Post-initieel onderwijs, levenlang leren; achtergrondkenmerken, 1995-2009
Verklaring van tekens
Tabeltoelichting
Deze tabel bevat gegevens over de deelname aan het post-initieel onderwijs en het levenlang leren onderscheiden naar persoons- en arbeidsmarktkenmerken en niveau van de opleiding. Daarnaast wordt de deelname aan het post-initieel onderwijs nog onderscheiden naar soort opleiding, bekostiging en motivatie voor de opleiding.
Gegevens beschikbaar van 1995 tot en met 2009.
Status van de cijfers:
De gegevens tot en met 2008 zijn definitief en die van 2009 zijn voorlopig.
Wijzigingen per 9 februari 2016:
Geen, deze tabel is stopgezet.
Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Niet meer van toepassing.
De statistiek Post-initieel onderwijs is vanwege bezuinigingen beëindigd.
Toelichting onderwerpen
- Post-initieel onderwijs, 15-64 jaar
- Vanaf 2003 zijn alle peilingen van de Enquête Beroepsbevolking (EBB)
gebruikt bij het bepalen van het aantal onderwijsvolgenden. Daarvoor
werd alleen informatie uit het eerste interview (face-to-face deel)
gebruikt.
Post-initieel onderwijs is tot 2002 geoperationaliseerd als exclusief
lange opleidingen in voltijd. Vanaf 2002 zijn ook voltijd opleidingen
meegenomen als de deelnemers voorafgaande aan de opleiding 5 jaar of langer niet op school hebben gezeten.
Met ingang van 2002 is de opzet van deze publicatie enigszins gewijzigd:
1. Het post-initieel onderwijs is anders gedefinieerd, zie boven. Voor
2002 betekent dit dat in vergelijking met de oude definitie 29 duizend
deelnemers meer zijn geteld (het aantal deelnemers aan het regulier
voltijd onderwijs binnen het post-initeel onderwijs dat jaar).
2. Een indeling is gemaakt naar regulier en niet-regulier onderwijs.
3. De grens tussen korte en lange opleidingen is verschoven van 6
maanden naar 1 jaar.
Vanaf 1 april 2000 zijn er een aantal wijzigingen in de vragenlijst van de EBB opgenomen die van belang zijn voor deze uitkomsten.
Per 1-4-2000 is gevraagd of het werk een onderdeel van de opleiding is, dit kan een stage betreffen of een opleiding in het kader van het
leerlingwezen. De deelnemers daaraan zijn beschouwd als voltijdleerlingen, als hun anciënniteit korter is dan 3 jaar. Dit betekent dat er daardoor minder lange opleidingen zijn in de doelgroep, d.i. de niet voltijd studerenden.
Voorheen werden deze deelnemers aan het leerlingwezen of stagiaires ten onrechte als post-initieel beschouwd.
In 2001 zijn dit er voor de 15 tot 65 jarigen 80 duizend minder, dat is
0,8 % minder op het totaal dat natuurlijk voornamelijk in de jongere
leeftijdsgroepen zit.
Na 1-4-2000 zijn ook de korte opleidingen die in de afgelopen 4 weken zijn gevolgd meegenomen, daarvoor alleen maar korte opleidingen die op het moment van enquêtering zijn gevolgd. De uitbreiding van de waarneming betekent dat over 2001 voor de 15 tot 65 jarigen 274 duizend deelnemers meer werden waargenomen, het deelname percentage steeg daarmee met 2,9%.- Deelname absoluut
- Totaal
- Deelname aan alle post-initiële opleidingen.
- Alle opleidingen
- Deelname aan alle post-initiële opleidingen.
- Regulier
- Reguliere opleidingen duren minimaal 1 jaar en hebben minimaal 6 lesuren
per week. Schriftelijke opleidingen kunnen ook regulier zijn.
Gegevens vanaf 2002.- Totaal regulier
- Reguliere opleidingen duren minimaal 1 jaar en hebben minimaal 6 lesuren
per week. Schriftelijke opleidingen kunnen ook regulier zijn.
Gegevens vanaf 2002.
- Niet-regulier
- Reguliere opleidingen duren minimaal 1 jaar en hebben minimaal 6 lesuren
per week. Schriftelijke opleidingen kunnen ook regulier zijn.
