40 aandachtswijken; stand van zaken, Outcomemonitor Wijkenaanpak, 2005-2013

Tabeltoelichting


De tabel bevat cijfers over uiteenlopende thema's voor geselecteerde 40 aandachtswijken.
Medio 2007 verscheen het Actieplan Krachtwijken, een plan voor 40 aandachtswijken in 18 Nederlandse gemeenten waar de kwaliteit van de leefomgeving door een cumulatie van problemen flink achterblijft bij die van andere wijken in de stad. De Outcomemonitor Wijkenaanpak is opgezet om inzicht te bieden in de effecten van het Actieplan Krachtwijken: Van Aandachtswijk naar Krachtwijk.

De tabel beschrijft de volgende dimensies:
- Bevolking;
- Wonen en leefbaarheid;
- Leren;
- Werken;
- Veiligheid;
- Integratie;
- Schuldenproblematiek;
- Gezondheid.

In deze tabel zijn alleen gegevens opgenomen over personen die in de Gemeentelijke Basisadministratie (GBA) staan ingeschreven.

Gegevens beschikbaar van 2005 tot en met 2013.

Status van de cijfers
De volgende gegevens zijn voorlopig, aangezien deze tabel is stopgezet worden de gegevens niet meer definitief gemaakt:
- Stromen en examens in het voortgezet onderwijs, 2009
- Verhuizingen van personen naar inkomen, 2010
- Leerlingen in leerjaar 3 van het voortgezet onderwijs, 2011
- Leerlingen onder 23 jaar en voortijdig schoolverlaters, 2011
- Personen met inkomsten uit arbeid, 2011
- Niet-werkend werkzoekenden, 2012

Toelichting onderwerpen

Werken
De dimensie Werken kent een zestal indicatoren, te weten:
- Aandeel personen met inkomsten uit arbeid van de potentiële beroepsbevolking naar verschillende persoonskenmerken;
- Aandeel personen met een werkloosheidsuitkering van de potentiële beroepsbevolking naar verschillende persoonskenmerken;
- Aandeel personen met ten minste drie jaar een algemene bijstands-
uitkering van de potentiële beroepsbevolking naar verschillende
persoonskenmerken;
- Aandeel personen met een arbeidsongeschiktheidsuitkering van de potentiële beroepsbevolking naar verschillende persoonskenmerken;
- Aandeel niet-werkend werkzoekenden die ingeschreven staan bij het UWV WERKbedrijf (voormalig CWI) van de potentiële beroepsbevolking
naar verschillende persoonskenmerken;
- Het gestandaardiseerd huishoudensinkomen in drie decielklassen met de
decielgrenswaarden.

