Overledenen; zelfdoding (inwoners), diverse kenmerken
Geslacht | Leeftijd | Perioden | Totaal zelfdoding (aantal) | Relatieve aantallen Totaal zelfdoding (per 100 000 van gem. bev.) |
---|---|---|---|---|
Totaal mannen en vrouwen | Totaal alle leeftijden | 2023* | 1.863 | 10,4 |
Totaal mannen en vrouwen | Jonger dan 20 jaar | 2023* | 54 | 1,4 |
Totaal mannen en vrouwen | 20 tot 30 jaar | 2023* | 226 | 9,7 |
Totaal mannen en vrouwen | 30 tot 40 jaar | 2023* | 269 | 11,6 |
Totaal mannen en vrouwen | 40 tot 50 jaar | 2023* | 264 | 12,4 |
Totaal mannen en vrouwen | 50 tot 60 jaar | 2023* | 389 | 15,4 |
Totaal mannen en vrouwen | 60 tot 70 jaar | 2023* | 309 | 13,9 |
Totaal mannen en vrouwen | 70 tot 80 jaar | 2023* | 242 | 14,1 |
Totaal mannen en vrouwen | 80 jaar of ouder | 2023* | 110 | 12,4 |
Mannen | Totaal alle leeftijden | 2023* | 1.304 | 14,7 |
Mannen | Jonger dan 20 jaar | 2023* | 36 | 1,9 |
Mannen | 20 tot 30 jaar | 2023* | 166 | 14,0 |
Mannen | 30 tot 40 jaar | 2023* | 194 | 16,6 |
Mannen | 40 tot 50 jaar | 2023* | 176 | 16,6 |
Mannen | 50 tot 60 jaar | 2023* | 269 | 21,3 |
Mannen | 60 tot 70 jaar | 2023* | 209 | 18,9 |
Mannen | 70 tot 80 jaar | 2023* | 178 | 21,6 |
Mannen | 80 jaar of ouder | 2023* | 76 | 21,1 |
Vrouwen | Totaal alle leeftijden | 2023* | 559 | 6,2 |
Vrouwen | Jonger dan 20 jaar | 2023* | 18 | 1,0 |
Vrouwen | 20 tot 30 jaar | 2023* | 60 | 5,2 |
Vrouwen | 30 tot 40 jaar | 2023* | 75 | 6,6 |
Vrouwen | 40 tot 50 jaar | 2023* | 88 | 8,2 |
Vrouwen | 50 tot 60 jaar | 2023* | 120 | 9,5 |
Vrouwen | 60 tot 70 jaar | 2023* | 100 | 8,9 |
Vrouwen | 70 tot 80 jaar | 2023* | 64 | 7,2 |
Vrouwen | 80 jaar of ouder | 2023* | 34 | 6,5 |
Bron: CBS. |
Tabeltoelichting
Deze tabel bevat cijfers over overledenen door zelfdodingen, voor zover het inwoners van Nederland betroffen. De cijfers zijn uitgesplitst naar burgerlijke staat, wijze van zelfdoding, motief van zelfdoding, leeftijd en geslacht.
De cijfers in deze tabel komen overeen met die uit de doodsoorzakenstatistiek, omdat ze gebaseerd zijn op dezelfde bronbestanden. In de doodsoorzakenstatistiek komen echter geen gegevens voor over motief van zelfdoding. Dit gegeven is voor de periode 1950-1995 overgenomen vanuit een historische bestand Zelfdodingen. Voor de periode 1996-heden wordt het motief overgenomen uit het bestand Niet-Natuurlijke dood.
In ICD 6 tot en met ICD 8, gebruikt in de jaren 1950-1978, was het niet mogelijk om 'springen voor trein/metro' te coderen. Voor de jaren 1950-1978 wordt daarom 'springen voor trein/metro' niet gevuld, maar zijn de overledenen ondergebracht in de groep 'Overige methoden'.
De relatieve cijfers zijn berekend per 100 000 van de overeenkomstige bevolkingsgroep. De cijfers zijn berekend op de gemiddelde bevolking van het desbetreffende jaar.
Het CBS is in het statistiekjaar 2013 overgestapt op het gebruik van internationale software voor automatisch coderen van de doodsoorzaken (Iris). Hiermee zijn de cijfers beter reproduceerbaar en internationaal vergelijkbaar. Wel zijn er enkele forse verschuivingen te zien in de doodsoorzaken. Externe doodsoorzaken zijn echter net als voorheen handmatig verwerkt.
Gegevens beschikbaar vanaf: 1950
Status van de cijfers:
De cijfers tot en met 2022 zijn definitief. De cijfers over 2023 zijn voorlopig.
Wijzigingen per 29 augustus 2024:
De voorlopige cijfers over 2024 zijn toegevoegd.
Wanneer komen er nieuwe cijfers?
In het eerste kwartaal van 2025 verschijnen er definitieve cijfers over 2023.
Toelichting onderwerpen
- Totaal zelfdoding
- Het slachtoffer heeft ZELF een handeling verricht met als uitdrukkelijk doel zichzelf het leven te benemen. Gevallen van euthanasie en pogingen tot zelfdoding zijn niet in de cijfers opgenomen.
Het betreft de volgende ICD-codes:
- Voor 1950-1957 ICD-6: E963, E970-E979
- Voor 1958-1968 ICD-7: E963, E970-E979
- Voor 1969-1978 ICD-8: E950-E959
- Voor 1979-1995 ICD-9: E950-E959
- Vanaf 1996 ICD-10: X60-X84 - Relatieve aantallen
- Per 100 000 van de overeenkomstige bevolkingsgroep. De cijfers zijn berekend op de gemiddelde bevolking van het desbetreffende jaar.
- Totaal zelfdoding
- Per 100 000 van de gemiddelde bevolking.