Energiebalans; aanbod, omzetting en verbruik, 1995-2013

Energiebalans; aanbod, omzetting en verbruik, 1995-2013

Balansposten Sectoren Perioden Energiedragers in petajoule Totaal energiedragers (PJ) Energiedragers in petajoule Kool en koolproducten Totaal kool en koolproducten (PJ) Energiedragers in petajoule Kool en koolproducten Steenkool en bruinkool (PJ) Energiedragers in petajoule Kool en koolproducten Koolproducten Totaal koolproducten (PJ) Energiedragers in petajoule Kool en koolproducten Koolproducten Cokeovencokes (PJ) Energiedragers in petajoule Kool en koolproducten Koolproducten Cokesovengas (PJ) Energiedragers in petajoule Kool en koolproducten Koolproducten Hoogovengas (PJ) Energiedragers in petajoule Kool en koolproducten Koolproducten Steenkoolteer (PJ) Energiedragers in petajoule Aardoliegrondstoffen en -producten Totaal aardoliegrondstoffen en producten (PJ) Energiedragers in petajoule Aardoliegrondstoffen en -producten Aardoliegrondstoffen Totaal aardoliegrondstoffen (PJ) Energiedragers in petajoule Aardoliegrondstoffen en -producten Aardoliegrondstoffen Ruwe aardolie (PJ) Energiedragers in petajoule Aardoliegrondstoffen en -producten Aardoliegrondstoffen Aardgascondensaat (PJ) Energiedragers in petajoule Aardoliegrondstoffen en -producten Aardoliegrondstoffen Overige aardoliegrondstoffen (PJ) Energiedragers in petajoule Aardoliegrondstoffen en -producten Aardolieproducten Totaal aardolieproducten (PJ) Energiedragers in petajoule Aardoliegrondstoffen en -producten Aardolieproducten Restgassen uit olie (PJ) Energiedragers in petajoule Aardoliegrondstoffen en -producten Aardolieproducten Lpg (PJ) Energiedragers in petajoule Aardoliegrondstoffen en -producten Aardolieproducten Nafta (PJ) Energiedragers in petajoule Aardoliegrondstoffen en -producten Aardolieproducten Benzine (PJ) Energiedragers in petajoule Aardoliegrondstoffen en -producten Aardolieproducten Kerosine (PJ) Energiedragers in petajoule Aardoliegrondstoffen en -producten Aardolieproducten Gas- en dieselolie (PJ) Energiedragers in petajoule Aardoliegrondstoffen en -producten Aardolieproducten Stookolie (PJ) Energiedragers in petajoule Aardoliegrondstoffen en -producten Aardolieproducten Smeermiddelen (PJ) Energiedragers in petajoule Aardoliegrondstoffen en -producten Aardolieproducten Bitumen (PJ) Energiedragers in petajoule Aardoliegrondstoffen en -producten Aardolieproducten Overige aardolieproducten (PJ) Energiedragers in petajoule Aardgas (PJ) Energiedragers in petajoule Hernieuwbare energie Totaal hernieuwbare energie (PJ) Energiedragers in petajoule Hernieuwbare energie Windenergie (PJ) Energiedragers in petajoule Hernieuwbare energie Waterkracht (PJ) Energiedragers in petajoule Hernieuwbare energie Zonne-energie (PJ) Energiedragers in petajoule Hernieuwbare energie Aardwarmte (PJ) Energiedragers in petajoule Hernieuwbare energie Biomassa Totaal biomassa (PJ) Energiedragers in petajoule Hernieuwbare energie Biomassa Biogeen huishoudelijk afval (PJ) Energiedragers in petajoule Hernieuwbare energie Biomassa Vaste en vloeibare biomassa (PJ) Energiedragers in petajoule Hernieuwbare energie Biomassa Biogas (PJ) Energiedragers in petajoule Kernenergie (PJ) Energiedragers in petajoule Afval en andere energiedragers (PJ) Energiedragers in petajoule Elektriciteit (PJ) Energiedragers in petajoule Warmte (PJ)
Primair energieverbruik Nederland totaal 2012 3.269,10 343,80 334,26 9,54 6,34 - - 3,20 1.258,14 2.503,04 2.149,96 355,38 -2,31 -1.244,90 - 27,59 228,36 -339,55 -287,70 -553,68 -310,14 -20,63 -4,80 15,66 1.372,75 139,89 17,93 0,38 1,98 0,50 119,10 39,79 66,37 12,93 38,52 54,40 61,60 -
Primair energieverbruik Nederland totaal 2013 3.255,76 342,02 339,85 2,17 1,16 - - 1,01 1.230,85 2.412,67 2.037,10 363,06 12,51 -1.181,81 - 117,26 146,21 -360,10 -281,08 -526,90 -276,63 -16,24 -10,06 25,73 1.396,20 137,43 20,26 0,41 2,95 0,99 112,82 40,69 58,71 13,42 27,60 56,01 65,65 -
Totaal finaal verbruik Nederland totaal 2012 2.824,25 86,67 27,47 59,20 37,05 6,95 9,51 5,68 1.217,03 86,36 - 86,40 -0,05 1.130,67 170,70 57,80 330,53 180,87 6,27 320,09 3,24 4,35 8,36 48,46 844,66 16,29 1,07 0,50 14,73 - 13,44 1,29 19,55 414,54 225,51
Totaal finaal verbruik Nederland totaal 2013 2.812,34 75,41 22,35 53,07 33,58 7,07 9,22 3,20 1.187,37 104,77 - 91,83 12,93 1.082,60 149,13 139,44 232,14 174,23 6,32 319,22 2,69 4,26 8,79 46,38 879,86 17,23 1,09 0,99 15,15 - 13,83 1,32 19,57 412,47 220,43
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Deze tabel geeft het aanbod, de omzetting en het verbruik van energie weer in balansvorm. Energie komt onder andere vrij bij de verbranding van bijvoorbeeld aardgas, aardolie, steenkool en biobrandstoffen. Energie kan ook worden verkregen uit elektriciteit of warmte of worden onttrokken aan de natuur, bijvoorbeeld windkracht of zonne- energie. In de energiestatistiek heten al deze bronnen waaruit energie kan worden gebruikt 'energiedragers'.
Energie kan ook worden overgedragen van de ene energiedrager naar de andere. In de energiestatistieken noemen we dat 'omzetting'.

