Gasmotoren; opgesteld vermogen, productie, vermogensklasse, 1998 - 2002
Vermogensklasse | Perioden | Inzet Fysieke eenheden Totale inzet (TJ) | Inzet Fysieke eenheden Aardgas inzet (1000 m3) | Inzet Fysieke eenheden Stookolie inzet (1000 kg) | Inzet Fysieke eenheden Overige brandstoffen inzet (TJ) | Inzet Warmte-eenheden Totale inzet (TJ) | Inzet Warmte-eenheden Aardgas inzet (TJ) | Inzet Warmte-eenheden Stookolie inzet (TJ) | Inzet Warmte-eenheden Overige brandstoffen inzet (TJ) | Productie Fysieke eenheden Totale productie (TJ) | Productie Fysieke eenheden Productie elektriciteit (MWh) |
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Totaal vermogensklassen | 2002 | 56.136 | 1.708.487 | 0 | 2.063 | 56.136 | 54.074 | 0 | 2.063 | 45.148 | 5.180.561 |
0-100 kWe | 2002 | 763 | 18.836 | 166 | 763 | 596 | 0 | 166 | 589 | 64.009 | |
101-200 kWe | 2002 | 4.472 | 126.697 | 462 | 4.472 | 4.010 | 0 | 462 | 3.536 | 391.719 | |
201-300 kWe | 2002 | 6.928 | 215.113 | 120 | 6.928 | 6.808 | 0 | 120 | 5.647 | 636.707 | |
301-400 kWe | 2002 | 9.143 | 282.418 | 205 | 9.143 | 8.939 | 0 | 205 | 7.461 | 842.858 | |
401-500 kWe | 2002 | 4.910 | 148.320 | 216 | 4.910 | 4.694 | 0 | 216 | 3.968 | 455.054 | |
501-600 kWe | 2002 | 5.105 | 153.717 | 0 | 240 | 5.105 | 4.865 | 0 | 240 | 4.234 | 474.033 |
601-700 kWe | 2002 | 4.600 | 140.862 | 142 | 4.600 | 4.458 | 0 | 142 | 3.744 | 423.106 | |
701-800 kWe | 2002 | 2.078 | 64.734 | 29 | 2.078 | 2.049 | 0 | 29 | 1.669 | 190.562 | |
801-900 kWe | 2002 | 1.152 | 32.026 | 139 | 1.152 | 1.014 | 0 | 139 | 857 | 99.952 | |
901-1000 kWe | 2002 | 4.620 | 135.071 | 345 | 4.620 | 4.275 | 0 | 345 | 3.678 | 419.224 | |
Groter dan 1000 kWe | 2002 | 12.365 | 390.693 | 0 | 0 | 12.365 | 12.365 | 0 | 0 | 9.765 | 1.183.337 |
Bron: CBS. |
Tabeltoelichting
Deze tabel geeft een overzicht van de productie van elektriciteit in Nederland, de daarvoor ingezette brandstoffen en het gebruik van installaties. Elektriciteit wordt verkregen door: omzetting van brandstoffen als aardgas, steenkool en stookolie; uit zonne- en windenergie en door de aanwending van waterkracht. Gegevens zijn er over de productie van elektriciteit, de warmte die daarbij vrijkomt, de inzet van brandstoffen, hernieuwbare energiedragers en het opgestelde vermogen, onderverdeeld naar vermogensklasse.
Gegevens beschikbaar:
Vanaf 1998, jaarlijks tot en met 2002
Status van de cijfers:
Alle cijfers tot en met verslagjaar 2002 zijn definitief.
Wijziging per 31 augustus 2004
Geen, deze tabel is stopgezet. Zie voor meer informatie paragraaf 3.
Wijzigingen per 14 september 2017:
De verklaring van symbolen is gewijzigd. Dit heeft tot gevolg dat in deze tabel alle streepjes zijn vervangen door lege cellen.
Wanneer komen er nieuwe cijfers:
Niet meer van toepassing.
Toelichting onderwerpen
- Inzet
- Het verbruik van de verschillende soorten brandstoffen en andere energiedragers, zoals aardgas en steenkool, bij de productie van elektriciteit en/of warmte.
- Fysieke eenheden
- De verbruikte hoeveelheid grondstoffen bij de productie van elektriciteit en wordt uitgedrukt in de volgende fysieke eenheden kubieke meter (m3), kilogrammen (kg), megawatt (MW) en megawattuur (MWh). Een Watt is de fysieke eenheid van elektrisch vermogen. 1 megawatt (MW of MWe, waarbij de 'e' staat voor elektriciteit) = 1 miljoen Watt. Een generator met een elektrisch vermogen van 1 MW kan per uur een hoeveelheid elektriciteit produceren van 1 MWh (megawattuur).
