Onderwijsinstellingen; financiën, 1998 - 2009

Onderwijsinstellingen; financiën, 1998 - 2009

Onderwijssectoren Perioden Balans Activa Vaste activa Materiële vaste activa Gebouwen en terreinen (mln euro) Investeringen Investeringen Investeringen gebouwen en terreinen (mln euro) Investeringen Desinvesteringen (-/-) Desinv. gebouwen en terreinen (-/-) (mln euro) Investeringen Saldo investeringen Saldo inv. gebouwen en terreinen (mln euro)
Totaal gesubsidieerd onderwijs 2009* 8.894,8 1.409,4 230,6 1.178,8
Primair onderwijs 2009* 207,2 46,2 3,4 42,8
Secundair onderwijs 2009* 3.906,5 582,2 97,7 484,5
Voortgezet onderwijs 2009* 1.066,7 277,9 74,8 203,1
Middelbaar beroepsonderwijs 2009* 2.839,8 304,3 22,9 281,4
Tertiair onderwijs 2009* 4.781,1 781,0 129,5 651,5
Hoger beroepsonderwijs 2009* 1.810,0 274,0 71,0 203,0
Wetenschappelijk onderwijs 2009* 2.971,1 507,0 58,5 448,5
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


De gepresenteerde cijfers betreffen gegevens uit de jaarrekeningen van de
gesubsidieerde onderwijsinstellingen in het primair, secundair (voortgezet
onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs) en het tertiair onderwijs (hoger
beroepsonderwijs en wetenschappelijk onderwijs). De onderwijsinstellingen
worden gefinancierd door het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en
Wetenschap (OCW) en door het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw
en Innovatie (EL&I). De onderwijsinstellingen zijn wettelijk verplicht
om jaarlijks voor 1 juli de jaarrekening bij het Ministerie van OCW in te
dienen.

In de Richtlijn Jaarverslag Onderwijs wordt voorgeschreven op welke wijze
de jaarrekening moet worden opgesteld. Deze richtlijn is met ingang van
verslagjaar 2008 aangepast en sluit nu volledig aan op de wettelijk
voorgeschreven Richtlijn voor de Jaarverslaggeving (Burgerlijk Wetboek,
Boek 2, Titel 9). Voor Onderwijsinstellingen is een apart hoofdstuk in de
Richtlijn Jaarverslaggeving opgenomen waarin de specifieke onderwijszaken
zijn opgenomen (RJ 660). Deze StatLine-tabel is hierop aangepast.
Enkele posten (specificaties) uit de oude Richtlijn zijn in de tabel
gehandhaafd, maar komen niet meer voor in de jaarrekeningen van 2008 en
2009. In december 2011 wordt de tabel volledig herzien waarbij de oude
posten worden toegerekend naar de nieuwe situatie.

De Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO, voorheen CFI), een baten-lastendienst
van het Ministerie van OCW, verwerkt de gegevens uit de jaarrekeningen en
verstrekt deze in bestandsvorm aan het CBS.

Data over het primair onderwijs zijn pas vanaf verslagjaar 2006
beschikbaar aangezien deze instellingen sinds de invoering van de
lumpsumbekostiging in dat jaar met een jaarrekening financiële
verantwoording aan OCW afleggen.

Gegevens beschikbaar vanaf: 1998
Frequentie: stopgezet

Status van de cijfers:
De uitkomsten van 1998 tot en met 2008 zijn definitief.
De cijfers van 2009 zijn voorlopig.

Wijzigingen per 11 februari 2011:
De voorlopige cijfers voor 2009 zijn opgenomen.
De cijfers voor 2008 zijn nu definitief.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Niet van toepassing.

Toelichting onderwerpen

Balans
De balans geeft een overzicht van de aanwezige bezittingen (activa) en de
wijze waarop deze bezittingen gefinancierd worden: met eigen vermogen en
schulden (passiva). Activa en passiva zijn standgegevens en hebben
betrekking op 31 december.
Activa
Alle bezittingen waarover de onderwijsinstelling beschikt. Een
hoofdonderscheid bestaat tussen bezittingen die meer duurzaam van aard
zijn en bezittingen waarvoor dit minder geldt. De duurzame bezittingen
zijn de vaste activa. De minder duurzame zijn de vlottende activa.
Vaste activa
Onder de vaste activa worden afzonderlijk opgenomen de immateriële,
materiële en financiële vaste activa. Het betreft eigendommen die in
economische zin bestemd zijn om duurzaam (langer dan één jaar) bij te
dragen aan de werkzaamheid van de instelling.
Materiële vaste activa
Bezittingen die stoffelijk aanwezig zijn en die duurzaam bijdragen aan de
werkzaamheid van de instelling. Het gaat om werkelijke, fysiek aanwezige
activa. Het betreft eigendommen die in economische zin bestemd zijn om
duurzaam (langer dan één jaar) bij te dragen aan de werkzaamheid van de
instelling.
Gebouwen en terreinen
De gebouwen en terreinen in economisch eigendom van
onderwijsinstellingen. Dit is inclusief gebouwen in aanbouw. Eigendom kan
gesplitst worden in economisch en juridisch eigendom. Bij economisch
eigendom zijn alle rechten en plichten overgedragen aan de
onderwijsinstelling en kan deze er feitelijk over beschikken. Van
juridisch eigendom van onderwijsinstellingen is pas sprake wanneer de
overdracht via een notaris heeft plaatsgevonden en door middel van een
transportakte is ingeschreven bij het Kadaster. In het primair en
voortgezet onderwijs is dit onderscheid in eigendom van belang, omdat
gemeenten hier meestal verantwoordelijk zijn voor het realiseren van
schoolgebouwen.
Investeringen
De uitgaven aan duurzame goederen met een levensduur langer dan een jaar,
die als materiële vaste activa op de balans worden opgenomen.
Investeringen
De uitgaven aan duurzame goederen met een levensduur langer dan een jaar,
die als materiële vaste activa op de balans worden opgenomen.
Investeringen gebouwen en terreinen
Bruto investeringen in gebouwen en terreinen en overige materiële vaste
activa. Bruto betekent dat de afschrijvingen en desinvesteringen niet in
mindering zijn gebracht op de investeringen.
Desinvesteringen (-/-)
Materiële vaste activa die door verkoop of op andere wijze afgestoten niet
meer in gebruik is bij de onderwijsinstellingen.
Desinv. gebouwen en terreinen (-/-)
Afstoten door verkoop van gebouwen en terreinen en overige materiële vaste
activa.
Saldo investeringen
Het saldo van investeringen en desinvesteringen.
Saldo inv. gebouwen en terreinen
Het saldo van de investeringen en desinvesteringen in gebouwen en
terreinen en overige materiële vaste activa.