Aan de aanbodkant van de balans staan de winning van energie, de in- en uitvoer, bunkering en de voorraadmutatie.
De verbruikskant staat het verbruik bij de omzetting in andere energiedragers en het finaal verbruik.
Finaal verbruik is het door gebruik opmaken van energie. Hierna resteert geen nuttig bruikbare energiedrager.

Over de energieomzetting worden in de tabel zowel cijfers vermeld over de inzet van energiedragers voor omzetting (de hoeveelheid energie die is gebruikt om er andere energiedragers van te maken) als over de productie van energie nà de omzetting (de hoeveelheid energie die is geproduceerd uit andere energiedragers).

De energiebalans beschrijft de situatie voor vijf hoofdsectoren, te weten de energiesector, de nijverheid, het vervoer, de huishoudens en de landbouw, visserij en dienstverlening, en voor meerdere subsectoren hiervan. Er is een verschil tussen de energiebalans van Nederland en de energiebalans per sector. Per sector is niet bekend hoe groot invoer en uitvoer zijn. Wel is bekend wat de aanvoer en afleveringen per sector zijn. De energiebalans laat daarom het saldo van aanvoer en aflevering zien. Dit is gelijk aan het saldo van invoer, uitvoer en bunkers.

Bedrijven en instellingen zijn uitgesplitst naar bedrijfstak op basis van de Standaard Bedrijfsindeling 2008 (SBI 2008). Sectoren beginnend met een letter of getal zijn bedrijfstakken volgens SBI 2008.

Gegevens beschikbaar:
Van 1995 tot en met 2013.

Status van de cijfers:
Alle cijfers tot en met verslagjaar 2013 zijn definitief.

Wijzigingen per 28 juli 2015:
Geen, deze tabel is stopgezet omdat er een revisie voor alle jaren is doorgevoerd. Deze tabel wordt opgevolgd door 'Energiebalans; aanbod, omzetting en verbruik '. Zie paragraaf 3.

Wanneer komen er nieuwe cijfers:
Niet meer van toepassing.

NB
Bij de publicatie van nader voorlopige jaarcijfers behouden de onderliggende maandbalansen nog wel hun voorlopige karakter. De maandbalansen van de energiedragers aardgas, steenkool, elektriciteit, aardolieproducten, aardoliegrondstoffen en motorbrandstoffen zijn weergegeven in afzonderlijke StatLinetabellen (zie bij 3. Koppelingen naar relevante tabellen en artikelen). Bij publicatie van de definitieve jaarcijfers worden de maandbalansen ook definitief.

