Inkomensverd. particuliere huish. naar inkomensgroepen, na revisie, 2002

Inkomensverd. particuliere huish. naar inkomensgroepen, na revisie, 2002

Regio's Inkomensverdeling Aantal huishoudens (absoluut) (x 1 000)
Utrecht Totaal particulier huishouden 471,1
Utrecht 1e 10%-groep; minder dan 12 400 euro 39,4
Utrecht 2e 10%-groep; 12 400 tot 15 600 euro 40,1
Utrecht 3e 10%-groep; 15 600 tot 18 700 euro 43,1
Utrecht 4e 10%-groep; 18 700 tot 22 000 euro 44,0
Utrecht 5e 10%-groep; 22 000 tot 25 700 euro 44,5
Utrecht 6e 10%-groep; 25 700 tot 29 800 euro 44,8
Utrecht 7e 10%-groep; 29 800 tot 34 300 euro 47,1
Utrecht 8e 10%-groep; 34 300 tot 40 100 euro 49,4
Utrecht 9e 10%-groep; 40 100 tot 49 800 euro 54,2
Utrecht 10e 10%-groep; meer dan 49 800 euro 64,4
Utrecht 1e 10%-groep; minder dan 12 400 euro 39,4
Utrecht 2e-4e 10%-groep; 12 400 tot 22 000 euro 127,2
Utrecht 5e-8e 10%-groep; 22 000 tot 40 100 euro 185,9
Utrecht 9e-10e 10%-groep; meer dan 40 100 euro 118,6
Utrecht Totaal particulier huishouden 471,1
Utrecht 1e 10%-groep; minder dan 12 400 euro 39,4
Utrecht 2e 10%-groep; 12 400 tot 15 600 euro 40,1
Utrecht 3e 10%-groep; 15 600 tot 18 700 euro 43,1
Utrecht 4e 10%-groep; 18 700 tot 22 000 euro 44,0
Utrecht 5e 10%-groep; 22 000 tot 25 700 euro 44,5
Utrecht 6e 10%-groep; 25 700 tot 29 800 euro 44,8
Utrecht 7e 10%-groep; 29 800 tot 34 300 euro 47,1
Utrecht 8e 10%-groep; 34 300 tot 40 100 euro 49,4
Utrecht 9e 10%-groep; 40 100 tot 49 800 euro 54,2
Utrecht 10e 10%-groep; meer dan 49 800 euro 64,4
Utrecht 1e 10%-groep; minder dan 12 400 euro 39,4
Utrecht 2e-4e 10%-groep; 12 400 tot 22 000 euro 127,2
Utrecht 5e-8e 10%-groep; 22 000 tot 40 100 euro 185,9
Utrecht 9e-10e 10%-groep; meer dan 40 100 euro 118,6
Utrecht Totaal particulier huishouden 172,2
Utrecht 1e 10%-groep; minder dan 12 400 euro 18,0
Utrecht 2e 10%-groep; 12 400 tot 15 600 euro 16,7
Utrecht 3e 10%-groep; 15 600 tot 18 700 euro 17,6
Utrecht 4e 10%-groep; 18 700 tot 22 000 euro 17,6
Utrecht 5e 10%-groep; 22 000 tot 25 700 euro 16,8
Utrecht 6e 10%-groep; 25 700 tot 29 800 euro 16,5
Utrecht 7e 10%-groep; 29 800 tot 34 300 euro 16,1
Utrecht 8e 10%-groep; 34 300 tot 40 100 euro 16,4
Utrecht 9e 10%-groep; 40 100 tot 49 800 euro 17,7
Utrecht 10e 10%-groep; meer dan 49 800 euro 18,9
Utrecht 1e 10%-groep; minder dan 12 400 euro 18,0
Utrecht 2e-4e 10%-groep; 12 400 tot 22 000 euro 51,9
Utrecht 5e-8e 10%-groep; 22 000 tot 40 100 euro 65,7
Utrecht 9e-10e 10%-groep; meer dan 40 100 euro 36,6
Utrecht Totaal particulier huishouden 236,2
Utrecht 1e 10%-groep; minder dan 12 400 euro 22,7
Utrecht 2e 10%-groep; 12 400 tot 15 600 euro 21,5
Utrecht 3e 10%-groep; 15 600 tot 18 700 euro 23,0
Utrecht 4e 10%-groep; 18 700 tot 22 000 euro 23,4
