Particuliere huish.met laag inkomen / rond soc. minimum, na revisie, 2001

Particuliere huish.met laag inkomen / rond soc. minimum, na revisie, 2001

Regio's Samenstelling van het huishouden Aantal huishoudens (x 1 000) Aantal huishoudens met een laag inkomen (%)
Agglomeratie Leiden en Bollenstreek Totaal particulier huishouden 156,5 7
Agglomeratie Leiden en Bollenstreek Eenpersoonshuishoudens 50,6 11
Midden-Noord-Brabant Totaal particulier huishouden 177,0 8
Midden-Noord-Brabant Eenpersoonshuishoudens 48,1 13
Midden-Limburg Totaal particulier huishouden 88,9 8
Midden-Limburg Eenpersoonshuishoudens 22,9 13
Leeuwarden Totaal particulier huishouden 40,4 12
Leeuwarden Eenpersoonshuishoudens 16,0 17
Leiden Totaal particulier huishouden 104,5 7
Leiden Eenpersoonshuishoudens 36,7 12
Leeuwarden Totaal particulier huishouden 66,3 10
Leeuwarden Eenpersoonshuishoudens 22,2 15
Leiden Totaal particulier huishouden 134,0 7
Leiden Eenpersoonshuishoudens 44,6 11
Leeuwarden Totaal particulier huishouden 40,4 12
Leeuwarden Eenpersoonshuishoudens 16,0 17
Coevorden Totaal particulier huishouden 14,5 8
Coevorden Eenpersoonshuishoudens 3,7 11
Denekamp Totaal particulier huishouden 9,2 5
Denekamp Eenpersoonshuishoudens 1,8 11
Hardenberg Totaal particulier huishouden 20,7 6
Hardenberg Eenpersoonshuishoudens 4,5 10
Oldenzaal Totaal particulier huishouden 12,5 7
Oldenzaal Eenpersoonshuishoudens 3,3 10
Wierden Totaal particulier huishouden 8,2 6
Wierden Eenpersoonshuishoudens 1,5 7
Rijnwaarden Totaal particulier huishouden 4,3 6
Rijnwaarden Eenpersoonshuishoudens 0,8 13
Rheden Totaal particulier huishouden 19,3 7
Rheden Eenpersoonshuishoudens 6,3 11
Vorden Totaal particulier huishouden 3,3 6
Vorden Eenpersoonshuishoudens 0,8 9
Leusden Totaal particulier huishouden 11,4 5
Leusden Eenpersoonshuishoudens 3,0 7
Woudenberg Totaal particulier huishouden 4,0 4
Woudenberg Eenpersoonshuishoudens 0,9 x
Den Helder Totaal particulier huishouden 26,1 9
Den Helder Eenpersoonshuishoudens 8,8 14
Muiden Totaal particulier huishouden 2,8 7
Muiden Eenpersoonshuishoudens 0,8 x
Naarden Totaal particulier huishouden 7,1 5
Naarden Eenpersoonshuishoudens 2,3 7
Alphen aan den Rijn Totaal particulier huishouden 28,2 6
Alphen aan den Rijn Eenpersoonshuishoudens 7,9 9
Berkel en Rodenrijs Totaal particulier huishouden 6,3 5
Berkel en Rodenrijs Eenpersoonshuishoudens 1,3 9
Capelle aan den IJssel Totaal particulier huishouden 27,9 7
Capelle aan den IJssel Eenpersoonshuishoudens 8,9 12
Krimpen aan den IJssel Totaal particulier huishouden 11,2 6
Krimpen aan den IJssel Eenpersoonshuishoudens 2,6 11
Leiden Totaal particulier huishouden 51,8 10
Leiden Eenpersoonshuishoudens 21,8 14
Nieuwerkerk aan den IJssel Totaal particulier huishouden 8,4 6
Nieuwerkerk aan den IJssel Eenpersoonshuishoudens 1,9 13
Schipluiden Totaal particulier huishouden 4,0 5
Schipluiden Eenpersoonshuishoudens 0,8 x
Woerden Totaal particulier huishouden 18,4 5
Woerden Eenpersoonshuishoudens 4,8 8
Giessenlanden Totaal particulier huishouden 5,3 4
Giessenlanden Eenpersoonshuishoudens 1,1 x
Geertruidenberg Totaal particulier huishouden 8,3 5
Geertruidenberg Eenpersoonshuishoudens 1,8 9
Heusden Totaal particulier huishouden 16,1 5
Heusden Eenpersoonshuishoudens 3,3 7
Sint-Oedenrode Totaal particulier huishouden 6,4 5
Sint-Oedenrode Eenpersoonshuishoudens 1,3 10
Uden Totaal particulier huishouden 16,1 7
Uden Eenpersoonshuishoudens 4,3 12
Arcen en Velden Totaal particulier huishouden 3,4 5
Arcen en Velden Eenpersoonshuishoudens 0,6 x
Eijsden Totaal particulier huishouden 4,5 5
Eijsden Eenpersoonshuishoudens 0,9 12
Helden Totaal particulier huishouden 7,1 7
Helden Eenpersoonshuishoudens 1,4 17
Reusel-De Mierden Totaal particulier huishouden 4,4 5
Reusel-De Mierden Eenpersoonshuishoudens 0,8 10
De Wolden Totaal particulier huishouden 9,1 6
De Wolden Eenpersoonshuishoudens 2,0 8
Sluis-Aardenburg Totaal particulier huishouden 2,9 8
Sluis-Aardenburg Eenpersoonshuishoudens 0,9 12
Noordenveld Totaal particulier huishouden 12,9 6
Noordenveld Eenpersoonshuishoudens 3,2 9
Midden-Drenthe Totaal particulier huishouden 13,0 7
Midden-Drenthe Eenpersoonshuishoudens 3,2 12
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Sinds 1946 houdt het Centraal Bureau voor de Statistiek regelmatig
onderzoek naar de regionale inkomensverdeling. Deze onderzoeken zijn
voornamelijk gebaseerd op registers afkomstig van het Ministerie van
Financiën (de fiscale registers) en de Nederlandse gemeenten
(de bevolkingsregisters = GBA).
De uiteindelijke RIO resultaten zijn gebaseerd op een steekproef
van 1,9 miljoen huishoudens.