Toelichting onderwerpen

Energiedragers in petajoule
Een energiedrager is een product dat energie bevat, dit kan zijn in de vorm van een brandstof, warmte of kracht.
Een petajoule (PJ) is 1 000 000 000 000 000 joule (een 1 met 15 nullen). Een joule is een eenheid van energie die overeenkomt met 0,24 calorie. Een PJ komt overeen met 31,6 miljoen kubieke meter aardgas of 278 miljoen kilowattuur elektriciteit.
Totaal energiedragers
Dit is een samentelling van de categorieën:
- Kool en koolproducten
- Aardoliegrondstoffen en aardolieproducten
- Aardgas
- Hernieuwbare energie
- Kernenergie
- Afval en andere energiedragers
- Elektriciteit
- Warmte.
Kool en koolproducten
Vaste fossiele brandstof die bestaat uit verkoolde plantenresten. Het verkolen is een gevolg van langdurige blootstelling aan hoge temperatuur en druk.

Van kool kunnen diverse producten worden afgeleid, zoals steenkoolcokes en hoogovengas.
Totaal kool en koolproducten
Dit is een samentelling van de categorieën:
- Steenkool en bruinkool
- koolproducten.
Steenkool en bruinkool
Steenkool:
Fossiele brandstof die bestaat uit verkoolde plantenresten.

Soorten steenkool zijn antraciet, cokeskool en ketelkool. Al deze soorten hebben een netto verbrandingswaarde groter dan 24 megajoule per kilogram van het asvrije en natte product.

Bruinkool:
Soort kool met een verbrandingswaarde kleiner dan 20 megajoule per kilogram van het asvrije en natte product en een gehalte aan vluchtige stoffen van meer dan 31 procent (op asvrij drooggewicht).
Koolproducten
Van kool afgeleide producten zoals steenkoolcokes en hoogovengas.
Totaal koolproducten
Dit is een samentelling van de categorieën:
- Cokeovencokes
- Cokesovengas
- Hoogovengas
- Steenkoolteer.
Cokeovencokes
Vast koolproduct verkregen door verdere verkoling van steenkool bij hoge temperatuur. Het product wordt in hoogovens gebruikt om ijzer uit ijzererts te maken.
Cokesovengas
Gas vrijgekomen bij de verkoling van steenkool tot steenkoolcokes.
Hoogovengas
Gas vrijgekomen bij de productie van ijzer in hoogovens.
Steenkoolteer
Een zwarte taaie vloeibare massa. Wordt toegepast bij de verduurzaming van ijzer, onderwaterbehandelingen, ondergrondse constructies in beton of staal, buitenkant van schepen, houten schuren, pramen, schuiten.
Aardoliegrondstoffen en -producten
Een vloeibare, fossiele brandstof bestaande uit ketens van koolwaterstoffen. Ruwe aardolie wordt gewonnen uit de natuur. In raffinaderijen wordt ruwe aardolie omgezet in diverse aardolieproducten.
Totaal aardoliegrondstoffen en producten
Dit is een samentelling van de categorieën:
- Aardoliegrondstoffen
- Aardolieproducten.
Aardoliegrondstoffen
Goederen die als grondstof dienen in raffinaderijen. Dit zijn vooral ruwe aardolie en aardgascondensaat. Verder vallen de additieven inclusief de biobrandstoffen voor het wegverkeer hieronder. Deze worden toegevoegd aan motorbrandstoffen om de eigenschappen bij verbranding te verbeteren en/of om de CO2-uitstoot te verminderen.
Totaal aardoliegrondstoffen
Dit is een samentelling van de categorieën:
- Ruwe aardolie
- Aardgascondensaat
- overige aardoliegrondstoffen.
Ruwe aardolie
Een minerale olie van natuurlijke oorsprong die bestaat uit koolwaterstoffen en diverse onzuiverheden zoals zwavel. Onder normale druk en temperatuur is ruwe aardolie vloeibaar. De fysische eigenschappen, zoals dichtheid en viscositeit (stroperigheid), lopen echter zeer uiteen.
Aardgascondensaat
Lichte koolwaterstoffen die als bijproduct vrijkomen bij de winning van aardgas of aardolie. Het zijn onder andere ethaan, propaan, butaan en pentaan. Aardgascondensaat dat bij normale temperatuur en druk gasvormig is, wordt voor transport vloeibaar gemaakt.
Overige aardoliegrondstoffen
Niet elders genoemde aardoliegrondstoffen. Voorbeelden zijn synthetische ruwe olie uit teerzanden en olie uit omzetting van kool of aardgas.
Aardolieproducten
Voor verbruik beschikbare producten van ruwe aardolie of andere aardoliegrondstoffen. De bekendste producten zijn de brandstoffen lpg, motorbenzine en dieselolie. Ook vallen hier producten onder die niet als energiedrager worden gebruikt, maar als grondstof of hulpstof. Voorbeelden hiervan zijn terpentine, smeermiddelen en bitumen (asfalt).
Totaal aardolieproducten
Dit is een samentelling van de categorieën:
- Restgassen uit olie
- Lpg
- Nafta
- Benzine
- Kerosine
- Gas- en dieselolie
- Stookolie
- Smeermiddelen
- Bitumen
- Overige aardolieproducten.
Restgassen uit olie
Gassen die als bijproduct ontstaan tijdens de verwerking van aardolie in de raffinaderijen en de petrochemische industrie. Ze bestaan vooral uit waterstof, methaan, ethaan en koolmonoxide.
Lpg
Liquefied Petroleum Gas. Lichte, eenvoudige koolwaterstoffen verkregen uit raffinage van aardolie.

