Ondernemingsklimaat; Nederlandse economie internationaal gezien, 1960-2012

Ondernemingsklimaat; Nederlandse economie internationaal gezien, 1960-2012

Landen Perioden Arbeidsproductiviteit (in bbp) Bbp, per hoofd van de bevolking (1 000 PPS) Arbeidsproductiviteit (in bbp) Bbp, volumemutatie (in % van voorgaand jaar) Arbeidsproductiviteit (in bbp) Bbp, per gewerkt uur (US-dollar (2005 PPP)) Arbeidsproductiviteit (in bbp) Bbp, per werkzame persoon (1 000 US-dollar (2005 PPP)) Arbeidsinzet Werkzame beroepsbevolking Totaal werkzame beroepsbevolking (% van de bevolking 15-64 jaar) Arbeidsinzet Werkzame beroepsbevolking Naar geslacht Mannen (% van de mannelijke bevolking 15-64 jaar) Arbeidsinzet Werkzame beroepsbevolking Naar geslacht Vrouwen (% van de vrouwelijke bevolking 15-64 jaa) Arbeidsinzet Werkzame beroepsbevolking Naar leeftijd 15-24 jaar (% van de bevolking 15-24 jaar) Arbeidsinzet Werkzame beroepsbevolking Naar leeftijd 25-54 jaar (% van de bevolking 25-54 jaar) Arbeidsinzet Werkzame beroepsbevolking Naar leeftijd 55-64 jaar (% van de bevolking 55-64 jaar) Arbeidsinzet Gewerkte uren per werkzame persoon (uren per jaar) Levenskwaliteit Levensverwachting bij geboorte Totaal mannen en vrouwen (jaren) Levenskwaliteit Levensverwachting bij geboorte Mannen (jaren) Levenskwaliteit Levensverwachting bij geboorte Vrouwen (jaren) Levenskwaliteit Inkomens-kwintiel-aandeel-ratio (verhoudingsgetal) Ecologische duurzaamheid Energieverbruik per eenheid bbp (kg olie-equivalent per 1 000 euro bbp) Ecologische duurzaamheid CO2-uitstoot (1 000 kg per hoofd van de bevolking) Ecologische duurzaamheid Groene stroom (% van totale elektriciteitsverbruik)
Australië 2012 33,8 3,6 43,3 73,3 72,3 78,1 66,6 59,7 79,5 61,4 1.690 . . . . . . .
België 2012 30,3 -0,3 54,7 78,6 61,8 66,9 56,8 25,3 79,3 39,5 1.436 . . . . . . .
Canada 2012 31,9 1,8 42,9 73,7 72,2 75,2 69,2 54,5 81,4 59,8 1.717 . . . . . . .
Denemarken 2012 31,9 -0,5 44,1 67,2 72,6 75,2 70,0 55,0 81,9 60,8 1.524 . . . . . . .
Duitsland 2012 31,2 0,9 49,0 68,5 72,8 77,6 68,0 46,6 83,2 61,5 1.397 . . . . . . .
Finland 2012 29,3 -0,2 41,5 69,3 69,5 70,9 68,2 43,3 82,0 58,2 1.672 . . . 3,7 . . .
Frankrijk 2012 27,7 0,0 51,2 75,6 63,9 68,0 60,0 28,8 80,8 44,5 1.476 . . . . . . .
Hongarije 2012 16,6 -1,8 23,1 43,7 57,2 62,5 52,1 18,6 74,6 36,9 1.888 . . . 4,0 . . .
Ierland 2012 32,8 0,9 59,1 91,7 58,8 62,4 55,2 27,9 69,4 49,5 1.552 . . . . . . .
Italië 2012 25,0 -2,4 39,9 70,0 57,6 67,5 47,8 20,5 70,3 40,4 1.752 . . . . . . .
Japan 2012 27,7 2,0 37,0 64,0 70,6 80,3 60,7 38,5 80,5 65,4 1.727 . . . . . . .
Nederland 2012 33,2 -1,0 52,0 71,8 75,1 79,7 70,4 63,3 83,8 58,6 1.381 . . . . . . .
Oostenrijk 2012 33,3 0,8 45,9 73,2 72,5 77,8 67,3 54,6 85,4 43,1 1.595 . . . . . . .
Polen 2012 16,9 2,0 23,4 45,2 59,7 66,3 53,1 24,7 77,2 38,7 1.935 . . . 4,9 . . .
Spanje 2012 24,9 -1,4 42,1 71,0 56,2 61,0 51,3 20,0 66,3 43,9 1.686 . . . . . . .
Tsjechië 2012 20,4 1,8 28,4 51,1 66,5 74,6 58,2 25,2 82,9 49,4 1.800 . . . 3,5 . . .
Verenigd Koninkrijk 2012 27,8 0,3 42,3 70,1 70,9 76,1 65,7 50,0 80,3 58,1 1.656 . . . . . . .
Verenigde Staten 2012 38,3 2,2 53,2 95,4 67,1 72,3 62,2 46,0 75,7 60,7 1.792 . . . . . . .
Zuid-Korea 2012 24,1 2,0 27,6 56,7 64,2 74,9 53,5 24,2 74,7 63,1 2.055 . . . . . . .
Zweden 2012 32,6 1,2 44,5 72,2 73,8 75,6 71,8 40,0 85,2 73,1 1.621 . . . . . . .
EU-15 2012 28,0 . . . 65,6 71,0 60,1 36,7 77,3 50,9 . . . . . . . .
EU-25 2012 . . . . . . . . . . . . . . . . . .
EU-27 2012 25,6 . . . . . . . . . . . . . . . . .
OESO 2012 . . . . 65,1 73,2 60,1 39,7 75,6 55,6 . . . . . . . .
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel geeft een internationale vergelijking van de prestaties van de economie. Dit gebeurt aan de hand van een aantal breed geaccepteerde economische basisvariabelen zoals het bruto binnenlands product en de arbeidsparticipatie. Deze indicatoren worden aangevuld met indicatoren op het terrein van levenskwaliteit en ecologische duurzaamheid.

