Arbeidsdeelname; 15 jaar of ouder 1992-2006

Arbeidsdeelname; 15 jaar of ouder 1992-2006

Geslacht Leeftijd Perioden Onderwijsniveau Onderwijsniveau: laag (X 1000) Onderwijsniveau Onderwijsniveau: middelbaar (X 1000) Onderwijsniveau Onderwijsniveau: hoog (X 1000) Onderwijsniveau Onderwijsniveau:onbekend (X 1000)
Mannen en vrouwen Totaal leeftijd vanaf 15 jaar 2006 1.664 3.159 2.269 39
Mannen en vrouwen 15 tot 20 jaar 2006 . . . .
Mannen en vrouwen 20 tot 25 jaar 2006 . . . .
Mannen en vrouwen 25 tot 30 jaar 2006 . . . .
Mannen en vrouwen 30 tot 35 jaar 2006 . . . .
Mannen en vrouwen 35 tot 40 jaar 2006 . . . .
Mannen en vrouwen 40 tot 45 jaar 2006 . . . .
Mannen en vrouwen 45 tot 50 jaar 2006 . . . .
Mannen en vrouwen 50 tot 55 jaar 2006 . . . .
Mannen en vrouwen 55 tot 60 jaar 2006 . . . .
Mannen en vrouwen 60 tot 65 jaar 2006 . . . .
Mannen en vrouwen 65 tot 70 jaar 2006 . . . .
Mannen en vrouwen 70 tot 75 jaar 2006 . . . .
Mannen en vrouwen 75 jaar of ouder 2006 . . . .
Mannen en vrouwen 15 tot 25 jaar 2006 282 377 96 2
Mannen en vrouwen 25 tot 50 jaar 2006 906 2.117 1.626 27
Mannen en vrouwen 50 tot 65 jaar 2006 457 643 531 9
Mannen en vrouwen 65 jaar of ouder 2006 18 21 17 .
Mannen Totaal leeftijd vanaf 15 jaar 2006 1.045 1.771 1.243 27
Mannen 15 tot 20 jaar 2006 . . . .
Mannen 20 tot 25 jaar 2006 . . . .
Mannen 25 tot 30 jaar 2006 . . . .
Mannen 30 tot 35 jaar 2006 . . . .
Mannen 35 tot 40 jaar 2006 . . . .
Mannen 40 tot 45 jaar 2006 . . . .
Mannen 45 tot 50 jaar 2006 . . . .
Mannen 50 tot 55 jaar 2006 . . . .
Mannen 55 tot 60 jaar 2006 . . . .
Mannen 60 tot 65 jaar 2006 . . . .
Mannen 65 tot 70 jaar 2006 . . . .
Mannen 70 tot 75 jaar 2006 . . . .
Mannen 75 jaar of ouder 2006 . . . .
Mannen 15 tot 25 jaar 2006 179 191 35 .
Mannen 25 tot 50 jaar 2006 575 1.163 857 20
Mannen 50 tot 65 jaar 2006 276 399 337 6
Mannen 65 jaar of ouder 2006 15 18 14 .
Vrouwen Totaal leeftijd vanaf 15 jaar 2006 619 1.387 1.026 11
Vrouwen 15 tot 20 jaar 2006 . . . .
Vrouwen 20 tot 25 jaar 2006 . . . .
Vrouwen 25 tot 30 jaar 2006 . . . .
Vrouwen 30 tot 35 jaar 2006 . . . .
Vrouwen 35 tot 40 jaar 2006 . . . .
Vrouwen 40 tot 45 jaar 2006 . . . .
Vrouwen 45 tot 50 jaar 2006 . . . .
Vrouwen 50 tot 55 jaar 2006 . . . .
Vrouwen 55 tot 60 jaar 2006 . . . .
Vrouwen 60 tot 65 jaar 2006 . . . .
Vrouwen 65 tot 70 jaar 2006 . . . .
Vrouwen 70 tot 75 jaar 2006 . . . .
Vrouwen 75 jaar of ouder 2006 . . . .
Vrouwen 15 tot 25 jaar 2006 104 186 61 .
Vrouwen 25 tot 50 jaar 2006 332 954 769 7
Vrouwen 50 tot 65 jaar 2006 181 244 193 3
Vrouwen 65 jaar of ouder 2006 3 3 3 .
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


