Beroepsbevolking; internationale definitie 2000-2013

Beroepsbevolking; internationale definitie 2000-2013

Geslacht Persoonskenmerken Perioden Werkzame beroepsbevolking (internat.) Arbeidsduur Arbeidsduur: 1 tot 20 uur per week (x 1 000) Werkzame beroepsbevolking (internat.) Arbeidsduur Arbeidsduur: 20 tot 35 uur per week (x 1 000) Werkzame beroepsbevolking (internat.) Arbeidsduur Arbeidsduur: 35 uur of meer per week (x 1 000) Werkzame beroepsbevolking (internat.) Arbeidsduur Arbeidsduur: onbekend (x 1 000) Werkzame beroepsbevolking (internat.) Arbeidsduur Gemiddelde arbeidsduur (x 1 000)
Mannen en vrouwen Totaal persoonskenmerken 2013 1.610 2.417 4.260 79 30,8
Mannen en vrouwen 15 tot 25 jarigen 2013 685 251 302 34 19,3
Mannen en vrouwen 25 tot 35 jarigen 2013 158 492 1.029 10 33,8
Mannen en vrouwen 35 tot 45 jarigen 2013 198 606 1.072 9 33,6
Mannen en vrouwen 45 tot 55 jarigen 2013 245 634 1.158 9 33,5
Mannen en vrouwen 55 tot 65 jarigen 2013 220 393 672 9 31,5
Mannen en vrouwen 65 tot 75 jarigen 2013 93 38 24 7 17,1
Mannen en vrouwen 75 jarigen of ouder 2013 12 3 2 . 14,7
Mannen en vrouwen 15 tot 20 jarigen 2013 407 59 34 17 11,6
Mannen en vrouwen 20 tot 25 jarigen 2013 278 191 268 17 24,6
Mannen en vrouwen 25 tot 30 jarigen 2013 89 234 513 7 33,4
Mannen en vrouwen 30 tot 35 jarigen 2013 69 258 516 3 34,2
Mannen en vrouwen 35 tot 40 jarigen 2013 80 277 491 5 33,8
Mannen en vrouwen 40 tot 45 jarigen 2013 118 329 581 4 33,5
Mannen en vrouwen 45 tot 50 jarigen 2013 128 327 600 4 33,6
Mannen en vrouwen 50 tot 55 jarigen 2013 117 307 558 5 33,4
Mannen en vrouwen 55 tot 60 jarigen 2013 116 243 439 4 32,4
Mannen en vrouwen 60 tot 65 jarigen 2013 105 150 232 5 30,1
Mannen en vrouwen 65 tot 70 jarigen 2013 67 31 21 5 18,1
Mannen en vrouwen 70 tot 75 jarigen 2013 26 7 3 2 13,5
Mannen en vrouwen 75 jarigen of ouder 2013 12 3 2 . 14,7
Mannen en vrouwen Eenpersoonshuishouden 2013 173 316 746 13 32,8
Mannen en vrouwen Lid van paar (geen ouder) 2013 341 615 1.224 17 32,0
Mannen en vrouwen Lid van ouderpaar 2013 448 1.106 1.827 16 32,8
Mannen en vrouwen Alleenstaande ouder 2013 40 146 107 2 29,9
Mannen en vrouwen Meerderjarig kind 2013 327 175 269 20 23,5
Mannen en vrouwen Minderjarig kind 2013 238 16 7 8 8,5
Mannen en vrouwen Overig lid huishouden 2013 43 43 80 3 29,0
Mannen en vrouwen Positie huishouden onbekend 2013 . . . . .
Mannen en vrouwen Pre-primair onderwijs 2013 10 14 27 . 30,8
Mannen en vrouwen Primair onderwijs 2013 158 90 168 6 25,1
Mannen en vrouwen Lager secundair onderwijs 2013 442 350 593 17 27,0
Mannen en vrouwen Hoger secundair onderwijs 2013 691 1.038 1.721 35 30,6
Mannen en vrouwen Post secundair onderwijs 2013 3 13 24 . 33,6
Mannen en vrouwen Tertiair onderwijs 2013 275 861 1.616 17 33,6
Mannen en vrouwen Onderwijs aan promovendi 2013 4 11 37 . 36,1
Mannen en vrouwen Onderwijsniveau onbekend 2013 26 39 75 3 30,9
Mannen Totaal persoonskenmerken 2013 532 609 3.305 38 35,6
Mannen 15 tot 25 jarigen 2013 322 100 202 17 21,1
Mannen 25 tot 35 jarigen 2013 43 107 716 4 37,8