Let op: om een internationale vergelijking mogelijk te maken is bij de bepaling van de hier gepresenteerde cijfers gebruikgemaakt van internationaal vergelijkbare definities, die soms afwijken van de normaal door het CBS gehanteerde definities. Hierdoor kunnen verschillen optreden tussen deze cijfers en elders op de CBS-website gepubliceerde nationale cijfers.

Gegevens beschikbaar over de jaren: 1960, 1970, 1980 en vanaf 1990 tot en met 2012.

Status van de cijfers:
De externe bronnen leveren regelmatig bijgestelde gegevens over voorgaande perioden. Deze bijgestelde gegevens zijn in de tabel niet als zodanig aangemerkt.

Wijzigingen per 1 maart 2018:
Deze tabel is stopgezet.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Niet langer van toepassing.

Toelichting onderwerpen

Arbeidsproductiviteit (in bbp)
De arbeidsproductiviteit wordt veelal uitgedrukt als het bruto binnenlands product (bbp) per gewerkt uur, of als het bbp per werkzame persoon. Het bbp wordt hier uitgedrukt in koopkrachtpariteiten. Een koopkrachtpariteit is een omrekenfactor voor valuta die de effecten van prijsverschillen eliminieert. Een zelfde product kan in het ene land goedkoper zijn dan in het andere land. Door het gebruik van koopkrachtpariteiten kunnen economieën van landen beter vergeleken worden.
Bbp, per hoofd van de bevolking
Bruto binnenlands product (bbp) tegen lopende marktprijzen, per hoofd van de bevolking uitgedrukt in koopkrachtequivalenten ('Purchasing Power Standards'; PPS).

Bron: Europese Commissie, AMECO-database.
Bbp, volumemutatie
Bruto binnenlands product (bbp), volume, gecorrigeerd voor koopkracht (2005 PPP, US-dollar).

Bronnen: OECD Economic Outlook 93 en OECD Labour Force Statistics (MEI).
Bbp, per gewerkt uur
Bruto binnenlands product (bbp), volume, gecorrigeerd voor koopkracht (2005 PPP, US-dollar), per gewerkt uur.