De gegevens in deze tabel zijn gebaseerd op de Enquête beroepsbevolking
(EBB). De EBB is een onderzoek dat door het CBS wordt uitgevoerd om
informatie te verzamelen over de relatie tussen mens en arbeidsmarkt.
Hierbij worden kenmerken van personen in verband gebracht met hun huidige
dan wel toekomstige positie op de arbeidsmarkt.

Gegevens beschikbaar vanaf: 1992

Frequentie: stopgezet

Status van de cijfers
De cijfers zijn definitief.

Wijzigingen ten opzichte van de vorige versie.
Gecorrigeerd per: 26 november 2008
Reden correctie:
Vanwege een nieuwe weegmethode van de EBB zijn alle EBB tabellen
stopgezet en verplaatst naar het archief. In plaats hiervan worden
nieuwe tabellen gemaakt. In deze nieuwe tabellen zijn de cijfers met
een nieuwe weegmethode gecorrigeerd tot en met 2001. Vanaf 2001 is
het daarnaast ook mogelijk om voor een beperkte set van variabelen
kwartaalcijfers te publiceren. De jaren voor 2001 zijn niet
gecorrigeerd en betreffen de eerder gepubliceerde cijfers.
Een uitgebreide beschrijving van de nieuwe weegmethode
van de EBB is te vinden op de themapagina.

Wijzigingen ten opzichte van de vorige versie
Gecorrigeerd per: 8 mei 2007
Reden correctie:
Voor de periode 2000 tot en met 2006 zijn de gegevens in deze
publicatie aangepast in verband met een nieuwe onderwijsvariabele.
In plaats van de SOI indeling 2003 is voor deze publicatie gebruik
gemaakt van de SOI indeling 2006. Deze SOI-indeling is in de EBB
bestanden teruggelegd tot en met 2000. Dus voor de oudere jaren
(1992-1999) is nog gebruik gemaakt van de SOI indeling 2003.
Tevens is er voor de oude jaren een correctie doorgevoerd, omdat bepaalde
cijfers niet meer beschikbaar zijn.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Stopgezet.

