ICT-gebruik bedrijven naar bedrijfstakken/branches (SBI'93), 2006
Verklaring van tekens
Tabeltoelichting
Deze tabel bevat gegevens over het gebruik van informatie- en
communicatietechnologie (ICT) door bedrijven. Het gaat daarbij om:
- het gebruik van computers;
- ICT-systemen voor de kantooradministratie;
- interne en externe netwerken, waaronder internet;
- software en toepassing ervan;
- (problemen bij) het werven van ICT-specialisten;
- uitbesteding van werk van ICT-specialisten;
- communicatie met overheden via internet;
- de mate waarin de bedrijven internet gebruiken voor in- en verkoop.
De gegevens hebben betrekking op bedrijven met 10 en meer werkzame
personen. Peildatum daarbij is 31 december.
Gegevens beschikbaar over het jaar 2006.
Wijziging per 24 december 2009:
Uit analyse is gebleken dat er bij de samenstelling van een deel van de
oude gegevens in deze tabel een verwerkingsfout is opgetreden.
Gegevens over het personeel dat werkt met internet en de gegevens over
bedrijven met computergebruikers waren niet juist.
De omvang van de correcties is minimaal.
Status van de cijfers:
De cijfers zijn definitief.
Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Voor elk nieuw verslagjaar wordt er een nieuwe tabel gemaakt.
De tabel over 2007 komt in december 2008 beschikbaar.
Toelichting onderwerpen
- ICT-personeel per 31 december
- Personeel dat werkt met een computer. Dit betreft zowel ICT-specialisten
als ICT-gebruikers.
ICT staat voor informatie- en communicatietechnologie.
Een ICT-specialist is een werknemer die ICT-systemen kan specificeren,
ontwerpen, ontwikkelen, installeren, beheren en managen, inclusief
netwerkbeheer en het uitvoeren van evaluaties en ICT-onderzoek,
bijvoorbeeld een software-ontwikkelaar, systeembeheerder of een "hoofd
automatiseringsafdeling".
Een ICT-gebruiker is een werknemer die bij het eigen werk gebruik maakt
van een computer en standaardpakketten (zoals tekstverwerking,
spreadsheets, databases) en/of branchegerelateerde software (zoals
boekhoudpakketten, CAD/CAM pakketten, SPSS).- Personeel dat werkt met internet
- Aantal werkzame personen dat regelmatig, minstens een halve dag per week,
werkt met een computer die toegang heeft tot internet.
Computers alleen geschikt voor e-mail worden hierbij buiten beschouwing
gelaten.
- Bedrijven met externe netwerken
- Externe netwerken omvatten hier internet of netwerken anders dan internet,
zoals Electronic Data Interchange (EDI).
EDI is een standaard voor de elektronische uitwisseling van
gestructureerde berichten tussen zakenpartners.- Niet-internetnetwerken
- Aantal bedrijven dat gebruikmaakt van niet op internettechnologie
gebaseerde elektronische netwerken.
- Internet
- Internet, naar soort verbinding
- Het gebruik van internet naar het soort verbinding dat door de bedrijven
wordt gebruikt. In een bedrijf kunnen meerdere soorten verbindingen naast
elkaar voorkomen.- Analoog modem
- Aantal bedrijven dat voor hun verbinding met internet gebruikmaakt van
een analoog modem, dat is aangesloten op een telefoonlijn.
- ISDN
- Aantal bedrijven dat voor hun verbinding met internet gebruikmaakt van
een ISDN-verbinding. ISDN is Integrated Services Digital Network.
- Draadloze verbinding
- Aantal bedrijven dat voor hun verbinding met internet gebruikmaakt van
een draadloze verbinding (satelliet, mobiele telefoon).
- Internet, algemene toepassingen
- Het gebruikmaken van internet door bedrijven voor één of meer van de
volgende algemene toepassingen: training en opleiding, marktmonitoring,
financiële transacties, klantondersteuning door toeleveranciers of
elektronische ontvangst van producten.- Tenminste één algemene toepassing
- Aantal bedrijven dat gebruikmaakt van internet voor één of meerdere
algemene toepassingen. Een bedrijf kan van meerdere toepassingen
tegelijkertijd gebruikmaken.
- Training en opleiding
- Aantal bedrijven dat gebruikmaakt van internet voor training en opleiding
(bijvoorbeeld e-learning).
