Arbeidsomstandigheden werknemers; herkomst en arbeidsduur 2005-2013

Arbeidsomstandigheden werknemers; herkomst en arbeidsduur 2005-2013

Kenmerken werknemers Perioden Arbeidsongevallen Aantal ongevallen per 100.000 werknemers (aantal) Arbeidsongevallen Totaal aandeel werknemers met ongeval (%) Tevredenheid Tevreden met arbeidsomstandigheden (%)
Arbeidsduur: 1 tot 20 uur per week 2013 10.900 6,2 73,0
Arbeidsduur: 20 tot 35 uur per week 2013 12.100 6,1 72,4
Arbeidsduur: 35 uur of meer per week 2013 12.200 6,8 73,4
Bron: © CBS, TNO
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel bevat gegevens over arbeidsomstandigheden van de Nederlandse werknemer, naar herkomst en arbeidsduur. In de tabel worden cijfers gepresenteerd over fysieke en psychosociale werkomstandigheden, slachtofferschap op het werk, arbeidsongevallen, burn-outklachten, tevredenheid met het werk en langer willen en kunnen doorwerken.
De gegevens in deze tabel zijn gebaseerd op de Nationale Enquête Arbeidsomstandigheden (NEA).
De NEA wordt uitgevoerd door TNO en CBS met steun van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
Het doel van de NEA is om onder een grote en representatieve steekproef van werknemers arbeidsomstandigheden in brede zin te 'monitoren'.

Gegevens beschikbaar van:
2005 tot en met 2013.

Status van de cijfers:
Cijfers in deze tabel zijn definitief.

Wijzigingen per 16 oktober 2015
Geen, deze tabel is stopgezet.

Wijzigingen per 8 mei 2014
De cijfers over 2013 zijn toegevoegd.

Wijzigingen per 7 mei 2013
Door afrondingen was voor het jaar 2008 een verschil ontstaan tussen het totaal aandeel werknemers dat zich emotioneel uitgeput voelt volgens deze tabel en de tabel 'Arbeidsomstandigheden werknemers; geslacht en leeftijd'. De cijfers komen nu overeen.
De cijfers over arbeidsongevallen zijn aangepast. Cijfers volgens de nieuwe definitie zijn beschikbaar vanaf 2005. De nieuwe cijfers sluiten beter aan bij de Europese cijfers over arbeidsongevallen en bij de arbeidsongevallencijfers van TNO.
Volgens de nieuwe definitie worden ongevallen zonder verzuim, met tenminste 0 dagen verzuim (verzuim korter dan een dag telt ook mee), met tenminste 1 dag verzuim (in overeenstemming met de cijfers van TNO) en tenminste 4 dagen verzuim (in overeenstemming met de Europese cijfers) onderscheiden. Daarnaast wordt voor het totaal aandeel werknemers met een arbeidsongeval het soort letsel onderscheiden. Soort letsel bestaat nu uit de drie categorieën 'uitsluitend lichamelijk letsel', 'uitsluitend geestelijk letsel' en 'beide'. Deze drie categorieën tellen op tot het totaal aandeel werknemers met een arbeidsongeval. Ongevallen tijdens het woon-werkverkeer zijn niet opgenomen in de arbeidsongevallen.

Veranderen in:
Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Niet meer van toepassing. Deze tabel is stopgezet omdat er sprake is van een nieuwe leeftijdsafbakening (15-75 jaar) en er designwijzigingen hebben plaatsgevonden. Deze tabel wordt opgevolgd door:

Psychosociale arbeidsbelasting (PSA) werknemers; herkomst en arbeidsduur
Duurzame inzetbaarheid werknemers; herkomst en arbeidsduur
Fysieke arbeidsbelasting werknemers; herkomst en arbeidsduur
Arbeidsongevallen werknemers; herkomst en arbeidsduur

Zie paragraaf 3.

Toelichting onderwerpen

Arbeidsongevallen
Een ongeval of voorval tijdens het werk waardoor de werknemer lichamelijk letsel of geestelijke schade heeft opgelopen, exclusief ongeval tijdens woon-werkverkeer.
Aantal ongevallen per 100.000 werknemers
Enquêtevraag: Bent u in de afgelopen 12 maanden tijdens het werk betrokken geweest bij een ongeval of voorval, waardoor u lichamelijk letsel of geestelijke schade heeft opgelopen?
Antwoordcategorieën:
Ja, een keer.
Ja, meerdere keren, namelijk .. keer.
Nee.
Aantal is het gemiddelde op grond van bovenstaande antwoorden vermenigvuldigd met 100.000 en afgerond op honderdtallen.
In 2007 is de vragenlijst gewijzigd. Veranderingen in de formulering, lay-out en context van de vragen zijn mogelijk van invloed op de uitkomst van deze variabele. Daarom is voorzichtigheid geboden bij vergelijkingen tussen jaren voor 2007 en vanaf 2007.
Totaal aandeel werknemers met ongeval
De volgende enquêtevragen zijn hierbij betrokken:
A) Bent u in de afgelopen 12 maanden tijdens het werk betrokken geweest bij een ongeval of voorval, waardoor u lichamelijk letsel of geestelijke schade heeft opgelopen?
Antwoordcategorieën:
1. Ja, één keer
2. Ja, meerdere keren
3. Nee
B) Heeft u verzuimd als gevolg van dit ongeval/voorval?
Antwoordcategorieën:
1. Ja, en ik ben nog steeds niet aan het werk
2. Ja, maar ik ben inmiddels weer aan het werk
3. Nee
C) Hoe ontstond het letsel?
Antwoordcategorieën:
1. Ergens aan gesneden, gestoten
2. Door een voorwerp geraakt
3. Een beknelling
4. Val van hoogte (trap, ladder, steiger, ed)
5. Uitglijden, struikelen of andere val
6. Door iemand bedreigd, gebeten, geschopt
7. Contact met stroom, hitte, kou, gevaarlijke stoffen, lawaai
8. Verkeersongeval op de openbare weg, tijdens werktijd
9. Verkeersongeval op de openbare weg tijdens woon-werkverkeer
10. Anders
Cijfer betreft antwoord vraag A=1of 2 én vraag B= 1,2 of 3 én niet antwoord 9 op vraag C.
In 2007 is de vragenlijst gewijzigd. Veranderingen in de formulering, lay-out en context van de vragen zijn mogelijk van invloed op de uitkomst van deze variabele. Daarom is voorzichtigheid geboden bij vergelijkingen tussen jaren voor 2007 en vanaf 2007.
Tevredenheid
Tevreden met arbeidsomstandigheden
Enquêtevraag: In hoeverre bent u, alles bij elkaar genomen, tevreden met uw arbeidsomstandigheden?
Antwoordcategorieën:
Zeer ontevreden.
Ontevreden.
Niet ontevreden/niet tevreden.
Tevreden.
Zeer tevreden.
Cijfer betreft het percentage werknemers met antwoordcategorieën: Tevreden + Zeer tevreden.
In 2007 is de vragenlijst gewijzigd. Veranderingen in de formulering, lay-out en context van de vragen zijn mogelijk van invloed op de uitkomst van deze variabele. Daarom is voorzichtigheid geboden bij vergelijkingen tussen jaren voor 2007 en vanaf 2007.