Gemeenschappelijke regelingen, balansposten per 31 december 2004 - 2008

Tabeltoelichting


Korte beschrijving tabel:
Balansgegevens van de gemeenschappelijke regelingen voor Nederland als totaal in mln. euro.

Gegevens beschikbaar van 2004 tot en met 2008.

Status van de cijfers:
Alle cijfers zijn bij eerste publicatie voorlopig.
Als er wijzigingen voordoen is dit het gevolg van het beschikbaar komen van nieuwe of geactualiseerde gegevens.

Wijzigingen per 21 juni 2010:
De gegevens over 2008 zijn voorlopig. Aangezien deze tabel is stopgezet, worden de gegevens niet meer definitief gemaakt.
De voorlopige cijfers voor 2008 zijn opgenomen.
De cijfers voor 2007 zijn nu definitief.

Wijzigingen per 23 maart 2010:
Deze tabel is stopgezet.
De cijfers van de gemeenschappelijke regelingen over 2005 en 2006 zijn gecorrigeerd. De gegevens over deze jaren waren onvolledig omdat de gemeenschappelijke regelingen met een bedrijfsmatig karakter niet waren opgenomen. Gemeenschappelijke regelingen met een bedrijfsmatig karakter worden in tegenstelling tot de overige gemeenschappelijke regelingen niet grotendeels gesubsidieerd door de overheid maar halen hun inkomsten uit eigen activiteiten. Voorbeelden zijn havenbedrijven en industrieschappen.

De opname van gemeenschappelijke regelingen met een bedrijfsmatig karakter zorgen op de balans vooral voor een toename van de vlottende activa en vaste passiva.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Niet meer van toepassing.
Deze tabel wordt opgevolgd door Gemeenschappelijke regelingen, balansposten per 31 december. Zie paragraaf 3.

