Beroepsbevolking; gemeenten 1996/1998-2004/2006

Beroepsbevolking; gemeenten 1996/1998-2004/2006

Geslacht Regio's Perioden Bevolking (15 tot 65 jaar) Onderwijsniveau Onderwijsniveau: laag (x 1000) Bevolking (15 tot 65 jaar) Onderwijsniveau Onderwijsniveau: middelbaar (x 1000) Bevolking (15 tot 65 jaar) Onderwijsniveau Onderwijsniveau: hoog (x 1000) Beroepsbevolking Onderwijsniveau Onderwijsniveau: laag (x1000) Beroepsbevolking Onderwijsniveau Onderwijsniveau: middelbaar (x1000) Beroepsbevolking Onderwijsniveau Onderwijsniveau: hoog (x1000) Werkzame beroepsbevolking Onderwijsniveau Onderwijsniveau: laag (x1000) Werkzame beroepsbevolking Onderwijsniveau Onderwijsniveau: middelbaar (x1000) Werkzame beroepsbevolking Onderwijsniveau Onderwijsniveau: hoog (x1000) Bruto arbeidsparticipatie Onderwijsniveau Onderwijsniveau: laag (%) Bruto arbeidsparticipatie Onderwijsniveau Onderwijsniveau: middelbaar (%) Bruto arbeidsparticipatie Onderwijsniveau Onderwijsniveau: hoog (%) Netto arbeidsparticipatie Onderwijsniveau Onderwijsniveau: laag (%) Netto arbeidsparticipatie Onderwijsniveau Onderwijsniveau: middelbaar (%) Netto arbeidsparticipatie Onderwijsniveau Onderwijsniveau: hoog (%)
Mannen en vrouwen Achtkarspelen 2004/2006 9,1 8,8 2,8 4,2 6,0 2,2 3,8 5,7 2,2 46,6 68,3 79,0 41,8 64,9 79,0
Mannen en vrouwen Almere 2004/2006 40,8 51,6 26,4 22,4 40,6 22,9 19,4 36,9 21,7 54,9 78,6 86,5 47,5 71,5 82,2
Mannen en vrouwen Appingedam 2004/2006 2,8 3,8 . . 2,8 . . 2,4 . . 73,8 . . 63,3 .
Mannen en vrouwen Assen 2004/2006 11,2 20,0 12,5 5,6 14,9 10,8 4,7 13,5 10,1 49,9 74,4 86,6 42,2 67,5 80,4
Mannen en vrouwen Bedum 2004/2006 2,2 3,1 2,0 . 2,2 1,8 . 2,1 1,6 . 68,3 88,4 . 66,9 82,6
Mannen en vrouwen het Bildt 2004/2006 3,5 3,0 . 2,0 2,3 . 1,8 2,2 . 56,1 77,5 . 52,5 73,3 .
Mannen en vrouwen Boarnsterhim 2004/2006 3,4 6,1 3,2 1,8 4,5 2,4 1,6 4,3 2,3 52,4 74,4 74,8 47,7 71,7 73,3
Mannen en vrouwen Coevorden 2004/2006 8,0 10,1 4,8 3,7 7,4 4,1 3,2 7,0 3,8 46,2 73,2 84,4 39,4 69,6 78,5
Mannen en vrouwen Almelo 2004/2006 17,8 21,0 9,2 8,7 15,5 7,6 7,7 14,2 7,2 49,0 74,1 82,9 43,1 67,7 78,5
Mannen en vrouwen Delfzijl 2004/2006 7,0 9,1 2,2 3,8 6,4 1,9 3,3 6,0 1,8 53,4 70,1 84,7 47,1 65,4 82,0
Mannen en vrouwen Dantumadeel 2004/2006 5,7 6,1 1,6 2,4 4,1 . 2,3 3,9 . 42,5 67,7 . 39,7 64,7 .
Mannen en vrouwen Dongeradeel 2004/2006 5,4 7,0 2,7 2,3 5,4 2,1 2,1 5,2 2,1 42,4 77,0 80,4 39,2 74,4 80,4
Mannen en vrouwen Dalfsen 2004/2006 6,6 8,2 3,1 3,3 6,0 2,4 3,2 6,0 2,4 49,3 73,5 76,4 48,1 72,5 76,4
Mannen en vrouwen Deventer 2004/2006 19,8 26,5 17,0 10,0 20,3 14,1 8,7 19,0 13,1 50,4 76,5 82,8 43,8 71,7 76,7
Mannen en vrouwen Borne 2004/2006 4,9 5,7 4,2 2,5 3,9 3,8 2,3 3,6 3,6 50,5 68,3 88,3 46,5 61,9 84,6
Mannen en vrouwen Enschede 2004/2006 34,2 47,7 22,9 17,2 30,9 18,3 14,8 28,1 17,4 50,3 64,6 79,9 43,3 58,8 76,0
Mannen en vrouwen Emmen 2004/2006 31,5 29,0 10,4 15,8 22,0 8,7 13,9 20,3 8,3 50,2 76,0 83,4 44,1 70,0 79,3
Mannen en vrouwen Franekeradeel 2004/2006 5,1 6,0 1,9 2,6 4,3 . 2,4 4,2 . 52,0 71,9 . 47,7 69,3 .
Mannen en vrouwen Groningen 2004/2006 25,6 57,3 52,2 11,0 32,5 42,3 9,6 28,6 39,4 42,9 56,6 81,1 37,3 49,9 75,4
Mannen en vrouwen Grootegast 2004/2006 3,5 3,9 . 1,7 3,2 . 1,6 3,1 . 49,3 81,7 . 46,4 79,9 .
Mannen en vrouwen Haren 2004/2006 2,7 4,2 6,3 . 3,0 4,9 . 2,9 4,7 . 72,5 78,4 . 68,4 74,4
Mannen en vrouwen Haaksbergen 2004/2006 5,6 7,8 4,4 2,2 5,6 3,6 2,0 5,4 3,6 38,6 72,6 81,2 36,6 69,1 80,5
Mannen en vrouwen Hardenberg 2004/2006 14,8 14,1 4,2 8,3 10,0 3,6 7,8 9,5 3,5 55,7 70,7 85,1 52,6 67,4 82,8
Mannen en vrouwen Harlingen 2004/2006 4,9 4,8 1,8 2,6 3,7 . 2,2 3,5 . 53,0 76,7 83,9 45,2 73,1 .
