Ondernemingsklimaat; innovatie internationaal vergeleken 1990-2008

Ondernemingsklimaat; innovatie internationaal vergeleken 1990-2008

Sectoren Landen en regio's Perioden Technologisch innovatieve bedrijven (% van totaal aantal bedrijven) Werkgelegenheid in hightechsectoren Medium- en hightechindustrie (% van totale werkzame beroepsbevolking) Werkgelegenheid in hightechsectoren Hightechdienstensector (% van totale werkzame beroepsbevolking) Samenwerkende innovatieve bedrijven Totaal (% van innovatieve bedrijven) Samenwerkende innovatieve bedrijven Met universiteiten (% van innovatieve bedrijven) Samenwerkende innovatieve bedrijven Met publieke researchinstellingen (% van innovatieve bedrijven) Octrooiaanvragen Aangevraagde octrooien bij het EPO (per miljoen personen in beroepsbevolking) Octrooiaanvragen Aangevraagde hightechoctrooien bij EPO (% van totaal aantal octrooiaanvragen) Octrooiaanvragen Aangevraagde hightechoctrooien bij EPO (per miljoen personen in beroepsbevolking) Octrooiaanvragen Aangevraagde triadische octrooien (per miljoen personen in beroepsbevolking) Omzetaandeel nieuw of verbeterd product Product, nieuw voor bedrijf, niet markt (% van de totale omzet) Omzetaandeel nieuw of verbeterd product Product, nieuw voor het bedrijf (% van de totale omzet) Niet-technologische innovatie Strategie (% van totaal aantal bedrijven) Niet-technologische innovatie Management (% van totaal aantal bedrijven) Niet-technologische innovatie Organisatie (% van totaal aantal bedrijven) Niet-technologische innovatie Marketing (% van totaal aantal bedrijven) Niet-technologische innovatie Esthetisch (% van totaal aantal bedrijven) Niet-technologische innovatie Organisatie en/of marketing (% van totaal aantal bedrijven)
Totaal bedrijfstakken Zweden 2008 44,7 . . . . . . . . . . . . . . . . .
Industrie Zweden 2008 . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Medium- en hightechindustrie Zweden 2008 . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Diensten Zweden 2008 . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Hightechdienstensector Zweden 2008 . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel geeft een internationaal overzicht van indicatoren voor innovatie. Het accent ligt op cijfers over technologisch innovatieve bedrijven. Daarnaast geeft de tabel een beeld van aangevraagde octrooien en behaalde omzetaandelen met innovatieve producten. Ten slotte worden gegevens gepresenteerd over vormen van niet-technologische innovatie. Hoge scores op genoemde indicatoren voor innovatief ondernemerschap geven een indicatie van een gunstig ondernemingsklimaat.

Let op: Om een internationale vergelijking mogelijk te maken is bij de bepaling van de hier gepresenteerde cijfers gebruik gemaakt van internationaal vergelijkbare definities, die soms afwijken van de normaal door het CBS gehanteerde definities. Hierdoor kunnen verschillen optreden tussen deze cijfers en elders op de CBS-website gepubliceerde nationale cijfers.

Gegevens beschikbaar vanaf: 1990 tot en met 2008.

Status van de cijfers:
De externe bronnen van deze cijfers leveren regelmatig bijgestelde gegevens over voorgaande perioden. Deze bijgestelde gegevens worden in de tabel niet als zodanig aangemerkt.

Wijzigingen per 1 maart 2018:
Geen, deze tabel is stopgezet.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Niet meer van toepassing.