Utrecht 5e 10%-groep; 22 000 tot 25 700 euro 22,2
Utrecht 6e 10%-groep; 25 700 tot 29 800 euro 22,0
Utrecht 7e 10%-groep; 29 800 tot 34 300 euro 22,3
Utrecht 8e 10%-groep; 34 300 tot 40 100 euro 23,3
Utrecht 9e 10%-groep; 40 100 tot 49 800 euro 25,8
Utrecht 10e 10%-groep; meer dan 49 800 euro 29,9
Utrecht 1e 10%-groep; minder dan 12 400 euro 22,7
Utrecht 2e-4e 10%-groep; 12 400 tot 22 000 euro 67,9
Utrecht 5e-8e 10%-groep; 22 000 tot 40 100 euro 89,8
Utrecht 9e-10e 10%-groep; meer dan 40 100 euro 55,7
Utrecht Totaal particulier huishouden 117,3
Utrecht 1e 10%-groep; minder dan 12 400 euro 14,7
Utrecht 2e 10%-groep; 12 400 tot 15 600 euro 12,5
Utrecht 3e 10%-groep; 15 600 tot 18 700 euro 13,0
Utrecht 4e 10%-groep; 18 700 tot 22 000 euro 12,6
Utrecht 5e 10%-groep; 22 000 tot 25 700 euro 11,6
Utrecht 6e 10%-groep; 25 700 tot 29 800 euro 11,0
Utrecht 7e 10%-groep; 29 800 tot 34 300 euro 9,9
Utrecht 8e 10%-groep; 34 300 tot 40 100 euro 9,8
Utrecht 9e 10%-groep; 40 100 tot 49 800 euro 10,9
Utrecht 10e 10%-groep; meer dan 49 800 euro 11,4
Utrecht 1e 10%-groep; minder dan 12 400 euro 14,7
Utrecht 2e-4e 10%-groep; 12 400 tot 22 000 euro 38,0
Utrecht 5e-8e 10%-groep; 22 000 tot 40 100 euro 42,2
Utrecht 9e-10e 10%-groep; meer dan 40 100 euro 22,3
Bron: cbs.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Sinds 1946 houdt het Centraal Bureau voor de Statistiek regelmatig
onderzoek naar de regionale inkomensverdeling. Deze onderzoeken zijn
voornamelijk gebaseerd op registers afkomstig van het Ministerie van
Financiën (de fiscale registers) en de Nederlandse gemeenten
(de bevolkingsregisters = GBA).
De uiteindelijke RIO resultaten zijn gebaseerd op een steekproef
van 1,9 miljoen huishoudens.

De cijfers in deze tabel wijken af van de eerder gepubliceerde
cijfers over 2002 omdat het besteedbaar inkomen en de ophoging
gebruikt is conform de methodiek 2003 (zie ook 4.5 en 4.7.4).
In het verdere verloop van deze toelichting spreken we
over 'nárevisie 2003'.

Inkomensverdelingen van personen en huishoudens, per landsdeel,
provincie, corop-gebied, grootstedelijke agglomeratie, stadsgewest
en gemeente.

Gegevens beschikbaar vanaf: 2002

Frequentie: eenmalig
Omdat de gemeentelijke indeling jaarlijks verandert worden de
uitkomsten uit het RIO voor elk afzonderlijk onderzoeksjaar
gepubliceerd; samenvoeging of splitsing van gemeenten heeft tot
gevolg dat alle informatie gerelateerd aan het inkomen in een
nieuw gevormde of gesplitste gemeente aanzienlijk kan wijzigen
waardoor vergelijkbaarheid in de tijd niet mogelijk is.

Toelichting onderwerpen

Aantal huishoudens (absoluut)
De hier opgenomen populatie betreft particuliere huishoudens met inkomen.