Mannen en vrouwen Heerenveen 2004/2006 8,7 12,1 7,1 3,8 8,4 6,0 3,4 7,7 5,7 43,6 68,8 84,7 38,6 63,4 79,8
Mannen en vrouwen Hellendoorn 2004/2006 8,1 11,6 3,9 3,7 8,7 3,3 3,4 8,4 3,3 45,7 75,2 83,8 42,3 72,5 82,9
Mannen en vrouwen Hengelo (O.) 2004/2006 14,1 24,3 15,1 6,8 16,9 12,8 5,6 15,7 12,3 48,4 69,5 85,2 40,1 64,5 81,4
Mannen en vrouwen Hoogeveen 2004/2006 17,3 14,3 5,2 9,0 10,6 4,4 7,8 9,9 4,2 52,0 74,4 83,6 45,1 69,5 79,7
Mannen en vrouwen Hoogezand-Sappemeer 2004/2006 9,1 10,9 3,4 3,8 7,9 3,0 3,2 7,3 3,0 41,4 72,4 89,3 35,5 67,2 87,8
Mannen en vrouwen Kampen 2004/2006 14,2 12,9 7,4 7,1 8,9 6,0 6,4 8,5 5,7 50,1 68,7 81,3 45,2 65,5 77,2
Mannen en vrouwen Aalten 2004/2006 7,1 8,0 3,1 4,0 5,5 2,6 3,8 5,4 2,5 56,0 69,0 84,4 52,9 67,0 81,8
Mannen en vrouwen Apeldoorn 2004/2006 31,9 42,5 27,5 16,1 31,5 22,3 14,4 29,9 21,8 50,4 74,0 81,0 45,2 70,3 79,3
Mannen en vrouwen Arnhem 2004/2006 31,8 35,4 31,2 15,5 23,6 26,6 14,0 21,4 25,7 48,9 66,6 85,2 44,1 60,5 82,4
Mannen en vrouwen Barneveld 2004/2006 12,5 13,9 5,6 6,2 9,7 4,6 5,9 9,2 4,6 49,8 70,0 83,0 47,3 66,3 82,3
Mannen en vrouwen Beuningen 2004/2006 7,4 7,9 4,1 4,1 5,9 3,8 3,8 5,6 3,8 55,8 74,8 92,5 50,6 71,1 91,0
Mannen en vrouwen Brummen 2004/2006 3,9 4,5 2,6 2,2 2,9 2,0 2,1 2,8 2,0 54,9 63,9 78,4 52,4 62,7 78,4
Mannen en vrouwen Buren 2004/2006 7,4 6,6 4,1 4,0 5,2 3,5 3,7 4,9 3,4 54,0 79,2 86,4 50,7 75,3 84,0
Mannen en vrouwen Culemborg 2004/2006 7,7 6,7 5,4 3,8 5,2 4,4 3,4 4,8 4,4 48,9 77,9 82,0 44,0 72,0 81,1
Mannen en vrouwen Doesburg 2004/2006 3,1 3,3 1,5 1,5 2,3 . . 2,3 . 49,0 69,5 . . 68,6 .
Mannen en vrouwen Doetinchem 2004/2006 14,2 16,8 8,4 7,3 12,5 7,0 6,7 12,1 6,8 51,3 74,3 83,7 47,1 72,2 80,8
Mannen en vrouwen Druten 2004/2006 3,9 4,5 2,6 2,0 3,7 2,2 1,8 3,4 2,2 51,5 81,3 86,2 47,8 75,0 86,2
Mannen en vrouwen Duiven 2004/2006 6,2 7,9 4,3 2,9 6,3 3,8 2,5 6,2 3,8 47,2 79,6 88,7 41,2 78,5 88,0
Mannen en vrouwen Ede 2004/2006 25,1 27,4 16,1 13,1 19,8 13,6 12,5 18,7 13,2 52,1 72,1 84,1 49,6 68,1 82,2
Mannen en vrouwen Elburg 2004/2006 5,8 4,8 2,6 2,6 3,0 2,3 2,5 2,8 2,2 45,2 62,6 87,4 42,4 58,4 82,7
Mannen en vrouwen Kollumerland en Nieuwkruisland 2004/2006 3,6 3,3 1,5 1,6 2,3 . 1,6 2,1 . 45,4 69,9 . 43,3 62,9 .
Mannen en vrouwen Ermelo 2004/2006 5,2 5,4 4,2 2,8 4,3 3,6 2,6 4,1 3,2 53,4 78,7 85,9 51,1 75,2 77,1
Mannen en vrouwen Geldermalsen 2004/2006 6,5 6,2 4,0 3,7 4,4 3,3 3,5 4,2 3,3 56,6 71,0 83,0 54,1 68,4 82,2
Mannen en vrouwen Epe 2004/2006 8,5 9,3 3,5 4,1 7,2 2,7 3,8 6,9 2,7 47,6 76,8 78,7 44,8 74,4 76,9
Mannen en vrouwen Groenlo 2004/2006 5,9 7,9 2,2 2,9 6,3 1,9 2,7 6,0 1,9 50,0 80,7 88,3 46,1 76,8 84,5
Mannen en vrouwen Groesbeek 2004/2006 5,2 5,3 2,7 2,1 4,1 2,3 1,9 3,8 2,1 40,9 76,2 83,3 35,7 70,8 79,0
Mannen en vrouwen Harderwijk 2004/2006 12,7 11,0 5,4 6,6 8,0 4,8 5,9 7,6 4,7 52,2 72,7 88,6 46,1 69,0 86,8
Mannen en vrouwen Hattem 2004/2006 2,9 3,5 1,7 . 2,6 . . 2,5 . . 73,5 . . 72,1 .
Mannen en vrouwen Heerde 2004/2006 4,2 4,3 2,4 1,7 3,3 2,0 1,7 3,1 1,9 41,2 76,4 83,6 39,5 72,0 81,6
Mannen en vrouwen Heumen 2004/2006 2,8 4,3 3,9 . 3,1 3,4 . 2,9 3,3 . 71,9 86,0 . 67,6 84,3
Mannen en vrouwen Leek 2004/2006 4,3 5,6 2,5 2,1 4,3 2,1 1,8 4,1 1,9 48,2 76,1 83,8 42,3 74,0 79,2
Mannen en vrouwen Leeuwarden 2004/2006 19,4 27,6 16,4 8,2 17,5 13,3 6,7 15,8 12,8 42,4 63,3 81,3 34,6 57,2 78,3
Mannen en vrouwen Leeuwarderadeel 2004/2006 2,8 4,3 1,9 . 2,8 . . 2,6 . . 65,8 . . 60,9 .
Mannen en vrouwen Lemsterland 2004/2006 3,0 3,5 . 1,6 2,8 . . 2,6 . 54,6 79,3 . . 72,7 .
Mannen en vrouwen Littenseradiel 2004/2006 2,3 3,6 . . 3,0 . . 3,0 . . 83,6 . . 82,8 .
Mannen en vrouwen Lochem 2004/2006 6,9 11,7 6,5 3,2 8,3 5,4 2,9 8,1 5,2 45,6 71,1 82,2 42,5 69,7 79,7
Mannen en vrouwen Loppersum 2004/2006 1,9 3,5 1,5 . 2,8 . . 2,8 . . 80,4 . . 80,4 .
Mannen en vrouwen Losser 2004/2006 5,1 5,8 2,6 2,4 4,4 2,2 2,1 4,0 2,1 48,3 75,5 84,6 40,8 68,8 79,7
Mannen en vrouwen Maasdriel 2004/2006 7,1 6,1 2,3 4,0 5,1 2,2 3,9 4,9 2,1 56,3 82,7 95,9 54,3 79,8 92,6
Mannen en vrouwen Marum 2004/2006 2,2 3,3 . . 2,3 . . 2,2 . . 71,0 . . 67,6 .
Mannen en vrouwen Menaldumadeel 2004/2006 3,6 4,2 1,6 1,9 3,2 . 1,9 3,1 . 52,3 75,4 . 51,3 71,9 .
Mannen en vrouwen Meppel 2004/2006 6,0 7,7 4,2 3,2 5,2 3,7 2,7 4,9 3,5 52,8 67,4 86,8 45,7 63,2 82,8
Mannen en vrouwen Nijefurd 2004/2006 2,4 3,2 . . 2,2 . . 2,0 . . 68,5 . . 61,9 .
Mannen en vrouwen Nijkerk 2004/2006 9,9 11,3 5,9 4,7 8,0 5,0 4,2 7,5 4,8 47,2 70,5 84,0 42,1 66,6 81,2
Mannen en vrouwen Nijmegen 2004/2006 27,3 39,7 45,1 12,3 24,2 38,2 10,8 21,5 36,2 45,1 60,9 84,6 39,4 54,2 80,3
Mannen en vrouwen Noordoostpolder 2004/2006 8,6 14,1 5,9 4,8 11,3 4,8 4,2 10,7 4,5 56,3 80,0 80,9 49,6 75,7 74,9
Mannen en vrouwen Oldebroek 2004/2006 8,9 6,2 1,8 4,0 4,1 . 3,8 4,0 . 44,5 65,6 . 42,5 63,9 .
