Rijk; belastingopbrengst conform ESR 95, 1999 - 2011
Verklaring van tekens
Tabeltoelichting
Het CBS verzamelt, binnen het kader van de statistieken van de
overheidsfinanciën, gegevens over de omvang, de samenstelling en de
bestemming van de uitgaven en inkomsten en de balansstanden van het rijk.
Het rijk bestaat uit ministeries, begrotingsfondsen en agentschappen.
Ministeries zijn vooral actief bij het bepalen van het rijksbeleid. In
begrotingsfondsen worden bepaalde budgetten of inkomsten meerjarig
beschikbaar gehouden voor een speciaal beleidsterrein. Agentschappen zijn
belast met uitvoerende taken.
Deze tabel bevat een deel van de uitkomsten van de kwartaalanalyse van de
rijksfinanciën:
de opbrengst van de rijksbelastingen. In de tabel zijn de gegevens uit te
splitsen naar:
- transactie volgens het Europees Systeem van Rekeningen 1995;
- belastingsoort.
Gegevens beschikbaar vanaf: 1e kwartaal 1999
Frequentie: stopgezet
Status van de cijfers:
Cijfers t/m 2008 betreffen definitieve gegevens.
Cijfers vanaf 2009 t/m 2e kwartaal 2011 zijn voorlopige gegevens.
Wijzigingen per 30 september 2011:
Er zijn gegevens over een nieuwe periode toegevoegd en/of bijstellingen
doorgevoerd.
Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Niet van toepassing.
Toelichting onderwerpen
- Totaal rijksbelastingen
- Belastingen op inkomen en vermogen
- Belastingen die rechtstreeks bij de betaler worden geheven over het
inkomen en vermogen van personen, de winsten van bedrijven en aan het
buitenland betaalde dividenden- Totaal belasting op inkomen en vermogen
- Totaal van de belasting op inkomen en vermogen. Betreft belastingen die
rechtstreeks bij de betaler worden geheven over het inkomen en vermogen
van personen, de winsten van bedrijven en aan het buitenland betaalde
dividenden.
- Inkomstenbelasting
- Heffing op het belastbare inkomen (dat wil zeggen het in een kalenderjaar
genoten inkomen verminderd met de verrekenbare verliezen van andere
jaren). Deze heffing wordt opgelegd aan natuurlijke personen. Door het
vervallen van de zogenoemde beschikking loonbelasting, waarvoor de
voorlopige teruggaaf inkomstenbelasting (negatieve voorlopige aanslag) in
de plaats is gekomen, treedt er wat betreft de opbrengst een verschuiving
op van de inkomstenbelasting naar de loonbelasting.
- Loonbelasting
- Heffing op het zuivere loon (dat wil zeggen het loon verminderd met zekere
aftrekposten). Deze heffing wordt opgelegd aan werknemers, met inbegrip
van gepensioneerden. Door het vervallen van de zogenoemde beschikking
loonbelasting, waarvoor de voorlopige teruggaaf inkomstenbelasting
(negatieve voorlopige aanslag) in de plaats is gekomen, treedt er wat
betreft de opbrengst een verschuiving op van de inkomstenbelasting naar de
loonbelasting.
- Dividendbelasting
- Heffing op de dividendopbrengst. Deze heffing wordt opgelegd aan de
gerechtigden tot de opbrengst van aandelen in, en winstbewijzen en
winstdelende obligaties van naamloze en besloten vennootschappen. Aandelen
zijn vorderingen die eigendomsrechten op vennootschappen
vertegenwoordigen. Dergelijke vorderingen geven de houder ervan over het
algemeen recht op een aandeel in de winst van deze vennootschappen en in
hun netto vermogen in geval van liquidatie. Obligaties zijn vorderingen
aan toonder zonder eigendomsrechten met een oorspronkelijke looptijd van
meer dan één jaar.
- Kansspelbelasting (loterijwinsten)
- Heffing op de prijzen van loterijen. Deze heffing wordt opgelegd aan de
gerechtigden tot de prijzen van binnenlandse kansspelen, niet zijnde
casinospelen, en de binnenlandse gerechtigden tot de prijzen van
buitenlandse kansspelen.
- Vermogensbelasting
- Heffing op het vermogen bij het begin van het kalenderjaar (het vermogen
is de waarde van de bezittingen verminderd met de waarde van de schulden).
Deze heffing wordt opgelegd aan natuurlijke personen.