Toelichting onderwerpen

Onderwijsniveau
Het hoogstbehaalde opleidingsniveau is vastgesteld met behulp van de
Standaard onderwijsindeling 2003 (voor de jaren 1992-1999) en de Standaard
onderwijsindeling 2006 (voor de jaren 2000 en verder).
Lager onderwijs zijn opleidingen op niveau 1, 2 en 3 van de SOI. Dit omvat
het gehele basisonderwijs en de eerste fase van het voortgezet onderwijs:
lbo/ vbo/ vmbo, mulo/ mavo, de eerste 3 leerjaren van havo/vwo (en hun
voorgangers) en het laagste niveau van het
beroepsonderwijs, vergelijkbaar met de huidige assistentenopleiding (mbo
kwalificatieniveau 1).
Middelbaar onderwijs zijn opleidingen op niveau 4 van de SOI, dat wil
zeggen de tweede fase van het voortgezet onderwijs: bovenbouw havo/vwo en
opleidingen vergelijkbaar met mbo 2, 3 en 4.
Hoger onderwijs zijn opleidingen op niveau 5, 6 en 7 van de SOI: hbo- en
universitaire opleidingen en oudere en beroepsopleidingen die daarmee
vergelijkbaar zijn.
Verklaring van de gebruikte afkortingen:
ISCED - International Standard Classification of Education
Soi - Standaard onderwijsindeling
Vmbo - Voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs
Mbo - Middelbaar beroepsonderwijs
Mbo 1: WEB Assistentenopleidingen
Mbo 2: WEB Basisberoepsopleidingen
Mbo 3: WEB Vakopleidingen
Mbo 4: WEB Middenkader- en specialistenopleidingen e.d.
Havo - Hoger algemeen voortgezet onderwijs
Vwo - Voorbereidend wetenschappelijk onderwijs
Hbo - Hoger beroepsonderwijs
Wo - Wetenschappelijk onderwijs
Onderwijsniveau: laag
Het hoogstbehaalde opleidingsniveau is vastgesteld met behulp van de
Standaard onderwijsindeling 2003 (voor de jaren 1992-1999) en de Standaard
onderwijsindeling 2006 (voor de jaren 2000 en verder).
Lager onderwijs zijn opleidingen op niveau 1, 2 en 3 van de SOI. Dit omvat
het gehele basisonderwijs en de eerste fase van het voortgezet onderwijs:
lbo/ vbo/ vmbo, mulo/ mavo, de eerste 3 leerjaren van havo/vwo (en hun
voorgangers) en het laagste niveau van het
beroepsonderwijs, vergelijkbaar met de huidige assistentenopleiding (mbo
kwalificatieniveau 1).
Middelbaar onderwijs zijn opleidingen op niveau 4 van de SOI, dat wil
zeggen de tweede fase van het voortgezet onderwijs: bovenbouw havo/vwo en
opleidingen vergelijkbaar met mbo 2, 3 en 4.
Hoger onderwijs zijn opleidingen op niveau 5, 6 en 7 van de SOI: hbo- en
universitaire opleidingen en oudere en beroepsopleidingen die daarmee
vergelijkbaar zijn.
Verklaring van de gebruikte afkortingen:
ISCED - International Standard Classification of Education
Soi - Standaard onderwijsindeling
Vmbo - Voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs
Mbo - Middelbaar beroepsonderwijs
Mbo 1: WEB Assistentenopleidingen
Mbo 2: WEB Basisberoepsopleidingen
Mbo 3: WEB Vakopleidingen
Mbo 4: WEB Middenkader- en specialistenopleidingen e.d.
Havo - Hoger algemeen voortgezet onderwijs
Vwo - Voorbereidend wetenschappelijk onderwijs
Hbo - Hoger beroepsonderwijs
Wo - Wetenschappelijk onderwijs
Onderwijsniveau: middelbaar
Het hoogstbehaalde opleidingsniveau is vastgesteld met behulp van de
Standaard onderwijsindeling 2003 (voor de jaren 1992-1999) en de Standaard
onderwijsindeling 2006 (voor de jaren 2000 en verder).
Lager onderwijs zijn opleidingen op niveau 1, 2 en 3 van de SOI. Dit omvat
het gehele basisonderwijs en de eerste fase van het voortgezet onderwijs:
lbo/ vbo/ vmbo, mulo/ mavo, de eerste 3 leerjaren van havo/vwo (en hun
voorgangers) en het laagste niveau van het
beroepsonderwijs, vergelijkbaar met de huidige assistentenopleiding (mbo
kwalificatieniveau 1).
Middelbaar onderwijs zijn opleidingen op niveau 4 van de SOI, dat wil
zeggen de tweede fase van het voortgezet onderwijs: bovenbouw havo/vwo en
