Nalatenschappen aangifte successie; 2005-2010
Verklaring van tekens
Tabeltoelichting
In deze tabel zijn gegevens opgenomen over vermogensonderdelen van de nalatenschappen van de overledenen waarvoor aangifte successierecht door de belastingdienst is vastgesteld. De reeks is in deze opzet stopgezet omdat er wordt gewerkt aan een nieuwe reeks cijfers over nalatenschappen en verkrijgingen.
Gegevens beschikbaar van 2005 tot en met 2010.
Status van de cijfers
De cijfers over de jaren 2005 - 2009 zijn definitief.
De cijfers over 2010 zijn voorlopig. Aangezien deze tabel is stopgezet, worden de gegevens niet meer definitief gemaakt.
Wijzigingen per april 2016:
Geen, deze tabel is stopgezet
Vanaf 2010 zijn de heffing van de erfbelasting en het aangiftebiljet erfbelasting gewijzigd. Als gevolg hiervan zijn de gegevens van de nalatenschappen en verkrijgingen vanaf 2010 niet geheel vergelijkbaar met de gegevens 2005-2009.
De reeks in de nieuwe opzet wordt halverwege 2017 verwacht. Deze nieuwe reeks bevat cijfers voor de periode 2005 tot en met 2014.
Toelichting onderwerpen
- Nalatenschappen (aantal)
- Het vermogen bestaande uit bezittingen en schulden dat nagelaten is door
een overledene.- Privébezittingen
- Privébezittingen overledene in de vorm van eigen woning, bank- en spaartegoeden en effecten. Vanaf 2010 is contant geld van de nalatenschappen waarvoor aangifte is gedaan meegenomen.
- Totaal privébezittingen
- Privébezittingen overledene in de vorm van eigen woning, bank- en
spaartegoeden en effecten. Vanaf 2010 is contant geld van de nalatenschappen waarvoor aangifte is gedaan meegenomen.
Het totaal van de privébezittingen is samengesteld uit de Eigen woning en Totaal financieel.
- Eigen woning
- Woning die eigendom en hoofdverblijf was van de overledene en waar de
overledene tot aan de sterfdag ook woonde.
- Financieel
- Som van de financiële waarden zijnde bank- en spaartegoeden en
effecten. Vanaf 2010 is contant geld van de nalatenschappen waarvoor aangifte is gedaan meegenomen.- Totaal financieel
- Som van de financiële waarden zijnde bank- en spaartegoeden en
effecten. Vanaf 2010 is contant geld van de nalatenschappen waarvoor aangifte is gedaan meegenomen.
- Bank- en spaartegoeden
- Alle tegoeden op rekeningen bij (spaar)banken, inclusief buitenlandse tegoeden. Vanaf 2010 zijn de bank- en spaartegoeden van de nalatenschappen waarvoor aangifte is gedaan inclusief contant geld.
- Effecten
- Effecten die genoteerd zijn aan de Amsterdamse Effectenbeurs alsmede
overige effecten zoals aandelen in familie-bv.
- Hypotheekschuld
- Opgebouwde tegoeden voor de aflossing van de hypotheek via kapitaalsverzekeringen, spaar-, beleggingshypotheken en dergelijke kunnen niet worden waargenomen en zijn derhalve niet in mindering gebracht.
- Privévermogen
- Saldo van totaal aan privébezittingen en hypotheekschuld. Vanaf 2010 is contant geld van de nalatenschappen waarvoor aangifte is gedaan meegenomen.
- Ondernemingsvermogen
- Saldo van bezittingen en schulden behorend tot het bedrijfs- of beroepsvermogen.
- Nagelaten vermogen
- Som van het Privévermogen en het Ondernemingsvermogen. Vanaf 2010 is contant geld van de nalatenschappen waarvoor aangifte is gedaan meegenomen.
- Overige bezittingen
- Bezittingen bestaande uit onroerende zaken niet zijnde eigen woning; roerende zaken zoals voertuigen, vaartuigen, meubilair, sieraden, schilderijen, antiek; contant geld; vorderingen; aandeel in onverdeelde boedel en andere niet eerder genoemde bezittingen.