Toelichting onderwerpen

Technologisch innovatieve bedrijven
Succesvolle innovatieve bedrijven met product- en/of procesvernieuwingen
in de laatste drie jaar. Dit zijn bedrijven die voor de markt nieuwe of
aanzienlijk verbeterde producten (goederen) of diensten introduceren, of
bedrijven die nieuwe of aanzienlijk verbeterde processen toepassen.
Innovaties zijn gebaseerd op de resultaten van nieuwe technologische
ontwikkelingen, nieuwe combinaties van bestaande technologie of het
benutten van overige kennis.
Er zijn gegevens voor de industrie (NACE D) en voor de dienstensector,
gedefinieerd als NACE-sectoren I (vervoer, opslag en communicatie) en J
(financiële instellingen) en NACE-branches 51 (groothandel), 72
(computerservice- en informatietechnologiebureaus), 74.2 (architecten,
ingenieurs en overige technische ontwerp-, teken-, en adviesbureaus) en
74.3 (keuring en controle). NACE staat voor Nomenclature statistique des
activités économiques dans la Communauté Européenne.
De cijfers hebben betrekking op bedrijven met tenminste 10 werknemers.
Uitzondering: de cijfers voor de industrie in 1996 en 1998 zijn gebaseerd
op bedrijven met tenminste 20 werknemers.
Voor 2006 bestaat totaal bedrijfstakken uit de volgende Standaard
Bedrijfsindeling-eenheden (SBI93): C, D, E, G51, I, J, K72, K74,2 en
K74,3.
Voor 2008 bestaat totaal bedrijfstakken uit de volgende Standaard
Bedrijfsindeling-eenheden (SBI2008): B, C, D, E, G46, H, J58, J61, J62,
J63, K en M71.
Bronnen: Eurostat, Community Innovation Surveys (diverse innovatie-
enquêtes); CBS.
Werkgelegenheid in hightechsectoren
Werkgelegenheid in de kennisintensieve en technologisch hoogwaardige
hightechdienstensector, en werkgelegenheid in medium- en
hightechindustrie.
Bron: Eurostat, Science and Technology Indicators.
Medium- en hightechindustrie
Hightechindustrie omvat: farmaceutische en medische industrie, industrie
voor kantoorapparatuur en computers, industrie voor radio, TV en overige
communicatiemiddelen, industrie voor medische, precisie- en optische
instrumenten, industrie voor lucht- en ruimtevaart.
Mediumtechindustrie omvat: chemische industrie (exclusief farmaceutische
en medische industrie), machine- en apparatenindustrie, elektrische
machine- en apparatenindustrie, industrie voor motorrijtuigen en overige
transportmiddelen (exclusief bouw en reparatie van schepen en lucht- en
ruimtevaart).
Bron: Eurostat, Science and Technology Indicators.
Hightechdienstensector
De kennisintensieve hightechdienstensector omvat de NACE-branches 64
(post en telecommunicatie), 72 (computerservice- en
informatietechnologiebureaus) en 73 (research and development).
NACE staat voor Nomenclature statistique des activités économiques dans
la Communauté Européenne.
Bron: Eurostat, Science and Technology Indicators.
Samenwerkende innovatieve bedrijven
Samenwerkende technologisch innovatieve bedrijven in industrie en
dienstverlening, die de laatste drie jaar hebben samengewerkt met
andere bedrijven en instellingen op het terrein van innovatie.
Er zijn gegevens voor de industrie (NACE D) en voor de dienstensector,
gedefinieerd als NACE-sectoren I (vervoer, opslag en communicatie) en J
(financiële instellingen) en NACE-branches 51 (groothandel), 72
(computerservice- en informatietechnologiebureaus), 74.2 (architecten,
ingenieurs en overige technische ontwerp-, teken-, en adviesbureaus) en
74.3 (keuring en controle). NACE staat voor Nomenclature statistique des
activités économiques dans la Communauté Européenne.
De cijfers hebben betrekking op bedrijven met tenminste 10 werknemers.
Uitzondering: de cijfers voor de industrie in 1996 en 1998 zijn gebaseerd
op bedrijven met tenminste 20 werknemers.
Bronnen: Eurostat, Community Innovation Surveys (diverse innovatie-
enquêtes); CBS.
Totaal
Met universiteiten
Bedrijven die op het terrein van innovatie binnen een driejaarlijkse
periode hebben samengewerkt met universiteiten of andere instituten
voor hoger onderwijs.
Bronnen: Eurostat, Community Innovation Surveys (diverse innovatie-
enquêtes); CBS.
Met publieke researchinstellingen
Bedrijven die op het terrein van innovatie binnen een driejaarlijkse
