Kerncijfers provinciemonitor; 2006 - 2009

Kerncijfers provinciemonitor; 2006 - 2009

Regio's Periode Bevolking Bevolking naar stedelijkheidsklasse Zeer sterk stedelijk (aantal) Bevolking Bevolking naar stedelijkheidsklasse Sterk stedelijk (aantal) Bevolking Bevolking naar stedelijkheidsklasse Matig stedelijk (aantal) Bevolking Bevolking naar stedelijkheidsklasse Weinig stedelijk (aantal) Bevolking Bevolking naar stedelijkheidsklasse Niet stedelijk (aantal)
Nederland 2009 3.329.390 3.886.840 2.986.850 3.127.440 3.074.870
Noord-Nederland 2009 138.940 180.840 277.780 383.690 723.540
Oost-Nederland 2009 206.400 846.900 774.450 877.800 777.000
West-Nederland 2009 2.648.080 2.038.930 1.187.490 994.430 800.600
Zuid-Nederland 2009 335.970 820.170 747.140 871.520 773.740
Groningen 2009 105.590 55.320 88.190 121.590 202.780
Friesland 2009 33.350 79.410 87.150 144.590 298.690
Drenthe 2009 - 46.110 102.440 117.520 222.070
Overijssel 2009 101.400 263.300 220.160 279.880 255.260
Flevoland 2009 2.100 149.140 108.960 79.020 39.470
Gelderland 2009 102.910 434.450 445.330 518.900 482.280
Utrecht 2009 266.690 335.290 245.680 236.220 117.480
Noord-Holland 2009 970.920 713.620 368.160 319.130 254.340
Zuid-Holland 2009 1.392.760 936.670 521.760 355.530 254.710
Zeeland 2009 17.710 53.360 51.890 83.550 174.060
Noord-Brabant 2009 282.810 544.710 532.680 596.290 468.340
Limburg 2009 53.160 275.460 214.460 275.230 305.400
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


De gezamenlijke provincies hebben het initiatief genomen een website samen
te stellen waardoor het mogelijk is gegevens over provincies onderling
te vergelijken. Vanaf het jaar 2007 heeft het InterProvinciaal Overleg
(IPO) het voortouw voor deze monitor genomen.
Het CBS heeft een groot aantal gegevens voor die monitor samengesteld.
Deels zijn de data direct ontleend aan StatLine, deels zijn het
bewerkte data van StatLine tabellen en deels zijn de uitkomsten het
resultaat van maatwerk. In deze tabel zijn de gegevens die
het CBS aanlevert opgenomen. Het betreft gegevens over gemeentelijke
herindelingen, bevolking, woningen, financiën, economie,
oppervlakte en verkeer en vervoer.

Gegevens beschikbaar vanaf: 2006.
Frequentie: stopgezet.

De tabel is stopgezet, er vinden geen wijzigingen of aanvullingen meer
plaats.

Wijzigingen ten opzichte van de vorige versie:
Over de volgende thema's zijn cijfers over 2009 toegevoegd:
- Gemeentelijke herindelingen;
- Bevolking;
- Woningen;
- Verkeer en vervoer;
- Oppervlakte.
Over financiën zijn cijfers over 2008 opgenomen.
Over economie zijn cijfers over 2006, 2007 en 2008 opgenomen.
Cijfers over verkeersslachtoffers zijn verwijderd. In plaats daarvan zijn
cijfers over verkeersdoden opgenomen

Toelichting onderwerpen

Bevolking
De bewoners van Nederland op 1 januari naar geslacht en
stedelijkheidsklasse.
Bevolking naar stedelijkheidsklasse
Inwoners naar stedelijkheid op 1 januari (afgerond op tientallen; de som
van de afgeronde getallen is hierdoor niet altijd gelijk aan de afgeronde
som).
De stedelijkheid is een indeling voor de concentratie van menselijke
activiteiten gebaseerd op de gemiddelde omgevingsadressendichtheid (oad).
Hierbij zijn vijf categorieën onderscheiden:
- zeer sterk stedelijk: gemiddelde oad van 2500 of meer adressen per km²;
- sterk stedelijk: gemiddelde oad van 1500 tot 2500 adressen per km²;
- matig stedelijk: gemiddelde oad van 1000 tot 1500 adressen per km²;
- weinig stedelijk: gemiddelde oad van 500 tot 1000 adressen per km²;
- niet stedelijk: gemiddelde oad van minder dan 500 adressen per km².
Voor de berekening van de gemiddelde oad wordt eerst voor ieder adres de
omgevingsadressendichtheid vastgesteld. Dat is het aantal adressen binnen
een cirkel met een straal van één kilometer rondom een adres, gedeeld door
de oppervlakte van de cirkel. De omgevingsadressendichtheid wordt
uitgedrukt in adressen per km².
Daarna is het gemiddelde berekend van de omgevingsadressendichtheid van
alle afzonderlijke adressen binnen het beschouwde gebied (bijvoorbeeld een
gemeente of provincie).
Zeer sterk stedelijk
Aantal inwoners in zeer sterk stedelijk gebied (2 500 adressen per km²
of meer).
Sterk stedelijk
Aantal inwoners in sterk stedelijk gebied (1 500 tot 2 500 adressen
per km²).
Matig stedelijk
Aantal inwoners in matig stedelijk gebied (1 000 tot 1 500 adressen
per km²).
Weinig stedelijk
Aantal inwoners in weinig stedelijk gebied ( 500 tot 1 000 adressen
per km²).
Niet stedelijk
Aantal inwoners in niet stedelijk gebied (minder dan 500 adressen
per km²).