Onverzekerden tegen ziektekosten; overige kenmerken, 2006-2010

Onverzekerden tegen ziektekosten; overige kenmerken, 2006-2010

Perioden Onverzekerden, aantal Formeel onverzekerden op peildatum Studenten naar soort hoger onderwijs Totaal studenten naar hoger onderwijs (aantal) Onverzekerden, aantal Formeel onverzekerden op peildatum Studenten naar soort hoger onderwijs HBO (aantal) Onverzekerden, aantal Formeel onverzekerden op peildatum Studenten naar soort hoger onderwijs WO (aantal) Onverzekerden, aantal Formeel onverzekerden op peildatum Plaats in huishouden Totaal plaatsen in huishouden (aantal) Onverzekerden, aantal Formeel onverzekerden op peildatum Plaats in huishouden Kind - minderjarig (aantal) Onverzekerden, aantal Formeel onverzekerden op peildatum Plaats in huishouden Kind - meerderjarig (aantal) Onverzekerden, aantal Formeel onverzekerden op peildatum Plaats in huishouden Alleenstaande (aantal) Onverzekerden, aantal Formeel onverzekerden op peildatum Plaats in huishouden Partner in ongehuwd stel zonder kinderen (aantal) Onverzekerden, aantal Formeel onverzekerden op peildatum Plaats in huishouden Partner in gehuwd stel zonder kinderen (aantal) Onverzekerden, aantal Formeel onverzekerden op peildatum Plaats in huishouden Partner in ongehuwd stel met kinderen (aantal) Onverzekerden, aantal Formeel onverzekerden op peildatum Plaats in huishouden Partner in gehuwd stel met kinderen (aantal) Onverzekerden, aantal Formeel onverzekerden op peildatum Plaats in huishouden Ouder in eenoudergezin (aantal)
1 mei 2010* 11.520 6.480 5.040 174.610 12.150 14.880 66.120 14.920 9.710 3.500 10.210 2.400
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel geeft het aantal onverzekerden tegen ziektekosten op een peildatum. De gegevens zijn uitgesplitst naar stedelijkheid, naar generatie en plaats in het huishouden. Ook wordt het aantal onverzekerden onder studenten en mensen met een uitkering gegeven.

Met ingang van 2006 is het aantal onverzekerden gedefinieerd als het aantal personen dat in de GBA (Gemeentelijke Basisadministratie) staat ingeschreven èn verzekeringsplichtig is volgens de Zorgverzekeringswet, maar geen zorgverzekering zoals in die wet bedoeld heeft afgesloten. De beperking tot het aantal onverzekerden in de GBA betekent dat onverzekerden onder illegalen, grensarbeiders die in het buitenland wonen en in Nederland werken en Nederlanders die in het buitenland wonen (bijvoorbeeld de zogenaamde pensionado's) buiten beschouwing blijven.

Gegevens beschikbaar: 2006-2010

Status van de cijfers:
De cijfers in de tabel over 2006 tot en met 2009 zijn definitieve cijfers.
De cijfers over 2010 zijn voorlopige cijfers.

Wijzigingen per 6 juni 2012:
Deze tabel is stopgezet.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Deze tabel is stopgezet.

