Inkomensongelijkheid personen: persoonskenmerken, 2000-2014
Kenmerken | Perioden | Personen in particuliere huishoudens (x 1 000) | Mediaan inkomen (1 000 euro) | Gemiddeld inkomen (1 000 euro) | Maatstaven voor inkomensongelijkheid Theilcoëfficiënt (waarde) | Maatstaven voor inkomensongelijkheid Ginicoëfficiënt (waarde) | Maatstaven voor inkomensongelijkheid Polarisatie index (waarde) | Maatstaven voor inkomensongelijkheid Relatieve interkwartielafstand (waarde) | Maatstaven voor inkomensongelijkheid Ratio 80/20 (waarde) | Inkomensaandeel decielgroepen 1e deciel (%) | Inkomensaandeel decielgroepen 2e deciel (%) | Inkomensaandeel decielgroepen 3e deciel (%) | Inkomensaandeel decielgroepen 4e deciel (%) | Inkomensaandeel decielgroepen 5e deciel (%) | Inkomensaandeel decielgroepen 6e deciel (%) | Inkomensaandeel decielgroepen 7e deciel (%) | Inkomensaandeel decielgroepen 8e deciel (%) | Inkomensaandeel decielgroepen 9e deciel (%) | Inkomensaandeel decielgroepen 10e deciel (%) |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Herkomst: Nederland | 2014 | 13.029 | 23,8 | 26,9 | 0,151 | 0,272 | 0,200 | 0,560 | 3,940 | 3,5 | 5,8 | 6,7 | 7,5 | 8,4 | 9,3 | 10,4 | 11,7 | 13,7 | 23,0 |
Herkomst: Nederlandse Antillen of Aruba | 2014 | 136 | 16,9 | 19,7 | 0,176 | 0,306 | 0,247 | 0,695 | 4,877 | 2,5 | 5,4 | 6,4 | 7,1 | 8,0 | 9,2 | 10,6 | 12,3 | 14,6 | 23,9 |
Herkomst: Nederland | 2014 | 13.029 | 23,8 | 26,9 | 0,151 | 0,272 | 0,200 | 0,560 | 3,940 | 3,5 | 5,8 | 6,7 | 7,5 | 8,4 | 9,3 | 10,4 | 11,7 | 13,7 | 23,0 |
Noord-Nederland (LD) | 2014 | 1.675 | 21,2 | 23,7 | 0,144 | 0,266 | 0,194 | 0,538 | 3,876 | 3,4 | 5,9 | 6,9 | 7,7 | 8,5 | 9,4 | 10,4 | 11,8 | 13,7 | 22,3 |
Oost-Nederland (LD) | 2014 | 3.495 | 22,5 | 25,2 | 0,139 | 0,265 | 0,196 | 0,546 | 3,811 | 3,6 | 5,9 | 6,8 | 7,6 | 8,5 | 9,4 | 10,4 | 11,7 | 13,7 | 22,4 |
West-Nederland (LD) | 2014 | 7.827 | 23,4 | 26,8 | 0,179 | 0,299 | 0,226 | 0,629 | 4,608 | 3,0 | 5,3 | 6,3 | 7,2 | 8,2 | 9,3 | 10,4 | 11,9 | 14,1 | 24,3 |
Zuid-Nederland (LD) | 2014 | 3.527 | 23,0 | 25,6 | 0,144 | 0,269 | 0,200 | 0,555 | 3,985 | 3,2 | 5,8 | 6,8 | 7,6 | 8,5 | 9,5 | 10,5 | 11,8 | 13,9 | 22,3 |
Bron: cbs. |
Tabeltoelichting
Deze publicatie bevat uitkomsten over de inkomensongelijkheid van personen in Nederland. Er worden verschillende maten voor de inkomensongelijkheid gegeven. Hierbij wordt het aan de persoon toegekende gestandaardiseerd besteedbaar huishoudensinkomen als uitgangspunt genomen. Personen worden verder onderscheiden naar kenmerken als geslacht, leeftijd, herkomstgroepering en regio.
Gegevens beschikbaar van 2000 tot en met 2014
Status van de cijfers
De cijfers over het jaar 2000 zijn voorlopig. De cijfers over de jaren 2001-2014 zijn definitief.
Wijzigingen 15 maart 2018:
Geen, deze tabel is stopgezet.
Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Niet meer van toepassing.
Toelichting onderwerpen
- Personen in particuliere huishoudens
- Aantal personen in particuliere huishoudens met inkomen op 31 december
van het onderzoeksjaar. - Mediaan inkomen
- Het mediane inkomen is gelijk aan het middelste inkomen indien de
inkomens van de personen in de geselecteerde groep van laag naar hoog
worden gerangschikt. - Gemiddeld inkomen
- Gemiddeld inkomen van de personen in de geselecteerde groep.
- Maatstaven voor inkomensongelijkheid
- Om inkomensverschillen binnen een populatie in kaart te brengen bestaan
verschillende ongelijkheidsmaten. Dergelijke maten hebben als doel de
inkomensongelijkheid
in de populatie in één getal samen te vatten. Elke maat kent daarbij zijn
eigen interpretatie en heeft zowel voor- als nadelen. Bij het beschrijven
van inkomensongelijkheid is het daarom belangrijk diverse maten naast
elkaar te zetten om daarmee een zo compleet mogelijk beeld van de
ongelijkheid te krijgen.- Theilcoëfficiënt
- De Theilcoëfficiënt is een maatstaf voor de inkomensongelijkheid. De
waarde van de Theilcoefficient T ligt tussen 0 en ln(n), met n de
steekproefomvang. Bij een volkomen gelijke inkomensverdeling is T gelijk
aan nul. Als één persoon al het inkomen bezit (totale
inkomensongelijkheid) dan is T gelijk aan ln(n).
