Inkomens in de wijken van de vier grote steden, 2000

Tabeltoelichting

Langdurig lage inkomens; gestand. inkomen,
aantal niet - actieven in wijken van vier grote gemeenten.
2000
Gewijzigd op 07 februari 2003.
Verschijningsfrequentie: Eenmalig.

Toelichting onderwerpen

Totaal huishoudens met inkomen
Betreft particuliere huishoudens per 31-12-2000 met inkomen over het
onderzoeksjaar 2000.
Huishoudens met langdurig laag inkomen
Betreft particuliere huishoudens per 31-12-2000.
Van huishoudens met een laag inkomen is vastgesteld, of zij ook in de
voorafgaande drie jaar een laag inkomen hadden. Tot de langdurige lage
inkomens behoren derhalve huishoudens die minstens vier jaar achtereen van
een laag inkomen moesten rondkomen.
Studentenhuishoudens en dat deel van de bevolking dat in een instelling,
inrichting of tehuis verblijft, zijn buiten beschouwing gelaten. Het in
deze tabel gebruikte begrip inkomen is afgeleid van het besteedbaar
inkomen. Het inkomen is gelijk aan het besteedbaar inkomen vermindert met
eventueel ontvangen huursubsidie. De kinderbijslag en de
koopkrachttoeslag die in de huursubsidie inbegrepen is, is aan het
inkomen toegevoegd. Het inkomen is gecorrigeerd voor de verschillen in
samenstelling en grootte van het huishouden en voor de inflatie. Om de
vergelijkbaarheid tussen de uitkomsten van de verschillende jaren te
bevorderen zijn de inkomens met het prijsindexcijfer van de
gezinsconsumptie voor een- en meerpersoonshuishoudens herleid naar het
prijspeil in het basisjaar 1990.
Het resulterende inkomen is vergelijkbaar met de koopkracht van een
alleenstaande in 1990. De grens die de inkomens verdeelt in lage en
overige inkomens, is gesteld op 7,3 duizend euro. Hiermede wordt bereikt
dat de sociale minima tot de huishoudens met een laag inkomen worden
gerekend. Zo neemt bijvoorbeeld een alleenstaande die in 1990 7,3 duizend
euro te besteden had een gelijke welvaartspositie in als een alleenstaande
die in 2000 een inkomen van 9,4 duizend euro had of als een echtpaar met
een inkomen van 12,7 duizend euro in 2000.
Huishoudens: gestandaardiseerd inkomen
Betreft particuliere huishoudens per 31-12-2000.
Berekend besteedbaar huishoudensinkomen gecorrigeerd voor omvang
en samenstelling van het huishouden.
Index gestandaardiseerd inkomen
Nederland index = 100 = 18,0 duizend euro.
Het gestandaardiseerd inkomen wordt ook wel het koopkrachtinkomen
genoemd. Het koopkrachtinkomen geeft niet het geldbedrag aan dat een
huishouden besteden kan, maar geeft aan op welk welvaartsniveau de
huishoudensleden zich bevinden, waarbij een eenpersoonshuishouden
als standaardhuishouden gehanteerd wordt.
Aantal huishoudens niet-actief
Betreft particuliere huishoudens per 31-12-2000.
Het totaal aantal huishoudens waarvan het hoofd van het huishouden
pensioen of een uitkering (bijstand, werkloos of arbeidsongeschikt)
heeft ontvangen.
Index huishoudens uitkering niet-actief
Index huishoudens met een uitkering als aandeel van de niet-actieven.
Betreft particuliere huishoudens per 31-12-2000.
Het aandeel huishoudens waarvan het hoofd van het huishouden een
uitkering (bijstand, werkloos of arbeidsongeschikt) heeft ontvangen
als percentage van het aandeel huishoudens waarvan het hoofd
niet-actief was.
Index huishoudens uitkering totaal
Index huishoudens met een uitkering als aandeel van het totaal aantal
huishoudens.
Betreft particuliere huishoudens per 31-12-2000.
Het aandeel huishoudens waarvan het hoofd van het huishouden een
uitkering (bijstand, werkloos of arbeidsongeschikt) heeft ontvangen
als percentage van het totaal aantal huishoudens.
Gemeentenaam