Inkomens in de wijken van de vier grote steden, 2000

Inkomens in de wijken van de vier grote steden, 2000

Regio's Totaal huishoudens met inkomen (x1000) Huishoudens met langdurig laag inkomen (%) Huishoudens: gestandaardiseerd inkomen (x 1000 euro) Index gestandaardiseerd inkomen (%)
Nederland 6.624 5 18
Amsterdam 373 11 17 100
Binnenstad 46 9 20 114
Westerpoort 0
Westerpark 19 13 15 89
Oud-West 19 11 17 97
Zeeburg 18 13 17 96
Bos en Lommer 14 13 15 84
De Baarsjes 18 11 16 91
Amsterdam-Noord 40 11 16 92
Geuzenveld/Slotermeer 18 12 16 89
Osdorp 19 10 17 98
Slotervaart/Overtoomse Veld 19 9 18 105
Zuidoost 39 11 16 90
Oost/Watergraafsmeer 30 13 17 95
Amsterdam Oud-Zuid 47 10 20 112
Zuideramstel 26 7 21 121
Rotterdam 279 12 16 100
Stadscentrum 15 12 18 112
Delfshaven 33 16 14 86
Overschie 8 12 16 99
Noord 26 13 16 99
Hillegersberg-Schiebroek 19 8 20 121
Kralingen-Krooswijk 24 15 17 106
Feijenoord 32 16 14 88
Ijsselmonde 28 10 16 98
Pernis 2 - 17 105
Prins Alexander 39 9 18 111
Charlois 33 12 15 90
Hoogvliet 16 9 16 101
Hoek van Holland 4 4 19 115
Spaanse Polder 0
Nieuw Mathenesse 0
Waalhaven 0
Vondelingsplaat 0
Botlek -
Bedrijvenpark Noord-west 0
Rivium -
's-Gravenhage 211 9 18 100
Oostduinen 0 0 0 0
Belgisch Park 4 5 22 123
Westbroekpark en Duttendel 1 - 30 173
Benoordenhout 6 1 29 167
Archipelbuurt 3 6 23 131
Van Stolkpark en Scheveningse Bosjes 0
Scheveningen 8 6 18 105
Duindorp 3 13 15 83
Geuzen- en Statenkwartier 7 3 22 124
Zorgvliet 0
Duinoord 4 4 20 115
Bomen- en Bloemenbuurt 7 4 20 113
Vogelwijk 2 2 29 165
Bohemen / Meer / Bosjes 3 - 21 122
Kijkduin en Ockenburgh 1 - 25 143
Kraayenstein en de Uithof 2 - 19 109
Loosduinen 8 5 18 105
Waldeck 8 6 19 107
Vruchtenbuurt 5 4 20 115
Valkenboskwartier / Heesterbuurt 9 7 16 90
Regentessekwartier 7 10 16 94
Zeeheldenkwartier 6 9 18 101
Willemspark 1 - 23 129
Haagse Bos 0
Mariahoeve en Marlot 8 8 18 105
Bezuidenhout 8 7 19 108
Stationsbuurt 4 17 14 82
Centrum 10 11 18 101
Schilderswijk 12 22 13 74
Transvaalkwartier 7 17 13 75
Rustenburg en Oostbroek 8 7 16 90
Leyenburg 7 5 18 102
Bouwlust/Vrederust 12 13 15 86
Morgenstond 10 12 15 85
Zuiderpark 0 0 0 0
Moerwijk 10 14 14 81
Groente- en Fruitmarkt 2 7 16 94
Laakkwartier en Spoorwijk 17 12 14 82
Binckhorst 0
Watertuin 2 3 20 117
Utrecht 115 6 18 100
West 11 6 18 99
Noordwest 19 9 16 87
Overvecht 14 10 16 88
Noordoost 15 3 20 113
Oost 12 5 20 112
Binnenstad 8 5 21 114
Zuid 12 7 18 97
Zuidwest 13 8 17 93
Leidsche Rijn 2 2 21 114
Vleuten-De Meern 9 2 21 114
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting

Langdurig lage inkomens; gestand. inkomen,
aantal niet - actieven in wijken van vier grote gemeenten.
2000
Gewijzigd op 07 februari 2003.
Verschijningsfrequentie: Eenmalig.

Toelichting onderwerpen

Totaal huishoudens met inkomen
Betreft particuliere huishoudens per 31-12-2000 met inkomen over het
onderzoeksjaar 2000.
Huishoudens met langdurig laag inkomen
Betreft particuliere huishoudens per 31-12-2000.
Van huishoudens met een laag inkomen is vastgesteld, of zij ook in de
voorafgaande drie jaar een laag inkomen hadden. Tot de langdurige lage
inkomens behoren derhalve huishoudens die minstens vier jaar achtereen van
een laag inkomen moesten rondkomen.
Studentenhuishoudens en dat deel van de bevolking dat in een instelling,
inrichting of tehuis verblijft, zijn buiten beschouwing gelaten. Het in
deze tabel gebruikte begrip inkomen is afgeleid van het besteedbaar
inkomen. Het inkomen is gelijk aan het besteedbaar inkomen vermindert met
eventueel ontvangen huursubsidie. De kinderbijslag en de
koopkrachttoeslag die in de huursubsidie inbegrepen is, is aan het
inkomen toegevoegd. Het inkomen is gecorrigeerd voor de verschillen in
samenstelling en grootte van het huishouden en voor de inflatie. Om de
vergelijkbaarheid tussen de uitkomsten van de verschillende jaren te
bevorderen zijn de inkomens met het prijsindexcijfer van de
gezinsconsumptie voor een- en meerpersoonshuishoudens herleid naar het
prijspeil in het basisjaar 1990.
Het resulterende inkomen is vergelijkbaar met de koopkracht van een
alleenstaande in 1990. De grens die de inkomens verdeelt in lage en
overige inkomens, is gesteld op 7,3 duizend euro. Hiermede wordt bereikt
dat de sociale minima tot de huishoudens met een laag inkomen worden
gerekend. Zo neemt bijvoorbeeld een alleenstaande die in 1990 7,3 duizend
euro te besteden had een gelijke welvaartspositie in als een alleenstaande
die in 2000 een inkomen van 9,4 duizend euro had of als een echtpaar met
een inkomen van 12,7 duizend euro in 2000.
Huishoudens: gestandaardiseerd inkomen
Betreft particuliere huishoudens per 31-12-2000.
Berekend besteedbaar huishoudensinkomen gecorrigeerd voor omvang
en samenstelling van het huishouden.
Index gestandaardiseerd inkomen
Nederland index = 100 = 18,0 duizend euro.
Het gestandaardiseerd inkomen wordt ook wel het koopkrachtinkomen
genoemd. Het koopkrachtinkomen geeft niet het geldbedrag aan dat een
huishouden besteden kan, maar geeft aan op welk welvaartsniveau de
huishoudensleden zich bevinden, waarbij een eenpersoonshuishouden
als standaardhuishouden gehanteerd wordt.