Gem. ink. particuliere huishoudens naar samenstelling huishouden, 2005
Regio's | Samenstelling van het huishouden | Aantal huishoudens** (x 1 000) | Gemidd.besteedb.inkomen per huishouden** (1 000 euro) |
---|---|---|---|
Nederland | Totaal particulier huishouden | 6.753,4 | 30,1 |
Nederland | Eenpersoonshuishouden | 2.153,9 | 17,9 |
Nederland | Paar zonder kinderen | 1.956,6 | 32,8 |
Nederland | Paar met kinderen | 2.003,1 | 40,3 |
Nederland | Eenoudergezin | 405,9 | 24,4 |
Amsterdam | Totaal particulier huishouden | 361,8 | 26,4 |
Amsterdam | Eenpersoonshuishouden | 183,3 | 18,7 |
Amsterdam | Paar zonder kinderen | 69,4 | 35,5 |
Amsterdam | Paar met kinderen | 57,4 | 39,0 |
Amsterdam | Eenoudergezin | 34,2 | 22,7 |
Arnhem | Totaal particulier huishouden | 63,7 | 26,1 |
Arnhem | Eenpersoonshuishouden | 26,2 | 16,8 |
Arnhem | Paar zonder kinderen | 16,2 | 31,6 |
Arnhem | Paar met kinderen | 14,3 | 36,6 |
Arnhem | Eenoudergezin | 4,7 | 21,8 |
Assen | Totaal particulier huishouden | 26,4 | 27,9 |
Assen | Eenpersoonshuishouden | 8,5 | 16,8 |
Assen | Paar zonder kinderen | 7,8 | 31,9 |
Assen | Paar met kinderen | 7,8 | 36,6 |
Assen | Eenoudergezin | 1,7 | 22,1 |
Groningen (gemeente) | Totaal particulier huishouden | 78,3 | 24,6 |
Groningen (gemeente) | Eenpersoonshuishouden | 36,9 | 16,7 |
Groningen (gemeente) | Paar zonder kinderen | 19,8 | 30,8 |
Groningen (gemeente) | Paar met kinderen | 14,2 | 36,8 |
Groningen (gemeente) | Eenoudergezin | 5,5 | 21,3 |
Haarlem | Totaal particulier huishouden | 67,3 | 29,0 |
Haarlem | Eenpersoonshuishouden | 27,9 | 18,5 |
Haarlem | Paar zonder kinderen | 17,2 | 34,0 |
Haarlem | Paar met kinderen | 15,7 | 41,9 |
Haarlem | Eenoudergezin | 4,2 | 24,3 |
Leeuwarden | Totaal particulier huishouden | 40,7 | 25,2 |
Leeuwarden | Eenpersoonshuishouden | 16,8 | 16,5 |
Leeuwarden | Paar zonder kinderen | 11,2 | 30,0 |
Leeuwarden | Paar met kinderen | 8,8 | 36,3 |
Leeuwarden | Eenoudergezin | 2,9 | 21,4 |
Lelystad | Totaal particulier huishouden | 29,3 | 28,8 |
Lelystad | Eenpersoonshuishouden | 8,6 | 16,7 |
Lelystad | Paar zonder kinderen | 8,3 | 32,3 |
Lelystad | Paar met kinderen | 9,0 | 37,1 |
Lelystad | Eenoudergezin | 2,1 | 24,0 |
Maastricht | Totaal particulier huishouden | 51,9 | 26,7 |
Maastricht | Eenpersoonshuishouden | 19,8 | 17,1 |
Maastricht | Paar zonder kinderen | 15,1 | 30,5 |
Maastricht | Paar met kinderen | 11,9 | 37,6 |
Maastricht | Eenoudergezin | 3,3 | 23,0 |
Middelburg (Z.) | Totaal particulier huishouden | 20,2 | 28,6 |
Middelburg (Z.) | Eenpersoonshuishouden | 6,8 | 17,6 |
Middelburg (Z.) | Paar zonder kinderen | 6,2 | 31,7 |
Middelburg (Z.) | Paar met kinderen | 5,6 | 39,0 |
Middelburg (Z.) | Eenoudergezin | 1,2 | 22,5 |
's-Gravenhage (gemeente) | Totaal particulier huishouden | 215,2 | 27,7 |
's-Gravenhage (gemeente) | Eenpersoonshuishouden | 93,5 | 18,3 |
's-Gravenhage (gemeente) | Paar zonder kinderen | 46,8 | 34,5 |
's-Gravenhage (gemeente) | Paar met kinderen | 45,0 | 39,6 |
's-Gravenhage (gemeente) | Eenoudergezin | 18,1 | 22,2 |
's-Hertogenbosch | Totaal particulier huishouden | 58,0 | 30,2 |
's-Hertogenbosch | Eenpersoonshuishouden | 19,9 | 18,4 |
's-Hertogenbosch | Paar zonder kinderen | 16,6 | 34,3 |
's-Hertogenbosch | Paar met kinderen | 15,9 | 40,5 |
's-Hertogenbosch | Eenoudergezin | 3,5 | 24,1 |