Tot 2010 is contant geld geteld bij de overige bezittingen. Vanaf 2010 wordt contant geld bij de privébezittingen geteld.- Totaal overige bezittingen
- Betreft 'overige onroerende zaken', 'roerende zaken', 'contant geld',
'vorderingen/restituties', 'aandeel in onverdeelde boedel(s)'en
'overige bezittingen n.e.g.'.
- Overige onroerende zaken
- Dit betreft bijvoorbeeld een vakantiehuis, beleggingspanden e.d.
- Roerende zaken
- Voertuigen, vaartuigen, meubilair en huisraad, sieraden, schilderijen en
antiek.
- Contant geld
- Vanaf 2010 is contant geld bij de bank- en spaartegoeden geteld.
- Vorderingen/restituties
- Vorderingen van de overledene zoals hypothecaire vorderingen, restitutie
van gas- en elektrarekeningen, opeisbare huren, dividenden, renten en
dergelijke.
- Aandeel in overdeelde boedel(s)
- Recht op een aandeel in een nog niet verdeelde nalatenschap.
- Overige bezittingen n.e.g.
- Overige bezittingen niet elders genoemd.
Het gaat hier om onder andere waardepapieren aan toonder, spaarbrieven;
auteursrechten, octrooien, assurantieportefeuille; commanditair
kapitaal, rechten op winstaandelen, vorderingen op commanditaire
vennootschap, winstrecht; vermogen belast met vruchtgebruik
(zogenaamde blote eigendom).
- Overige schulden
- Schulden betreffende rentedragende schulden; belastingschulden;
huishoudelijke schulden zoals voor gas, licht, telefoon, abonnementen
etc; renteloze schulden.- Totaal overige schulden
- Betreft 'rentedragende schulden', 'belastingschulden', 'huishoudelijke
schulden' en 'overige renteloze schulden',
- Rentedragende schulden
- Leningen en dergelijke.
- Belastingschulden
- Schulden in verband met inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen,
vermogensbelasting alsmede motorrijtuigenbelasting,
onroerendzaakbelasting en dergelijke.
- Huishoudelijke schulden
- Schulden voor gas, elektra, water, telefoon en dergelijke.
- Overige renteloze schulden
- Vermogen nalatenschap
- Saldo bezittingen en schulden van de nalatenschap.
- Vermogen onbekend
- Begrafenis- of crematiekosten
- Vanaf 2010 zijn de begrafenis- en crematiekosten verminderd met de uitkeringen van uitvaartverzekeringen.
- Uitkeringen uitvaartverzekering
- Deze worden vanaf 2010 niet meer afzonderlijk waargenomen, maar zijn direct in mindering gebracht op de begrafenis- en crematiekosten.
- Zuiver saldo nalatenschap
- Nalatenschap overledenen onder aftrek van begrafenis- of crematiekosten
verminderd met de uitkeringen van uitvaartverzekeringen.
- Nalatenschappen (totaal bedrag)
- Het vermogen bestaande uit bezittingen en schulden dat nagelaten is door
een overledene.- Privébezittingen
- Privébezittingen overledene in de vorm van eigen woning, bank- en spaartegoeden en effecten. Vanaf 2010 is contant geld van de nalatenschappen waarvoor aangifte is gedaan meegenomen.
- Totaal privé-bezittingen
- Privébezittingen overledene in de vorm van eigen woning, bank- en
spaartegoeden en effecten. Vanaf 2010 is contant geld van de nalatenschappen waarvoor aangifte is gedaan meegenomen.
Het totaal van de privébezittingen is samengesteld uit de Eigen woning en Totaal financieel.
- Eigen woning
- Woning die eigendom en hoofdverblijf was van de overledene en waar de
overledene tot aan de sterfdag ook woonde.
- Financieel
- Som van de financiële waarden zijnde bank-, giro- en spaartegoeden en
effecten.- Totaal financieel
- Som van de financiële waarden zijnde bank- en spaartegoeden en
effecten. Vanaf 2010 is contant geld van de nalatenschappen waarvoor aangifte is gedaan meegenomen.
- Bank- en spaartegoeden
- Alle tegoeden op rekeningen bij (spaar)banken, inclusief buitenlandse tegoeden. Vanaf 2010 zijn de bank- en spaartegoeden van de nalatenschappen waarvoor aangifte is gedaan inclusief contant geld.
