Gezondheid; Regio: 2004/2007, 2005/2008

Tabeltoelichting


In deze tabel worden cijfers gegeven over een breed scala aan gezondheidsgerelateerde onderwerpen.
Aan bod komt bijvoorbeeld het gebruik van zorg zoals contact met de huisarts, specialist of fysiotherapeut. Tevens worden cijfers gegeven over de gezondheidsbeleving, ziekten en aandoeningen van de Nederlander. Ook onderwerpen die te maken hebben met gezondheid en leefstijl komen aan de orde zoals overgewicht, roken en
alcoholgebruik. Tevens worden cijfers gepresenteerd van het aandeel vrouwen dat zich heeft laten onderzoeken op borstkanker of baarmoederhalskanker.
Het kenmerkende van de tabel is dat naast het landelijk cijfer tevens de uitkomsten zijn uitgesplitst naar een drietal regionale kenmerken: Landsdeel; Provincie en GGD-gebied. De cijfers zijn afkomstig uit de CBS-Gezondheidsenquête.

Gegevens beschikbaar vanaf:
Cijfers zijn het gemiddelde over de periode 2004-2007 of de periode 2005-2008.

Status van de cijfers
Definitief.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Tabel is stopgezet.

Toelichting onderwerpen

Gezondheid en aandoeningen
Om een algemene indicatie te krijgen van de gezondheidstoestand van de
bevolking wordt in de gezondheidsenquête gevraagd naar de eigen
beleving van de gezondheid, zowel lichamelijk als psychisch. Tevens
wordt gevraagd naar het voorkomen van gezondheidsklachten,
symptomen of aandoeningen, zoals bijvoorbeeld suikerziekte, hoge
bloeddruk en dergelijke.
Langdurige aandoeningen
Het betreft tien ziekten en aandoeningen. De respondent moet
aangeven of hij een bepaalde aandoening/ziekte heeft of in de laatste
12 maanden gehad heeft.
De cijfers betreffen het percentage personen van 0 jaar of ouder met de
antwoordcategorie´ja´.
Een viertal onderwerpen is niet gesteld aan personen jonger dan 12 jaar.
Voor de prevalentie zijn deze als ´nee´geteld.'
Dit betreft de volgende aandoeningen:
- hoge bloeddruk.
- gewrichtsslijtage.
- beroerte-hersenbloeding of herseninfarct.
- hartinfarct gehad.
Hoge bloeddruk
Enquêtevraag: Heeft of had u in de afgelopen 12 maanden last van hoge
bloeddruk? met als antoordcategorieën ja/nee.
Vraag is alleen gesteld aan personen van 12 jaar of ouder; voor de
berekening is aangenomen dat 0 tot 12 jarigen op deze vraag 'nee'
zouden hebben geantwoord.
Het cijfer betreft dus het percentage personen in de bevolking van 0 jaar
of ouder met de antwoordcategorie 'ja'.
Migraine
Enquêtevraag: Heeft of had u in de afgelopen 12 maanden last van
migraine of regelmatig ernstige hoofdpijn? met als antwoordcategorieën
ja/nee.
Het cijfer betreft het percentage personen in de bevolking van 0 jaar
of ouder met de antwoordcategorie 'ja'.
Astma, chronische bronchitis, CARA
Enquêtevraag: Heeft of had u in de afgelopen 12 maanden last van astma,
chronische bronchitis, longemfyseem of CARA? met als antwoord-
categorieën ja/nee.
Het cijfer betreft het percentage personen in de bevolking van 0 jaar
of ouder met de antwoordcategorie 'ja'.
Gewrichtsslijtage
Enquêtevraag: Heeft of had u in de afgelopen 12 maanden last van
gewrichtsslijtage (artrose, slijtagereuma) van heupen of knieën? met als
antwoordcategorieën ja/nee.
Vraag is alleen gesteld aan personen van 12 jaar of ouder; voor de
berekening is aangenomen dat 0 tot 12 jarigen op deze vraag 'nee'
zouden hebben geantwoord.
Het cijfer betreft dus het percentage personen in de bevolking van 0 jaar
of ouder met de antwoordcategorie 'ja'.
Suikerziekte totaal
Enquêtevraag: Heeft u suikerziekte? met als antwoordcategorieën ja/nee.
Het cijfer betreft het percentage personen in de bevolking van 0 jaar of
ouder met de antwoordcategorie 'ja'.
Suikerziekte type 1
In dit onderzoek zijn personen met suikerziekte van het type 1 als volgt
gedefinieerd: Zij moeten dan de volgende 3 enquêtevragen alledrie met
'ja' beantwoorden:
1. Heeft u suikerziekte?
2. Gebruikt u hiervoor op dit moment insuline
3. Bent u insuline gaan gebruiken binnen 6 maanden nadat bij u
suikerziekte was vastgesteld?
Het cijfer betreft het percentage personen in de bevolking van 0 jaar of
ouder.
Suikerziekte type 2
In dit onderzoek zijn personen met suikerziekte van het type 2 als volgt
gedefinieerd:
Het zijn personen die wel 'ja' antwoorden op de vraag: Heeft u
