Leefsituatie naar regio; 1999/2002
Verklaring van tekens
Tabeltoelichting
Leefsituatie (gezondheid, medische consumptie, contacten,
woning) naar regio. Gegevens naargelang onderwerp beschikbaar over:
1999 / 2002; 2000 / 2002 of 2001 / 2002
Gewijzigd op 15 juni 2010.
Verschijningsfrequentie: Stopgezet.
woning) naar regio. Gegevens naargelang onderwerp beschikbaar over:
1999 / 2002; 2000 / 2002 of 2001 / 2002
Gewijzigd op 15 juni 2010.
Verschijningsfrequentie: Stopgezet.
Toelichting onderwerpen
- Ervaren gezondheid: (zeer) goed
- Het percentage personen "zeer goed" of "goed" op de vraag:
Hoe is over het algemeen uw gezondheid?
Met de antwoordcategorieën:
1.zeer goed.
2.goed.
3.gaat wel.
4.slecht
5.zeer slecht
De cijfers gelden voor personen van 0 jaar en ouder en betreffen de
gemiddelde waarde uit de basis bestanden van de jaren 2001 en
2002. - Medische consumptie
- Medische consumptie wordt beschreven in termen van contact met huisarts,
specialist, fysiotherapeut en ziekenhuisopnamen. Voor huisarts,
specialist en fysiotherapeut betreffen de cijfers het aantal contacten
per persoon per jaar met deze genezers. De ziekenhuisopnamen betreffen
het aantal opnamen per 100 personen per jaar.- Contact met de huisarts in 1 jaar
- Contact met de huisarts in 1 jaar.
Onder contact met de huisarts vallen alle bezoeken aan een huisarts,
visites van een huisarts en telefonische consulten.
Het betreft hier het aantal contacten per jaar per persoon in de
bevolking.
Teneinde vertekening door gebrekkige herinnering zo veel mogelijk te
beperken, is het gemiddelde aantal contacten per jaar bepaald door de
aantallen contacten in de periode van 14 dagen voorafgaand aan de
de enquête te vermenigvuldigen met de factor 26.
[26 periodes van 14 dagen = 1 jaar] .
De cijfers gelden voor personen van 0 jaar en ouder en betreffen de
gemiddelde waarde uit de Module Gezondheid en Arbeid (POLS)
van de jaren 1999 tot en met 2002.
- Contact met een specialist in 1 jaar
- Contact met een specialist in 1 jaar.
De gegevens over contacten met specialisten hebben zowel betrekking op
contacten in het ziekenhuis als op consulten elders. Bij de contacten met
een specialist vallen die tijdens ziekenhuisopnamen buiten de waarneming.
Poliklinische behandelingen, eerste hulp en het maken van foto's worden
wèl meegerekend.
Het betreft hier het aantal contacten per jaar per persoon in de
bevolking.
Teneinde vertekening door gebrekkige herinnering zo veel mogelijk te
beperken, is het gemiddelde aantal contacten per jaar bepaald door de
aantallen contacten in de periode van 14 dagen voorafgaand aan de
de enquête te vermenigvuldigen met de factor 26.
[26 periodes van 14 dagen = 1 jaar] .
De cijfers gelden voor personen van 0 jaar en ouder en betreffen de
gemiddelde waarde uit de Module Gezondheid en Arbeid (POLS)
van de jaren 1999 tot en met 2002.
- Ziekenhuisopnamen in 1 jaar
- Ziekenhuisopnamen in 1 jaar.
Opnamen in verband met bevalling en geboorte, opnamen die vanuit en
naar andere instellingen plaatsvinden en opnamen waarbij de patiënt
overlijdt zijn buiten beschouwing gelaten.
Daarom moet met enige onderrapportage rekening gehouden worden.
Er is sprake van een opname bij een verblijfsduur van minimaal één nacht
in het ziekenhuis.
1 jaar betreft de periode 12 maanden voorafgaande aan de datum
van enquêtering.
Het betreft hier het aantal opnamen per 100 personen per jaar in de
bevolking.
De cijfers gelden voor personen van 0 jaar en ouder en betreffen de
gemiddelde waarde uit de Module Gezondheid en Arbeid (POLS)
van de jaren 1999 tot en met 2002.
- Contact met de fysiotherapeut in 1 jaar
- Contact met de fysiotherapeut in 1 jaar.
Het betreft fysiotherapie buiten ziekenhuisopname.
1 jaar betreft de periode 12 maanden voorafgaande aan de datum
van enquêtering.
Er wordt gevraagd naar het aantal keer in het afgelopen jaar.
Omdat de antwoorden op een lange herinneringsperiode betrekking hebben,
moeten de resultaten over de aantallen contacten met extra voorzichtigheid
worden gehanteerd.
Het betreft hier het aantal contacten per jaar per persoon in de
bevolking.
De cijfers gelden voor personen van 0 jaar en ouder en betreffen de
gemiddelde waarde uit de Module Gezondheid en Arbeid (POLS)
van de jaren 1999 tot en met 2002.
- Wekelijks 12 uur of meer huish. werk
- Mannen
- Wekelijks 12 uur of meer huishoudelijk werk.
Mannen.
Het percentage mannen dat doorgaans per week 12 uur of meer huishoudelijk
werk doet. Het betreft huishoudelijke werkzaamheden zoals opruimen en
schoonmaken, wassen en strijken, boodschappen doen, koken en afwassen, en
verzorgen van dieren en planten. Tuinieren en verzorgen en opvoeden van
kinderen tellen niet mee.