periode hebben samengewerkt met de overheid of een publieke
researchinstelling.
Bronnen: Eurostat, Community Innovation Surveys (diverse innovatie-
enquêtes); CBS.
Octrooiaanvragen
Een octrooi is een instrument om de opgedane kennis voor een innovatie
juridisch te beschermen. Het aanvragen van een octrooi betekent
dat de onderzoeks- en ontwikkelingsactiviteiten hebben geresulteerd
in kennis die mogelijk kan leiden tot een nieuw product of proces.
Aangevraagde octrooien bij het EPO
Octrooiaanvragen bij het Europees Patentbureau (EPO). Een aanvraag wordt
geteld op het moment dat deze wordt ingediend op nationaal niveau
(prioriteitsjaar). Onder de getelde octrooiaanvragen vallen aanvragen
onder de 'European Patent Convention', alsmede aanvragen onder de 'Patent
Co-operation Treaty' (PCT), waarbij het EPO is aangewezen als hoeder
(Euro-PCT). Aanvragen die alleen zijn gedaan bij nationale patentbureaus
worden niet meegeteld. Het aantal aanvragen wordt geteld volgens
specifieke criteria, die kijken naar het innovatieve potentieel.
In gevallen waarbij een aanvraag werd gedaan door uitvinders uit
verschillende landen, is bij elk van deze landen een fractie van een
aanvraag geteld. Octrooien worden alleen toegewezen indien deze nieuw
zijn, een innovatieve sprong voorwaarts betekenen en industrieel
toepasbaar zijn. Niet als innovatie worden gezien onder meer: nieuwe
wiskundige modellen, softwareverbeteringen en plantenveredeling. Dit
betekent dat innovaties in de dienstensector onder de 'European Patent
Convention' niet tot octrooiaanvragen kunnen leiden.
De cijfers van Eurostat zijn bewerkt om voor alle jaren de gewenste
cijfers in verhouding tot de omvang van de beroepsbevolking te verkrijgen.
Tevens zijn de EU-15, EU-25, EU-27 en OESO-gemiddelden berekend.
N.B. Het duurt tot wel enkele jaren voordat alle
procedures voor een ingediend patent volledig zijn doorlopen.
Daarnaast is het mogelijk om een in één Europees land ingediend
octrooi een vastgestelde periode later alsnog bij het EPO in te
dienen, met behoud van het prioriteitsjaar. Cijfers op basis van het
prioriteitsjaar kunnen voor de laatste paar jaar derhalve nog flink
stijgen.
Bronnen: Eurostat. Aanvullende data over de omvang van de
beroepsbevolking van niet-EU-landen uit OESO Main Science and Technology
Indicators, 2008-2.
Aangevraagde hightechoctrooien bij EPO
Hightechoctrooien zijn volgens de criteria van het Trilateral
Statistical Report gedefinieerd. De volgende technologiegebieden worden
als hightech aangemerkt: computers en overige geautomatiseerde
kantooruitrusting, micro-organische en genetische techniek, luchtvaart,
communicatietechnologie, halfgeleiders en lasers (IPC-classificatie).
Bron: Eurostat.
Aangevraagde hightechoctrooien bij EPO
Hightechoctrooien zijn volgens de criteria van het Trilateral
Statistical Report gedefinieerd. De volgende technologiegebieden worden
als hightech aangemerkt: computers en overige geautomatiseerde
kantooruitrusting, micro-organische en genetische techniek, luchtvaart,
communicatietechnologie, halfgeleiders en lasers (IPC-classificatie).
Bron: Eurostat. Aanvullende data over de omvang van de beroepsvolking van
niet-EU-landen uit OESO, Main Science and Technology Indicators, 2008-2.
Aangevraagde triadische octrooien
Triadische octrooien omvatten octrooiaanvragen die tegelijkertijd worden
ingediend bij het Europees (EPO) en het Japans patentbureau (JPO)
en worden toegekend door het Amerikaans patentbureau (USPTO). Het betreft
hier gegevens naar jaar van eerste internationale aanvraag en gemeten op
1 januari van elk jaar. Octrooien worden geteld bij het land van herkomst
van de uitvinder (niet bij het land van herkomst van de aanvrager).
Het aantal jaren dat verstrijkt tussen het indienen van de aanvraag voor
het patent en de daadwerkelijke toekenning verschilt tussen de diverse
instanties. Bij de EPO en JPO kan dit tot 4 jaar duren, bij de USPTO kan
dit 6 tot 10 jaar duren. In de publicatie Main Science Technology
Indicators 2007-2 van de OESO wordt er vanuit gegaan dat de gegevens over
triadische patenten tot en met het jaar 2000 min of meer compleet zijn.