- Totale inzet
- Het totale verbruik van de verschillende soorten brandstoffen en andere energiedragers, zoals aardgas en stookolie, bij de productie van elektriciteit en/of warmte.
- Aardgas inzet
- De verbruikte hoeveelheid aardgas bij de productie van elektriciteit en/of warmte. Aardgas is een gas van natuurlijke oorsprong dat vooral bestaat uit methaan. Het ontstaat bij hetzelfde proces dat tot de vorming van aardolie leidt. 1 TJ komt overeen met ongeveer 31 600 m3 aardgas.
- Stookolie inzet
- De verbruikte hoeveelheid stookolie bij de productie van elektriciteit en/of warmte. Stookolie is de olie die overblijft na destillatie in de raffinaderij. 1 TJ komt overeen met ruim 24 000 kg stookolie.
- Overige brandstoffen inzet
- De verbruikte hoeveelheid overige grondstoffen bij de productie van elektriciteit en/of warmte. Voorbeelden zijn chemische en industriële gassen, biomassa, afval, hoogovengas, nucleair materiaal en stoom.
- Warmte-eenheden
- De verbruikte hoeveelheid grondstoffen bij de productie van elektriciteit en uitgedrukt in warmte-eenheden.
Van de verschillende soorten energiedragers (bijvoorbeeld fossiele brandstoffen en nucleair materiaal) kan de energetische waarde worden uitgedrukt in Joule (J).
De volgende relaties bestaan tussen fysieke eenheden en warmte- eenheden:
1 terajoule (TJ = 1 000 miljard Joule) komt overeen met ongeveer 31 600
m3 aardgas.
1 TJ komt overeen met ruim 24 000 kg stookolie
1 TJ komt overeen met ongeveer 40 000 kg steenkool
1 TJ komt overeen met 277,8 MWh elektriciteit (1 Watt komt overeen
met 1 Joule per seconde).- Totale inzet
- Het totale verbruik van de verschillende soorten brandstoffen en andere energiedragers, zoals aardgas en stookolie, bij de productie van elektriciteit en/of warmte.
- Aardgas inzet
- De verbruikte hoeveelheid aardgas bij de productie van elektriciteit en/of warmte. Aardgas is een gas van natuurlijke oorsprong dat vooral bestaat uit methaan. Het ontstaat bij hetzelfde proces dat tot de vorming van aardolie leidt. 1 TJ komt overeen met ongeveer 31 600 m3 aardgas.
- Stookolie inzet
- De verbruikte hoeveelheid stookolie bij de productie van elektriciteit en/of warmte. Stookolie is de olie die overblijft na destillatie in de raffinaderij. 1 TJ komt overeen met ruim 24 000 kg stookolie.
- Overige brandstoffen inzet
- De verbruikte hoeveelheid overige grondstoffen bij de productie van elektriciteit en/of warmte. Voorbeelden zijn chemische en industriële gassen, biomassa, afval, hoogovengas, nucleair materiaal en stoom.
- Productie
- De opbrengst aan elektriciteit en/of warm water uit de inzet van fossiele brandstoffen, hernieuwbare energiedragers, kernenergie en overige energiedragers, inclusief het eigen elektriciteitsverbruik van de installaties.
- Fysieke eenheden
- De verbruikte hoeveelheid grondstoffen bij de productie van elektriciteit en wordt uitgedrukt in de volgende fysieke eenheden kubieke meter (m3), kilogrammen (kg), megawatt (MW) en megawattuur (MWh). Een Watt is de fysieke eenheid van elektrisch vermogen. 1 megawatt (MW of MWe, waarbij de 'e' staat voor elektriciteit) = 1 miljoen Watt. Een generator met een elektrisch vermogen van 1 MW kan per uur een hoeveelheid elektriciteit produceren van 1 MWh (megawattuur).
- Totale productie
- De totale opbrengst aan elektriciteit en/of stoom/warm water uit de inzet van fossiele brandstoffen, hernieuwbare energiedragers, kernenergie en overige energiedragers, inclusief het eigen elektriciteitsverbruik van de installaties.
- Productie elektriciteit
- De opbrengst aan elektriciteit uit de inzet van fossiele brandstoffen, hernieuwbare energiedragers, kernenergie en overige energiedragers, inclusief het eigen elektriciteitsverbruik van de installaties.