- Vennootschapsbelasting
- Heffing op de in een boekjaar genoten belastbare winst verminderd met de
verrekenbare verliezen van andere jaren. Deze heffing wordt opgelegd aan
naamloze en besloten vennootschappen (NV's en BV's), coöperatieve
verenigingen, onderlinge waarborgmaatschappijen en enkele andere lichamen.
Zowel de NV als de BV is een ondernemingsvorm met rechtspersoonlijkheid
waarvan het kapitaal in aandelen is verdeeld. Bij de NV zijn deze aandelen
overdraagbaar, bij de BV zijn deze niet overdraagbaar. De coöperatieve
vereniging is een vereniging die opkomt voor de materiële belangen van de
leden door overeenkomsten met ze af te sluiten. De winst mag worden
uitgekeerd aan de leden. De onderlinge waarborgmaatschappij is een
vereniging van ondernemers die zich met verzekeren bezighouden. De
vereniging sluit met haar leden verzekeringsovereenkomsten af in het
verzekeringsbedrijf dat de vereniging voor haar leden uitoefent.
- Motorrijtuigenbelasting privé
- Bevat uitsluitend het gedeelte van de opbrengst van de
motorrijtuigenbelasting dat samenhangt met het privé-gebruik van
motorrijtuigen. Motorrijtuigenbelasting betreft een heffing betreffende
het houden van een motorrijtuig (personenauto, bestelauto, vrachtauto en
motorrijwiel) respectievelijk het rijden op de weg met een autobus.
Belastingplichtige is degene die bij de aanvang van een tijdvak een
motorrijtuig houdt.
- Overige belastingontvangsten
- Niet nader toe te rekenen belastingontvangsten.
- Belastingen op productie en invoer
- Verplichte betalingen om niet, in geld of natura, die door de overheid of
door instellingen van de Europese Unie worden opgelegd in verband met de
productie of de invoer van goederen en diensten, het in dienst hebben van
arbeidskrachten en de eigendom of het gebruik van grond, gebouwen of
andere activa die in het productieproces worden aangewend. Deze
belastingen zijn verschuldigd ongeacht of er winst wordt gemaakt.- Totaal belasting op productie en invoer
- Totaal van de belasting op productie en invoer. Betreft verplichte
betalingen om niet, in geld of natura, die door de overheid of door
instellingen van de Europese Unie worden opgelegd in verband met de
productie of de invoer van goederen en diensten, het in dienst hebben van
arbeidskrachten en de eigendom of het gebruik van grond, gebouwen of
andere activa die in het productieproces worden aangewend. Deze
belastingen zijn verschuldigd ongeacht of er winst wordt gemaakt.
- Motorrijtuigenbelasting zakelijk
- Bevat uitsluitend het gedeelte van de opbrengst van de
motorrijtuigenbelasting dat samenhangt met het zakelijk gebruik van
motorrijtuigen. Motorrijtuigenbelasting betreft een heffing betreffende
het houden van een motorrijtuig (personenauto, bestelauto, vrachtauto en
motorrijwiel) respectievelijk het rijden op de weg met een autobus.
Belastingplichtige is degene die bij de aanvang van een tijdvak een
motorrijtuig houdt.
- Kansspelbelasting (opbrengst casino's)
- Heffing op het speelresultaat van casino's. Deze heffing wordt opgelegd
aan degene die gelegenheid geeft tot deelneming aan binnenlandse
casinospelen.
- Omzetbelasting
- Omzetbelasting (btw) betreft de opbrengst van de omzetbelasting minus het
gedeelte van deze belasting dat wordt afgedragen aan Europese Unie.
Omzetbelasting betreft een heffing betreffende:
- leveringen van goederen en diensten, welke in Nederland door ondernemers
in het kader van hun onderneming worden verricht;
- intracommunautaire (dat wil zeggen van ene lidstaat naar de andere
lidstaat) verwervingen van goederen in Nederland door ondernemers in het
kader van hun onderneming en door andere rechtspersonen dan ondernemers;
- intracommunautaire verwervingen van nieuwe vervoermiddelen in Nederland;
- invoer van goederen.
De heffing wordt opgelegd aan de ondernemer die de levering of de dienst
verricht, degene die de intracommunautaire verwerving verricht, degene die
de goederen invoert of degene in wiens opdracht deze worden uitgevoerd.
