkeuzevraag waarin alle gevolgde opleidingen worden aangekruist, en waaruit in de vragenlijst wordt afgeleid over welke opleiding doorgevraagd moet worden.

De nieuwe gesloten vraagstelling levert redelijk vergelijkbare resultaten op voor wat betreft de verdeling over laag, middelbaar en hoog onderwijsniveau. Op meer gedetailleerd niveau zijn er op een aantal punten verschillen zichtbaar met de oude open vraagstelling: er worden bijvoorbeeld meer personen op Mbo-2/3 niveau en minder personen op Mbo-4 niveau getypeerd, er worden meer personen met uitsluitend basisonderwijs waargenomen tegenover minder mensen met Avo-onderbouw niveau. Daarnaast zijn er meer personen waarvan het onderwijsniveau onbekend is.

De cijfers over het vierde kwartaal (en daarmee ook de jaarcijfers van 2012) zijn gepubliceerd. In het vierde kwartaal van 2012 heeft ongeveer een derde van de respondenten de nieuwe vraagstelling beantwoord. Hierdoor is het effect van de nieuwe vraagstelling in het vierde kwartaal en zeker in het jaarcijfer van 2012 klein.

In 2013 wordt nog verder onderzoek gedaan naar de effecten van de nieuwe vraagstelling. De onderwijscijfers op basis van de EBB zijn daarom vanaf het vierde kwartaal van 2012 (en dus ook het jaarcijfer van 2012) voorlopig. Naar verwachting worden in 2014 de definitieve cijfers gepubliceerd.
Onderwijsniveau: onbekend
Het hoogstbehaalde onderwijsniveau is onbekend.
---
Voor de Enquête Beroepsbevolking (EBB) wordt vanaf het vierde kwartaal 2012 gebruik gemaakt van waarnemingen via internet. Eén van de gevolgen hiervan is dat de vragen die gaan over het onderwijsniveau, de -richting en -deelname van personen in Nederland zijn gewijzigd. De open onderwijsvraagstelling die tot nu toe gebruikt werd, voldeed niet voor internetwaarneming vandaar dat is overgegaan op een gesloten onderwijsvraagstelling. Cruciaal daarin is de vraag welke opleiding de hoogst gevolgde is. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van een meerkeuzevraag waarin alle gevolgde opleidingen worden aangekruist, en waaruit in de vragenlijst wordt afgeleid over welke opleiding doorgevraagd moet worden.

De nieuwe gesloten vraagstelling levert redelijk vergelijkbare resultaten op voor wat betreft de verdeling over laag, middelbaar en hoog onderwijsniveau. Op meer gedetailleerd niveau zijn er op een aantal punten verschillen zichtbaar met de oude open vraagstelling: er worden bijvoorbeeld meer personen op Mbo-2/3 niveau en minder personen op Mbo-4 niveau getypeerd, er worden meer personen met uitsluitend basisonderwijs waargenomen tegenover minder mensen met Avo-onderbouw niveau. Daarnaast zijn er meer personen waarvan het onderwijsniveau onbekend is.

De cijfers over het vierde kwartaal (en daarmee ook de jaarcijfers van 2012) zijn gepubliceerd. In het vierde kwartaal van 2012 heeft ongeveer een derde van de respondenten de nieuwe vraagstelling beantwoord. Hierdoor is het effect van de nieuwe vraagstelling in het vierde kwartaal en zeker in het jaarcijfer van 2012 klein.

In 2013 wordt nog verder onderzoek gedaan naar de effecten van de nieuwe vraagstelling. De onderwijscijfers op basis van de EBB zijn daarom vanaf het vierde kwartaal van 2012 (en dus ook het jaarcijfer van 2012) voorlopig. Naar verwachting worden in 2014 de definitieve cijfers gepubliceerd.