Toelichting onderwerpen

Onverzekerden, aantal
Het aantal onverzekerden. Onverzekerden zijn personen die in de GBA
(Gemeentelijke Basisadministratie) staan (administratieve bevolking) en
verzekeringsplichtig zijn, maar niet zijn opgenomen in het verzekerden-
bestand. In beginsel is iedereen die verplicht verzekerd is in het kader
van de AWBZ (Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten) ook verplicht
verzekerd in het kader van de Zorgverzekeringswet. In principe zijn dat
alle inwoners van Nederland en degenen die in Nederland loonbelasting
betalen. Hierin is echter een aantal wijzigingen aangebracht met het
"Besluit uitbreiding en beperking kring verzekerden volksverzekeringen
1999". Dit leidt er toe dat de volgende groepen niet verplicht zijn zich
te verzekeren in het kader van de Zorgverzekeringswet:
- Asielzoekers;
- Personen die in Nederland wonen maar in het buitenland werken;
- Personen die in het buitenland een uitkering en/of pensioen ontvangen;
- Diplomaten en werknemers van volkenrechtelijke organisaties;
- Personen die tijdelijk vanuit het buitenland door hun werkgever naar
Nederland worden uitgezonden (gedetacheerd);
- Buitenlandse studenten die uitsluitend wegens studie in Nederland wonen.
Naast bovengenoemde groepen omvat deze categorie ook militairen in actieve
dienst en personen die vanwege hun levensovertuiging problemen hebben zich
te verzekeren (gemoedsbezwaarden). Volgens lid 2 van artikel 2 van de
Zorgverzekeringswet zijn zij niet verzekeringsplichtig.
Let op: Het CBS hanteert een onderscheid in formeel onverzekerden en de
onverzekerden die 6 maanden na peildatum nog steeds onverzekerd zijn.
Formeel onverzekerden op peildatum
Het aantal personen dat op de peildatum in de GBA (Gemeentelijke
Basisadministratie) staat (administratieve bevolking) en verzekerings-
plichtig is, maar niet is opgenomen in het verzekerdenbestand.
Studenten naar soort hoger onderwijs
Studenten in hoger beroepsonderwijs en wetenschappelijk onderwijs.
Totaal studenten naar hoger onderwijs
HBO
Studenten in het hoger beroepsonderwijs.
WO
Studenten in het wetenschappelijk onderwijs.
Plaats in huishouden
De positie die een persoon in een huishouden inneemt ten opzichte van de
referentiepersoon van het huishouden. De referentiepersoon is een
statistische eenheid bedoeld voor het vaststellen van huishoudens-
kenmerken. Als er sprake is van een paar binnen een huishouden, wordt de
man als referentiepersoon aangemerkt. In geval van een paar van gelijk
geslacht is de oudste van het paar referentiepersoon. In een
eenouderhuishouden is de ouder referentiepersoon, in een overig
huishouden de oudste man (in geval van gelijk geslacht de oudste
persoon). Personen waarvan ten tijde van de rapportage te weinig
informatie was om in te delen in één van categorieën, zijn ingedeeld in
de categorie 'Overig lid huishouden / onbekend'.
Totaal plaatsen in huishouden
Kind - minderjarig
Als minderjarig kind is een persoon aangemerkt jonger dan 18 jaar die
ongehuwd is en die bij de ouder(s) woont.
Kind - meerderjarig
Als meerderjarig kind is een persoon aangemerkt van 18 jaar of ouder,
die ongehuwd is en bij de ouders woont.
Alleenstaande
Persoon die alléén een (deel van een) woonruimte bewoont en zichzelf
particulier voorziet in huisvesting en dagelijkse levensbehoeften.
Partner in ongehuwd stel zonder kinderen
Twee niet met elkaar gehuwde personen (exclusief personen die een
geregistreerd partnerschap hebben gesloten) in een huishouden zonder
thuiswonende kinderen.
Partner in gehuwd stel zonder kinderen
Twee met elkaar gehuwde personen (inclusief geregistreerd partnerschap)
in huishouden zonder thuiswonende kinderen.
Sinds 1 januari 1998 is het in Nederland mogelijk een geregistreerd
partnerschap aan te gaan. Geregistreerde partnerschappen staan ook open
voor paren van gelijk geslacht. Sinds 1 april 2001 is het mogelijk voor
paren van gelijk geslacht in het huwelijk te treden.
Partner in ongehuwd stel met kinderen
Twee niet met elkaar gehuwde personen (exclusief personen die een
geregistreerd partnerschap hebben gesloten) in een huishouden met
thuiswonende kinderen.
Partner in gehuwd stel met kinderen
Twee met elkaar gehuwde personen (inclusief geregistreerd partnerschap)
in huishouden met thuiswonende kinderen.
Sinds 1 januari 1998 is het in Nederland mogelijk een geregistreerd
partnerschap aan te gaan. Geregistreerde partnerschappen staan ook
open voor paren van gelijk geslacht. Sinds 1 april 2001 is het mogelijk
voor paren van gelijk geslacht in het huwelijk te treden.
Ouder in eenoudergezin
Particulier huishouden bestaande uit één ouder met één of meer kinderen.
Kinderen (ongeacht hun burgerlijke staat en leeftijd) kunnen zowel eigen,
stief- als adoptiekinderen zijn, ze wonen bij (één van) de ouder(s) en
hebben zelf geen thuiswonende kinderen. Pleegkinderen worden niet
meegeteld.