Mannen en vrouwen Oldenzaal 2004/2006 6,0 8,9 5,6 2,9 6,7 5,1 2,5 6,3 5,0 47,4 75,3 91,1 42,1 70,2 89,4
Mannen en vrouwen Ooststellingwerf 2004/2006 4,7 6,4 2,0 2,3 4,8 1,7 1,9 4,5 1,7 48,0 75,3 86,4 39,9 69,9 86,4
Mannen en vrouwen Ommen 2004/2006 4,0 5,4 2,0 2,0 3,9 1,6 1,8 3,7 1,5 50,2 71,9 82,8 45,4 67,9 78,3
Mannen en vrouwen Opsterland 2004/2006 7,0 7,4 4,4 3,4 6,0 3,9 3,2 5,7 3,8 48,4 80,9 87,1 46,3 77,0 84,7
Mannen en vrouwen Putten 2004/2006 6,6 4,6 3,1 3,2 3,2 2,4 3,1 3,1 2,2 49,3 69,7 77,0 47,5 67,5 72,4
Mannen en vrouwen Raalte 2004/2006 6,9 12,4 5,2 3,8 8,9 4,3 3,7 8,2 4,0 56,0 71,5 83,0 53,8 66,2 78,4
Mannen en vrouwen Renkum 2004/2006 3,3 5,1 5,4 . 3,3 4,2 . 3,2 4,0 . 65,1 78,2 . 63,8 73,3
Mannen en vrouwen Rheden 2004/2006 7,8 11,1 6,3 3,2 7,5 5,0 2,9 7,1 4,9 41,7 67,8 80,4 37,0 64,0 78,1
Mannen en vrouwen Rijnwaarden 2004/2006 4,2 3,2 . 2,2 2,5 . 2,1 2,5 . 52,7 78,9 . 51,0 76,5 .
Mannen en vrouwen Stadskanaal 2004/2006 8,7 9,9 3,0 3,9 7,0 2,5 3,3 6,7 2,4 44,8 70,5 83,9 37,4 67,6 78,7
Mannen en vrouwen Scheemda 2004/2006 4,0 3,8 1,6 2,3 2,9 . 2,1 2,7 . 57,9 77,7 . 52,9 72,0 .
Mannen en vrouwen Skarsterlân 2004/2006 5,8 9,1 4,3 2,5 7,0 3,7 2,4 6,7 3,6 44,0 77,1 85,8 41,3 72,8 83,2
Mannen en vrouwen Slochteren 2004/2006 3,8 4,7 2,4 2,0 3,4 2,0 1,8 3,4 1,9 51,2 72,8 83,2 47,6 71,6 77,7
Mannen en vrouwen Smallingerland 2004/2006 13,4 16,4 8,4 6,4 11,5 6,4 5,6 10,7 6,2 47,4 70,5 76,0 41,6 65,4 73,5
Mannen en vrouwen Staphorst 2004/2006 4,0 4,2 . 1,8 3,3 . 1,7 3,1 . 45,2 78,9 . 43,2 75,4 .
Mannen en vrouwen Sneek 2004/2006 7,5 8,9 4,5 3,6 6,5 3,9 3,5 5,6 3,7 48,4 72,6 86,3 46,6 62,7 82,5
Mannen en vrouwen Tiel 2004/2006 10,6 10,5 4,0 5,7 8,5 3,6 5,3 7,8 3,4 53,8 80,3 89,4 49,5 74,5 83,8
Mannen en vrouwen Tubbergen 2004/2006 3,9 5,7 1,6 1,7 4,4 1,5 1,6 4,4 . 44,8 78,1 97,8 42,3 77,0 .
Mannen en vrouwen Urk 2004/2006 4,1 2,4 . 2,0 . . 1,8 . . 48,4 . . 44,6 . .
Mannen en vrouwen Veendam 2004/2006 7,1 8,7 3,5 3,4 6,0 3,0 2,8 5,3 2,7 47,6 69,0 85,0 39,8 61,2 76,8
Mannen en vrouwen Vlagtwedde 2004/2006 4,4 4,7 1,8 2,1 3,1 . 2,0 2,9 . 47,9 66,8 . 45,4 62,9 .
Mannen en vrouwen Voorst 2004/2006 6,3 7,5 3,5 2,5 5,6 3,0 2,3 5,5 2,9 40,6 74,5 86,8 37,4 73,4 82,9
Mannen en vrouwen Zeewolde 2004/2006 3,6 6,2 3,9 1,9 4,7 3,2 1,6 4,5 3,0 52,9 76,8 82,8 46,2 73,6 76,7
Mannen en vrouwen Wageningen 2004/2006 3,7 6,2 9,9 1,8 3,6 7,6 1,7 3,2 6,7 48,9 58,7 77,6 45,2 52,2 68,2
Mannen en vrouwen Westervoort 2004/2006 5,0 4,6 2,1 2,5 3,6 1,8 2,3 3,6 1,7 49,8 77,3 84,7 44,7 77,3 79,3
Mannen en vrouwen Weststellingwerf 2004/2006 5,6 7,6 2,9 2,8 5,6 2,2 2,4 5,1 2,1 49,4 74,0 77,0 43,6 67,3 71,6
Mannen en vrouwen Wierden 2004/2006 6,3 7,4 2,9 2,9 5,8 2,1 2,7 5,6 2,1 46,0 78,8 74,6 43,2 75,6 72,0
Mannen en vrouwen Wijchen 2004/2006 7,6 11,2 6,1 3,9 8,7 5,2 3,5 8,4 4,9 50,8 78,2 84,9 46,4 75,2 79,9
Mannen en vrouwen Winschoten 2004/2006 4,4 5,1 . 2,4 3,6 . 2,2 3,4 . 53,9 70,4 . 49,8 65,4 .
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


De gegevens in deze tabel zijn gebaseerd op de Enquête beroepsbevolking (EBB). De EBB is een onderzoek dat door het CBS wordt uitgevoerd om informatie te verzamelen
over de relatie tussen mens en arbeidsmarkt. Hierbij worden kenmerken van personen in verband gebracht met hun huidige dan wel toekomstige positie op de arbeidsmarkt.

Deze tabel bevat gegevens over de beroepsbevolking met indelingen naar gemeenten. De indeling naar gemeenten is gebaseerd op de woongemeenten. De gemeenten zijn
ingedeeld naar de situatie op 1 januari 2006. De aantallen betreffen driejaarsgemiddelden. De uitkomsten van gemeenten met minder dan 10.000 inwoners zijn om betrouwbaarheidsredenen niet gepubliceerd. De cijfers van de oude jaren veranderen elk jaar omdat de basis van de publicatie elk jaar de gemeentelijke indeling van het nieuwe toegevoegde jaar is.

Gegevens beschikbaar vanaf: 1996/1998

Status van de cijfers
Cijfers op basis van de EBB zijn altijd definitief.

Wijziging per 10 januari 2017:
Tabel is stopgezet.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Gestopt.

Toelichting onderwerpen

Bevolking (15 tot 65 jaar)
Alle mensen van 15 tot 65 jaar woonachtig in Nederland,
exclusief personen in inrichtingen, instellingen en tehuizen.