opleidingen vergelijkbaar met mbo 2, 3 en 4.
Hoger onderwijs zijn opleidingen op niveau 5, 6 en 7 van de SOI: hbo- en
universitaire opleidingen en oudere en beroepsopleidingen die daarmee
vergelijkbaar zijn.
Verklaring van de gebruikte afkortingen:
ISCED - International Standard Classification of Education
Soi - Standaard onderwijsindeling
Vmbo - Voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs
Mbo - Middelbaar beroepsonderwijs
Mbo 1: WEB Assistentenopleidingen
Mbo 2: WEB Basisberoepsopleidingen
Mbo 3: WEB Vakopleidingen
Mbo 4: WEB Middenkader- en specialistenopleidingen e.d.
Havo - Hoger algemeen voortgezet onderwijs
Vwo - Voorbereidend wetenschappelijk onderwijs
Hbo - Hoger beroepsonderwijs
Wo - Wetenschappelijk onderwijs
Onderwijsniveau: hoog
Het hoogstbehaalde opleidingsniveau is vastgesteld met behulp van de
Standaard onderwijsindeling 2003 (voor de jaren 1992-1999) en de Standaard
onderwijsindeling 2006 (voor de jaren 2000 en verder).
Lager onderwijs zijn opleidingen op niveau 1, 2 en 3 van de SOI. Dit omvat
het gehele basisonderwijs en de eerste fase van het voortgezet onderwijs:
lbo/ vbo/ vmbo, mulo/ mavo, de eerste 3 leerjaren van havo/vwo (en hun
voorgangers) en het laagste niveau van het
beroepsonderwijs, vergelijkbaar met de huidige assistentenopleiding (mbo
kwalificatieniveau 1).
Middelbaar onderwijs zijn opleidingen op niveau 4 van de SOI, dat wil
zeggen de tweede fase van het voortgezet onderwijs: bovenbouw havo/vwo en
opleidingen vergelijkbaar met mbo 2, 3 en 4.
Hoger onderwijs zijn opleidingen op niveau 5, 6 en 7 van de SOI: hbo- en
universitaire opleidingen en oudere en beroepsopleidingen die daarmee
vergelijkbaar zijn.
Verklaring van de gebruikte afkortingen:
ISCED - International Standard Classification of Education
Soi - Standaard onderwijsindeling
Vmbo - Voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs
Mbo - Middelbaar beroepsonderwijs
Mbo 1: WEB Assistentenopleidingen
Mbo 2: WEB Basisberoepsopleidingen
Mbo 3: WEB Vakopleidingen
Mbo 4: WEB Middenkader- en specialistenopleidingen e.d.
Havo - Hoger algemeen voortgezet onderwijs
Vwo - Voorbereidend wetenschappelijk onderwijs
Hbo - Hoger beroepsonderwijs
Wo - Wetenschappelijk onderwijs
Onderwijsniveau:onbekend
Het hoogstbehaalde opleidingsniveau is vastgesteld met behulp van de
Standaard onderwijsindeling 2003 (voor de jaren 1992-1999) en de Standaard
onderwijsindeling 2006 (voor de jaren 2000 en verder).
Lager onderwijs zijn opleidingen op niveau 1, 2 en 3 van de SOI. Dit omvat
het gehele basisonderwijs en de eerste fase van het voortgezet onderwijs:
lbo/ vbo/ vmbo, mulo/ mavo, de eerste 3 leerjaren van havo/vwo (en hun
voorgangers) en het laagste niveau van het
beroepsonderwijs, vergelijkbaar met de huidige assistentenopleiding (mbo
kwalificatieniveau 1).
Middelbaar onderwijs zijn opleidingen op niveau 4 van de SOI, dat wil
zeggen de tweede fase van het voortgezet onderwijs: bovenbouw havo/vwo en
opleidingen vergelijkbaar met mbo 2, 3 en 4.
Hoger onderwijs zijn opleidingen op niveau 5, 6 en 7 van de SOI: hbo- en
universitaire opleidingen en oudere en beroepsopleidingen die daarmee
vergelijkbaar zijn.
Verklaring van de gebruikte afkortingen:
ISCED - International Standard Classification of Education
Soi - Standaard onderwijsindeling
Vmbo - Voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs
Mbo - Middelbaar beroepsonderwijs
Mbo 1: WEB Assistentenopleidingen
Mbo 2: WEB Basisberoepsopleidingen
Mbo 3: WEB Vakopleidingen
Mbo 4: WEB Middenkader- en specialistenopleidingen e.d.
Havo - Hoger algemeen voortgezet onderwijs
Vwo - Voorbereidend wetenschappelijk onderwijs
Hbo - Hoger beroepsonderwijs
Wo - Wetenschappelijk onderwijs