Windenergie op land; productie en capaciteit naar ashoogte

Windenergie op land; productie en capaciteit naar ashoogte

Ashoogten windmolens Perioden Windmolens In gebruik genomen windmolens (aantal) Windmolens Uit gebruik genomen windmolens (aantal) Windmolens Opgestelde windmolens einde van jaar (aantal) Rotoroppervlak In gebruik genomen rotoroppervlak (1 000 m2) Rotoroppervlak Uit gebruik genomen rotoroppervlak (1 000 m2) Rotoroppervlak Opgesteld rotoroppervlak einde jaar (1 000 m2) Elektrisch vermogen In gebruik genomen vemogen (megawatt) Elektrisch vermogen Uit gebruik genomen vermogen (megawatt) Elektrisch vermogen Opgesteld vermogen einde jaar (megawatt) Elektriciteitsproductie Elektriciteitsproductie (mln kWh) Elektriciteitsproductie Productiefactor (%) Elektriciteitsproductie Productie per rotoroppervlak (kWh per m2) Elektriciteitsproductie Aantal vollasturen (uur)
Totaal alle ashoogten 2020 206 88 2.150 2.252 212 10.555 745 84 4.188 9.794 29,0 1.035 2.549
Totaal alle ashoogten 2021 285 127 2.308 3.673 328 13.900 1.147 149 5.186 10.058 24,2 809 2.122
Totaal alle ashoogten 2022 257 119 2.446 3.522 323 17.099 1.085 141 6.131 13.440 27,3 873 2.388
Totaal alle ashoogten 2023** 125 14 2.557 2.201 48 19.252 655 29 6.757 17.814 31,5 975 2.756
t/m 30 meter 2020 0 7 78 0 3 23 0 1 9 16 20,0 670 1.758
t/m 30 meter 2021 0 2 76 . . 23 0 0 9 13 16,7 558 1.459
t/m 30 meter 2022 1 6 71 0 1 22 0 1 9 12 15,9 532 1.395
t/m 30 meter 2023** 0 0 71 0 0 22 0 0 9 13 17,0 568 1.489
31 t/m 50 meter 2020 4 39 509 6 27 746 3 10 304 631 23,7 848 2.084
31 t/m 50 meter 2021 1 62 448 . . 680 1 27 278 489 19,8 707 1.732
31 t/m 50 meter 2022 10 47 411 16 65 631 9 27 260 485 20,9 754 1.834
31 t/m 50 meter 2023** 0 1 410 0 0 631 0 0 260 544 23,9 862 2.093
51 t/m 70 meter 2020 3 30 549 12 87 1.592 6 39 725 1.403 22,1 883 1.945
51 t/m 70 meter 2021 1 44 506 . . 1.441 3 72 656 1.010 16,8 668 1.470
51 t/m 70 meter 2022 0 53 453 0 207 1.233 0 91 565 951 17,7 707 1.547
51 t/m 70 meter 2023** 0 13 440 0 48 1.185 0 28 537 922 19,4 770 1.696
71 t/m 95 meter 2020 20 1 391 93 2 2.357 44 1 942 2.416 29,5 1.037 2.592
71 t/m 95 meter 2021 55 19 427 . . 2.872 216 50 1.108 2.095 23,7 809 2.075
71 t/m 95 meter 2022 44 12 459 513 42 3.342 185 20 1.273 2.516 24,9 837 2.179
71 t/m 95 meter 2023** 25 0 484 319 0 3.662 95 0 1.368 3.480 29,5 968 2.585
96 meter of meer 2020 179 11 623 2.141 93 5.837 692 33 2.209 5.328 32,3 1.116 2.838
96 meter of meer 2021 228 0 851 . . 8.883 928 1 3.136 6.450 26,8 848 2.345
96 meter of meer 2022 202 1 1.052 2.991 6 11.868 891 3 4.024 9.476 30,2 913 2.643
96 meter of meer 2023** 100 0 1.152 1.882 0 13.750 559 0 4.583 12.855 34,1 1.002 2.986
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


In deze tabel zijn cijfers opgenomen over de capaciteit van windmolens en de gerealiseerde elektriciteitsproductie. De gegevens zijn daarbij uitgesplitst naar klasse van ashoogte van de windmolens en zijn exclusief de in zee opgestelde windmolens.