Onderwijsniveau
Het hoogstbehaalde opleidingsniveau is vastgesteld met behulp van de
Standaard onderwijsindeling 2003 (voor de jaren 1996-1999) en de
Standaard onderwijsindeling 2006 (voor de jaren 2000 en verder).
Lager onderwijs zijn opleidingen op niveau 1, 2 en 3 van de SOI. Dit
omvat het gehele basisonderwijs en de eerste fase van het voortgezet
onderwijs: lbo/ vbo/ vmbo, mulo/ mavo, de eerste 3 leerjaren van havo/vwo
(en hun voorgangers) en het laagste niveau van het
beroepsonderwijs, vergelijkbaar met de huidige assistentenopleiding (mbo
kwalificatieniveau 1).
Middelbaar onderwijs zijn opleidingen op niveau 4 van de SOI, dat wil
zeggen de tweede fase van het voortgezet onderwijs: bovenbouw havo/vwo en
opleidingen vergelijkbaar met mbo 2, 3 en 4.
Hoger onderwijs zijn opleidingen op niveau 5, 6 en 7 van de SOI: hbo- en
universitaire opleidingen en oudere en beroepsopleidingen die daarmee
vergelijkbaar zijn.
Verklaring van de gebruikte afkortingen:
ISCED - International Standard Classification of Education
Soi - Standaard onderwijsindeling
Vmbo - Voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs
Mbo - Middelbaar beroepsonderwijs
Mbo 1: WEB Assistentenopleidingen
Mbo 2: WEB Basisberoepsopleidingen
Mbo 3: WEB Vakopleidingen
Mbo 4: WEB Middenkader- en specialistenopleidingen e.d.
Havo - Hoger algemeen voortgezet onderwijs
Vwo - Voorbereidend wetenschappelijk onderwijs
Hbo - Hoger beroepsonderwijs
Wo - Wetenschappelijk onderwijs
Onderwijsniveau: laag
Het hoogstbehaalde opleidingsniveau is vastgesteld met behulp van de
Standaard onderwijsindeling 2003 (voor de jaren 1996-1999) en de
Standaard onderwijsindeling 2006 (voor de jaren 2000 en verder).
Lager onderwijs zijn opleidingen op niveau 1, 2 en 3 van de SOI. Dit
omvat het gehele basisonderwijs en de eerste fase van het voortgezet
onderwijs: lbo/ vbo/ vmbo, mulo/ mavo, de eerste 3 leerjaren van havo/vwo
(en hun voorgangers) en het laagste niveau van het
beroepsonderwijs, vergelijkbaar met de huidige assistentenopleiding (mbo
kwalificatieniveau 1).
Middelbaar onderwijs zijn opleidingen op niveau 4 van de SOI, dat wil
zeggen de tweede fase van het voortgezet onderwijs: bovenbouw havo/vwo en
opleidingen vergelijkbaar met mbo 2, 3 en 4.
Hoger onderwijs zijn opleidingen op niveau 5, 6 en 7 van de SOI: hbo- en
universitaire opleidingen en oudere en beroepsopleidingen die daarmee
vergelijkbaar zijn.
Verklaring van de gebruikte afkortingen:
ISCED - International Standard Classification of Education
Soi - Standaard onderwijsindeling
Vmbo - Voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs
Mbo - Middelbaar beroepsonderwijs
Mbo 1: WEB Assistentenopleidingen
Mbo 2: WEB Basisberoepsopleidingen
Mbo 3: WEB Vakopleidingen
Mbo 4: WEB Middenkader- en specialistenopleidingen e.d.
Havo - Hoger algemeen voortgezet onderwijs
Vwo - Voorbereidend wetenschappelijk onderwijs
Hbo - Hoger beroepsonderwijs
Wo - Wetenschappelijk onderwijs
Onderwijsniveau: middelbaar
Het hoogstbehaalde opleidingsniveau is vastgesteld met behulp van de
Standaard onderwijsindeling 2003 (voor de jaren 1996-1999) en de
Standaard onderwijsindeling 2006 (voor de jaren 2000 en verder).
Lager onderwijs zijn opleidingen op niveau 1, 2 en 3 van de SOI. Dit
omvat het gehele basisonderwijs en de eerste fase van het voortgezet
onderwijs: lbo/ vbo/ vmbo, mulo/ mavo, de eerste 3 leerjaren van havo/vwo
(en hun voorgangers) en het laagste niveau van het
beroepsonderwijs, vergelijkbaar met de huidige assistentenopleiding (mbo
kwalificatieniveau 1).
Middelbaar onderwijs zijn opleidingen op niveau 4 van de SOI, dat wil
zeggen de tweede fase van het voortgezet onderwijs: bovenbouw havo/vwo en
opleidingen vergelijkbaar met mbo 2, 3 en 4.
Hoger onderwijs zijn opleidingen op niveau 5, 6 en 7 van de SOI: hbo- en
universitaire opleidingen en oudere en beroepsopleidingen die daarmee
vergelijkbaar zijn.
Verklaring van de gebruikte afkortingen:
ISCED - International Standard Classification of Education
Soi - Standaard onderwijsindeling
Vmbo - Voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs
Mbo - Middelbaar beroepsonderwijs
Mbo 1: WEB Assistentenopleidingen
Mbo 2: WEB Basisberoepsopleidingen
Mbo 3: WEB Vakopleidingen
Mbo 4: WEB Middenkader- en specialistenopleidingen e.d.
Havo - Hoger algemeen voortgezet onderwijs
Vwo - Voorbereidend wetenschappelijk onderwijs
Hbo - Hoger beroepsonderwijs
Wo - Wetenschappelijk onderwijs
Onderwijsniveau: hoog
Het hoogstbehaalde opleidingsniveau is vastgesteld met behulp van de
Standaard onderwijsindeling 2003 (voor de jaren 1996-1999) en de
Standaard onderwijsindeling 2006 (voor de jaren 2000 en verder).
Lager onderwijs zijn opleidingen op niveau 1, 2 en 3 van de SOI. Dit
omvat het gehele basisonderwijs en de eerste fase van het voortgezet
onderwijs: lbo/ vbo/ vmbo, mulo/ mavo, de eerste 3 leerjaren van havo/vwo
(en hun voorgangers) en het laagste niveau van het
beroepsonderwijs, vergelijkbaar met de huidige assistentenopleiding (mbo
kwalificatieniveau 1).
Middelbaar onderwijs zijn opleidingen op niveau 4 van de SOI, dat wil
zeggen de tweede fase van het voortgezet onderwijs: bovenbouw havo/vwo en
opleidingen vergelijkbaar met mbo 2, 3 en 4.
Hoger onderwijs zijn opleidingen op niveau 5, 6 en 7 van de SOI: hbo- en
universitaire opleidingen en oudere en beroepsopleidingen die daarmee
vergelijkbaar zijn.
Verklaring van de gebruikte afkortingen:
ISCED - International Standard Classification of Education
Soi - Standaard onderwijsindeling
Vmbo - Voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs
Mbo - Middelbaar beroepsonderwijs
Mbo 1: WEB Assistentenopleidingen
Mbo 2: WEB Basisberoepsopleidingen
Mbo 3: WEB Vakopleidingen
Mbo 4: WEB Middenkader- en specialistenopleidingen e.d.
Havo - Hoger algemeen voortgezet onderwijs
Vwo - Voorbereidend wetenschappelijk onderwijs
Hbo - Hoger beroepsonderwijs
Wo - Wetenschappelijk onderwijs
Beroepsbevolking
Alle personen (15 tot 65 jaar) die:
- tenminste twaalf uur per week werken, of
- werk hebben aanvaard waardoor ze tenminste twaalf uur per week gaan
werken, of
Onderwijsniveau
Het hoogstbehaalde opleidingsniveau is vastgesteld met behulp van de
Standaard onderwijsindeling 2003 (voor de jaren 1996-1999) en de
Standaard onderwijsindeling 2006 (voor de jaren 2000 en verder).