De Theilcoëfficiënt wordt berekend als het gemiddelde van de logaritme
van alle relatieve inkomensaandelen, gewogen met de inkomensaandelen.
- Ginicoëfficiënt
- De Ginicoëfficiënt is een maatstaf voor de inkomensongelijkheid. De
waarde van de Ginicoëfficiënt G ligt tussen 0 en 1. Bij een volkomen
gelijke inkomensverdeling is G gelijk aan nul. Als het totale inkomen
geconcentreerd is bij één persoon (totale inkomensongelijkheid) dan is G
gelijk aan 1.
De Ginicoëfficiënt wordt berekend als de helft van het gemiddeld verschil
in inkomen tussen personen gedeeld door het gemiddeld inkomen.
- Polarisatie index
- De mate van polarisatie komt tot uitdrukking in de polarisatie-index. De
waarde van de polarisatie-index P ligt tussen 0 en 1. Een hogere waarde
van P betekent een meer gepolariseerde inkomensverdeling. Polarisatie
houdt in dat er steeds meer een groep met hoge inkomens en een groep met
lage inkomens ontstaat en dat middeninkomens verdwijnen.
- Relatieve interkwartielafstand
- De relatieve interkwartielafstand is een maatstaf voor
inkomensongelijkheid. De maat concentreert zich op het midden van de
verdeling. Naarmate de inkomens verder uit elkaar liggen, is de relatieve
interkwartielafstand hoger en is er dus meer sprake van ongelijkheid.
De relatieve interkwartielafstand wordt berekend als het verschil tussen
het hoogste inkomen in het derde kwartiel en het hoogste inkomen in het
eerste kwartiel gedeeld door de mediaan.
- Ratio 80/20
- De ratio 80/20 is een maatstaf voor inkomensongelijkheid. Als alle
personen hetzelfde inkomen hebben, is de ratio 80/20 gelijk aan 1. De
ratio 80/20 heeft geen bovengrens.
De ratio 80/20 wordt berekend als de verhouding van het totale inkomen
van de 20 procent hoogste inkomens en de het totale inkomen van de 20
procent laagste inkomens. Wanneer het inkomensaandeel van de armste 20
procent negatief is, heeft de waarde van de ratio 80/20 geen betekenis.
- Inkomensaandeel decielgroepen
- Een indeling van een populatie in decielgroepen ontstaat door personen
oplopend te ordenen naar hoogte van hun inkomen en vervolgens tien
groepen van gelijke omvang te vormen. De 10 procent met de laagste
inkomens worden doorgaans aangeduid als het laagste deciel, de 10
procent met de hoogste inkomens als het hoogste deciel.- 1e deciel
- Het inkomensaandeel van de betreffende 10%-groep. Het inkomensaandeel van
een 10%-groep is gelijk aan het totale inkomen van alle personen in deze
groep gedeeld door het totale inkomen van alle personen.
- 2e deciel
- Het inkomensaandeel van de betreffende 10%-groep. Het inkomensaandeel van
een 10%-groep is gelijk aan het totale inkomen van alle personen in deze
groep gedeeld door het totale inkomen van alle personen.
- 3e deciel
- Het inkomensaandeel van de betreffende 10%-groep. Het inkomensaandeel van
een 10%-groep is gelijk aan het totale inkomen van alle personen in deze
groep gedeeld door het totale inkomen van alle personen.
- 4e deciel
- Het inkomensaandeel van de betreffende 10%-groep. Het inkomensaandeel van
een 10%-groep is gelijk aan het totale inkomen van alle personen in deze
groep gedeeld door het totale inkomen van alle personen.
- 5e deciel
- Het inkomensaandeel van de betreffende 10%-groep. Het inkomensaandeel van
een 10%-groep is gelijk aan het totale inkomen van alle personen in deze
groep gedeeld door het totale inkomen van alle personen.
- 6e deciel
- Het inkomensaandeel van de betreffende 10%-groep. Het inkomensaandeel van
een 10%-groep is gelijk aan het totale inkomen van alle personen in deze
groep gedeeld door het totale inkomen van alle personen.
- 7e deciel
- Het inkomensaandeel van de betreffende 10%-groep. Het inkomensaandeel van
een 10%-groep is gelijk aan het totale inkomen van alle personen in deze
groep gedeeld door het totale inkomen van alle personen.
- 8e deciel
- Het inkomensaandeel van de betreffende 10%-groep. Het inkomensaandeel van
een 10%-groep is gelijk aan het totale inkomen van alle personen in deze
groep gedeeld door het totale inkomen van alle personen.
- 9e deciel
- Het inkomensaandeel van de betreffende 10%-groep. Het inkomensaandeel van
een 10%-groep is gelijk aan het totale inkomen van alle personen in deze
groep gedeeld door het totale inkomen van alle personen.
- 10e deciel
- Het inkomensaandeel van de betreffende 10%-groep. Het inkomensaandeel van
een 10%-groep is gelijk aan het totale inkomen van alle personen in deze
groep gedeeld door het totale inkomen van alle personen.