Sectorrekeningen; bijzondere financiële instellingen 1995 - 2012

Sectorrekeningen; bijzondere financiële instellingen 1995 - 2012

Sectoren Jaren Macro-economische saldi Productierekening Toegevoegde waarde (bruto, basisprijzen) (mln euro) Lopende- en kapitaaltransacties Middelen Productie Totaal productie (basisprijzen) (mln euro)
Overige financiële instellingen 2012* 11.994 25.286
Overige financiële instel. excl. BFI's 2012* 12.888 18.963
Buitenland 2012*
Buitenland exclusief BFI's 2012*
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel bevat de gegevens van de sectoren overige financiële instellingen en het buitenland. De gegevens zijn zowel inclusief als exclusief de bijzondere financiële instellingen (BFI's) beschikbaar.
Bovendien geeft deze tabel een overzicht van alle economische deelprocessen voor de overige financiële instellingen en het buitenland, zoals productie, goederen- en dienstentransacties, inkomensverdeling en financiering. Doordat de gegevens zowel met als zonder BFI's beschikbaar zijn, krijgt men een beschrijving van de rol die de BFI's spelen.
Vervolgens ziet men de omvang en samenhang van de verschillende economische activiteiten en hun relatie.

Tussen de beginbalans (BB) en de eindbalans (EB) zijn de financiële transacties (FT) en overige mutaties (OM) waar te nemen. Al deze gegevens zijn bedoeld om een gedetailleerd en overzichtelijk beeld te geven van de vorderingen en schulden ingedeeld naar financiële transactiecategorieën. Voor de financiële balansen geldt:
BB + FT + OM = EB.

Gegevens beschikbaar vanaf 1995 tot 2012.

Status van de cijfers
De cijfers vanaf 1995 zijn definitief. De twee meest recente jaren hebben nog een (nader) voorlopig karakter.
Aangezien deze tabel is stopgezet, worden de gegevens niet meer definitief gemaakt.

Wijzigingen per 25 juni 2014:
Geen, deze tabel is stopgezet.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Niet meer van toepassing.

Toelichting onderwerpen

Macro-economische saldi
Deze selectie bevat een aantal veel voorkomende macro-saldi zoals
binnenlands product, nationaal inkomen, nationale besparingen en
vorderingensaldo. Het zijn kernbegrippen in de macro-economie.
Productierekening
Deze rekening toont de transacties die betrekking hebben op het
productieproces. De productie wordt geregistreerd als baat, het
intermediair verbruik als last. Het saldo van de rekening is per sector de
bruto toegevoegde waarde tegen basisprijzen.
De productierekening voor de totale economie is de som van de
productierekeningen van de sectoren aangevuld met enkele transacties die
niet naar sectoren worden verdeeld. Deze laatste betreffen het saldo van
productgebonden belastingen en subsidies en het verbruik van toegerekende
bankdiensten. Het saldo van de productierekening voor de totale economie
is het bruto binnenlands product (bbp) tegen marktprijzen.
Toegevoegde waarde (bruto, basisprijzen)
De toegevoegde waarde tegen basisprijzen per bedrijfsklasse is gelijk aan
het verschil tussen de productie (basisprijzen) en het intermediair
verbruik (aankoopprijzen).
Lopende- en kapitaaltransacties
De lopende- en kapitaaltransacties worden onderscheiden in de volgende
deelprocessen: productie, inkomensvorming, primaire en secundaire
inkomensverdeling, inkomensbesteding, herverdeling door
kapitaaloverdrachten, kapitaalvorming. De transacties van de totale
economie met het buitenland worden getoond in de rekeningen voor
'Transacties van het buitenland met Nederland'.
Middelen
Herkomst van ontvangsten.
Productie
De waarde van alle voor de verkoop bestemde goederen (ook de nog niet
verkochte) en de ontvangsten voor bewezen diensten. Verder omvat de
productie producten met een marktequivalent die voor eigen gebruik zijn
geproduceerd zoals investeringen in eigen beheer, eigen woningdiensten en
landbouwproducten voor eigen consumptie door landbouwers. De
productiewaarde hiervan wordt berekend door de geproduceerde hoeveelheid
te waarderen tegen de prijs die de producent bij verkoop zou hebben
ontvangen. De productie is gewaardeerd tegen basisprijzen. De basisprijs
is de prijs die de producent daadwerkelijk overhoudt, dus exclusief de
handels- en vervoersmarges van derden en exclusief het saldo van
productgebonden belastingen (waaronder belasting over de toegevoegde
waarde (btw)) en productgebonden subsidies.
Totaal productie (basisprijzen)
Producties (basisprijzen): De waarde van alle voor de verkoop bestemde
goederen (ook de nog niet verkochte) en de ontvangsten voor bewezen
diensten. Verder omvat de productie producten met een marktequivalent die
voor eigen gebruik zijn geproduceerd zoals investeringen in eigen beheer,
eigen woningdiensten en landbouwproducten voor eigen consumptie door
landbouwers. De productiewaarde hiervan wordt berekend door de
geproduceerde hoeveelheid te waarderen tegen de prijs die de producent bij
verkoop zou hebben ontvangen. De productie is gewaardeerd tegen
basisprijzen. De basisprijs is de prijs die de producent daadwerkelijk
overhoudt, dus exclusief de handels- en vervoersmarges van derden en
exclusief het saldo van productgebonden belastingen (waaronder belasting
over de toegevoegde waarde (btw)) en productgebonden subsidies.