Gebruikte databronnen:
- WW-registraties van Uitvoering Werknemersverzekeringen (UWV).
- Niet-werkend werkzoekenden (NWW) registratie van het Centrum
voor Werk en Inkomen (CWI) / UWV WERKbedrijf.
- Bijstandsuitkeringenstatistiek (BUS).
- Arbeidsongeschiktheidsregistratie (AO-registratie),
deze bestaat uit de registraties van de
Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO),
de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA),
de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong)
en de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen (WAZ).
- Sociaal Statistisch Bestand (SSB).
- Gemeentelijke Basisadministratie (GBA) persoonsgegevens.
Personen met inkomsten uit arbeid
Personen van 15 tot en met 64 jaar die aan het begin van het verslagjaar geregistreerd staan met een betaalde baan of andere inkomsten uit arbeid.
De indicator heeft als peilmoment de laatste vrijdag van januari,
uitgezonderd 2009. Voor 2009 is het peilmoment 19 december 2008 omdat recentere gegevens niet beschikbaar zijn.
Aandeel van potentiële beroepsbevolking
Aandeel personen met inkomsten uit arbeid van de potentiële
beroepsbevolking.
De potentiële beroepsbevolking bestaat uit alle personen van 15 tot en met
64 jaar ingeschreven in de Gemeentelijke Basisadministratie.
Personen met een WW-uitkering
Personen met een werkloosheidsuitkering. Deze uitkeringen worden verstrekt
op grond van de Werkloosheidswet.
De indicator heeft als peilmoment 31 januari.
Aandeel van potentiële beroepsbevolking
Aandeel personen met een WW-uitkering in de potentiële beroepsbevolking.
De potentiële beroepsbevolking bestaat uit alle personen van 15 tot en met
64 jaar ingeschreven in de Gemeentelijke Basisadministratie.
Personen >=3 jr bijstand
Personen die op het peilmoment ten minste drie jaar algemene bijstand
ontvingen.
Het gaat hierbij om een aaneengesloten periode van drie jaar.
De indicator heeft als peilmoment 31 januari.
Aandeel van potentiële beroepsbevolking
Aandeel personen met ten minste 3 jaar algemene bijstand van de
potentiële beroepsbevolking. Het gaat hierbij om een aaneengesloten
periode van drie jaar.
De potentiële beroepsbevolking bestaat uit alle personen van 15 tot en
met 64 jaar ingeschreven in de Gemeentelijke Basisadministratie.
Personen met een AO-uitkering
Personen met inkomsten uit een arbeidsongeschiktheidsuitkering. Deze
uitkeringen worden verstrekt op grond van de WAO, WIA, WAZ of Wajong.
De indicator heeft als peilmoment 31 januari. Voor 2010 is het peilmoment
31 december omdat recentere gegevens nog niet beschikbaar zijn.
Aandeel van potentiële beroepsbevolking
Aandeel personen met een AO-uitkering van de potentiële beroepsbevolking.
De potentiële beroepsbevolking bestaat uit alle personen van 15 tot en met
64 jaar ingeschreven in de Gemeentelijke Basisadministratie.
Niet-werkend werkzoekenden
Een persoon is niet-werkend werkzoekend als hij of zij tussen de 15 en 64
jaar is, ingeschreven staat bij het UWV WERKbedrijf (voormalig CWI) en
geen werk heeft.
De indicator heeft als peilmoment 31 januari.
Aandeel van potentiële beroepsbevolking
Aandeel niet-werkend werkzoekenden van de potentiële beroepsbevolking.
De potentiële beroepsbevolking bestaat uit alle personen van 15 tot en
met 64 jaar ingeschreven in de Gemeentelijke Basisadministratie.
Gezondheid
De dimensie Gezondheid kent een drietal indicatoren, te weten:
-  Relatieve voortijdige sterfte; Deze indicator wordt niet meer geactualiseerd vanaf 2011.
-  Gezondheid van pasgeboren eenlingen; De uitsplitsing naar kenmerken van pasgeborenen wordt niet meer geactualiseerd vanaf 2011. De kernindicator blijft wel bestaan.
-  Geneesmiddelengebruik basisverzekering
Bron: CBS en Stichting Perinatale Registratie Nederland.
Gezondheid van pasgeboren eenlingen
De gezondheid van pasgeboren eenlingen wordt uitgedrukt in een zestal
kenmerken in het percentage van totaal pasgeborenen.
- Pasgeborenen met extra zorgbehoefte;
- Pasgeborenen die te licht zijn voor de zwangerschapsduur;
- Zwangerschapsduur van minder dan 37 weken (te vroeg geboren kinderen);
- Pasgeborenen met een gewicht onder de 2500 gram;
- Pasgeborenen met een Apgarscore onder de 7;
- Pasgeborenen met een Intensive Care (IC)-opname.
De gegevens zijn afkomstig van de Stichting Perinatale Registratie
Nederland (PRN), die gegevens verzamelt van verloskundigen, gynaecologen,
kinderartsen en verloskundig actieve huisartsen.
De gegevens die in de Outcomemonitor Wijkenaanpak zijn opgenomen hebben
alleen betrekking op pasgeboren eenlingen.
Alle meerlingen zijn buiten beschouwing gelaten omdat daarbij onevenredig
vaak sprake is van een laag geboortegewicht en een korte
zwangerschapsduur.
Meer toelichting over de herkomst van de cijfers, de dekking en
de gemaakte keuzes is te vinden in de jaarboeken van de Stichting