- Effecten
- Effecten die genoteerd zijn aan de Amsterdamse Effectenbeurs alsmede
overige effecten zoals aandelen in familie-bv.
- Hypotheekschuld
- Opgebouwde tegoeden voor de aflossing van de hypotheek via kapitaalsverzekeringen, spaar-, beleggingshypotheken en dergelijke kunnen niet worden waargenomen en zijn derhalve niet in mindering gebracht.
- Privévermogen
- Saldo van totaal aan privébezittingen en hypotheekschuld. Vanaf 2010 is contant geld van de nalatenschappen waarvoor aangifte is gedaan meegenomen.
- Ondernemingsvermogen
- Saldo van bezittingen en schulden behorend tot het bedrijfs- of beroepsvermogen.
- Nagelaten vermogen
- Som van het Privévermogen en het Ondernemingsvermogen. Vanaf 2010 is contant geld van de nalatenschappen waarvoor aangifte is gedaan meegenomen.
- Overige bezittingen
- Bezittingen bestaande uit onroerende zaken niet zijnde eigen woning; roerende zaken zoals voertuigen, vaartuigen, meubilair, sieraden, schilderijen, antiek; contant geld; vorderingen; aandeel in onverdeelde boedel en andere niet eerder genoemde bezittingen.
Tot 2010 is contant geld geteld bij de overige bezittingen. Vanaf 2010 wordt contant geld bij de privébezittingen geteld.- Totaal overige bezittingen
- Betreft 'overige onroerende zaken', 'roerende zaken', 'contant geld',
'vorderingen/restituties', 'aandeel in onverdeelde boedel(s)'en
'overige bezittingen n.e.g.'.
- Overige onroerende zaken
- Dit betreft bijvoorbeeld een vakantiehuis, beleggingspanden en dergelijke.
- Roerende zaken
- Voertuigen, vaartuigen, meubilair en huisraad, sieraden, schilderijen en
antiek.
- Contant geld
- Vanaf 2010 is contant geld bij de bank- en spaartegoeden geteld.
- Vorderingen/restituties
- Vorderingen van de overledene zoals hypothecaire vorderingen, restitutie
van gas- en elektrarekeningen, opeisbare huren, dividenden, renten en
dergelijke.
- Aandeel in overdeelde boedel(s)
- Recht op een aandeel in een nog niet verdeelde nalatenschap
- Overige bezittingen n.e.g.
- Overige bezittingen niet elders genoemd.
Het gaat hier om onder andere waardepapieren aan toonder, spaarbrieven;
auteursrechten, octrooien, assurantieportefeuille; commanditair
kapitaal, rechten op winstaandelen, vorderingen op commanditaire
vennootschap, winstrecht; vermogen belast met vruchtgebruik
(zogenaamde blote eigendom).
- Overige schulden
- Schulden betreffende rentedragende schulden; belastingschulden;
huishoudelijke schulden zoals voor gas, licht, telefoon, abonnementen
etc; renteloze schulden.- Totaal overige schulden
- Betreft 'rentedragende schulden', 'belastingschulden', 'huishoudelijke
schulden' en 'overige renteloze schulden',
- Rentedragende schulden
- Leningen en dergelijke.
- Belasingschulden
- Schulden in verband met inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen,
vermogensbelasting alsmede motorrijtuigenbelasting,
onroerendzaakbelasting en dergelijke.
- Huishoudelijke schulden
- Schulden voor gas, elektra, water, telefoon en dergelijke.
- Overige renteloze schulden
- Vermogen nalatenschap
- Saldo bezittingen en schulden van de nalatenschap.
- Vermogen onbekend
- Begrafenis- of crematiekosten
- Vanaf 2010 zijn de begrafenis- en crematiekosten verminderd met de uitkeringen van uitvaartverzekeringen.
- Uitkeringen uitvaartverzekering
- Deze worden vanaf 2010 niet meer afzonderlijk waargenomen, maar zijn direct in mindering gebracht op de begrafenis- en crematiekosten.
- Zuiver saldo nalatenschap
- Nalatenschap overledenen onder aftrek van begrafenis- of crematiekosten
verminderd met de uitkeringen van uitvaartverzekeringen.