- Marktmonitoring
- Aantal bedrijven dat van internet gebruikmaakt voor marktmonitoring;
bijvoorbeeld het volgen van prijzen, zowel van mogelijke leveranciers
(inkoopzijde) als van concurrenten op de eigen markt (verkoopzijde).
- Financiële transacties
- Aantal bedrijven dat gebruikmaakt van internet voor het doen van
financiële transacties, bijvoorbeeld online bankieren (geen PIN-betalingen
bij de kassa).
- Klantondersteuning door toeleveranciers
- Aantal bedrijven dat via internet gebruikmaakt van de klantondersteuning
door toeleveranciers (after sales services).
- Elektronische ontvangst van producten
- Aantal bedrijven dat van internet gebruikmaakt voor de elektronische
ontvangst van producten en/of diensten. Dit kan uiteraard alleen bij
producten die digitaal aangeleverd kunnen worden zoals bijvoorbeeld
software en muziek.
- Internet, aangeboden faciliteiten
- Het aanbieden door bedrijven op internet van faciliteiten/voorzieningen,
zoals klantondersteuning en informatie over het bedrijf en haar producten.- Tenminste één aangeboden faciliteit
- Aantal bedrijven dat één of meerdere faciliteiten aanbiedt op internet.
Een bedrijf kan meerdere faciliteiten tegelijkertijd aanbieden.
- Presentatie eigen bedrijf
- Aantal bedrijven dat via internet (de website) het eigen bedrijf
presenteert.
- Presentatie eigen producten
- Aantal bedrijven dat via internet (de website) informatie verstrekt over
de producten van het eigen bedrijf.
- Klantenservice
- Aantal bedrijven dat via internet (de website) klantondersteuning aanbiedt
(after sales service).
- Productcatalogi en prijslijsten
- Aantal bedrijven dat via internet (de website) informatie verstrekt over
de producten door middel van catalogi met producten en prijzen.
- Internet, communicatie met overheden
- Het gebruikmaken van internet voor communicatie met overheden.
Bijvoorbeeld voor het elektronisch verzorgen van belastingaangiftes,
inschrijvingen op openbare aanbestedingen, aanvragen van bouwvergunningen,
subsidies en dergelijke en het verkrijgen van overige informatie.- Tenminste één soort communicatie
- Aantal bedrijven dat gebruikmaakt van internet voor communicatie
met overheden. Bedrijven kunnen meerdere vormen van contact met de
overheid hebben, bijvoorbeeld eerst een formulier downloaden en dat
vervolgens ingevuld elektronisch terugzenden.
- Verkrijgen van informatie
- Aantal bedrijven dat gebruikmaakt van internet voor het verkrijgen van
informatie van de overheid.
- Verkrijgen van formulieren
- Aantal bedrijven dat gebruikmaakt van internet voor het verkrijgen van
formulieren van de overheid. Denk bijvoorbeeld aan het downloaden van
een formulier.
- Retourneren ingevulde formulieren
- Aantal bedrijven dat gebruikmaakt van internet voor het terugzenden van
elektronisch ingevulde formulieren aan de overheid, bijvoorbeeld
voor belastingaangiftes, aanvragen van bouwvergunningen of subsidies.
- Elektronisch inschrijven op aanbesteding
- Aantal bedrijven dat gebruikmaakt van internet voor het elektronisch
inschrijven op een openbare aanbesteding van de overheid.
- Gebruik voor verkoop
- Verkoop via externe netwerken of elektronische verkoop is hier
gedefinieerd als elektronische orderontvangst (exclusief handgeschreven
e-mail).
Externe netwerken kunnen zowel internet- als niet-internetnetwerken zijn.- Via internet
- Verkoop via internet
- Aantal bedrijven dat gebruikmaakt van internet voor het verkopen van
goederen en diensten.
- Verkoopwaarde >= 1% van de totale omzet
- Aantal bedrijven dat verkoopt via internet en waarvan de waarde van die
omzet 1% of meer bedraagt van de totale omzet van het bedrijf.
- Verkoopwaarde >= 2% van de totale omzet
- Aantal bedrijven dat verkoopt via internet en waarvan de waarde van die
omzet 2% of meer bedraagt van de totale omzet van het bedrijf.