Lager onderwijs zijn opleidingen op niveau 1, 2 en 3 van de SOI. Dit
omvat het gehele basisonderwijs en de eerste fase van het voortgezet
onderwijs: lbo/ vbo/ vmbo, mulo/ mavo, de eerste 3 leerjaren van havo/vwo
(en hun voorgangers) en het laagste niveau van het
beroepsonderwijs, vergelijkbaar met de huidige assistentenopleiding (mbo
kwalificatieniveau 1).
Middelbaar onderwijs zijn opleidingen op niveau 4 van de SOI, dat wil
zeggen de tweede fase van het voortgezet onderwijs: bovenbouw havo/vwo en
opleidingen vergelijkbaar met mbo 2, 3 en 4.
Hoger onderwijs zijn opleidingen op niveau 5, 6 en 7 van de SOI: hbo- en
universitaire opleidingen en oudere en beroepsopleidingen die daarmee
vergelijkbaar zijn.
Verklaring van de gebruikte afkortingen:
ISCED - International Standard Classification of Education
Soi - Standaard onderwijsindeling
Vmbo - Voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs
Mbo - Middelbaar beroepsonderwijs
Mbo 1: WEB Assistentenopleidingen
Mbo 2: WEB Basisberoepsopleidingen
Mbo 3: WEB Vakopleidingen
Mbo 4: WEB Middenkader- en specialistenopleidingen e.d.
Havo - Hoger algemeen voortgezet onderwijs
Vwo - Voorbereidend wetenschappelijk onderwijs
Hbo - Hoger beroepsonderwijs
Wo - Wetenschappelijk onderwijs
Onderwijsniveau: laag
Het hoogstbehaalde opleidingsniveau is vastgesteld met behulp van de
Standaard onderwijsindeling 2003 (voor de jaren 1996-1999) en de
Standaard onderwijsindeling 2006 (voor de jaren 2000 en verder).
Lager onderwijs zijn opleidingen op niveau 1, 2 en 3 van de SOI. Dit
omvat het gehele basisonderwijs en de eerste fase van het voortgezet
onderwijs: lbo/ vbo/ vmbo, mulo/ mavo, de eerste 3 leerjaren van havo/vwo
(en hun voorgangers) en het laagste niveau van het
beroepsonderwijs, vergelijkbaar met de huidige assistentenopleiding (mbo
kwalificatieniveau 1).
Middelbaar onderwijs zijn opleidingen op niveau 4 van de SOI, dat wil
zeggen de tweede fase van het voortgezet onderwijs: bovenbouw havo/vwo en
opleidingen vergelijkbaar met mbo 2, 3 en 4.
Hoger onderwijs zijn opleidingen op niveau 5, 6 en 7 van de SOI: hbo- en
universitaire opleidingen en oudere en beroepsopleidingen die daarmee
vergelijkbaar zijn.
Verklaring van de gebruikte afkortingen:
ISCED - International Standard Classification of Education
Soi - Standaard onderwijsindeling
Vmbo - Voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs
Mbo - Middelbaar beroepsonderwijs
Mbo 1: WEB Assistentenopleidingen
Mbo 2: WEB Basisberoepsopleidingen
Mbo 3: WEB Vakopleidingen
Mbo 4: WEB Middenkader- en specialistenopleidingen e.d.
Havo - Hoger algemeen voortgezet onderwijs
Vwo - Voorbereidend wetenschappelijk onderwijs
Hbo - Hoger beroepsonderwijs
Wo - Wetenschappelijk onderwijs
Onderwijsniveau: middelbaar
Het hoogstbehaalde opleidingsniveau is vastgesteld met behulp van de
Standaard onderwijsindeling 2003 (voor de jaren 1996-1999) en de
Standaard onderwijsindeling 2006 (voor de jaren 2000 en verder).
Lager onderwijs zijn opleidingen op niveau 1, 2 en 3 van de SOI. Dit
omvat het gehele basisonderwijs en de eerste fase van het voortgezet
onderwijs: lbo/ vbo/ vmbo, mulo/ mavo, de eerste 3 leerjaren van havo/vwo
(en hun voorgangers) en het laagste niveau van het
beroepsonderwijs, vergelijkbaar met de huidige assistentenopleiding (mbo
kwalificatieniveau 1).
Middelbaar onderwijs zijn opleidingen op niveau 4 van de SOI, dat wil
zeggen de tweede fase van het voortgezet onderwijs: bovenbouw havo/vwo en
opleidingen vergelijkbaar met mbo 2, 3 en 4.
Hoger onderwijs zijn opleidingen op niveau 5, 6 en 7 van de SOI: hbo- en
universitaire opleidingen en oudere en beroepsopleidingen die daarmee
vergelijkbaar zijn.
Verklaring van de gebruikte afkortingen:
ISCED - International Standard Classification of Education
Soi - Standaard onderwijsindeling
Vmbo - Voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs
Mbo - Middelbaar beroepsonderwijs
Mbo 1: WEB Assistentenopleidingen
Mbo 2: WEB Basisberoepsopleidingen
Mbo 3: WEB Vakopleidingen
Mbo 4: WEB Middenkader- en specialistenopleidingen e.d.
Havo - Hoger algemeen voortgezet onderwijs
Vwo - Voorbereidend wetenschappelijk onderwijs
Hbo - Hoger beroepsonderwijs
Wo - Wetenschappelijk onderwijs
Onderwijsniveau: hoog
Het hoogstbehaalde opleidingsniveau is vastgesteld met behulp van de
Standaard onderwijsindeling 2003 (voor de jaren 1996-1999) en de
Standaard onderwijsindeling 2006 (voor de jaren 2000 en verder).
Lager onderwijs zijn opleidingen op niveau 1, 2 en 3 van de SOI. Dit
omvat het gehele basisonderwijs en de eerste fase van het voortgezet
onderwijs: lbo/ vbo/ vmbo, mulo/ mavo, de eerste 3 leerjaren van havo/vwo
(en hun voorgangers) en het laagste niveau van het
beroepsonderwijs, vergelijkbaar met de huidige assistentenopleiding (mbo
kwalificatieniveau 1).
Middelbaar onderwijs zijn opleidingen op niveau 4 van de SOI, dat wil
zeggen de tweede fase van het voortgezet onderwijs: bovenbouw havo/vwo en
opleidingen vergelijkbaar met mbo 2, 3 en 4.
Hoger onderwijs zijn opleidingen op niveau 5, 6 en 7 van de SOI: hbo- en
universitaire opleidingen en oudere en beroepsopleidingen die daarmee
vergelijkbaar zijn.
Verklaring van de gebruikte afkortingen:
ISCED - International Standard Classification of Education
Soi - Standaard onderwijsindeling
Vmbo - Voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs
Mbo - Middelbaar beroepsonderwijs
Mbo 1: WEB Assistentenopleidingen
Mbo 2: WEB Basisberoepsopleidingen
Mbo 3: WEB Vakopleidingen
Mbo 4: WEB Middenkader- en specialistenopleidingen e.d.
Havo - Hoger algemeen voortgezet onderwijs
Vwo - Voorbereidend wetenschappelijk onderwijs
Hbo - Hoger beroepsonderwijs
Wo - Wetenschappelijk onderwijs
Werkzame beroepsbevolking
Personen (15 tot 65 jaar) die in Nederland wonen en betaald werk hebben
van twaalf uur of meer per week.