Gegevens vanaf 2002.- Totaal niet-regulier
- Reguliere opleidingen duren minimaal 1 jaar en hebben minimaal 6 lesuren
per week. Schriftelijke opleidingen kunnen ook regulier zijn.
Gegevens vanaf 2002.
- Deelname relatief
- Totaal
- Deelname aan alle post-initiële opleidingen.
Als percentage van de overeenkomstige bevolkingsgroep die geen
initieel onderwijs volgt, dit is de potentiële groep deelnemers aan
post-initieel onderwijs. Dit percentage drukt met andere woorden de
participatiegraad uit.- Alle opleidingen
- Deelname aan alle post-initiële opleidingen.
Als percentage van de overeenkomstige bevolkingsgroep die geen
initieel onderwijs volgt, dit is de potentiële groep deelnemers aan
post-initieel onderwijs. Dit percentage drukt met andere woorden de
participatiegraad uit.
- Regulier
- Reguliere opleidingen duren minimaal 1 jaar en hebben minimaal
6 lesuren per week. Schriftelijke opleidingen kunnen ook regulier zijn.
Als percentage van de overeenkomstige bevolkingsgroep die geen
initieel onderwijs volgt, dit is de potentiële groep deelnemers aan
post-initieel onderwijs. Dit percentage drukt met andere woorden de
participatiegraad uit. Gegevens vanaf 2002.- Totaal regulier
- Reguliere opleidingen duren minimaal 1 jaar en hebben minimaal
6 lesuren per week. Schriftelijke opleidingen kunnen ook regulier zijn.
Als percentage van de overeenkomstige bevolkingsgroep die geen
initieel onderwijs volgt, dit is de potentiële groep deelnemers aan
post-initieel onderwijs. Dit percentage drukt met andere woorden de
participatiegraad uit. Gegevens vanaf 2002.
- Niet-regulier
- Reguliere opleidingen duren minimaal 1 jaar en hebben minimaal
6 lesuren per week. Schriftelijke opleidingen kunnen ook regulier zijn.
Als percentage van de overeenkomstige bevolkingsgroep die geen
initieel onderwijs volgt, dit is de potentiële groep deelnemers aan
post-initieel onderwijs. Dit percentage drukt met andere woorden de
participatiegraad uit. Gegevens vanaf 2002.- Totaal niet regulier
- Reguliere opleidingen duren minimaal 1 jaar en hebben minimaal
6 lesuren per week. Schriftelijke opleidingen kunnen ook regulier zijn.
Als percentage van de overeenkomstige bevolkingsgroep die geen
initieel onderwijs volgt, dit is de potentiële groep deelnemers aan
post-initieel onderwijs. Dit percentage drukt met andere woorden de
participatiegraad uit. Gegevens vanaf 2002.
- Niet-regulier lang
- Reguliere opleidingen duren minimaal 1 jaar en hebben minimaal
6 lesuren per week. Schriftelijke opleidingen kunnen ook regulier zijn.
Lang is 1 jaar of langer.
Als percentage van de overeenkomstige bevolkingsgroep die geen
initieel onderwijs volgt, dit is de potentiële groep deelnemers aan
post-initieel onderwijs. Dit percentage drukt met andere woorden de
participatiegraad uit. Gegevens vanaf 2002.
- Niet-regulier kort
- Reguliere opleidingen duren minimaal 1 jaar en hebben minimaal
6 lesuren per week. Schriftelijke opleidingen kunnen ook regulier zijn.
Kort is korter dan 1 jaar.
Als percentage van de overeenkomstige bevolkingsgroep die geen
initieel onderwijs volgt, dit is de potentiële groep deelnemers aan
post-initieel onderwijs. Dit percentage drukt met andere woorden de
participatiegraad uit. Gegevens vanaf 2002.
- Studierichting
- Hier is gepercenteerd binnen alle studierichtingen, d.w.z. de som van alle studierichtingen is 100. Voor 1-4-2000 is de studierichting vastgelegd van lange en korte opleidingen, na 1-4-2000 alleen van lange opleidingen. De indeling in studierichtingen is vastgelegd in de standaard onderwijs indeling (SOI).
- Algemeen
- SOI 00.
- Onderwijs en humaniora
- SOI 05 en 10.
- Wiskunde, natuur en techniek
- SOI 30 en 35.
- Medisch
- SOI 50.
- Economisch, administratief, commercieel
- SOI 60.