Vanaf 1998 zijn de waarden voor triadische patenten schattingen.
De tijdreeks is bij het verschijnen van Het ondernemingsklimaat in cijfers
2008 gereviseerd omdat de schattingsmethode is veranderd. De schattingen
zijn nu afgeleid van het aantal biadische (EPO en JPO) patenten en van
alleen het aantal patentaanvragen bij de EPO voor de laatste jaren.
Bronnen: OESO, patent database; OESO, Main Science and Technology
indicators 2008-2.
Omzetaandeel nieuw of verbeterd product
Omzetaandeel behaald met producten die de laatste drie jaar als
technologisch nieuw product op de markt zijn gebracht of duidelijk
zijn verbeterd. Er zijn gegevens voor de industrie (NACE D) en voor de
dienstensector, gedefinieerd als NACE-sectoren I (vervoer, opslag en
communicatie) en J (financiële instellingen) en NACE-branches 51
(groothandel), 72 (computerservice- en informatietechnologiebureaus),
74.2 (architecten, ingenieurs en overige technische ontwerp-, teken-, en
adviesbureaus) en 74.3 (keuring en controle). NACE staat voor
Nomenclature statistique des activités économiques dans la Communauté
Européenne.
De cijfers hebben betrekking op bedrijven met tenminste 10 werknemers.
Het EU-15-gemiddelde in 2000 is exclusief Ierland.
Bronnen: Eurostat, Community Innovation Surveys (diverse innovatie-
enquêtes); CBS.
Product, nieuw voor bedrijf, niet markt
Het betreft in dit geval producten die nieuw zijn voor het bedrijf, maar
niet nieuw zijn in de totale markt. Met andere woorden: een
ander bedrijf kan dit product al langer produceren, maar voor het
ondervraagde bedrijf is het product nieuw. Er zijn gegevens voor de
industrie (NACE D) en voor de dienstensector, gedefinieerd als
NACE-sectoren I (vervoer, opslag en communicatie) en J (financiële
instellingen) en NACE-branches 51 (groothandel), 72 (computerservice- en
informatietechnologiebureaus), 74.2 (architecten, ingenieurs en overige
technische ontwerp-, teken-, en adviesbureaus) en 74.3 (keuring en
controle). NACE staat voor Nomenclature statistique des activités
économiques dans la Communauté Européenne.
De cijfers hebben betrekking op bedrijven met tenminste 10 werknemers.
Het EU-15-gemiddelde in 2000 is exclusief Ierland.
Bronnen: Eurostat, Community Innovation Surveys (diverse innovatie-
enquêtes); CBS.
Product, nieuw voor het bedrijf
Het betreft in dit geval producten die nieuw zijn voor het bedrijf,
waarbij het niet uitmaakt of de producten nieuw zijn in de totale markt.
Er zijn gegevens voor de industrie (NACE D) en voor de dienstensector,
gedefinieerd als NACE-sectoren I (vervoer, opslag en communicatie) en J
(financiële instellingen) en NACE-branches 51 (groothandel), 72
(computerservice- en informatietechnologiebureaus), 74.2 (architecten,
ingenieurs en overige technische ontwerp-, teken-, en adviesbureaus) en
74.3 (keuring en controle). NACE staat voor Nomenclature statistique des
activités économiques dans la Communauté Européenne.
De cijfers hebben betrekking op bedrijven met tenminste 10 werknemers.
Het EU-15-gemiddelde in 2000 is exclusief Ierland.
Bronnen: Eurostat, Community Innovation Surveys (diverse innovatie-
enquêtes); CBS.
Niet-technologische innovatie
Het percentage bedrijven dat niet-technologische innovatie heeft
doorgevoerd in de periode 1998-2000, 2002-2004, respectievelijk
2004-2006, op de volgende terreinen: strategie, management, organisatie,
marketing en esthetische aanpassingen van producten.
Bron: Eurostat, Community Innovation Surveys (diverse innovatie-
enquêtes).
Strategie
De toepassing of wijziging van de (langetermijn)doelen van een bedrijf.
Management
Het toepassen van geavanceerde, niet eerder door het bedrijf gebruikte
managementtechnieken.
Organisatie
Het doorvoeren van ingrijpende veranderingen in de organisatiestructuur
van het bedrijf.
Marketing
De toepassing of ontwikkeling van wezenlijk nieuwe marketingconcepten.
Esthetisch
'Esthetische productaanpassingen' zijn niet-technische veranderingen in
uiterlijk of voorkomen van producten, zoals wijziging van kleur of
verpakking.
Organisatie en/of marketing
Organisatorische en/of marketinginnovatie.