- Verkoopwaarde >= 5% van de totale omzet
- Aantal bedrijven dat verkoopt via internet en waarvan de waarde van die
omzet 5% of meer bedraagt van de totale omzet van het bedrijf.
- Verkoopwaarde >= 10% van de totale omzet
- Aantal bedrijven dat verkoopt via internet en waarvan de waarde van die
omzet 10% of meer bedraagt van de totale omzet van het bedrijf.
- Via niet-internetnetwerken
- Via niet op internettechnologie gebaseerde elektronische netwerken.
- Verkoop via niet-internetnetwerken
- Aantal bedrijven dat gebruikmaakt van netwerken anders dan internet voor
het verkopen van goederen en diensten.
- Verkoopwaarde >= 1% van de totale omzet
- Aantal bedrijven dat verkoopt via niet-internetnetwerken en waarvan de
waarde van die omzet 1% of meer bedraagt van de totale omzet van het
bedrijf.
- Verkoopwaarde >= 2% van de totale omzet
- Aantal bedrijven dat verkoopt via niet-internetnetwerken en waarvan de
waarde van die omzet 2% of meer bedraagt van de totale omzet van het
bedrijf.
- Verkoopwaarde >= 5% van de totale omzet
- Aantal bedrijven dat verkoopt via niet-internetnetwerken en waarvan de
waarde van die omzet 5% of meer bedraagt van de totale omzet van het
bedrijf.
- Verkoopwaarde >= 10% van de totale omzet
- Aantal bedrijven dat verkoopt via niet-internetnetwerken en waarvan de
waarde van die omzet 10% of meer bedraagt van de totale omzet van het
bedrijf.
- Gebruik voor inkoop
- Inkopen via externe netwerken of elektronisch inkopen is hier
gedefinieerd als het elektronisch plaatsen van een order (exclusief
handgeschreven e-mail).
Externe netwerken kunnen zowel internet- als niet-internetnetwerken zijn.- Via Internet
- Inkoop via internet
- Aantal bedrijven dat gebruikmaakt van internet voor het inkopen van
goederen en diensten.
- Inkoopwaarde >= 1% van de totale inkoop
- Aantal bedrijven dat inkoopt via internet en waarvan de waarde van die
inkoop 1% of meer bedraagt van de totale inkoopwaarde van het bedrijf.
- Inkoopwaarde >= 2% van de totale inkoop
- Aantal bedrijven dat inkoopt via internet en waarvan de waarde van die
inkoop 2% of meer bedraagt van de totale inkoopwaarde van het bedrijf.
- Inkoopwaarde >= 5% van de totale inkoop
- Aantal bedrijven dat inkoopt via internet en waarvan de waarde van die
inkoop 5% of meer bedraagt van de totale inkoopwaarde van het bedrijf.
- Inkoopwaarde >= 10% van de totale inkoop
- Aantal bedrijven dat inkoopt via internet en waarvan de waarde van die
inkoop 10% of meer bedraagt van de totale inkoopwaarde van het bedrijf.
- Via niet-internetnetwerken
- Via niet op internettechnologie gebaseerde elektronische netwerken.
- Inkoop via niet-internetnetwerken
- Aantal bedrijven dat gebruikmaakt van netwerken anders dan internet voor
het inkopen van goederen en diensten.
- Inkoopwaarde >= 1% van de totale inkoop
- Aantal bedrijven dat inkoopt via niet-internetnetwerken en waarvan de
waarde van die inkoop 1% of meer bedraagt van de totale inkoopwaarde van
het bedrijf.
- Inkoopwaarde >= 2% van de totale inkoop
- Aantal bedrijven dat inkoopt via niet-internetnetwerken en waarvan de
waarde van die inkoop 2% of meer bedraagt van de totale inkoopwaarde van
het bedrijf.
- Inkoopwaarde >= 5% van de totale inkoop
- Aantal bedrijven dat inkoopt via niet-internetnetwerken en waarvan de
waarde van die inkoop 5% of meer bedraagt van de totale inkoopwaarde van
het bedrijf.
- Inkoopwaarde >= 10% van de totale inkoop
- Aantal bedrijven dat inkoopt via niet-internetnetwerken en waarvan de
waarde van die inkoop 10% of meer bedraagt van de totale inkoopwaarde van
het bedrijf.