Perinatale Registratie Nederland.
De uitsplitsing naar kenmerken van pasgeborenen (te licht voor
zwangerschapsduur, zwangerschapsduur < 37 weken, gewicht < 2500 gram,
apgarscore < 7, opname IC) worden, zoals afgesproken met het ministerie
van BZK-WWI, vanaf 2011 niet meer geactualiseerd.
Aantal pasgeborenen
Het totaal aantal pasgeboren eenlingen is bepaald aan de hand van de
gegevens van de Stichting Perinatale Registratie Nederland (PRN). Dit
aantal
wijkt iets af van het aantal geboortes op StatLine die onder het thema
bevolking worden gepubliceerd.
Dit wordt onder andere veroorzaakt door een verschil in eenheid van
registratie. In de PRN-registratie is de eenheid van registratie de zorg,
geleverd aan een zwangere vrouw en/of geboren kind door een zorgverlener
binnen Nederland in het geboortejaar van het kind.
De eenheid van registratie van de Gemeentelijke Basisadministratie (GBA)
is een kind, geboren in een bepaald jaar uit een ingezetene van Nederland.
Hierdoor zijn bijvoorbeeld geboortes van illegale immigranten
en toeristen wel opgenomen in de PRN-registratie, maar niet in de GBA.
Aan de andere kant zijn geboortes van tijdelijk in het buitenland
verblijvende Nederlanders wel in de GBA geregistreerd, maar niet in de
PRN. Ook gegevens van pasgeborenen die volledig onder verantwoordelijkheid
van een verloskundig actieve huisarts (zonder overdracht naar
verloskundige of gynaecoloog) ter wereld zijn gekomen (circa 1,5% van alle
pasgeborenen) zijn niet opgenomen in de hier gepresenteerde data, omdat
deze gegevens nog niet zijn gekoppeld aan de PRN-registratie.
Daarnaast is de noemer in de PRN-registratie alle levend- en doodgeboren
kinderen vanaf een zwangerschapsduur van 22 weken. In de GBA is de noemer
alle levendgeboren kinderen, ongeacht de zwangerschapsduur en de
doodgeboren kinderen vanaf een zwangerschapsduur van 24 weken.
De totale aantallen van de aandachtswijken en niet-aandachtswijken tellen
niet op tot het totaal voor Nederland omdat de postcode van een aantal
pasgeborenen niet bekend is.
Bron: Stichting Perinatale Registratie Nederland.
Aandeel pasgeborenen extra zorgbehoefte
Het aandeel pasgeborenen met extra zorgbehoefte van alle pasgeborenen zijn
gedefinieerd als kinderen die:
- te vroeg geboren zijn (na minder dan 37 weken zwangerschap); en/of
- te licht zijn voor de zwangerschapsduur (de kleinste 10 procent); en/of
- een Apgarscore onder de 7 hebben; en/of
- op de neonatale Intensive Care (IC) zijn opgenomen; en/of
- perinataal zijn overleden. Conform de WHO-criteria betreft dit de som
van de foetale en vroeg neonatale sterfte (tot 7 dagen post-partum) van
kinderen die werden geboren na een zwangerschapsduur vanaf 22 weken en,
als de zwangerschapsduur niet bekend was, met een geboortegewicht vanaf
500 gram.
Bron: Stichting Perinatale Registratie Nederland.
Aandeel te licht voor zwangerschapsduur
Dit zijn de lichtste 10 procent van de pasgeborenen, bepaald op
basis van de referentiecurven van de Stichting PRN.
Hierbij is rekening gehouden met de zwangerschapsduur in dagen, het
geslacht van het kind en het aantal eerdere bevallingen van de moeder.
Voor de Hindoestanen is een aparte referentiecurve ontwikkeld,
omdat deze pasgeborenen gemiddeld lichter zijn dan pasgeborenen van
andere etnische groepen.
Bron: Stichting Perinatale Registratie Nederland.
Deze indicator wordt, zoals afgesproken met het ministerie van BZK-WWI,
vanaf 2011 niet meer geactualiseerd.
Aandeel zwangerschapsduur <37 weken
Aandeel geboren kinderen van totaal geboren die geboren worden na een
zwangerschapsduuur van minder dan 37weken.
Bron: Stichting Perinatale Registratie Nederland.
Deze indicator wordt, zoals afgesproken met het ministerie van BZK-WWI,
vanaf 2011 niet meer geactualiseerd.
Aandeel gewicht < 2500 gram
Aandeel pasgeboren kinderen van totaal geboren met een gewicht
onder de 2500 gram.
Bron: Stichting Perinatale Registratie Nederland.
Deze indicator wordt, zoals afgesproken met het ministerie van BZK-WWI,
vanaf 2011 niet meer geactualiseerd.
Aandeel apgarscore < 7
Aandeel pasgeboren kinderen van totaal pasgeboren met een apgarscore
(5 minuten na de geboorte bepaald) onder de 7.
De apgarscore is het resultaat van onderzoek bij de pasgeborene na
beoordeling op hartslag, ademhaling, kleur van de huid, spierspanning en
reactie op prikkels. De maximale score is een 10.
Bron: Stichting Perinatale Registratie Nederland.
Deze indicator wordt, zoals afgesproken met het ministerie van BZK-WWI,
vanaf 2011 niet meer geactualiseerd.
Aandeel IC-opname
Pasgeborenen met een opname in een Neonatale Intensive Care Unit (NICU)
volgens de Intensive Care (IC)-criteria van de Gezondheidsraad.
Bron: Stichting Perinatale Registratie Nederland.
Deze indicator wordt, zoals afgesproken met het ministerie van BZK-WWI,
vanaf 2011 niet meer geactualiseerd.