Overledenen naar medische beslissing rond levenseinde; leeftijd, geslacht

Overledenen naar medische beslissing rond levenseinde; leeftijd, geslacht

Geslacht Leeftijd Perioden Totaal overledenen (aantal) Zonder MBL-handelwijze Totaal zonder MBL-handelwijze (aantal) Zonder MBL-handelwijze Plotseling en onverwacht overleden (aantal) Zonder MBL-handelwijze Niet plotseling/onverwacht overleden (aantal) Met MBL-handelwijze Totaal met MBL-handelwijze (aantal) Met MBL-handelwijze NIS rekening houdend met overlijden (aantal) Met MBL-handelwijze PSB rekening houdend met overlijden (aantal) Met MBL-handelwijze PSB overlijden mede doel (aantal) Met MBL-handelwijze NIS overlijden uitdrukkelijk doel (aantal) Met MBL-handelwijze Toedienen middel overlijden uitdr. doel Totaal toedienen middel (aantal) Met MBL-handelwijze Toedienen middel overlijden uitdr. doel Euthanasie (aantal) Met MBL-handelwijze Toedienen middel overlijden uitdr. doel Hulp bij zelfdoding (aantal) Met MBL-handelwijze Toedienen middel overlijden uitdr. doel Levensbeëindigend hand. zonder verzoek (aantal)
Totaal mannen en vrouwen Totaal 2021 170.972 79.268 22.195 57.073 91.608 9.931 48.580 2.657 20.640 9.799 9.038 245 517
Totaal mannen en vrouwen 0 jaar 2021 595 254 111 143 341 80 56 0 200 6 0 0 6
Totaal mannen en vrouwen 1 tot 17 jaar 2021 278 183 130 53 95 4 34 0 57 0 0 0 0
Totaal mannen en vrouwen 17 tot 65 jaar 2021 22.721 11.191 5.068 6.122 11.530 730 6.153 203 2.635 1.809 1.660 0 148
Totaal mannen en vrouwen 65 tot 80 jaar 2021 54.916 25.754 7.856 17.898 29.162 2.049 14.492 1.038 6.512 5.072 4.708 200 164
Totaal mannen en vrouwen 80 jaar of ouder 2021 92.366 41.886 9.030 32.856 50.480 7.069 27.846 1.416 11.237 2.913 2.669 45 198
Mannen Totaal 2021 85.708 42.511 12.186 30.326 43.197 4.566 20.391 1.494 11.641 5.104 4.763 101 240
Mannen 0 jaar 2021 332 156 71 85 176 29 34 0 108 6 0 0 6
Mannen 1 tot 17 jaar 2021 155 84 65 20 71 0 25 0 45 0 0 0 0
Mannen 17 tot 65 jaar 2021 13.217 6.949 3.282 3.667 6.268 529 3.005 112 1.707 915 800 0 115
Mannen 65 tot 80 jaar 2021 31.941 15.267 4.883 10.384 16.674 877 7.988 505 4.504 2.800 2.579 101 120
Mannen 80 jaar of ouder 2021 40.063 20.056 3.885 16.171 20.007 3.131 9.339 878 5.276 1.383 1.383 0 0
Vrouwen Totaal 2021 85.168 36.757 10.010 26.747 48.411 5.365 28.190 1.162 8.999 4.695 4.274 144 276
Vrouwen 0 jaar 2021 263 97 39 58 166 51 22 0 92 0 0 0 0
Vrouwen 1 tot 17 jaar 2021 123 99 65 34 24 4 9 0 11 0 0 0 0
Vrouwen 17 tot 65 jaar 2021 9.504 4.242 1.786 2.456 5.262 202 3.148 91 928 893 860 0 33
Vrouwen 65 tot 80 jaar 2021 22.975 10.487 2.973 7.514 12.488 1.171 6.503 533 2.007 2.272 2.129 99 45
Vrouwen 80 jaar of ouder 2021 52.303 21.831 5.146 16.685 30.472 3.937 18.507 538 5.961 1.529 1.286 45 198
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Het Sterfgevallenonderzoek geeft informatie over medische beslissingen die de behandelend arts rond het levenseinde heeft genomen. Voor het onderzoek is een steekproef getrokken uit de doodsoorzaakverklaringen van mensen die in de maanden augustus t/m november van het onderzoeksjaar zijn overleden en die op het moment van overlijden tot de bevolking van Nederland behoorden. De steekproefgegevens zijn omgerekend naar jaarcijfers.

Deze tabel betreft de overledenen naar medische beslissing rond het levenseinde per leeftijd en geslacht.

Gegevens beschikbaar: 2001, 2005, 2010, 2015 en 2021

Status van de cijfers:
De cijfers in deze tabel zijn definitief.

Wijzigingen per 26 mei 2023:
- Cijfers over 2021 zijn toegevoegd.
- In 2021 zijn er 96 overledenen met onbekende 'medische beslissing levenseinde'. Deze zijn enkel opgenomen in het totaal. Hierdoor tellen de onderliggende cijfers niet exact op tot het totaal.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Het onderzoek vindt vijfjaarlijks plaats. In 2020 is het onderzoek met een jaar uitgesteld in verband met de hoge werkbelasting in de gezondheidszorg ten gevolge van covid-19. Er is daardoor eenmalig een interval van zes jaar tussen 2015 en 2021.