De cijfers in deze tabel wijken af van de eerder gepubliceerde
cijfers over 2001 omdat het besteedbaar inkomen en de ophoging
gebruikt is conform de methodiek 2003 (zie ook 4.5 en 4.7.4).
In het verdere verloop van deze toelichting spreken we
over 'ná revisie 2003'.

Inkomensverdelingen van personen en huishoudens, per landsdeel,
provincie, corop-gebied, grootstedelijke agglomeratie, stadsgewest
en gemeente.

Gegevens beschikbaar vanaf: 2001

Frequentie: eenmalig
Omdat de gemeentelijke indeling jaarlijks verandert worden de
uitkomsten uit het RIO voor elk afzonderlijk onderzoeksjaar
gepubliceerd; samenvoeging of splitsing van gemeenten heeft tot
gevolg dat alle informatie gerelateerd aan het inkomen in een
nieuw gevormde of gesplitste gemeente aanzienlijk kan wijzigen
waardoor vergelijkbaarheid in de tijd niet mogelijk is.

Toelichting onderwerpen

Aantal huishoudens
De hier opgenomen populatie betreft particuliere huishoudens met inkomen.
Aantal huishoudens met een laag inkomen
Het percentage huishoudens met een laag inkomen met de desbetreffende
huishoudenssamenstelling.
De lage-inkomensgrens is vastgesteld op 9.249 euro. Dit bedrag komt in
koopkracht ongeveer overeen met de koopkracht van een bijstandsuitkering
voor een alleenstaande in 1979, toen deze op zijn hoogst was. Het
inkomensbegrip dat in deze publicatie wordt gehanteerd, is het
besteedbaar inkomen verminderd met eventueel ontvangen
huursubsidie. Om te bepalen hoe het inkomen van een huishouden zich
verhoudt tot de lage-inkomensgrens, wordt het inkomen van
een huishouden gecorrigeerd voor verschillen in huishoudenssamenstelling
en voor de prijsontwikkeling. De correctie voor verschillen in
samenstelling vindt plaats met behulp van equivalentiefactoren.
In de equivalentiefactor komen de schaalvoordelen tot uitdrukking die het
gevolg zijn van het voeren van een gemeenschappelijke huishouding. Met
behulp van de equivalentiefactoren worden alle inkomens herleid tot het
inkomen van een eenpersoonshuishouden. Op deze wijze zijn de
inkomensniveaus van huishoudens onderling vergelijkbaar gemaakt.
Vervolgens wordt dit gestandaardiseerde inkomen (met
consumentenprijsindices) herleid naar het prijspeil in 2000.
Het resulterende inkomen is laag wanneer het minder is dan 9.249 euro.