Overledenen naar medische beslissing rond het levenseinde: aug-nov

Overledenen naar medische beslissing rond het levenseinde: aug-nov

Kenmerken overledene/overlijden Perioden Totaal overledenen (absoluut) Zonder MBL-handelwijze Plotseling en onverwacht overleden (absoluut) Zonder MBL-handelwijze Niet plotseling/onverwacht overleden (absoluut) Met MBL-handelwijze NIS rekening houdend met overlijden (absoluut) Met MBL-handelwijze PSB rekening houdend met overlijden (absoluut) Met MBL-handelwijze PSB overlijden mede doel (absoluut) Met MBL-handelwijze NIS overlijden uitdrukkelijk doel (absoluut) Met MBL-handelwijze Toedienen middel overlijden uitdr. doel Totaal toedienen middel (absoluut) Met MBL-handelwijze Toedienen middel overlijden uitdr. doel Euthanasie (absoluut) Met MBL-handelwijze Toedienen middel overlijden uitdr. doel Hulp bij zelfdoding (absoluut) Met MBL-handelwijze Toedienen middel overlijden uitdr. doel Levensbeëindigend hand. zonder verzoek (absoluut)
Totaal overledenen 2001 44.733 14.745 10.417 3.351 8.337 675 5.667 1.541 1.147 94 300
SES: midden 2001 12.476 4.454 2.794 870 2.159 231 1.499 468 382 31 55
In ziekenhuis overleden 2001 14.800 4.624 3.432 1.313 2.235 210 2.588 398 237 3 158
Elders overleden 2001 29.933 10.120 6.985 2.038 6.102 465 3.079 1.143 910 91 142
Bekorting één tot zes maanden 2001 211 86 13 387 173 119 32 22
Overleg met patiënt tijdens uitvoering 2001 555 1.441 168 805 286 242 15 29
Zou meer schaden dan goed doen 2001 70 129 17 71 - -
Andere reden 2001 123 635 18 342 - -
Onbekende reden 2001 143 407 11 305 3 3
Wilsbekwaam tijdens verzoek 2001 444 1.207 223 1.079 1.207 1.116 91
Niet volledig wilsbekw. tijdens verzoek 2001 46 71 - 46 7 7 -
Helemaal niet wilsbekw. tijdens verzoek 2001 - - - 9 - - -
Wilsbekwaamheid tijdens verzoek onbekend 2001 18 11 - 38 3 - 3
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting

Sterfte per medische beslissing rond het levenseinde (MBL) naar
kenmerken van de overledenen, overlijden en besluitvorming, aug - nov
1990, 1995 en 2001
Gewijzigd op 23 mei 2003.
Verschijningsfrequentie: Eenmalig.

Toelichting onderwerpen

Totaal overledenen
Zonder MBL-handelwijze
Overleden personen zonder MBL-handelwijze.
MBL-handelwijze: indien er sprake is van meerdere handelwijzen, dan wordt
elk sterfgeval getypeerd aan de hand van de meest ingrijpende handelwijze.
Deze wordt aangeduid als de laatst genoemde medische beslissing rond het
levenseinde, ofwel MBL-handelwijze.
Plotseling en onverwacht overleden
Aangenomen is dat bij personen die plotseling en onverwacht zijn
overleden geen medische beslissingen rond het levenseinde zijn genomen.
Dit geldt ook voor patiënten bij wie het eerste contact met de
behandelend arts na het overlijden plaatsvond.
Niet plotseling/onverwacht overleden
Met MBL-handelwijze
Overleden personen met MBL-handelwijze.
MBL-handelwijze: indien er sprake is van meerdere handelwijzen, dan wordt
elk sterfgeval getypeerd aan de hand van de meest ingrijpende handelwijze.
Deze wordt aangeduid als de laatst genoemde medische beslissing rond het
levenseinde, ofwel MBL-handelwijze.
NIS rekening houdend met overlijden
Overleden personen bij wie een behandeling niet is ingesteld of gestaakt,
rekening houdend met de waarschijnlijkheid dat het levenseinde van de
patiënt zou worden bespoedigd.
PSB rekening houdend met overlijden
Overleden personen bij wie intensivering van pijn- en / of
symptoombestrijding plaatsvond, rekening houdend met de waarschijnlijkheid
dat het levenseinde van de patiënt zou worden bespoedigd.
PSB overlijden mede doel
Overleden personen bij wie intensivering van pijn- en / of
symptoombestrijding plaatsvond, waarbij het bespoedigen van het
levenseinde van de patiënt mede het doel was.
NIS overlijden uitdrukkelijk doel
Overleden personen bij wie een behandeling niet is ingesteld of gestaakt,
met het uitdrukkelijke doel het levenseinde van de patiënt te bespoedigen.
Toedienen middel overlijden uitdr. doel
Overleden personen bij wie het voorschrijven, verstrekken of toedienen van
een middel plaatsvond, met het uitdrukkelijke doel het levenseinde van de
patiënt te bespoedigen.
Totaal toedienen middel
Euthanasie
Er is sprake van euthanasie indien de arts heeft aangegeven dat:
. het overlijden van de patiënt het gevolg is geweest van het gebruik van
een middel dat door hem/haar of door een collega is voorgeschreven,
verstrekt of toegediend met het uitdrukkelijke doel het levenseinde te
bespoedigen, én
. tevens is aangegeven dat de patiënt het middel niet uitsluitend zelf
heeft toegediend of tot zich heeft genomen, én
. dat deze beslissing is genomen op uitdrukkelijk verzoek van de patiënt.
Het opzettelijk levensbeëindigend handelen door een ander dan de
betrokkene op diens verzoek (Staatscommissie van Euthanasie, 1985).
Hulp bij zelfdoding
Het opzettelijk verlenen van hulp bij levensbeëindigend handelen door de
betrokkene op diens verzoek. Van hulp bij zelfdoding is sprake indien door
de arts is aangegeven dat het overlijden van de patiënt het gevolg is
geweest van het gebruik van een middel dat door hem/haar of door een
collega is voorgeschreven of verstrekt met het uitdrukkelijke doel het
levenseinde te bespoedigen, én tevens is aangegeven dat niemand anders dan
de patiënt zelf dit middel heeft toegediend of zelf tot zich heeft
genomen.
Levensbeëindigend hand. zonder verzoek
Er is sprake van levensbeëindiging zonder uitdrukkelijk verzoek van de
patiënt indien de arts heeft aangegeven dat:
. het overlijden van de patiënt het gevolg is geweest van het gebruik van
een middel dat door hem/haar of door een collega is voorgeschreven,
verstrekt of toegediend met uitdrukkelijk doel het levenseinde te
bespoedigen, én
. tevens is aangegeven dat deze beslissing niet is genomen op
uitdrukkelijk verzoek van de patiënt.