Regionale economische groei
Regio's | Perioden | Bbp, volumemutaties (%) | Toegevoegde waarde, volumemutaties Alle economische activiteiten (%) | Toegevoegde waarde, volumemutaties Landbouw, bosbouw en visserij (%) | Toegevoegde waarde, volumemutaties Delfstoffenwinning (%) |
---|---|---|---|---|---|
Nederland | 2010* | 1,8 | 2,1 | . | . |
Extra-regio | 2010* | 23,4 | 23,8 | . | . |
Noord-Nederland (LD) | 2010* | 1,7 | 2,1 | . | . |
Oost-Nederland (LD) | 2010* | 1,2 | 1,5 | . | . |
West-Nederland (LD) | 2010* | 1,6 | 1,9 | . | . |
Zuid-Nederland (LD) | 2010* | 1,8 | 2,1 | . | . |
Groningen (PV) | 2010* | 2,7 | 3,0 | . | . |
Friesland (PV) | 2010* | 0,8 | 1,1 | . | . |
Drenthe (PV) | 2010* | 1,1 | 1,5 | . | . |
Overijssel (PV) | 2010* | 1,2 | 1,5 | . | . |
Flevoland (PV) | 2010* | 2,2 | 2,5 | . | . |
Gelderland (PV) | 2010* | 1,0 | 1,4 | . | . |
Utrecht (PV) | 2010* | 0,9 | 1,2 | . | . |
Noord-Holland (PV) | 2010* | 2,3 | 2,6 | . | . |
Zuid-Holland (PV) | 2010* | 1,1 | 1,4 | . | . |
Zeeland (PV) | 2010* | 2,2 | 2,5 | . | . |
Noord-Brabant (PV) | 2010* | 1,9 | 2,2 | . | . |
Limburg (PV) | 2010* | 1,7 | 2,1 | . | . |
Oost-Groningen (CR) | 2010* | 0,5 | 0,8 | . | . |
Delfzijl en omgeving (CR) | 2010* | 3,8 | 4,1 | . | . |
Overig Groningen (CR) | 2010* | 2,9 | 3,2 | . | . |
Noord-Friesland (CR) | 2010* | 0,7 | 1,0 | . | . |
Zuidwest-Friesland (CR) | 2010* | 0,2 | 0,6 | . | . |
Zuidoost-Friesland (CR) | 2010* | 1,0 | 1,4 | . | . |
Noord-Drenthe (CR) | 2010* | 0,6 | 0,9 | . | . |
Zuidoost-Drenthe (CR) | 2010* | 1,5 | 1,8 | . | . |
Zuidwest-Drenthe (CR) | 2010* | 1,5 | 1,8 | . | . |
Noord-Overijssel (CR) | 2010* | 1,4 | 1,7 | . | . |
Zuidwest-Overijssel (CR) | 2010* | 0,9 | 1,2 | . | . |
Twente (CR) | 2010* | 1,0 | 1,3 | . | . |
Veluwe (CR) | 2010* | 1,0 | 1,3 | . | . |
Achterhoek (CR) | 2010* | 1,1 | 1,4 | . | . |
Arnhem / Nijmegen (CR) | 2010* | 1,2 | 1,5 | . | . |
Zuidwest-Gelderland (CR) | 2010* | 0,7 | 1,0 | . | . |
Utrecht (CR) | 2010* | 0,9 | 1,2 | . | . |
Kop van Noord-Holland (CR) | 2010* | 0,2 | 0,5 | . | . |
Alkmaar en omgeving (CR) | 2010* | 1,2 | 1,5 | . | . |
IJmond (CR) | 2010* | 7,0 | 7,3 | . | . |
Agglomeratie Haarlem (CR) | 2010* | 0,9 | 1,2 | . | . |
Zaanstreek (CR) | 2010* | 1,5 | 1,9 | . | . |
Groot-Amsterdam (CR) | 2010* | 2,5 | 2,9 | . | . |
Het Gooi en Vechtstreek (CR) | 2010* | 1,7 | 2,0 | . | . |
Agglomeratie Leiden en Bollenstreek (CR) | 2010* | 1,5 | 1,8 | . | . |
Agglomeratie 's-Gravenhage (CR) | 2010* | 0,8 | 1,1 | . | . |
Delft en Westland (CR) | 2010* | 1,3 | 1,7 | . | . |