Dit zijn propaan en butaan of mengsels hiervan en ethaan. Bij kamertemperatuur en normale luchtdruk is lpg gasvormig. Het wordt vloeibaar gemaakt voor opslag en transport. De motorbrandstof autogas, aan de benzinepomp bekend als lpg, valt ook in deze groep.
Nafta
Lichte olie die voornamelijk in gebruik is als grondstof in de chemische industrie en in raffinaderijen. Nafta heeft een kookpunt tussen 30 en 210 graden Celsius.

De aardolieproducten overige lichte oliën en aromaten zijn inbegrepen bij het aardolieproduct nafta.
Benzine
Brandstof voor benzinemotoren. Dit is een samentelling van motorbenzine, vliegtuigbenzine en jetfuel op benzinebasis.
Kerosine
Een halfzware olie met een kookpunt tussen 150 en 300 graden Celsius. Het is een samentelling van vliegtuigkerosine (ook bekend als jetfuel op kerosinebasis) en petroleum (internationaal bekend als overige kerosine).
Gas- en dieselolie
Zware olie in gebruik als brandstof in dieselmotoren en verwarmingsinstallaties. Het kookpunt hiervan ligt tussen 180 en 380 graden Celsius. De meest algemene naam voor deze olie is gasolie. Echter in de praktijk wordt vaak over dieselolie gesproken vanwege het gebruik in dieselmotoren. Tot dit product behoort ook lichte stookolie, ook bekend als huisbrandolie. Hiervan loopt het kookpunt op tot 540 graden Celsius.
Stookolie
Zware olie die overblijft na destillatie in de raffinaderij. Het wordt vooral gebruikt als brandstof voor zeeschepen (bunkering) en in mindere mate in de industrie en bij elektriciteit- en warmteproductie.
Smeermiddelen
Oliën of vetten die gebruikt worden voor smering om het langs elkaar glijden van twee oppervlakken, bijvoorbeeld in een motor, te vergemakkelijken.
Bitumen
Een vaste, bijna vaste of stroperige koolwaterstof dat als residu uit aardolieverwerking overblijft. Het is vooral bekend als asfalt en wordt gebruikt in de wegenbouw en als dakbedekking.
Overige aardolieproducten
Niet elders genoemde aardolieproducten.
Aardgas
Gas van natuurlijke oorsprong dat vooral bestaat uit methaan. Het ontstaat bij hetzelfde proces dat tot de vorming van aardolie leidt. Voor vervoer over lange afstanden per schip wordt aardgas vloeibaar gemaakt.
Hernieuwbare energie
Energie opgewekt uit wind, waterkracht, zon, aarde, bodem, buitenluchtwarmte en biomassa en komt uit bronnen die steeds opnieuw worden aangevuld. Fossiele energie en kernenergie vallen daarom niet onder hernieuwbare energie.

