Gemeenterekeningen; balans per gemeente 2005-2014
Regio's | Perioden | Passiva in 1000 euro Vaste passiva Eigen vermogen Saldo van de rekening (1000 euro) | Passiva in 1000 euro Vaste passiva Vaste schuld Onderhandse leningen van bin. fin. inst. (1000 euro) | Passiva in euro/inwoner Vaste passiva Eigen vermogen Saldo van de rekening (euro/inw) | Passiva in euro/inwoner Vaste passiva Vaste schuld Onderhandse leningen van bin. fin. inst. (euro/inw) |
---|---|---|---|---|---|
Hof van Twente | 2014 | 1.757 | 31.654 | 50 | 904 |
Zeevang | 2014 | 180 | 635 | 28 | 100 |
Bron: CBS. |
Tabeltoelichting
Deze tabel bevat gegevens over de balanssamenstelling van individuele gemeenten. De balans vormt een onderdeel van de financiële jaarrekening van gemeenten. In de tabel worden de balansstanden aan het eind van het jaar gepresenteerd. De bedragen zijn zowel in duizenden euro's als in euro's per inwoner vermeld.
Gegevens beschikbaar van 2005 tot 2014.
Status van de cijfers:
De cijfers in deze tabel zijn definitief.
Wijzigingen per: 21 december 2016
Geen, deze tabel is stopgezet.
Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Niet meer van toepassing.
Toelichting onderwerpen
- Passiva in 1000 euro
- Het totaal aan vermogensbestanddelen waarover de gemeente beschikt. Een hoofdonderscheid bestaat tussen passiva die duurzaam van aard zijn en passiva waarvoor dit minder geldt. De duurzame vermogensbestanddelen zijn de vaste passiva. De minder duurzame zijn de vlottende passiva. Een ander hoofdonderscheid betreft het verschil tussen eigen en vreemd vermogen. Het eigen vermogen behoort aan de gemeente zelf. Bij vreemd vermogen is sprake van een schuld of verplichting aan anderen. Het vreemd vermogen geeft daarmee ook aan welk mogelijk beslag (claim van anderen) er ligt op de bezittingen. Tot het vreemd vermogen behoren de voorzieningen, de vaste schuld en de vlottende passiva.
- Vaste passiva
- De duurzame bestanddelen van het vermogen. Hiertoe behoren (de onderdelen van) het eigen vermogen, de voorzieningen en de vaste schuld. Duurzame passiva zijn die passiva die (naar verwachting) gedurende meer dan één periode de uitoefening van de publieke taken van de gemeente ten dienste zullen komen. Voor opgenomen geldleningen geldt in het bijzonder als norm: de duur van de rentetypische looptijd. Dit is de termijn gedurende de looptijd van de lening, waarin in overeenstemming met de leningvoorwaarden sprake is van een - door de geldverstrekker -niet-beïnvloedbare, constante rentevergoeding.
- Eigen vermogen
- Het totaal van de bezittingen (de activa) minus het totaal aan vreemd vermogen. Het eigen vermogen is samengesteld uit de algemene reserve, de bestemmingsreserves en het resultaat van de exploitatie ná bestemming. Het resultaat na bestemming wordt het saldo van de rekening genoemd. 'Bestemming' betreft het geheel van toevoegingen en onttrekkingen aan de reserves.
- Saldo van de rekening
- Het saldo van de rekening is het resultaat van de exploitatie - het saldo van baten en lasten - , ná bestemming. Na bestemming wil zeggen dat ook de toevoegingen en onttrekkingen aan de reserves in het saldo van de rekening zijn opgenomen.
- Vaste schuld
- De vaste schuld is dat deel van het vreemd vermogen dat de uitoefening van de publieke taken van de gemeente 'duurzaam' - dit is: gedurende meer dan één periode - ten dienste zal komen. Tot de vaste schuld behoren: obligatieleningen, onderhandse leningen, door derden belegde gelden en waarborgsommen.
- Onderhandse leningen van bin. fin. inst.
- Onderhandse leningen van binnenlandse financiële instellingen. Leningen, gesloten met één afzonderlijke partij. Financiële instellingen zijn banken, verzekeraars, pensioenfondsen, beleggingsinstellingen, vermogensbeheerders, effectenbemiddelaars en dergelijke.
- Passiva in euro/inwoner
- Het totaal aan vermogensbestanddelen waarover de gemeente beschikt. Een hoofdonderscheid bestaat tussen passiva die duurzaam van aard zijn en passiva waarvoor dit minder geldt. De duurzame vermogensbestanddelen zijn de vaste passiva. De minder duurzame zijn de vlottende passiva. Een ander hoofdonderscheid betreft het verschil tussen eigen en vreemd vermogen. Het eigen vermogen behoort aan de gemeente zelf. Bij vreemd vermogen is sprake van een schuld of verplichting aan anderen. Het vreemd vermogen geeft daarmee ook aan welk mogelijk beslag (claim van anderen) er ligt op de bezittingen. Tot het vreemd vermogen behoren de voorzieningen, de vaste schuld en de vlottende passiva.
- Vaste passiva
- De duurzame bestanddelen van het vermogen. Hiertoe behoren (de onderdelen van) het eigen vermogen, de voorzieningen en de vaste schuld. Duurzame passiva zijn die passiva die (naar verwachting) gedurende meer dan één periode de uitoefening van de publieke taken van de gemeente ten dienste zullen komen. Voor opgenomen geldleningen geldt in het bijzonder als norm: de duur van de rentetypische looptijd. Dit is de termijn gedurende de looptijd van de lening, waarin in overeenstemming met de leningvoorwaarden sprake is van een - door de geldverstrekker -niet-beïnvloedbare, constante rentevergoeding.
- Eigen vermogen
- Het totaal van de bezittingen (de activa) minus het totaal aan vreemd vermogen. Het eigen vermogen is samengesteld uit de algemene reserve, de bestemmingsreserves en het resultaat van de exploitatie ná bestemming. Het resultaat na bestemming wordt het saldo van de rekening genoemd. 'Bestemming' betreft het geheel van toevoegingen en onttrekkingen aan de reserves.
- Saldo van de rekening
- Het saldo van de rekening is het resultaat van de exploitatie - het saldo van baten en lasten - , ná bestemming. Na bestemming wil zeggen dat ook de toevoegingen en onttrekkingen aan de reserves in het saldo van de rekening zijn opgenomen.
- Vaste schuld
- De vaste schuld is dat deel van het vreemd vermogen dat de uitoefening van de publieke taken van de gemeente 'duurzaam' - dit is: gedurende meer dan één periode - ten dienste zal komen. Tot de vaste schuld behoren: obligatieleningen, onderhandse leningen, door derden belegde gelden en waarborgsommen.
- Onderhandse leningen van bin. fin. inst.
- Onderhandse leningen van binnenlandse financiële instellingen.
Leningen, gesloten met één afzonderlijke partij. Financiële instellingen zijn banken, verzekeraars, pensioenfondsen, beleggingsinstellingen, vermogensbeheerders, effectenbemiddelaars en dergelijke.