Oost-Zuid-Holland (CR) | 2010* | -3,1 | -2,8 | . | . |
Groot-Rijnmond (CR) | 2010* | 2,1 | 2,4 | . | . |
Zuidoost-Zuid-Holland (CR) | 2010* | 0,1 | 0,4 | . | . |
Zeeuwsch-Vlaanderen (CR) | 2010* | 4,1 | 4,4 | . | . |
Overig Zeeland (CR) | 2010* | 1,3 | 1,6 | . | . |
West-Noord-Brabant (CR) | 2010* | 1,6 | 1,9 | . | . |
Midden-Noord-Brabant (CR) | 2010* | 1,1 | 1,4 | . | . |
Noordoost-Noord-Brabant (CR) | 2010* | 1,3 | 1,6 | . | . |
Zuidoost-Noord-Brabant (CR) | 2010* | 3,1 | 3,4 | . | . |
Noord-Limburg (CR) | 2010* | 1,6 | 1,9 | . | . |
Midden-Limburg (CR) | 2010* | 1,7 | 2,0 | . | . |
Zuid-Limburg (CR) | 2010* | 1,8 | 2,1 | . | . |
Flevoland (CR) | 2010* | 2,2 | 2,5 | . | . |
Utrecht-West (CP) | 2010* | 0,7 | 1,0 | . | . |
Stadsgewest Amersfoort (CP) | 2010* | 1,3 | 1,6 | . | . |
Stadsgewest Utrecht (CP) | 2010* | 0,8 | 1,1 | . | . |
Zuidoost-Utrecht (CP) | 2010* | 1,2 | 1,5 | . | . |
Amsterdam (CP) | 2010* | 2,6 | 3,0 | . | . |
Overig agglomeratie Amsterdam (CP) | 2010* | 1,2 | 1,5 | . | . |
Edam-Volendam e.o. (CP) | 2010* | 0,2 | 0,5 | . | . |
Haarlemmermeer e.o. (CP) | 2010* | 3,3 | 3,7 | . | . |
Aggl. 's-Gravenhage ex. Zoetermeer (CP) | 2010* | 0,9 | 1,2 | . | . |
Zoetermeer (CP) | 2010* | 0,2 | 0,5 | . | . |
Rijnmond (CP) | 2010* | 1,7 | 2,0 | . | . |
Overig Groot-Rijnmond (CP) | 2010* | 7,2 | 7,5 | . | . |
Drechtsteden (CP) | 2010* | -0,2 | 0,1 | . | . |
Overig Zuidoost-Zuid-Holland (CP) | 2010* | 0,6 | 0,9 | . | . |
Stadsgewest 's-Hertogenbosch (CP) | 2010* | 1,0 | 1,3 | . | . |
Overig Noordoost-Noord-Brabant (CP) | 2010* | 1,6 | 1,9 | . | . |
Almere (CP) | 2010* | 2,7 | 3,0 | . | . |
Flevoland-Midden (CP) | 2010* | 1,4 | 1,7 | . | . |
Noordoostpolder en Urk (CP) | 2010* | 2,0 | 2,3 | . | . |
Bron: CBS. |
Tabeltoelichting
Regionale rekeningen geven een op de nationale rekeningen aansluitende
kwantitatieve beschrijving van het economisch proces van regio's binnen een
land. Als onderdelen van het economisch proces worden in de Nationale
rekeningen productie, inkomensverdeling, bestedingen en financiering
onderscheiden.
Bij de Regionale rekeningen ligt de nadruk echter op de beschrijving van de
productieprocessen in de verscheidene regio's.
In navolging van de nationale rekeningen zijn de regionale rekeningen met
ingang van verslagjaar 2001 gereviseerd. Over de jaren 1995-2000 is een
tijdreeks samengesteld die aansluit op de cijfers over 2001 en recentere
jaren.
Gegevens beschikbaar: 1996-2010
Frequentie: stop gezet
Status van de cijfers
De cijfers vanaf 1996 zijn definitief. De drie meest recente jaren hebben
nog een (nader) voorlopig karakter.