Utrecht (gemeente) | Totaal particulier huishouden | 119,6 | 28,7 |
Utrecht (gemeente) | Eenpersoonshuishouden | 51,4 | 18,5 |
Utrecht (gemeente) | Paar zonder kinderen | 29,5 | 35,1 |
Utrecht (gemeente) | Paar met kinderen | 26,5 | 40,8 |
Utrecht (gemeente) | Eenoudergezin | 7,0 | 23,6 |
Zwolle | Totaal particulier huishouden | 47,5 | 29,0 |
Zwolle | Eenpersoonshuishouden | 16,7 | 17,9 |
Zwolle | Paar zonder kinderen | 13,3 | 33,3 |
Zwolle | Paar met kinderen | 13,4 | 39,0 |
Zwolle | Eenoudergezin | 2,7 | 22,9 |
Bron: cbs. |
Tabeltoelichting
Sinds 1946 houdt het Centraal Bureau voor de Statistiek regelmatig
onderzoek naar de regionale inkomensverdeling. Deze onderzoeken zijn
voornamelijk gebaseerd op registers afkomstig van het Ministerie van
Financiën (de fiscale registers) en de Nederlandse gemeenten (de
bevolkingsregisters = GBA). De uiteindelijke resultaten uit het Regionaal
Inkomensonderzoek (RIO) zijn gebaseerd op een steekproef van ruim 1,9
miljoen huishoudens.
Inkomensverdelingen van personen of huishoudens, per landsdeel, provincie,
corop-gebied, grootstedelijke agglomeratie, stadsgewest en gemeente.
Gegevens beschikbaar vanaf: 2005
Deze hernieuwde cijfers uit het RIO 2005 betreffen 'nader voorlopige
cijfers'.
Voor RIO 2005 heeft er eind maart 2008 een nieuwe productierun van het
inkomensproductie systeem plaatsgevonden met verbeterde invoerdata uit de
belastingregisters van 2005.
Met deze verbeterde invoerdata wordt het aantal te imputeren data op micro
niveau uit de voorgaande onderzoeksjaren (2004 en 2003) substantieel minder
waardoor de output kwalitatief beter wordt. Er blijkt nu uit de
plausibiliteitscontoles dat er in de aantallen en bedragen kleine
verschillen worden geconstateerd ten opzicht van de voorgaande productierun
van begin dit jaar waardoor wij genoodzaakt zijn de bestaande RIO 2005
output te herzien.
De peildatum is 1 januari 2006; de gegevens hebben betrekking op het
onderzoeksjaar 2005.
Frequentie: eenmalig
Omdat de gemeentelijke indeling jaarlijks verandert worden de uitkomsten
uit het RIO voor elk afzonderlijk onderzoeksjaar gepubliceerd; samenvoeging
of splitsing van gemeenten heeft tot gevolg dat alle informatie gerelateerd
aan het inkomen in een nieuw gevormde of gesplitste gemeente aanzienlijk
kan wijzigen waardoor vergelijkbaarheid in de tijd niet mogelijk is.
Toelichting onderwerpen
- Aantal huishoudens**
- De hier opgenomen populatie betreft particuliere huishoudens
met inkomen. - Gemidd.besteedb.inkomen per huishouden**
- Gemiddeld besteedbaar inkomen van particuliere huishoudens met inkomen.
Het besteedbaar inkomen is het bruto-inkomen verminderd met de premies
sociale zekerheid en andere betaalde overdrachten (o.a. alimentatie voor
ex-partner) en de loon-, inkomsten- en vermogensbelasting.
Het huishoudeninkomen bestaat uit de som van inkomens van de
afzonderlijke huishoudensleden. Bij ongeveer een procent van de
huishoudens is geen belastbaar inkomen waargenomen. Voor een deel is dit
het gevolg van het onvoldoende kunnen toerekenen van studietoelagen aan
studenten en van andere onvolkomenheden in de gekozen werkwijze.
In het algemeen geldt voor de inkomensstatistiek dat huishoudens waar
uitsluitend kinderbijslag, individuele huursubsidie en of tegemoetkoming
studiekosten wordt waargenomen gerekend wordt tot de huishoudens zonder
(waargenomen) belastbaar inkomen.