De cijfers gelden voor mannen van 15 jaar en ouder en betreffen de
gemiddelde waarde uit de basis bestanden van de jaren 1999 tot en
met 2002.
- Vrouwen
- Wekelijks 12 uur of meer huishoudelijk werk.
Vrouwen.
Het percentage vrouwen dat doorgaans per week 12 uur of meer
huishoudelijk werk doet. Het betreft huishoudelijke werkzaamheden zoals
opruimen en schoonmaken, wassen en strijken, boodschappen doen, koken en
afwassen, en verzorgen van dieren en planten. Tuinieren en verzorgen en
opvoeden van kinderen tellen niet mee.
De cijfers gelden voor vrouwen van 15 jaar en ouder en betreffen de
gemiddelde waarde uit de basis bestanden van de jaren 1999 tot en
met 2002.
- Buitengewoon (zeer) tevreden met leven
- Tevreden met leven
Het percentage personen "Buitengewoon tevreden" of "Zeer tevreden" op de
vraag:
In welke mate bent u tevreden met het leven dat u op dit moment leidt?
Is dat:
1.buitengewoon tevreden.
2.zeer tevreden.
3.tevreden.
4.tamelijk tevreden.
5.of niet zo tevreden.
De cijfers gelden voor personen van 12 jaar en ouder en betreffen de
gemiddelde waarde uit de basis bestanden van de jaren 2000 tot en
met 2002. - Erg gelukkig mens
- Gelukkig
Het percentage personen "Erg gelukkig" of "Gelukkig" op de vraag:
In welke mate vindt u zichzelf een gelukkig mens? Is dat:
1.erg gelukkig.
2.gelukkig.
3.niet gelukkig, niet ongelukkig.
4.niet zo gelukkig.
5.of ongelukkig.
De cijfers gelden voor personen van 12 jaar en ouder en betreffen de
gemiddelde waarde uit de basis bestanden van de jaren 2000 tot en
met 2002. - Contact
- Wekelijks contact vrienden
- Contact met vrienden
Het percentage personen "minstens 1 keer per week" op de vraag:
Hoe vaak hebt u contact met vrienden, vriendinnen of echt goede
kennissen?
Met de antwoordcategorieën:
1.minstens 1 keer per week.
2.2 keer per maand.
3.1 keer per maand.
4.minder dan 1 keer per maand.
5.zelden of nooit.
De cijfers gelden voor personen van 12 jaar en ouder en betreffen de
gemiddelde waarde uit de basis bestanden van de jaren 2000 tot en
met 2002.
- Wekelijks contact familie
- Contact met familie
Het percentage personen "minstens 1 keer per week" op de vraag:
Hoe vaak heeft u contact met één of meer familieleden?
Het gaat hierbij om ontmoetingen, telefonische en schriftelijke contacten
met familie of gezinsleden die niet bij u in huis wonen.
Is dat:
1.minstens 1 keer per week.
2.2 keer per maand.
3.1 keer per maand.
4.minder dan 1 keer per maand.
5.zelden of nooit.
De cijfers gelden voor personen van 12 jaar en ouder en betreffen de
gemiddelde waarde uit de basis bestanden van de jaren 2000 tot en
met 2002.
- Wekelijks cafébezoek
- Cafébezoek
Het percentage personen "minstens 1 keer per week" nadat de vraag "gaat u
wel eens naar een café met "ja" is beantwoord.
Antwoordcategorieën van vervolgvraag zijn dan:
1.minstens 1 keer per week.
2.1 tot 3 keer per maand.
3.minder dan 1 keer per maand.
4.bijna nooit.
De cijfers gelden voor personen van 12 jaar en ouder en betreffen de
gemiddelde waarde uit de basis bestanden van de jaren 2000 tot en
met 2002. - Beslist geen verhuiswens
- Verhuiswens
Het percentage personen "Beslist niet" op de vraag:
Wilt U binnen 2 jaar verhuizen?
Met de antwoordcategorieën:
1.beslist niet.
2.eventueel wel, misschien.
3.zou wel willen, kan niets vinden.
4.beslist wel.
5.reeds andere huisvesting gevonden.
Respondenten die een huis voor zichzelf aan het bouwen zijn krijgen de
code 5.
De cijfers gelden voor personen van 12 jaar en ouder en betreffen de
gemiddelde waarde uit de basis bestanden van de jaren 2000 tot en
met 2002. - Maandelijks actief binnen vereniging
- Actief binnen vereniging
Het percentage personen "ja" op de vraag:
Neemt u minstens 1 keer per maand actief deel aan activiteiten van een of
meer verenigingen?
Met de antwoordcategorieën:
1.ja.
2.nee.
De cijfers gelden voor personen van 12 jaar en ouder en betreffen de
gemiddelde waarde uit de basis bestanden van de jaren 2000 tot en
met 2002. - Woning
- Koopwoning
- Koper
Het percentage personen "ja" op de vraag:
Bent u of is een van de leden van uw huishouden eigenaar van de woning?
Met de antwoordcategorieën:
1.ja.
2.nee.
De cijfers gelden voor personen van 18 jaar en ouder en zijn afkomstig
uit het WoningBehoefteOnderzoek 2002 van VROM.
- Huurwoning
- Huurder
Het percentage personen "nee" op de vraag:
Bent u of is een van de leden van uw huishouden eigenaar van de woning?
Met de antwoordcategorieën:
1.ja.
2.nee.
De cijfers gelden voor personen van 18 jaar en ouder en zijn afkomstig
uit het WoningBehoefteOnderzoek 2002 van VROM.