Gegevens beschikbaar vanaf:
1990, jaarlijks

Status van de cijfers:
Deze tabel geeft definitieve cijfers tot en met 2022 en nader voorlopige cijfers over en 2023.

Wijzigingen per november 2024:
De elektriciteitsproductie wordt nu gepubliceerd inclusief eigen verbruik van de windmolens, deze wijkt dus ongeveer 2% af ten opzichte van voorgaande publicaties. Dit is teruggelegd tot en met 2021. Verder zijn er meer windmolens afgesloten in 2021 dan voorheen gedacht, dit heeft ook uitwerking op het opgestelde vermogen van 2022 en 2023. De cijfers van 2021 zijn gereviseerd en sluiten aan bij de meest recente inzichten. De cijfers van 2021 en 2022 zijn definitief, de cijfers van 2023 Nader Voorlopig.

Wijzigingen per juni 2024:
Nader voorlopige cijfers over 2023 zijn toegevoegd.

Wanneer komen er nieuwe cijfers:
Nader voorlopige cijfers over het voorafgaande jaar verschijnen elk jaar in juni. Deze cijfers worden daarna bijgesteld in het vierde kwartaal en blijven nader voorlopig.
Definitieve cijfers verschijnen in het vierde kwartaal in tweede jaar na het verslagjaar.

Toelichting onderwerpen

Windmolens
In gebruik genomen windmolens
Het aantal windmolens dat in het verslagjaar in gebruik is genomen.
Uit gebruik genomen windmolens
Het aantal windmolens dat in het verslagjaar uit gebruik is genomen en als verwijderd wordt beschouwd.
Opgestelde windmolens einde van jaar
Het aantal windmolens dat op 31 december van het verslagjaar in gebruik is.
Rotoroppervlak
Het totale oppervlak dat door de draaiende wieken van de molens bestreken wordt.
In gebruik genomen rotoroppervlak
Het rotororoppervlak dat in het verslagjaar in gebruik is genomen.
Uit gebruik genomen rotoroppervlak
Het rotoroppervlak dat in het verslagjaar uit gebruik is genomen en als verwijderd wordt beschouwd.
Opgesteld rotoroppervlak einde jaar
Het rotoroppervlak dat op 31 december van het verslagjaar in gebruik is.
Elektrisch vermogen
De hoeveelheid elektriciteit die de windmolens onder optimale omstandigheden kunnen produceren per tijdseenheid (bijvoorbeeld per uur).
In gebruik genomen vemogen
Het elektrisch vermogen dat in het verslagjaar in gebruik is genomen.
Uit gebruik genomen vermogen
Het elektrisch vermogen dat in het verslagjaar uit gebruik is genomen en als verwijderd wordt beschouwd.
Opgesteld vermogen einde jaar
Het elektrisch vermogen dat op 31 december van het verslagjaar in gebruik is.
Elektriciteitsproductie
Binnenlandse bruto productie van hernieuwbare elektriciteit, niet gecorrigeerd voor weersomstandigheden.
Elektriciteitsproductie
Productiefactor
De gerealiseerde productie gedeeld door de maximale productie berekend op basis van de capaciteit van de windmolens. In perioden met meer wind is de productiefactor hoger. Bij de berekening van de maximale productie telt het vermogen van de windmolens naar rato van het aantal maanden in een jaar dat de windmolens in gebruik zijn. De productiefactor is recht evenredig met het aantal vollasturen.
Productie per rotoroppervlak
De elektriciteitsproductie per rotoroppervlak is berekend door de productie te delen door het gemiddelde rotoroppervlak gedurende een jaar. Het gemiddelde rotoroppervlak gedurende een jaar is berekend als het gemiddelde van de rotoroppervlakten aan het einde van elke maand, waarbij gewogen is met het aantal dagen per maand.
Aantal vollasturen
Het aantal uren per jaar dat de windmolens op vol vermogen zouden moeten draaien om de gerealiseerde productie te halen. Bij de berekening van het aantal vollasturen telt het vermogen van de windmolens naar rato van de periode in een jaar dat de windmolens in gebruik zijn. Het aantal vollasturen is recht evenredig met de productiefactor.