Verdachten; persoonskenmerken, percentage van de bevolking, 1999 - 2006

Tabeltoelichting

Toelichting onderwerpen

Percentage verdachten; ongewogen

Het aandeel verdachten geselecteerd naar sociaal economische categorie,
weergegeven als percentage van alle mensen die deel uitmaken van deze
sociaal economische categorie.

Totaal bevolkingsgroep

Het gepresenteerde percentage is het aandeel verdachte personen van de
gelecteerde bevolkingsgroep.

Niet-westerse allochtonen in de buurt

Buurten worden onderscheiden naar het percentage niet-westerse
allochtonen dat in de buurt woont. Er worden 4 categorieën buurten
onderscheiden: Buurten met 0% tot 5%, 5% tot 15%, 15% tot 50% en meer dan
50% niet-westerse allochtonen. Het weergegeven percentage in de tabel
beschrijft het aandeel inwoners uit de geselecteerde bevolkingsgroep en
buurtsamenstelling dat verdacht is van een misdrijf.
Onder niet-westerse allochtonen worden allochtonen verstaan uit Turkije,
Afrika, Latijns-Amerika of Azië, met uitzondering van Indonesië en Japan.
Het percentage niet-westerse allochtonen dat in de buurt woont, kan
worden opgevat als een indicatie voor de kans op interactie tussen
autochtonen en allochtonen.

0 tot 5 %

5 tot 15 %

15 tot 50 %

Meer dan 50 %

Type huishouden

Het type huishouden is bepaald op grond van de huishoudenssituatie op 1
januari van het peiljaar. Daarbij is het huishouden afgebakend op basis
van de kenmerken die in de GBA zijn opgenomen. De volgende categorieën
worden onderscheiden: eenpersoonshuishouden, stel zonder kinderen, stel
met kinderen, eenouderhuishouden, overig particulier huishouden,
institutioneel huishouden. Onder de laatste categorie vallen ook
asielzoekerscentra en gevangenissen.
Het percentage weergegeven bij type
huishouden beschrijft het percentage
personen uit de geselecteerde bevolkingsgroep en geselecteerde type
huishouden dat verdacht is van een misdrijf.
Elk persoon in het huishouden kan een verdachte zijn.

Eenpersoonshuishouden

Particulier huishouden bestaande uit één persoon

Paar zonder kinderen

Particulier huishouden bestaande uit een paar zonder thuiswonende
kinderen (en met mogelijk ook overige leden).

Paar met kinderen

Particulier huishouden bestaande uit een paar met ten minste één
thuiswonend kind (en met mogelijk ook overige leden).

Eenouderhuishouden

Particulier huishouden bestaande uit één ouder met thuiswonende
kind(eren) (en met mogelijk ook overige leden).

Institutioneel huishouden

Een verzameling van één of meer personen die een woonruimte bewoont en
daar bedrijfsmatig wordt voorzien in dagelijkse levensbehoeften. Ook de
huisvesting vindt bedrijfsmatig plaats.
Het gaat om instellingen zoals verpleeg-, verzorgings- en kindertehuizen,
gezinsvervangende tehuizen, revalidatiecentra en penitentiaire
inrichtingen, die daar in principe voor langere tijd (zullen) verblijven.