suikerziekte? maar niet behoren tot personen met suikerziekte type1.
Het cijfer betreft het percentage personen in de bevolking van 0 jaar of
ouder.
Rugaandoening
Enquêtevraag: Heeft of had u in de afgelopen 12 maanden last van
ernstige of hardnekkige aandoening van de rug (incl.hernia)? met als
antwoordcategorieën ja/nee.
Het cijfer betreft het percentage personen in de bevolking van 0 jaar of
ouder met de antwoordcategorie 'ja'.
Ooit beroerte gehad
Enquêtevraag: Heeft u ooit een beroerte, hersenbloeding of herseninfarct
gehad? met als antwoordcategorieën ja/nee.
Vraag is alleen gesteld aan personen van 12 jaar of ouder; voor de
berekening is aangenomen dat 0 tot 12 jarigen op deze vraag 'nee' zouden
hebben geantwoord.
Het cijfer betreft dus het percentage personen in de bevolking van 0 jaar
of ouder met de antwoordcategorie 'ja'.
Ooit hartinfarct gehad
Enquêtevraag: Heeft u ooit een hartinfarct gehad? met als
antwoordcategorieën ja/nee.
Vraag is alleen gesteld aan personen van 12 jaar of ouder; voor de
berekening is aangenomen dat 0 tot 12 jarigen op deze vraag 'nee' zouden
hebben geantwoord.
Het cijfer betreft dus het percentage personen in de bevolking van 0 jaar
of ouder met de antwoordcategorie 'ja'.
Mental health inventory
De 'Mental Health Inventory 5' MHI-5 betreft vragen die steeds
betrekking hebben op hoe men zich in de afgelopen 4 weken voelde.
De MHI-5 is een internationale standaard voor een specifieke meting
van de psychische gezondheid, bestaande uit 5 vragen.
1. Voelde u zich erg zenuwachtig?
2. Zat u zo erg in de put dat niets u kon opvrolijken?
3. Voelde u zich kalm en rustig?
4. Voelde u zich neerslachtig en somber?
5. Voelde u zich gelukkig?
Aan de genoemde vragen is een score toegekend. De maximale score
is 100. Hoe lager de score hoe slechter de psychische gezondheid.
De tabel geeft het percentage van personen van 12 jaar of ouder met
een score van minder dan 60.
Leefstijl
Onderwerpen zijn: roken, alcoholgebruik, lichamelijke activiteit,
onder- en overgewicht en gebitsprothesen. Op deze onderwerpen
zijn wisselende leeftijdsgrenzen van toepassing.
Lichamelijke activiteit 12 jaar of ouder
In de schriftelijke vragenlijst van de Gezondheidsenquête (personen van
12 jaar of ouder) is de zogeheten Short Questionnaire to Assess Health
enhancing physcial activity (SQUASH) opgenomen. Deze vragenlijst is
ontwikkeld door het RIVM (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu)
en beoogt een volledig beeld te leveren van de lichamelijke activiteit.
Gevraagd wordt naar frequentie, duur en intensiteit van de volgende
deelvormen van lichamelijke activiteit:
1. Activiteiten in woon-werk of woon-school verkeer,
2. Activiteiten op het werk of op school,
3. Activiteiten in het huishouden,
4. Sporten,
5. Andere vrijetijdsactiviteiten.
In deze tabel worden uit dit vragenblok twee aspecten belicht:
1. voldoen aan de nederlandse norm gezond bewegen
2. aantal minuten woon-werk/school verkeer per week
Voldoen aan norm gezond bewegen
De Nederlandse Norm Gezond Bewegen (NNGB) is gebaseerd op
MET-waarden. MET is de afkorting van Metabool Equivalent. Het is een
getal dat de verhouding aangeeft tussen het energieverbruik tijdens een
inspanning ten opzichte van het energiegebruik in rust. Het energie-
verbruik in rust wordt gelijk gesteld aan de waarde 1 en dat is het
energiegebruik dat we gebruiken bijvoorbeeld tijdens zitten of liggen.
Een MET-waarde van 5 geeft dus aan dat men 5 keer de energie
gebruikt die nodig is in de rustsituatie.
Volgens de NNGB moeten jongeren van 12 tot 18 jaar dagelijks minimaal
een uur matig intensieve lichamelijke activiteit (MET-waarde = 5)
verrichten, bijvoorbeeld: aerobics of hardlopen.
Personen vanaf 18 jaar dienen minimaal een half uur matig intensieve
activiteit te verrichten op tenminste vijf dagen van de week. Hierbij
moet voor personen van 18 tot 55 jaar de activiteit minimaal de
MET-waarde = 4 hebben, bijvoorbeeld: stevig wandelen of fietsen.
Voor 55 plussers is het voldoende als de MET-waarde = 3 bedraagt,
bijvoorbeeld: normaal wandelen of fietsen.
Het cijfer betreft het percentage personen in de bevolking van
12 jaar of ouder die voldoen aan de Nederlandse Norm Gezond Bewegen.