- Personenauto's en motorrijwielen
- Belasting van personenauto's en motorrijwielen betreft een heffing
betreffende de registratie van het motorrijtuig in het kentekenregister
(voor geregistreerde personenauto's of motorrijwielen) respectievelijk de
aanvang van het gebruik met het motorrijtuig in Nederland van de weg door
een in Nederland wonende natuurlijke persoon die, of gevestigd lichaam dat
de feitelijke beschikking heeft over het motorrijtuig (voor
niet-geregistreerde personenauto's of motorrijwielen). Voor geregistreerde
personenauto's of motorrijwielen wordt de belasting
geheven van degene op wiens naam het kenteken is gesteld. Voor
niet-geregistreerde personenauto's of motorrijwielen wordt de belasting
geheven van degene die het motorrijtuig feitelijk ter beschikking heeft.
- Zware motorrijtuigen
- Belasting op zware motorrijtuigen betreft een heffing betreffende het
gebruik van de autosnelweg met een zwaar motorrijtuig. Belastingplichtige
is de houder van het motorrijtuig.
- Accijns van lichte olie
- Heffing over de uitslag en invoer van lichte olie (uitslag betreft het
brengen van lichte olie buiten een plaats die voor dit soort accijnsgoed
als accijnsgoederenplaats is aangewezen; bij invoer gaat het om het vanuit
het buitenland brengen van lichte olie in Nederland). De heffing wordt
opgelegd aan de vergunninghouder van de accijnsgoederenplaats.
- Accijns van minerale oliën
- Heffing over de uitslag en invoer van minerale oliën zoals huisbrandolie
en liquefied petroleum gas (lpg ofwel autogas), exclusief lichte olie
(uitslag betreft het brengen van andere minerale oliën buiten een plaats
die voor dit soort accijnsgoed als accijnsgoederenplaats is aangewezen;
bij invoer gaat het om het vanuit het buitenland brengen van andere
minerale oliën in Nederland). De heffing wordt opgelegd aan de
vergunninghouder van de accijnsgoederenplaats.
- Wijnaccijns
- Heffing over de uitslag en invoer van wijn (uitslag betreft het brengen
van wijn buiten een plaats die voor dit soort accijnsgoed als
accijnsgoederenplaats is aangewezen; bij invoer gaat het om het vanuit het
buitenland brengen van wijn in Nederland). De heffing wordt opgelegd aan
de vergunninghouder van de accijnsgoederenplaats.
- Accijns op tussenproducten
- Heffing over de uitslag en invoer van tussenproducten (uitslag betreft het
brengen van tussenproducten buiten een plaats die voor dit soort
accijnsgoed als accijnsgoederenplaats is aangewezen; bij invoer gaat het
om het vanuit het buitenland brengen van tussenproducten in Nederland). De
heffing wordt opgelegd aan de vergunninghouder van de
accijnsgoederenplaats. Tussenproducten zijn alle niet als bier of wijn aan
te merken producten met een alcoholgehalte van meer dan 1,2% vol, maar
niet meer dan 22% vol.
- Alcoholaccijns
- Heffing over de uitslag en invoer van overige alcoholhoudende producten,
exclusief bier, wijn en tussenproducten (uitslag betreft het brengen van
overige alcoholhoudende producten buiten een plaats die voor dit soort
accijnsgoed als accijnsgoederenplaats is aangewezen; bij invoer gaat het
om het vanuit het buitenland brengen van overige alcoholhoudende producten
in Nederland). De heffing wordt opgelegd aan de vergunninghouder van de
accijnsgoederenplaats.
- Bieraccijns
- Heffing over de uitslag en invoer van bier (uitslag betreft het brengen
van bier buiten een plaats die voor dit soort accijnsgoed als
accijnsgoederenplaats is aangewezen; bij invoer gaat het om het vanuit het
buitenland brengen van bier in Nederland). De heffing wordt opgelegd aan
de vergunninghouder van de accijnsgoederenplaats.
- Verbruiksbelasting alcoholvrije dranken
- Accijns/verbruiksbelasting alcoholvrije dranken/andere producten.
Heffing over de uitslag en invoer van alcoholvrije dranken, pruim- en
snuiftabak (uitslag betreft het brengen van alcoholvrije dranken, pruim-
en snuiftabak buiten een plaats die voor dit soort goederen als inrichting
is aangewezen; bij invoer gaat het om het vanuit het buitenland brengen
van alcoholvrije dranken, pruim- en snuiftabak in Nederland). De heffing
wordt opgelegd aan de vergunninghouder van de inrichting.