Toelichting onderwerpen

Totaal overledenen
In 2021 zijn er 96 overledenen met onbekende 'medische beslissing levenseinde'. Deze zijn niet opgenomen bij de onderliggende categorieën.
Zonder MBL-handelwijze
Overleden personen zonder MBL-handelwijze.
Medische beslissing rond het levenseinde (MBL-handelwijze): indien een
arts meerdere beslissingen heeft genomen, dan is het sterfgeval getypeerd aan de hand van de meest ingrijpende beslissing. Deze wordt aangeduid als de laatst genoemde medische beslissing rond het levenseinde ofwel MBL-handelwijze.
Totaal zonder MBL-handelwijze
Plotseling en onverwacht overleden
Plotseling en onverwacht overleden persoon
Persoon die plotseling en onverwacht is overleden en van wie wordt aangenomen dat er geen medische beslissingen rond het levenseinde zijn genomen.
Niet plotseling/onverwacht overleden
Met MBL-handelwijze
Overleden personen met MBL-handelwijze.
Medische beslissing rond het levenseinde (MBL-handelwijze): indien een
arts meerdere beslissingen heeft genomen, dan is het sterfgeval getypeerd aan de hand van de meest ingrijpende beslissing. Deze wordt aangeduid als de laatst genoemde medische beslissing rond het levenseinde, ofwel MBL-handelwijze.
De in de tabel gepresenteerde indeling is oplopend gegroepeerd naar meest ingrijpende handelwijze.
Totaal met MBL-handelwijze
NIS rekening houdend met overlijden
Medische beslissing rond het levenseinde waarbij de arts kiest voor het niet instellen of staken van een behandeling (NIS) rekening houdend met bespoediging van het levenseinde van de patiënt.
Bij het niet-instellen van een behandeling kan men denken aan het niet uitvoeren van een operatie of het afzien van het toedienen van zuurstof of het kunstmatig toedienen van voeding. Als een patiënt van de beademing wordt gehaald of men stopt met het toedienen van zuurstof, spreekt men van het staken van een behandeling.
Tot het niet-instellen of staken van een behandeling kan worden besloten als de behandeling geen zin (meer) heeft ('zinloos medisch handelen') of te belastend is voor een patiënt.
PSB rekening houdend met overlijden
Medische beslissing rond het levenseinde waarbij de arts intensivering van pijn- en/of symptoombestrijding (PSB) toepast d.m.v. één of meer medicamenten. Hierbij houdt de arts er rekening mee de dat het levenseinde van de patiënt wordt bespoedigd.
PSB overlijden mede doel
Medische beslissing rond het levenseinde waarbij de arts intensivering van pijn- en/of symptoombestrijding (PSB) toepast d.m.v. één of meer medicamenten. Hierbij heeft de arts mede het doel het levenseinde van de patiënt te bespoedigen.
NIS overlijden uitdrukkelijk doel
Medische beslissing rond het levenseinde waarbij de arts kiest voor het niet instellen of staken van een behandeling (NIS) met bespoediging van het levenseinde van de patiënt als uitdrukkelijk doel.
Bij het niet-instellen van een behandeling kan men denken aan het niet uitvoeren van een operatie of het afzien van het toedienen van zuurstof of het kunstmatig toedienen van voeding. Als een patiënt van de beademing wordt gehaald of men stopt met het toedienen van zuurstof, spreekt men van het staken van een behandeling.
Tot het niet-instellen of staken van een behandeling kan worden besloten als de behandeling geen zin (meer) heeft ('zinloos medisch handelen') of te belastend is voor een patiënt.

Toedienen middel overlijden uitdr. doel
Levensbeëindigend handelen door een arts door middel van het
voorschrijven, verstrekken of toedienen van een middel met het
uitdrukkelijke doel het levenseinde van de patiënt te bespoedigen.
Totaal toedienen middel
Euthanasie
Er is sprake van euthanasie indien de arts heeft aangegeven dat:
- het overlijden van de patiënt het gevolg is geweest van het gebruik van een middel dat door hem/haar of door een collega is voorgeschreven,
verstrekt of toegediend met het uitdrukkelijke doel het levenseinde te
bespoedigen én
- tegelijkertijd is aangegeven dat de patiënt het middel niet uitsluitend
zelf heeft toegediend of tot zich heeft genomen én
- dat deze beslissing is genomen op uitdrukkelijk verzoek van de patiënt.
Hulp bij zelfdoding
Het opzettelijk verlenen van hulp bij levensbeëindigend handelen door de
betrokkene op diens verzoek. Van hulp bij zelfdoding is sprake indien door
de arts is aangegeven dat:
- het overlijden van de patiënt het gevolg is geweest van het gebruik van een middel dat door hem/haar of door een collega is voorgeschreven of verstrekt met het uitdrukkelijke doel het levenseinde te bespoedigen én
- tegelijkertijd is aangegeven dat de patiënt dit middel uitsluitend zelf
heeft toegediend of zelf tot zich heeft genomen én
- de beslissing over deze laatstgenoemde handelwijze is genomen op
uitdrukkelijk verzoek van de patiënt.
Levensbeëindigend hand. zonder verzoek
Er is sprake van levensbeëindiging zonder uitdrukkelijk verzoek van de
patiënt indien de arts heeft aangegeven dat:
- het overlijden van de patiënt het gevolg is geweest van het gebruik van een middel dat door hem/haar of door een collega is voorgeschreven,
verstrekt of toegediend met uitdrukkelijk doel het levenseinde te
bespoedigen én
- tegelijkertijd is aangegeven dat deze beslissing niet is genomen op
uitdrukkelijk verzoek van de patiënt.