Professionele podiumkunsten; werkgelegenheid, baten en lasten
Verklaring van tekens
Tabeltoelichting
Deze tabel bevat uitkomsten over werkgelegenheid, baten en lasten van organisaties die het tonen van professionele podiumkunsten als hoofdactiviteit hebben. Evenementenhallen, stadions en accommodaties voor tentoonstellingen en beurzen worden niet meegeteld in de uitkomsten gepresenteerd in deze tabel.
Gegevens beschikbaar vanaf: 2002.
Status van de cijfers:
De cijfers van 2016 t/m 2022 zijn voorlopig. De overige cijfers zijn definitief vastgesteld.
Wijzigingen per december 2023:
De voorlopige cijfers van 2022 zijn toegevoegd.
Wanneer komen er nieuwe cijfers?
In het vierde kwartaal 2024 verschijnen de voorlopige cijfers over het voorafgaande jaar.
Toelichting onderwerpen
- Totaal bedrijven/organisaties
- De bedrijven/organisaties die het podium of de podia beheren en waarvoor het tonen van professionele podiumkunsten hun hoofdactiviteit is.
Stadions, evenementenhallen en accommodaties voor tentoonstellingen en beurzen behoren niet tot de populatie van deze tabel omdat het vertonen van professionele podiumkunstvoorstellingen niet tot de hoofdactiviteit behoort. Het aantal organisaties is daarom minder dan bij de statistiek over voorstellingen en bezoekers waar dergelijke accommodaties wel worden meegeteld. - Werkzame personen
- Alle personen die arbeid verrichten onder leiding van een bedrijf en/of organisatie, ongeacht het feit of ze als werknemer op de loonlijst staan.
---
Tot de werkzame personen worden gerekend:
- Werknemers op de eigen loonlijst;
- Ingehuurd of ingeleend personeel (van andere bedrijven), waaronder uitzendkrachten;
- Vrijwilligers of stagiaires;
- Meewerkende eigenaren of gezinsleden;
- Personele inzet van de gemeente.
---
Peildatum is 30 september (voor openluchttheaters geldt 31 juli).- Totaal werkzame personen
- In loondienst
- Alle personen die op de loonlijst staan van een bedrijf en/of organisatie.
---
Peildatum is 30 september (voor openluchttheaters geldt 31 juli).- Totaal werknemers
- Uitgeleend personeel
- Alle personen die zijn uitgeleend aan andere bedrijven.
---
Peildatum is 30 september (voor openluchttheaters geldt 31 juli).
- Niet in loondienst
- Ingeleend personeel
- Alle personen die zijn ingeleend van andere bedrijven, waaronder uitzendkrachten en zzp’ers.
---
Peildatum is 30 september (voor openluchttheaters geldt 31 juli).
- Vrijwilligers/stagiaires
- Alle personen waarvoor geen loonverplichting bestaat.
---
Peildatum is 30 september (voor openluchttheaters geldt 31 juli).
- Overige werkzame personen
- Overige personen, die niet op de loonlijst staan, waaronder meewerkende eigenaren en/of gezinsleden en personele inzet van de gemeente.
---
Peildatum is 30 september (voor openluchttheaters geldt 31 juli).
- FTE's
- Fulltime equivalent (FTE) is een maatstaf voor het arbeidsvolume, die wordt berekend door alle banen (voltijd en deeltijd) om te rekenen naar voltijdbanen.
---
Een FTE kan een baan zijn die door meerdere personen (met een deeltijdbaan) wordt gedeeld.- Werknemers
- Alle personen die op de loonlijst staan van een bedrijf en/of organisatie, omgerekend naar voltijdbanen.
---
Peildatum is 30 september (voor openluchttheaters geldt 31 juli).
- Werkzame personen
- Alle personen die arbeid verrichten onder leiding van een bedrijf en/of organisatie, ongeacht het feit of ze als werknemer op de loonlijst staan, omgerekend naar voltijdbanen.
---
Peildatum is 30 september (voor openluchttheaters geldt 31 juli).
- Baten
- Totale baten
- Bedrijfsomzet
- Bedrijfsomzet bestaat uit de som van publieksgebonden inkomsten en inkomsten uit verhuur voor niet-theatrale evenementen, inkomsten uit horeca en pachtopbrengsten en inkomsten uit sponsoring.
- Totaal bedrijfsomzet
- Publieksgebonden inkomsten
- Baten uit recettes, partages, reserveringsgeld, theatertoeslagen, inkomsten garderobe, merchandising e.d., verhuur voor theatrale evenementen.
- Verhuur voor niet-theatrale evenementen
- Baten uit verhuur voor niet-theatrale evenementen zoals recepties, congressen en vergaderingen.
- Omzet horeca, pachtopbrengsten
- Inkomsten uit sponsoring
- Subsidies
- Totaal subsidies
- Subsidies van gemeente
- Overige subsidies
- Loonkostensubsidies, subsidies van provincie, rijksoverheid en particuliere fondsen of andere partijen. In 2020 en 2021 zijn in deze categorie ook bijdragen opgenomen uit coronasteunmaatregelen vanuit de overheid en overige steun i.v.m. corona (bijvoorbeeld vanuit private fondsen).
- Overige bedrijfsopbrengsten en baten
- Financiële baten (zoals rentebaten en winsten op beleggingen), bijzondere baten (zoals boekwinsten uit de verkoop van een bedrijf) en andersoortige bedrijfsopbrengsten (zoals vergoedingen voor uitgeleend personeel en schade-uitkeringen).
- Lasten
- Totale lasten
- Personeelskosten
- Arbeidskosten eigen personeel, kosten ingehuurd personeel, kosten vrijwilligers, kosten stagiaires en overige personeelskosten.
- Totaal personeelskosten
- Arbeidskosten werknemers
- Arbeidskosten van personen die op de loonlijst staan van het bedrijf en/of organisatie.
- Overige personeelskosten
- Kosten voor ingeleend personeel en overige personeelskosten zoals opleidingskosten, kosten kantines, kosten Arbo-diensten en wervingskosten.
- Inkoopwaarde omzet
- Enerzijds directe programma-inkoopkosten (zoals gages, uitkopen, partageafdrachten, BUMA-/SENA-rechten, artiestencatering, decor, overnachtingskosten en boekingskosten; anderzijds overige inkoopkosten (zoals voor de voorstellingsondersteunende horeca, kosten voor huur meubilair/techniekapparatuur voor de verhuuractiviteiten, kosten voor het tonen van films)
- Totaal inkoopwaarde omzet
- Directe voorstellingskosten
- Kosten die direct samenhangen met het realiseren van omzet zoals gages voor artiesten, uitkopen, partage-afdrachten en BUMA-rechten (exclusief publiciteitskosten).
- Overige inkoop
- Inkoop van ondersteunende horeca, inkoop van overige materialen en goederen e.d.
- Overige bedrijfskosten en -lasten
- Huisvestingskosten (zoals huur- en leaskosten), publiciteits- en overige voorstellingskosten, overige bedrijfskosten (zoals onderhoudskosten voor apparatuur) en afschrijvingen.
- Overige lasten
- Hypotheekrentelasten, overige financiële lasten (zoals boekverliezen) en bijzondere lasten (zoals toevoegingen aan voorzieningen).