Deze definitie van hernieuwbare energie volgt de Energy Statistics Manual van het Internationaal Energie Agentschap (IEA) en Eurostat. Ook worden definities volgens andere methoden gebruikt: namelijk de bruto eindverbruikmethode uit de EU-Richtlijn Hernieuwbare Energie en de substitutiemethode uit het nationale Protocol Monitoring Hernieuwbare Energie. Afhankelijk van de methode kunnen ondiepe bodemenergie, buitenluchtwarmte en warmte uit net gemolken melk al dan niet onder de noemer hernieuwbare energie vallen.
Totaal hernieuwbare energie
Dit is een samentelling van de categorieën:
- Windenergie
- Waterkracht
- Zonne-energie
- Aardwarmte
- Biomassa.
Windenergie
Energie, opgewekt met een windmolen of windturbine. Windmolens staan op land of in binnenwater of op zee. Windmolens in binnenwateren worden gerekend bij windenergie op land.
Waterkracht
Energie, opgewekt met behulp van vallend of stromend water.
Zonne-energie
Zonnestraling gebruikt voor de productie van warm water of elektriciteit door zonnecollectoren of zonnecellen. Passieve zonne-energie voor de verwarming van gebouwen of kassen wordt niet meegenomen.
Aardwarmte
Warmte afkomstig van processen in het binnenste van de aarde. Aardwarmte staat ook bekend als geothermische energie.
Biomassa
Stoffen die afkomstig zijn van plantaardig of dierlijk materiaal van recente oorspong en die worden gebruikt voor energetische doeleinden. Voorbeelden zijn hout, mest en afval uit de voedselverwerkende industrie.
Totaal biomassa
Dit is een samentelling van de categorieën:
- Biogeen huishoudelijk afval
- Vaste en vloeibare biomassa
- Biogas.
Biogeen huishoudelijk afval
De biogene fractie van alle afval dat wordt verbrand in een afvalverbrandingsinstallatie. Dit is een installatie die speciaal ontworpen is voor het verbranden van huishoudelijk afval en daarop lijkend bedrijfsafval.
Vaste en vloeibare biomassa
Vast of vloeibaar materiaal van plantaardige of dierlijke oorsprong in gebruik voor productie van energie. Voorbeelden zijn hout, papierslib, reststromen uit de voedingsmiddelenindustrie en pure biotransportbrandstoffen. Vloeibare biotransportbrandstoffen die zijn bijgemengd in fossiele benzine of diesel vallen niet onder vloeibare biomassa, maar zijn opgenomen onder motorbenzine en gasolie.
Biogas
Gas ontstaan door vergisting van organisch materiaal. Voorbeelden daarvan zijn slib uit afvalwaterzuivering, gestort afval (stortgas), groente, fruit en tuinafval (GFT), mest, mais en plantaardige reststromen uit de landbouw, agro-industrie en handel.
Kernenergie
Energie die vrijkomt bij splitsing of fusie van atoomkernen. Door verhitting van water wordt deze energie omgezet in stoom onder hoge druk. Vervolgens kan met deze stoom elektriciteit worden opgewekt met behulp van een stoomturbine.
Afval en andere energiedragers
Energie niet afkomstig uit fossiele, hernieuwbare of nucleaire energiedragers.
Hieronder vallen:
- Het niet-biogene deel (het deel dat niet van planten en dieren afkomstig is) van huishoudelijk en industrieel afval dat is gebruikt voor productie van energie
- Elektriciteit opgewekt door het uitzetten van gas in gasexpansieturbines
- Warmte die vrijkomt bij chemische reacties
- Energie die afkomstig is van een diepte van minder dan 500 m (bodemenergie boven deze diepte is grotendeels afkomstig van uitwisseling van energie met de atmosfeer op seizoensbasis, ondiepe bodemenergie staat ook bekend als warmte/koudeopslag)
- Warmte uit de buitenlucht (deze wordt benut voor verwarming van woningen en utiliteitsgebouwen door gebruik te maken van een warmtepomp)
- Warmte uit net gemolken melk.
Elektriciteit
Stroom van elektronen die wordt gebruikt om bijvoorbeeld lampen te laten branden of wasmachines te laten draaien. Elektronen zijn elementaire deeltjes in een atoom met een negatieve lading, die door een spanningsverschil gaan stromen.
Warmte
Energie in de vorm van stoom en/of warm water. Stoom is water van 100 graden Celsius of warmer. Warm water heeft een temperatuur van minder dan 100 graden Celsius.