Belasting- en premieheffing bij personen

Belasting- en premieheffing bij personen

Kenmerken van personen Fiscale bestanddelen Populatie Perioden Totaal aantal personen (x 1000) Aantal personen per tariefgroep Tariefgroep 1 (x 1000) Aantal personen per tariefgroep Tariefgroep 2 (x 1000) Aantal personen per tariefgroep Tariefgroep 3 (x 1000) Aantal personen per tariefgroep Tariefgroep 4 (x 1000) Aantal personen per tariefgroep Tariefgroep 5 (x 1000) Percentage met bestanddeel (%) Gemiddeld bedrag (1000 euro)
Arbeidsongeschikte Arbeidskostenforfait tegenwoordige arb. Alle personen met inkomen 2000 91 2 69 15 4 1 18,3 0,7
Arbeidsongeschikte Arbeidskostenforfait tegenwoordige arb. Personen tot 65 jaar met inkomen 2000 90 2 68 15 4 1 18,5 0,7
Arbeidsongeschikte Arbeidskostenforfait tegenwoordige arb. Personen 65 jaar en ouder met inkomen 2000 1 0 1 0 0 0 9,2 0,8
Arbeidsongeschikte Arbeidskostenforfait tegenwoordige arb. Personen met 52 weken inkomen 2000 91 2 68 15 4 1 18,4 0,7
Arbeidsongeschikte Arbeidskostenforfait vroegere arbeid Alle personen met inkomen 2000 404 12 300 80 13 0 81,1 0,5
Arbeidsongeschikte Arbeidskostenforfait vroegere arbeid Personen tot 65 jaar met inkomen 2000 396 12 294 77 13 0 80,9 0,5
Arbeidsongeschikte Arbeidskostenforfait vroegere arbeid Personen 65 jaar en ouder met inkomen 2000 9 0 6 3 0 0 90,8 0,5
Arbeidsongeschikte Arbeidskostenforfait vroegere arbeid Personen met 52 weken inkomen 2000 399 11 295 79 13 0 81,0 0,5
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting

Gegevens die verband houden met de heffing van premies en belastingen
naar kenmerken van personen.
1990 - 2000
Gewijzigd op 14 april 2003.
Verschijningsfrequentie: Stopgezet.

Toelichting onderwerpen

Totaal aantal personen
Aantal personen met het fiscale bestanddeel.
Aantal personen per tariefgroep
Aantal personen met het fiscale bestanddeel per tariefgroep.
Tariefgroep 1
Persoon die de basisaftrek heeft overgedragen aan een huisgenoot, omdat
het eigen inkomen lager is dan de basisaftrek.
Tariefgroep 2
Persoon die uitsluitend de eigen basisaftrek heeft. Deze situatie doet
zich voor bij een alleenstaande of bij personen van wie de huisgenoten
met eigen inkomsten de basisaftrek voor zichzelf gebruiken.
Tariefgroep 3
Persoon die de eigen basisaftrek heeft plus de overgedragen basisaftrek
van een huisgenoot omdat het inkomen van deze laatste lager is dan de de
basisaftrek.
Tariefgroep 4
Persoon die de eigen basisaftrek heeft plus de alleenstaande ouderaftrek.
Deze laatste aftrek is van toepassing voor ongehuwde personen die in
het levensonderhoud voorzien van thuiswonende kinderen jonger dan 27 jaar.
Tariefgroep 5
Persoon die voldoet aan de voorwaarden voor indeling in tariefgroep 4 en
daarnaast ook nog de aanvullende alleenstaande ouderaftrek heeft. Deze
aftrek is voor alleenstaande ouders die werkzaamheden buiten de
huishouding verrichten en minimaal één kind hebben jonger dan 13 jaar.
Percentage met bestanddeel
Aantal personen met het fiscale bestanddeel in procenten van het
totaal aantal personen per categorie.
Gemiddeld bedrag
Gemiddeld bedrag per persoon die het fiscale bestanddeel heeft.