Mannen 35 tot 45 jarigen 2013 15 109 860 2 40,0
Mannen 45 tot 55 jarigen 2013 25 127 944 3 39,8
Mannen 55 tot 65 jarigen 2013 53 135 561 5 36,7
Mannen 65 tot 75 jarigen 2013 65 29 20 5 18,3
Mannen 75 jarigen of ouder 2013 9 3 2 . 16,4
Mannen 15 tot 20 jarigen 2013 197 31 25 8 12,7
Mannen 20 tot 25 jarigen 2013 125 69 176 9 26,8
Mannen 25 tot 30 jarigen 2013 32 57 334 3 36,6
Mannen 30 tot 35 jarigen 2013 11 50 382 . 39,0
Mannen 35 tot 40 jarigen 2013 8 49 388 . 39,8
Mannen 40 tot 45 jarigen 2013 8 60 472 . 40,1
Mannen 45 tot 50 jarigen 2013 12 64 489 2 39,9
Mannen 50 tot 55 jarigen 2013 13 63 454 . 39,7
Mannen 55 tot 60 jarigen 2013 17 67 363 2 38,2
Mannen 60 tot 65 jarigen 2013 36 67 198 3 34,5
Mannen 65 tot 70 jarigen 2013 45 23 18 4 19,6
Mannen 70 tot 75 jarigen 2013 20 6 2 . 14,2
Mannen 75 jarigen of ouder 2013 9 3 2 . 16,4
Mannen Eenpersoonshuishouden 2013 78 123 514 7 35,2
Mannen Lid van paar (geen ouder) 2013 117 174 880 10 35,9
Mannen Lid van ouderpaar 2013 33 193 1.591 5 40,1
Mannen Alleenstaande ouder 2013 2 9 48 . 38,3
Mannen Meerderjarig kind 2013 164 84 209 11 26,3
Mannen Minderjarig kind 2013 118 8 5 3 9,0
Mannen Overig lid huishouden 2013 21 17 58 2 31,8
Mannen Positie huishouden onbekend 2013 . . . . .
Mannen Pre-primair onderwijs 2013 2 5 22 . 36,5
Mannen Primair onderwijs 2013 67 31 145 2 29,9
Mannen Lager secundair onderwijs 2013 151 106 509 9 32,8
Mannen Hoger secundair onderwijs 2013 208 244 1.389 17 36,1
Mannen Post secundair onderwijs 2013 . 2 19 . 38,1
Mannen Tertiair onderwijs 2013 91 202 1.136 9 37,4
Mannen Onderwijs aan promovendi 2013 3 4 28 . 37,2
Mannen Onderwijsniveau onbekend 2013 9 14 57 2 34,9
Vrouwen Totaal persoonskenmerken 2013 1.078 1.808 954 40 25,2
Vrouwen 15 tot 25 jarigen 2013 362 151 101 17 17,5
Vrouwen 25 tot 35 jarigen 2013 115 385 313 6 29,6
Vrouwen 35 tot 45 jarigen 2013 182 497 212 6 26,7
Vrouwen 45 tot 55 jarigen 2013 220 507 215 6 26,2
Vrouwen 55 tot 65 jarigen 2013 167 258 110 3 24,2
Vrouwen 65 tot 75 jarigen 2013 28 10 4 2 13,8
Vrouwen 75 jarigen of ouder 2013 3 . . . 8,7
Vrouwen 15 tot 20 jarigen 2013 209 29 9 9 10,4
Vrouwen 20 tot 25 jarigen 2013 153 122 92 8 22,3
Vrouwen 25 tot 30 jarigen 2013 57 177 180 4 30,2
Vrouwen 30 tot 35 jarigen 2013 58 208 134 2 28,9
Vrouwen 35 tot 40 jarigen 2013 72 228 104 4 27,3
Vrouwen 40 tot 45 jarigen 2013 110 269 108 3 26,2
Vrouwen 45 tot 50 jarigen 2013 116 264 111 3 26,2
Vrouwen 50 tot 55 jarigen 2013 104 243 104 3 26,1
Vrouwen 55 tot 60 jarigen 2013 98 175 76 2 24,9
Vrouwen 60 tot 65 jarigen 2013 69 83 34 2 22,8
Vrouwen 65 tot 70 jarigen 2013 22 8 3 . 14,5
Vrouwen 70 tot 75 jarigen 2013 6 . . . 11,1
Vrouwen 75 jarigen of ouder 2013 3 . . . 8,7
Vrouwen Eenpersoonshuishouden 2013 95 192 232 6 29,5
Vrouwen Lid van paar (geen ouder) 2013 224 440 343 7 27,6
Vrouwen Lid van ouderpaar 2013 415 913 236 11 24,4
Vrouwen Alleenstaande ouder 2013 38 137 59 2 27,8
Vrouwen Meerderjarig kind 2013 164 91 60 9 19,4
Bron: cbs.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