Bronnen: OECD Economic Outlook 93 en OECD Labour Force Statistics (MEI).
Bbp, per werkzame persoon
Bruto binnenlands product (bbp), volume, gecorrigeerd voor koopkracht (2005 PPP, 1 000 US-dollar), per werkzaam persoon.

Bronnen: OECD Economic Outlook 93 en OECD Labour Force Statistics (MEI).
Arbeidsinzet
Werkzame beroepsbevolking
Werkzame personen van 15 tot en met 64 jaar binnen de totale bevolking van 15 tot en met 64 jaar. In deze internationale vergelijking is uitgegaan van de definities volgens internationale richtlijnen. Hierbij wordt iemand tot de werkzame beroepsbevolking gerekend wanneer deze 15 jaar of ouder is en meer dan 1 uur per week werkt. Dit verschilt van de regulier door het CBS gebruikte methode waarbij iemand in Nederland tot de beroepsbevolking wordt gerekend wanneer hij of zij minstens 12 uur per week werkt.

Bronnen: OECD Labour Force Statistics.
Totaal werkzame beroepsbevolking
Naar geslacht
Mannen
Vrouwen
Naar leeftijd
15-24 jaar
25-54 jaar
55-64 jaar
Gewerkte uren per werkzame persoon
Gemiddeld aantal gewerkte uren per jaar, per werkzame persoon.

Bron: OECD Labour Force Statistics.
Levenskwaliteit
Levensverwachting bij geboorte
Het gemiddeld aantal resterende levensjaren van een persoon vanaf de geboorte.

Bronnen: OECD Health Status.

De regionale cijfers zijn afkomstig uit een eenmalig onderzoek van het CBS en het Ruimtelijk Planbureau (RPB) uit 2005: 'Achtergronden en veronderstellingen bij het model pearl. Naar een nieuwe regionale bevolkings- en allochtonenprognose.'
Totaal mannen en vrouwen
Mannen
Vrouwen
Inkomens-kwintiel-aandeel-ratio
Het inkomens-kwintiel-aandeel-ratio is de som van de inkomens van de 20% van de bevolking met de hoogste inkomens, gedeeld door de som van de inkomens van de 20% van de bevolking met de laagste inkomens. Voor de bepaling van het inkomen van een persoon is eerst het totale beschikbare inkomen van een huishouden bepaald. Vervolgens is dit inkomen gecorrigeerd voor de samenstelling van het huishouden. Alle personen binnen het huishouden hebben vervolgens hetzelfde gecorrigeerde inkomen toegerekend gekregen.

Bron: Eurostat.
Ecologische duurzaamheid
Energieverbruik per eenheid bbp
Dit is uitgedrukt in kilogrammen olie-equivalent per 1 000 euro van het bruto binnenlands product. Dit is een maat voor energieverbruik in verhouding tot energieverbruik gebaseerd op olie.

Bron: Eurostat.
CO2-uitstoot
Uitstoot van CO2 (koolstofdioxide) volgens IPCC-voorschriften, per hoofd van de bevolking. IPCC staat voor International Panel on Climate Change. Het betreft de uitstoot (emissies) bij het verbranden van olie, kolen en gas voor energiegebruik. Emissies bij verbranding van hout en afval, en bij enkele industriële processen zoals de productie van cement, zijn hierin niet meegenomen.

Bron: OECD.
Groene stroom
Aandeel van consumptie van elektriciteit die is opgewekt door duurzame energiebronnen in de totale bruto elektriciteitsconsumptie. Onder duurzame niet-fossiele energie wordt verstaan: zonne-, wind- en
geothermische energie, energie opgewekt door waterkrachtcentrales en energie gewonnen uit biomassa en afval. De totale bruto nationale elektriciteitsconsumptie van een land is gedefinieerd als de totale netto-elektriciteitsopwekking (uit alle binnenlandse bronnen) plus de import en minus de export van elektriciteit.

Bron: Eurostat.