Toelichting onderwerpen
- Bbp, volumemutaties
- Volumegroei van het bruto binnenlands product (bbp). Het bbp is het
eindresultaat van de productieve activiteiten van de ingezeten productie-
eenheden. Het is gelijk aan de toegevoegde waarde tegen basisprijzen van
alle bedrijfsklassen samen, aangevuld met enkele transacties die niet naar
bedrijfsklassen worden verdeeld. De toegevoegde waarde (basisprijzen) per
bedrijfsklasse is gelijk aan het verschil tussen de productie (basis-
prijzen) en het intermediair verbruik (aankoopprijzen). Het binnenlands
product wordt gewaardeerd tegen marktprijzen.
De onverdeelde transacties betreffen het saldo van productgebonden
belastingen en subsidies en het verschil toegerekende en afgedragen btw
(belasting over de toegevoegde waarde). Het bbp is ook gelijk aan de
waarde van het in Nederland gevormde inkomen. - Toegevoegde waarde, volumemutaties
- Volumegroei van de toegevoegde waarde (bruto, basisprijzen).
De toegevoegde waarde tegen basisprijzen per bedrijfsklasse is gelijk
aan het verschil tussen de productie (basisprijzen) en het intermediair
verbruik (aankoopprijzen).
Volumemutaties beogen de verandering in hoeveelheid en kwaliteit weer
te geven. In de nationale rekeningen wordt de waarde van geproduceerde
en verbruikte goederen en diensten gecorrigeerd voor prijsveranderingen.
Dit wordt ook wel de 'dubbele deflatie' methode genoemd. Volumemutaties
zijn gebaseerd op productie en intermediair verbruik in prijzen van het
voorafgaande jaar (constante prijzen).- Alle economische activiteiten
- A-P Alle economische activiteiten
Deze categorie omvat alle economische activiteiten en is ingedeeld in de
volgende secties:
A Landbouw, jacht en bosbouw
B Visserij
C Winning van delfstoffen
D Industrie
E Productie en distributie van en handel in elektriciteit, aardgas, stoom
en warm water
F Bouwnijverheid
G Reparatie van consumentenartikelen en handel
H Horeca
I Vervoer, opslag en communicatie
J Financiële instellingen
K Verhuur van en handel in onroerend goed, verhuur van roerende goederen
en zakelijke dienstverlening
L Openbaar bestuur, overheidsdiensten en verplichte sociale verzekeringen
M Onderwijs
N Gezondheids- en welzijnszorg
O Milieudienstverlening, cultuur, recreatie en overige dienstverlening
P Particuliere huishoudens met personeel in loondienst
- Landbouw, bosbouw en visserij
- 0000b Landbouw, bosbouw en visserij (A+B)
Deze categorie is een samentelling van categorieën:
01 Landbouw, jacht en dienstverlening voor de landbouw en de jacht
02 Bosbouw en dienstverlening voor de bosbouw
05 Visserij, kweken van vis en schaaldieren
- Delfstoffenwinning
- C Winning van delfstoffen
Het begrip "winning van delfstoffen" omvat de winning van in de natuur
voorkomende mineralen in vaste vorm (steenkool, turf en erts), in
vloeibare vorm (aardolie) of in de vorm van een gas (aardgas). Winning
vindt plaats door middel van ondergrondse mijnbouw, dagbouw of boringen.
Deze sectie omvat voorts bijkomende bewerkingen die voor het vervoer en de
afzet van de minerale producten noodzakelijk zijn, bijvoorbeeld het
vergruizen, malen, wassen, drogen, sorteren of concentreren van ertsen,
het vloeibaar maken van aardgas en het briketteren van vaste brandstoffen.
Deze werkzaamheden worden vaak door de eenheden die de delfstoffen winnen
zelf uitgeoefend en/of door andere eenheden in de buurt van de winplaats.
Deze sectie omvat ook:
- de vervaardiging van steenkool- en bruinkoolbriketten, het sinteren van
ertsen;
- het vergruizen, malen of op andere wijze behandelen van bepaalde soorten
aarde, steen en mineralen.
Deze sectie omvat niet:
- de verwerking van delfstoffen (sectie D);
- de productie aan de bron van natuurlijk bron- of mineraalwater (1598);
- de winning, zuivering en distributie van water (4100);
- de exploratie van mineralen (7420).
De winningsactiviteiten worden aan de hand van de belangrijkste
geproduceerde mineralen ingedeeld in afdelingen, groepen en klassen.
Subsectie CA omvat de winning van energiehoudende delfstoffen (steenkool,
bruinkool en turf).
Subsectie CB omvat niet-energiehoudende delfstoffen.