Onderwijsniveau
Het hoogstbehaalde opleidingsniveau is vastgesteld met behulp van de
Standaard onderwijsindeling 2003 (voor de jaren 1996-1999) en de
Standaard onderwijsindeling 2006 (voor de jaren 2000 en verder).
Lager onderwijs zijn opleidingen op niveau 1, 2 en 3 van de SOI. Dit
omvat het gehele basisonderwijs en de eerste fase van het voortgezet
onderwijs: lbo/ vbo/ vmbo, mulo/ mavo, de eerste 3 leerjaren van havo/vwo
(en hun voorgangers) en het laagste niveau van het
beroepsonderwijs, vergelijkbaar met de huidige assistentenopleiding (mbo
kwalificatieniveau 1).
Middelbaar onderwijs zijn opleidingen op niveau 4 van de SOI, dat wil
zeggen de tweede fase van het voortgezet onderwijs: bovenbouw havo/vwo en
opleidingen vergelijkbaar met mbo 2, 3 en 4.
Hoger onderwijs zijn opleidingen op niveau 5, 6 en 7 van de SOI: hbo- en
universitaire opleidingen en oudere en beroepsopleidingen die daarmee
vergelijkbaar zijn.
Verklaring van de gebruikte afkortingen:
ISCED - International Standard Classification of Education
Soi - Standaard onderwijsindeling
Vmbo - Voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs
Mbo - Middelbaar beroepsonderwijs
Mbo 1: WEB Assistentenopleidingen
Mbo 2: WEB Basisberoepsopleidingen
Mbo 3: WEB Vakopleidingen
Mbo 4: WEB Middenkader- en specialistenopleidingen e.d.
Havo - Hoger algemeen voortgezet onderwijs
Vwo - Voorbereidend wetenschappelijk onderwijs
Hbo - Hoger beroepsonderwijs
Wo - Wetenschappelijk onderwijs
Onderwijsniveau: laag
Het hoogstbehaalde opleidingsniveau is vastgesteld met behulp van de
Standaard onderwijsindeling 2003 (voor de jaren 1996-1999) en de
Standaard onderwijsindeling 2006 (voor de jaren 2000 en verder).
Lager onderwijs zijn opleidingen op niveau 1, 2 en 3 van de SOI. Dit
omvat het gehele basisonderwijs en de eerste fase van het voortgezet
onderwijs: lbo/ vbo/ vmbo, mulo/ mavo, de eerste 3 leerjaren van havo/vwo
(en hun voorgangers) en het laagste niveau van het
beroepsonderwijs, vergelijkbaar met de huidige assistentenopleiding (mbo
kwalificatieniveau 1).
Middelbaar onderwijs zijn opleidingen op niveau 4 van de SOI, dat wil
zeggen de tweede fase van het voortgezet onderwijs: bovenbouw havo/vwo en
opleidingen vergelijkbaar met mbo 2, 3 en 4.
Hoger onderwijs zijn opleidingen op niveau 5, 6 en 7 van de SOI: hbo- en
universitaire opleidingen en oudere en beroepsopleidingen die daarmee
vergelijkbaar zijn.
Verklaring van de gebruikte afkortingen:
ISCED - International Standard Classification of Education
Soi - Standaard onderwijsindeling
Vmbo - Voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs
Mbo - Middelbaar beroepsonderwijs
Mbo 1: WEB Assistentenopleidingen
Mbo 2: WEB Basisberoepsopleidingen
Mbo 3: WEB Vakopleidingen
Mbo 4: WEB Middenkader- en specialistenopleidingen e.d.
Havo - Hoger algemeen voortgezet onderwijs
Vwo - Voorbereidend wetenschappelijk onderwijs
Hbo - Hoger beroepsonderwijs
Wo - Wetenschappelijk onderwijs
Onderwijsniveau: middelbaar
Het hoogstbehaalde opleidingsniveau is vastgesteld met behulp van de
Standaard onderwijsindeling 2003 (voor de jaren 1996-1999) en de
Standaard onderwijsindeling 2006 (voor de jaren 2000 en verder).
Lager onderwijs zijn opleidingen op niveau 1, 2 en 3 van de SOI. Dit
omvat het gehele basisonderwijs en de eerste fase van het voortgezet
onderwijs: lbo/ vbo/ vmbo, mulo/ mavo, de eerste 3 leerjaren van havo/vwo
(en hun voorgangers) en het laagste niveau van het
beroepsonderwijs, vergelijkbaar met de huidige assistentenopleiding (mbo
kwalificatieniveau 1).
Middelbaar onderwijs zijn opleidingen op niveau 4 van de SOI, dat wil
zeggen de tweede fase van het voortgezet onderwijs: bovenbouw havo/vwo en
opleidingen vergelijkbaar met mbo 2, 3 en 4.
Hoger onderwijs zijn opleidingen op niveau 5, 6 en 7 van de SOI: hbo- en
universitaire opleidingen en oudere en beroepsopleidingen die daarmee
vergelijkbaar zijn.
Verklaring van de gebruikte afkortingen:
ISCED - International Standard Classification of Education
Soi - Standaard onderwijsindeling
Vmbo - Voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs
Mbo - Middelbaar beroepsonderwijs
Mbo 1: WEB Assistentenopleidingen
Mbo 2: WEB Basisberoepsopleidingen
Mbo 3: WEB Vakopleidingen
Mbo 4: WEB Middenkader- en specialistenopleidingen e.d.
Havo - Hoger algemeen voortgezet onderwijs
Vwo - Voorbereidend wetenschappelijk onderwijs
Hbo - Hoger beroepsonderwijs
Wo - Wetenschappelijk onderwijs
Onderwijsniveau: hoog
Het hoogstbehaalde opleidingsniveau is vastgesteld met behulp van de
Standaard onderwijsindeling 2003 (voor de jaren 1996-1999) en de
Standaard onderwijsindeling 2006 (voor de jaren 2000 en verder).
Lager onderwijs zijn opleidingen op niveau 1, 2 en 3 van de SOI. Dit
omvat het gehele basisonderwijs en de eerste fase van het voortgezet
onderwijs: lbo/ vbo/ vmbo, mulo/ mavo, de eerste 3 leerjaren van havo/vwo
(en hun voorgangers) en het laagste niveau van het
beroepsonderwijs, vergelijkbaar met de huidige assistentenopleiding (mbo
kwalificatieniveau 1).
Middelbaar onderwijs zijn opleidingen op niveau 4 van de SOI, dat wil
zeggen de tweede fase van het voortgezet onderwijs: bovenbouw havo/vwo en
opleidingen vergelijkbaar met mbo 2, 3 en 4.
Hoger onderwijs zijn opleidingen op niveau 5, 6 en 7 van de SOI: hbo- en
universitaire opleidingen en oudere en beroepsopleidingen die daarmee
vergelijkbaar zijn.
Verklaring van de gebruikte afkortingen:
ISCED - International Standard Classification of Education
Soi - Standaard onderwijsindeling
Vmbo - Voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs
Mbo - Middelbaar beroepsonderwijs
Mbo 1: WEB Assistentenopleidingen
Mbo 2: WEB Basisberoepsopleidingen
Mbo 3: WEB Vakopleidingen
Mbo 4: WEB Middenkader- en specialistenopleidingen e.d.
Havo - Hoger algemeen voortgezet onderwijs
Vwo - Voorbereidend wetenschappelijk onderwijs
Hbo - Hoger beroepsonderwijs
Wo - Wetenschappelijk onderwijs
Bruto arbeidsparticipatie
Het aandeel van de (werkzame en werkloze) beroepsbevolking in de
potentiële beroepsbevolking.