In deze tabel vindt u jaarcijfers over de samenstelling van de Nederlandse beroepsbevolking volgens de internationale definitie.

De Nederlandse definitie van de beroepsbevolking wijkt af van de definitie die internationaal als standaard geldt: die van de International Labour Organisation (ILO). Als gevolg daarvan verschilt de omvang en samenstelling van de beroepsbevolking. Ten eerste wordt in de Nederlandse definitie een drempelwaarde van twaalf uur gehanteerd voor het aantal uren per week dat iemand werkt of wil werken. In de internationale definitie is dat niet het geval. Ten tweede wordt de werkloze beroepsbevolking anders afgebakend. Volgens de internationale definitie moet iemand binnen twee weken kunnen beginnen in een baan. In de Nederlandse definitie wordt in bepaalde gevallen een termijn van drie maanden aangehouden op de termijn waarop iemand kan beginnen te werken of zoekactiviteiten ontplooid heeft.

Gegevens beschikbaar van 1996/1998 tot en met 2011/2013

Status van de cijfers
Cijfers op basis van de EBB zijn altijd definitief.

Wijzigingen per 26 februari 2015
Geen, deze tabel is stopgezet.

Wijzigingen per 1 april 2014:
De cijfers over 2013 zijn aan deze tabel toegevoegd. Alle gegevens over het beroep in 2012 en 2013 zijn op dit moment nog niet beschikbaar. Zodra deze gegevens beschikbaar komen zullen ze aan deze tabel toegevoegd worden. De gegevens over het onderwijsniveau vanaf 2012 zijn voorlopig.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Deze tabel is stopgezet. De actualisering van 1 april 2014 was de laatste actualisering van deze tabel. Op 26 februari 2015 zijn nieuwe gereviseerde tabellen over de beroepsbevolking gepubliceerd. Deze revisie van de statistieken van de beroepsbevolking heeft twee onderdelen. De definities zijn aangepast aan de internationaal afgesproken definities en de gegevensverzameling is verbeterd door als eerste statistiekbureau in Europa te enquêteren via internet. Voor meer informatie over de revisie, zie de link naar de persmededeling in paragraaf 3.

Toelichting onderwerpen

Werkzame beroepsbevolking (internat.)
Werkzame beroepsbevolking volgens internationale definitie.
Personen die minstens 1 uur per week werken.
Arbeidsduur
Het aantal uren dat een persoon in een normale of gemiddelde werkweek
werkt.
Arbeidsduur: 1 tot 20 uur per week
Het aantal uren dat een persoon in een normale of gemiddelde
werkweek werkt.
Arbeidsduur: 20 tot 35 uur per week
Het aantal uren dat een persoon in een normale of gemiddelde
werkweek werkt.
Arbeidsduur: 35 uur of meer per week
Het aantal uren dat een persoon in een normale of gemiddelde
werkweek werkt.
Arbeidsduur: onbekend
Het aantal uren dat een persoon in een normale of gemiddelde
werkweek werkt.
Gemiddelde arbeidsduur