- Tabaksaccijns
- Heffing over de uitslag en invoer van tabaksproducten (uitslag betreft het
brengen van tabaksproducten buiten een plaats die voor dit soort
accijnsgoed als accijnsgoederenplaats is aangewezen; bij invoer gaat het
om het vanuit het buitenland brengen van tabaksproducten in Nederland). De
heffing wordt opgelegd aan de vergunninghouder van de
accijnsgoederenplaats.
- Belastingen van rechtsverkeer
- Hiertoe behoren de overdrachtsbelasting, de assurantiebelasting en (tot 1
januari 2006) de kapitaalsbelasting.
Overdrachtsbelasting wordt geheven vanwege het verkrijgen van het
juridisch of economisch eigendom van in Nederland gelegen onroerende zaken
(grond, huizen).
Assurantiebelasting wordt geheven vanwege het afsluiten van een
verzekering.
Kapitaalsbelasting is een heffing over uit te brengen aandelen. Deze
belasting is per 1 januari 2006 afgeschaft.
- Belastingen op milieugrondslag
- Hiertoe behoren de energiebelasting, de grondwaterbelasting, de belasting
op leidingwater, de afvalstoffenbelasting, de kolenbelasting, de
verpakkingenbelasting (vanaf januari 2008) en de vliegbelasting (juli
2008 tot juli 2009).
Energiebelasting is een heffing op aardgas, elektriciteit, halfzware
olie, gasolie en LPG.
Grondwaterbelasting is een heffing op het onttrekken van grondwater door
een inrichting.
Belasting op leidingwater is een heffing op de levering van water door
een bedrijf via een aansluiting aan de verbruiker.
Afvalstoffenbelasting is een heffing op het storten van afval.
Kolenbelasting is een heffing op de brandstof kolen,
Verpakkingenbelasting is een heffing op verpakkingsmateriaal (kunststof,
papier, karton, hout, glas, metalen).
Vliegbelasting was een heffing per vertrekkende luchtvaartpassagier.
- Bestemmingsheffingen
- Betreft de verontreingingsheffing rijksoppervlaktewateren, de heffing
geluidhinder burgerluchtvaart, de heffingen mestoverschot en de heffing
voorraad aardolieproducten.
De verontreinigingsheffing rijksoppervlaktewateren wordt opgelegd aan
degene die afvalstoffen in oppervlaktewateren brengt, dan wel is
aangesloten op een zuiveringstechnisch werk dat in beheer is bij een
waterkwaliteitsbeheer.
De heffing geluidhinder is een heffing betreffende het landen met een
burgerluchtvaartuig op een luchtvaartterrein. De heffing wordt opgelegd
aan de natuurlijke persoon of rechtspersoon die als eigenaar of houder van
een burgerluchtvaartuig dit ter beschikking heeft en dit onder zijn
verantwoordelijkheid laat deelnemen aan het luchtverkeer.
Heffingen mestoverschot betreffen heffingen betreffende het aanvoeren van
meststoffen of mineralen of het produceren van dierlijke meststoffen.
De heffing voorraad aardolieproducten is een heffing over lichte olie,
halfzware en gasolie, zware stookolie en vloeibaar gemaakt petroleumgas.
Met de opbrengst van de voorraadheffing worden de exploitatielasten van de
stichting Centraal Orgaan Voorraadvorming Aardolieproducten (COVA) gedekt.
Op grond van internationale afspraken is Nederland verplicht strategische
olievoorraden aan te houden. Deze verplichting wordt deels ingevuld door
de COVA en deels door het oliebedrijfsleven.
- Loonkostenheffingen
- Voornamelijk de heffing betreffende het gedeelte van het brutoloon dat
werknemers sparen in het kader van een spaarloonregeling. Deze heffing
wordt opgelegd aan de werkgever. Grondslag voor de heffing is het bedrag
dat in het aangiftetijdvak is omgezet in spaarloon. Naast deze heffing
spaarloon zijn er nog enkele andere eindheffingen, zoals voor geschenken.
- Successierechten
- Belasting op nalatenschappen en schenkingen. Het tarief is afhankelijk
van de hoogte van de verkrijging en de mate van verwantschap tussen de
schenker of erflater en de begunstigde.