Onderwijsniveau
Het hoogstbehaalde opleidingsniveau is vastgesteld met behulp van de
Standaard onderwijsindeling 2003 (voor de jaren 1996-1999) en de
Standaard onderwijsindeling 2006 (voor de jaren 2000 en verder).
Lager onderwijs zijn opleidingen op niveau 1, 2 en 3 van de SOI. Dit
omvat het gehele basisonderwijs en de eerste fase van het voortgezet
onderwijs: lbo/ vbo/ vmbo, mulo/ mavo, de eerste 3 leerjaren van havo/vwo
(en hun voorgangers) en het laagste niveau van het
beroepsonderwijs, vergelijkbaar met de huidige assistentenopleiding (mbo
kwalificatieniveau 1).
Middelbaar onderwijs zijn opleidingen op niveau 4 van de SOI, dat wil
zeggen de tweede fase van het voortgezet onderwijs: bovenbouw havo/vwo en
opleidingen vergelijkbaar met mbo 2, 3 en 4.
Hoger onderwijs zijn opleidingen op niveau 5, 6 en 7 van de SOI: hbo- en
universitaire opleidingen en oudere en beroepsopleidingen die daarmee
vergelijkbaar zijn.
Verklaring van de gebruikte afkortingen:
ISCED - International Standard Classification of Education
Soi - Standaard onderwijsindeling
Vmbo - Voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs
Mbo - Middelbaar beroepsonderwijs
Mbo 1: WEB Assistentenopleidingen
Mbo 2: WEB Basisberoepsopleidingen
Mbo 3: WEB Vakopleidingen
Mbo 4: WEB Middenkader- en specialistenopleidingen e.d.
Havo - Hoger algemeen voortgezet onderwijs
Vwo - Voorbereidend wetenschappelijk onderwijs
Hbo - Hoger beroepsonderwijs
Wo - Wetenschappelijk onderwijs
Onderwijsniveau: laag
Het hoogstbehaalde opleidingsniveau is vastgesteld met behulp van de
Standaard onderwijsindeling 2003 (voor de jaren 1996-1999) en de
Standaard onderwijsindeling 2006 (voor de jaren 2000 en verder).
Lager onderwijs zijn opleidingen op niveau 1, 2 en 3 van de SOI. Dit
omvat het gehele basisonderwijs en de eerste fase van het voortgezet
onderwijs: lbo/ vbo/ vmbo, mulo/ mavo, de eerste 3 leerjaren van havo/vwo
(en hun voorgangers) en het laagste niveau van het
beroepsonderwijs, vergelijkbaar met de huidige assistentenopleiding (mbo
kwalificatieniveau 1).
Middelbaar onderwijs zijn opleidingen op niveau 4 van de SOI, dat wil
zeggen de tweede fase van het voortgezet onderwijs: bovenbouw havo/vwo en
opleidingen vergelijkbaar met mbo 2, 3 en 4.
Hoger onderwijs zijn opleidingen op niveau 5, 6 en 7 van de SOI: hbo- en
universitaire opleidingen en oudere en beroepsopleidingen die daarmee
vergelijkbaar zijn.
Verklaring van de gebruikte afkortingen:
ISCED - International Standard Classification of Education
Soi - Standaard onderwijsindeling
Vmbo - Voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs
Mbo - Middelbaar beroepsonderwijs
Mbo 1: WEB Assistentenopleidingen
Mbo 2: WEB Basisberoepsopleidingen
Mbo 3: WEB Vakopleidingen
Mbo 4: WEB Middenkader- en specialistenopleidingen e.d.
Havo - Hoger algemeen voortgezet onderwijs
Vwo - Voorbereidend wetenschappelijk onderwijs
Hbo - Hoger beroepsonderwijs
Wo - Wetenschappelijk onderwijs
Onderwijsniveau: middelbaar
Het hoogstbehaalde opleidingsniveau is vastgesteld met behulp van de
Standaard onderwijsindeling 2003 (voor de jaren 1996-1999) en de
Standaard onderwijsindeling 2006 (voor de jaren 2000 en verder).
Lager onderwijs zijn opleidingen op niveau 1, 2 en 3 van de SOI. Dit
omvat het gehele basisonderwijs en de eerste fase van het voortgezet
onderwijs: lbo/ vbo/ vmbo, mulo/ mavo, de eerste 3 leerjaren van havo/vwo
(en hun voorgangers) en het laagste niveau van het
beroepsonderwijs, vergelijkbaar met de huidige assistentenopleiding (mbo
kwalificatieniveau 1).
Middelbaar onderwijs zijn opleidingen op niveau 4 van de SOI, dat wil
zeggen de tweede fase van het voortgezet onderwijs: bovenbouw havo/vwo en
opleidingen vergelijkbaar met mbo 2, 3 en 4.
Hoger onderwijs zijn opleidingen op niveau 5, 6 en 7 van de SOI: hbo- en
universitaire opleidingen en oudere en beroepsopleidingen die daarmee
vergelijkbaar zijn.
Verklaring van de gebruikte afkortingen:
ISCED - International Standard Classification of Education
Soi - Standaard onderwijsindeling
Vmbo - Voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs
Mbo - Middelbaar beroepsonderwijs
Mbo 1: WEB Assistentenopleidingen
Mbo 2: WEB Basisberoepsopleidingen
Mbo 3: WEB Vakopleidingen
Mbo 4: WEB Middenkader- en specialistenopleidingen e.d.
Havo - Hoger algemeen voortgezet onderwijs
Vwo - Voorbereidend wetenschappelijk onderwijs
Hbo - Hoger beroepsonderwijs
Wo - Wetenschappelijk onderwijs
Onderwijsniveau: hoog
Het hoogstbehaalde opleidingsniveau is vastgesteld met behulp van de
Standaard onderwijsindeling 2003 (voor de jaren 1996-1999) en de
Standaard onderwijsindeling 2006 (voor de jaren 2000 en verder).
Lager onderwijs zijn opleidingen op niveau 1, 2 en 3 van de SOI. Dit
omvat het gehele basisonderwijs en de eerste fase van het voortgezet
onderwijs: lbo/ vbo/ vmbo, mulo/ mavo, de eerste 3 leerjaren van havo/vwo
(en hun voorgangers) en het laagste niveau van het
beroepsonderwijs, vergelijkbaar met de huidige assistentenopleiding (mbo
kwalificatieniveau 1).
Middelbaar onderwijs zijn opleidingen op niveau 4 van de SOI, dat wil
zeggen de tweede fase van het voortgezet onderwijs: bovenbouw havo/vwo en
opleidingen vergelijkbaar met mbo 2, 3 en 4.
Hoger onderwijs zijn opleidingen op niveau 5, 6 en 7 van de SOI: hbo- en
universitaire opleidingen en oudere en beroepsopleidingen die daarmee
vergelijkbaar zijn.
Verklaring van de gebruikte afkortingen:
ISCED - International Standard Classification of Education
Soi - Standaard onderwijsindeling
Vmbo - Voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs
Mbo - Middelbaar beroepsonderwijs
Mbo 1: WEB Assistentenopleidingen
Mbo 2: WEB Basisberoepsopleidingen
Mbo 3: WEB Vakopleidingen
Mbo 4: WEB Middenkader- en specialistenopleidingen e.d.
Havo - Hoger algemeen voortgezet onderwijs
Vwo - Voorbereidend wetenschappelijk onderwijs
Hbo - Hoger beroepsonderwijs
Wo - Wetenschappelijk onderwijs
Netto arbeidsparticipatie
Het aandeel van de werkzame beroepsbevolking in de potentiële
beroepsbevolking.