Toelichting onderwerpen

Activa
Alle bezittingen waarover het bedrijf of de instelling - hier: de
gemeenschappelijke regeling - beschikt. Een hoofdonderscheid bestaat
tussen bezittingen die meer duurzaam van aard zijn en bezittingen waarvoor
dit minder geldt. De duurzame bezittingen zijn de vaste activa. De minder
duurzame zijn de vlottende activa.
De activa dienen gewaardeerd te worden - dit is de weergegeven waarde op
de balans - tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs. Verkrijging
betreft koop, vervaardiging betreft de productie in eigen beheer. Als
echter de marktwaarde van de activa - dit is de waarde, als deze
bezittingen 'op de markt' gebracht en verkocht zouden worden - langdurig
lager uitvalt dan de verkrijgings- of vervaardigingsprijs, dan moet deze
(lagere) marktwaarde worden gehanteerd. Bij een eventueel weer oplopen van
de structurele (= langdurige) marktwaarde kan de waardering van de activa
naar boven worden bijgesteld, tot maximaal de oorspronkelijke waarde.
Tegenover de activa staan de passiva. De passiva geven aan hoe de
bezittingen zijn gefinancierd. Dit kan zijn: met vreemd vermogen - zodat
er een schuld of verplichting aan anderen bestaat - of met eigen vermogen.
Materiële vaste activa
Materiële vaste activa zijn werkelijke, fysiek aanwezige activa. Het gaat
om investeringen met een meerjarig economisch nut en met een meerjarig
maatschappelijk nut. Hoewel niet fysiek van aard, moet ook software tot de
materiële vaste activa worden gerekend.
Investeringen hebben economisch nut wanneer zij opbrengsten opleveren of
kúnnen opleveren. Er hoeft dus niet feitelijk sprake te zijn van een
opbrengst: zo kan het kantoorgebouw van waaruit de gemeenschappelijke
regeling opereert, in theorie, worden verhuurd of - omdat er een markt
bestaat voor gebouwen - verkocht. Zo'n kantoorgebouw geldt daarom als
investering met economisch nut.
Investeringen met maatschappelijk nut zijn investeringen in de openbare
ruimte - voor iedereen toegankelijk en beschikbaar -, maar die geen
economisch nut hebben. Voorbeelden zijn wegen, straten en pleinen.
Investeringen met (meerjarig) economisch nut móeten op de balans worden
weergegeven. De waardering dient, bij voorkeur, te gebeuren onder
vermindering van bijdragen van derden (andere partijen). Dit is een vorm
van netto activeren. Het gaat dan bijvoorbeeld om investeringssubsidies
van het Rijk. Reserves - specifieker: bestemmingsreserves - mogen echter
niet in mindering worden gebracht.
Investeringen met maatschappelijk nut worden bij voorkeur níet
geactiveerd. De investeringslasten dienen dan in één keer ten laste van de
exploitatie te komen. Gelet op de, vaak grote, omvang van dergelijke
investeringen, is opvoering op de balans wel toegestaan. Naast bijdragen
van andere partijen mogen op deze investeringen ook eventuele
bestemmingsreserves in mindering worden gebracht. Dit heeft zelfs de
dringende voorkeur.
Gronden en terreinen
De gronden en terreinen in eigendom van de gemeenschappelijke regeling en
die een duurzame functie hebben bij de uitoefening van de taken van de
gemeenschappelijke regeling. Ook de eigen grond die de gemeenschappelijke
regeling heeft uitgegeven in erfpacht, behoort hiertoe. Het betreft echter
niet de gronden die bedoeld zijn om te ontginnen en te zijner tijd te
verkopen, bijvoorbeeld in het kader van een woningbouwproject. Zie
daarvoor onder 'Voorraden'.
Erfpacht is de vergoeding - door de eigenaar van de woning of het bedrijf
dat op de grond van de gemeenschappelijke regeling is gevestigd - voor het
gebruik van die grond. De in erfpacht uitgegeven grond moet worden
gewaardeerd tegen de prijs van de eerste (keer van) uitgifte. Als de grond
in 'eeuwigdurende' erfpacht is uitgegeven, wordt alleen nog een zeer lage
'registratieprijs' gehanteerd. Eeuwigdurende erfpacht is namelijk vrijwel
gelijk aan verkoop van de grond (waarbij de grond voor de
gemeenschappelijke regeling zelf geen waarde meer heeft).
Zie ook de toelichting bij 'Onderhanden werk, inclusief bouwgronden in
exploitatie'.
Financiële vaste activa
De financiële vaste activa betreffen de financiële relaties van duurzame
aard met andere instellingen, ondernemingen en partijen. Deze duurzame
financiële relatie ontstaat door deel te nemen in het kapitaal van die
andere onderneming of instelling, door het verstrekken van een langlopende
lening, door de aankoop van een obligatie, en dergelijke.
Naast financiële vaste activa bestaan ook financiële vlottende activa.
Deze laatste zijn een onderdeel van de (totale) vlottende activa. De grens
voor het onderscheid tussen 'vast' en 'vlottend' ligt bij één jaar:
hierbij gaat het erom of de ontstane financiële relatie al of niet
duurzaam is bedoeld. Voor geldleningen geldt in het bijzonder als norm: de
duur van de rentetypische looptijd. De rentetypische looptijd is de
termijn gedurende de looptijd van de lening, waarin in overeenstemming met
de leningvoorwaarden sprake is van een - door de geldverstrekker -
niet-beïnvloedbare, constante rentevergoeding.
Leningen aan verbonden partijen
Deze betreffen (geld)leningen die verstrekt zijn voor een periode van
langer dan één jaar. Voor de partij die de geldlening ontvangt, behoort
deze geldlening tot het vreemde vermogen. Kenmerkend voor het vreemd
vermogen is dat dit aan de geldlener moet worden terugbetaald.
Zie voor het begrip 'verbonden partijen' de toelichting bij 'Totaal
financiële vaste activa'. Zie verder ook de toelichting bij 'Passiva'.
Voorraden
Voorraden bestaan uit de fysiek aanwezige goederen die niet bedoeld zijn
om het functioneren van de gemeenschappelijke regeling duurzaam ten
dienste te staan. Als dat wél het geval is, behoren dergelijke goederen
onder de materiële vaste activa te worden opgenomen. Onder de voorraden
vallen dus ook de eventuele gronden die niet bedoeld zijn voor het
duurzame functioneren van de gemeenschappelijke regeling, maar die - na
ontginning - bestemd zijn voor de verkoop, bijvoorbeeld in het kader van
een woningbouwproject. Het gaat dan om ruwe bouwgrond die nog niet in
bewerking ('niet in exploitatie') is genomen of bouwgrond die dat al wel
is ('in exploitatie').
Hoewel niet fysiek aanwezig, vallen onder de voorraden ook de
vooruitbetalingen: dit betreft voorraden waarvoor al wel betaald is, maar
die nog niet fysiek zijn ontvangen.
De voorraden dienen gewaardeerd te worden - dit is de weergegeven waarde
op de balans - tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs. Zie hiervoor
verder de toelichting bij 'Activa'. Zie ook de toelichting bij
'Onderhanden werk, inclusief bouwgronden in exploitatie'.
Totaal voorraden
Tot de voorraden behoren: de niet in exploitatie genomen bouwgronden, de
overige grond- en hulpstoffen, het onderhanden werk, het gereed product en
handelsgoederen, en de vooruitbetalingen. In het onderhanden werk zijn
inbegrepen: de bouwgronden die in exploitatie zijn genomen.
De overige grond- en hulpstoffen, het gereed product en handelsgoederen,
en de vooruitbetalingen zijn hier samengenomen als 'Overige voorraden'.
Zie de toelichting bij dat begrip.
Niet in exploitatie genomen bouwgronden
Het gaat hier om (bouw)grond die nog niet in bewerking is genomen om
geschikt te maken voor het latere gebruiksdoel, zoals voor woningbouw,
een industrieterrein, een winkelcentrum, enzovoorts.
Zie ook de toelichting bij 'Voorraden'.
Onderhanden werk (incl. bwgr. in expl.)
Voluit: Onderhanden werk, inclusief bouwgronden in exploitatie.
Het gaat hier, naast andere vlottende activa die in het stadium van
productie zijn, vooral om (bouw)grond die in bewerking is genomen om die
geschikt te maken - of al geschikt gemaakt is - voor het bestemde
gebruiksdoel, zoals voor woningbouw, een industrieterrein, een
winkelcentrum, enzovoorts.
De bouwgronden in exploitatie worden meestal gewaardeerd tegen de netto
vervaardigingskosten. Dit zijn de kosten van (verkrijging en)
vervaardiging, waarop de opbrengsten van tussentijdse verkopen in
mindering zijn gebracht. Bij een woningbouwproject bijvoorbeeld worden de
woningen - en de bijbehorende bouwgrond! - namelijk meestal in fasen
verkocht en niet alle tegelijkertijd aan het eind van het project. Op de
balans staat in zo'n geval vaak de waarde van de grond van het hele
project (en niet alleen van de nog niet verkochte grond).
Zie ook de toelichting bij 'Voorraden'.
Overige voorraden
De overige voorraden bestaan uit de overige grond- en hulpstoffen, het
gereed product en handelsgoederen, en de vooruitbetalingen. Bij
vooruitbetalingen gaat het om voorraden waarvoor al wel betaald is, maar
die nog niet fysiek zijn ontvangen. Verder zijn de overige voorraden zaken
als kantoorbenodigdheden (printerpapier, pennen, paperclips, enzovoorts),
brandstofvoorraden, en dergelijke.