Onderwijsniveau
Het hoogstbehaalde opleidingsniveau is vastgesteld met behulp van de
Standaard onderwijsindeling 2003 (voor de jaren 1996-1999) en de
Standaard onderwijsindeling 2006 (voor de jaren 2000 en verder).
Lager onderwijs zijn opleidingen op niveau 1, 2 en 3 van de SOI. Dit
omvat het gehele basisonderwijs en de eerste fase van het voortgezet
onderwijs: lbo/ vbo/ vmbo, mulo/ mavo, de eerste 3 leerjaren van havo/vwo
(en hun voorgangers) en het laagste niveau van het
beroepsonderwijs, vergelijkbaar met de huidige assistentenopleiding (mbo
kwalificatieniveau 1).
Middelbaar onderwijs zijn opleidingen op niveau 4 van de SOI, dat wil
zeggen de tweede fase van het voortgezet onderwijs: bovenbouw havo/vwo en
opleidingen vergelijkbaar met mbo 2, 3 en 4.
Hoger onderwijs zijn opleidingen op niveau 5, 6 en 7 van de SOI: hbo- en
universitaire opleidingen en oudere en beroepsopleidingen die daarmee
vergelijkbaar zijn.
Verklaring van de gebruikte afkortingen:
ISCED - International Standard Classification of Education
Soi - Standaard onderwijsindeling
Vmbo - Voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs
Mbo - Middelbaar beroepsonderwijs
Mbo 1: WEB Assistentenopleidingen
Mbo 2: WEB Basisberoepsopleidingen
Mbo 3: WEB Vakopleidingen
Mbo 4: WEB Middenkader- en specialistenopleidingen e.d.
Havo - Hoger algemeen voortgezet onderwijs
Vwo - Voorbereidend wetenschappelijk onderwijs
Hbo - Hoger beroepsonderwijs
Wo - Wetenschappelijk onderwijs
Onderwijsniveau: laag
Het hoogstbehaalde opleidingsniveau is vastgesteld met behulp van de
Standaard onderwijsindeling 2003 (voor de jaren 1996-1999) en de
Standaard onderwijsindeling 2006 (voor de jaren 2000 en verder).
Lager onderwijs zijn opleidingen op niveau 1, 2 en 3 van de SOI. Dit
omvat het gehele basisonderwijs en de eerste fase van het voortgezet
onderwijs: lbo/ vbo/ vmbo, mulo/ mavo, de eerste 3 leerjaren van havo/vwo
(en hun voorgangers) en het laagste niveau van het
beroepsonderwijs, vergelijkbaar met de huidige assistentenopleiding (mbo
kwalificatieniveau 1).
Middelbaar onderwijs zijn opleidingen op niveau 4 van de SOI, dat wil
zeggen de tweede fase van het voortgezet onderwijs: bovenbouw havo/vwo en
opleidingen vergelijkbaar met mbo 2, 3 en 4.
Hoger onderwijs zijn opleidingen op niveau 5, 6 en 7 van de SOI: hbo- en
universitaire opleidingen en oudere en beroepsopleidingen die daarmee
vergelijkbaar zijn.
Verklaring van de gebruikte afkortingen:
ISCED - International Standard Classification of Education
Soi - Standaard onderwijsindeling
Vmbo - Voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs
Mbo - Middelbaar beroepsonderwijs
Mbo 1: WEB Assistentenopleidingen
Mbo 2: WEB Basisberoepsopleidingen
Mbo 3: WEB Vakopleidingen
Mbo 4: WEB Middenkader- en specialistenopleidingen e.d.
Havo - Hoger algemeen voortgezet onderwijs
Vwo - Voorbereidend wetenschappelijk onderwijs
Hbo - Hoger beroepsonderwijs
Wo - Wetenschappelijk onderwijs
Onderwijsniveau: middelbaar
Het hoogstbehaalde opleidingsniveau is vastgesteld met behulp van de
Standaard onderwijsindeling 2003 (voor de jaren 1996-1999) en de
Standaard onderwijsindeling 2006 (voor de jaren 2000 en verder).
Lager onderwijs zijn opleidingen op niveau 1, 2 en 3 van de SOI. Dit
omvat het gehele basisonderwijs en de eerste fase van het voortgezet
onderwijs: lbo/ vbo/ vmbo, mulo/ mavo, de eerste 3 leerjaren van havo/vwo
(en hun voorgangers) en het laagste niveau van het
beroepsonderwijs, vergelijkbaar met de huidige assistentenopleiding (mbo
kwalificatieniveau 1).
Middelbaar onderwijs zijn opleidingen op niveau 4 van de SOI, dat wil
zeggen de tweede fase van het voortgezet onderwijs: bovenbouw havo/vwo en
opleidingen vergelijkbaar met mbo 2, 3 en 4.
Hoger onderwijs zijn opleidingen op niveau 5, 6 en 7 van de SOI: hbo- en
universitaire opleidingen en oudere en beroepsopleidingen die daarmee
vergelijkbaar zijn.
Verklaring van de gebruikte afkortingen:
ISCED - International Standard Classification of Education
Soi - Standaard onderwijsindeling
Vmbo - Voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs
Mbo - Middelbaar beroepsonderwijs
Mbo 1: WEB Assistentenopleidingen
Mbo 2: WEB Basisberoepsopleidingen
Mbo 3: WEB Vakopleidingen
Mbo 4: WEB Middenkader- en specialistenopleidingen e.d.
Havo - Hoger algemeen voortgezet onderwijs
Vwo - Voorbereidend wetenschappelijk onderwijs
Hbo - Hoger beroepsonderwijs
Wo - Wetenschappelijk onderwijs
Onderwijsniveau: hoog
Het hoogstbehaalde opleidingsniveau is vastgesteld met behulp van de
Standaard onderwijsindeling 2003 (voor de jaren 1996-1999) en de
Standaard onderwijsindeling 2006 (voor de jaren 2000 en verder).
Lager onderwijs zijn opleidingen op niveau 1, 2 en 3 van de SOI. Dit
omvat het gehele basisonderwijs en de eerste fase van het voortgezet
onderwijs: lbo/ vbo/ vmbo, mulo/ mavo, de eerste 3 leerjaren van havo/vwo
(en hun voorgangers) en het laagste niveau van het
beroepsonderwijs, vergelijkbaar met de huidige assistentenopleiding (mbo
kwalificatieniveau 1).
Middelbaar onderwijs zijn opleidingen op niveau 4 van de SOI, dat wil
zeggen de tweede fase van het voortgezet onderwijs: bovenbouw havo/vwo en
opleidingen vergelijkbaar met mbo 2, 3 en 4.
Hoger onderwijs zijn opleidingen op niveau 5, 6 en 7 van de SOI: hbo- en
universitaire opleidingen en oudere en beroepsopleidingen die daarmee
vergelijkbaar zijn.
Verklaring van de gebruikte afkortingen:
ISCED - International Standard Classification of Education
Soi - Standaard onderwijsindeling
Vmbo - Voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs
Mbo - Middelbaar beroepsonderwijs
Mbo 1: WEB Assistentenopleidingen
Mbo 2: WEB Basisberoepsopleidingen
Mbo 3: WEB Vakopleidingen
Mbo 4: WEB Middenkader- en specialistenopleidingen e.d.
Havo - Hoger algemeen voortgezet onderwijs
Vwo - Voorbereidend wetenschappelijk onderwijs
Hbo - Hoger beroepsonderwijs
Wo - Wetenschappelijk onderwijs