Sociale Monitor; 1990-2011

Tabeltoelichting


De Sociale Monitor is een handzame selectie van relevante gegevens over het
dagelijks leven van de Nederlandse bevolking. Deze selectie bestaat uit een
vijftiental centrale aspecten uit het leven van Nederlanders en hoe deze
veranderden in de tijd.

De Sociale Monitor kan van belang zijn voor beleidsorganen en
maatschappelijke belangengroepen. Daarnaast kan de publicatie van nut zijn
voor onder andere scholieren/studenten en voor journalisten.

De vijftien onderscheiden aspecten zijn:

1. Demografie
2. Wonen
3. Woonomgeving
4. Criminaliteit
5. Onderwijs
6. Positie op de arbeidsmarkt
7. Arbeidsomstandigheden
8. Mobiliteit
9. Inkomen
10. Consumptie
11. Sociale relaties
12. Besteding vrije tijd
13. Gezondheid
14. Politieke en godsdienstige participatie
15. Onbetaalde arbeid

Voor elk van de vijftien onderscheiden aspecten zijn enige (veelal vijf)
kerncijfers geselecteerd. Daarnaast publiceert het CBS op Statline nog een
groot aantal andere gegevens over elk van die vijftien aspecten.

Waar mogelijk wordt daarbij een onderscheid gemaakt naar geslacht.

Gegevens beschikbaar: vanaf 1990
Frequentie: jaarlijks

Wanneer komen de nieuwe cijfers?
De tabel is stopgezet vanwege een revisie.

Toelichting onderwerpen

Wonen
Eigenaar bewoner, Woonuitgaven-quote voor eigenaren, Woonuitgaven-quote
voor huurders, Verhouding personen/kamers en Tevredenheid met de woning.
De gegevens zijn gebaseerd op het Woningbehoeftenonderzoek (WBO). Met het
Woningbehoeftenonderzoek onderzoekt het CBS de huidige, vorige en gewenste
huisvestingssituatie van huishoudens en personen.
Het WBO is uitgevoerd in opdracht van het Ministerie van Volkshuis-
vesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM), dat de gegevens
gebruikt voor de voorbereiding en evaluatie van het volkshuisvestings-
beleid. Vanaf 1998 tot en met 2000 maakt het WBO als module deel uit
van het Permanent Onderzoek Leefsituatie (POLS) dat het CBS sedert 1997
uitvoert. Vanaf 2002 werd het WBO weer door het Ministerie van
Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM) uitgevoerd.
Een belangrijke verandering daarbij ten opzichte van 1998 was een
verbreding van de enquête met modules die inzicht geven in
sociaal-culturele en sociaal-economische ontwikkelingen welke voor de
toekomstige ontwikkelingen op het brede terrein van het wonen van groot
belang zijn. In april 2005 startte het driejaarlijks onderzoek
WoonOnderzoek Nederland (WoON), inmiddels zijn de resultaten van het
basisonderzoek, de module Woningmarkt, beschikbaar in de publicatie
'Cijfers over Wonen 2006'. De cijfers met betrekking tot Eigenaar
bewoner, Woonuitgaven-quote voor eigenaren, Woonuitgaven-quote voor
huurders en Tevredenheid met de woning voor de jaren 2002 en 2006 zijn
uit deze publicatie afkomstig.
Eigenaar
Percentage eigenaren; 100 % is eigenaren plus huurders, teleenheid zijn
huishoudens (voor 1995 is het cijfer van het Woningbehoeftenonderzoek in
1993/1994 gebruikt).
Sociale relaties
Tevredenheid vrienden- en kennissenkring, Niet geïsoleerd voelen, Contact
met buren, Contact met familie en Contact met vrienden.
De gepresenteerde cijfers zijn gebaseerd op het Permanent Onderzoek
Leefsituatie (POLS) van het Centraal Bureau voor de Statistiek.
Het POLS is een steekproefonderzoek onder personen die in Nederland wonen,
met uitzondering van personen in inrichtingen, instellingen en tehuizen
(institutionele bevolking). In de populatietotalen die voor de ophoging
worden gebruikt, is de institutionele bevolking dan ook niet opgenomen.
In POLS, dat vanaf 1997 operationeel is, zijn de vroegere afzonderlijk
gehouden enquêtes rondom de verschillende onderwerpen van de leefsituatie
samengesmeed tot een geïntegreerd systeem van leefsituatie-onderzoeken. In
de basisvragenlijst worden kernvragen gesteld over belangrijke
leefsituatie aspecten, terwijl in de deelmodules dieper wordt ingegaan op
afzonderlijke thema's. Omdat de cijfers zijn gebaseerd op
steekproefonderzoek hebben ze een onnauwkeurigheidsmarge. Bij de
interpretatie van de gegevens dient hier rekening mee gehouden te worden.
De deelmodules hebben betrekking op:
- gezondheid en arbeid
- recht en milieu
- recht en participatie
- tijdsbesteding (2-jaarlijks)
- woningbehoeftenonderzoek
- jongeren (2-jaarlijks).
Tevredenheid met vrienden en kennissen
Percentage personen dat buitengewoon of zeer tevreden is.
Besteding vrije tijd
TV-kijken, Sportbeoefening, Buitenrecreatie en Tevredenheid vrije
tijdsbesteding.
De gepresenteerde cijfers zijn gebaseerd op het Permanent Onderzoek
Leefsituatie (POLS) van het Centraal Bureau voor de Statistiek.
Het POLS is een steekproefonderzoek onder personen die in Nederland wonen,
met uitzondering van personen in inrichtingen, instellingen en tehuizen
(institutionele bevolking). In de populatietotalen die voor de ophoging
worden gebruikt, is de institutionele bevolking dan ook niet opgenomen.
In POLS, dat vanaf 1997 operationeel is, zijn de vroegere afzonderlijk
gehouden enquêtes rondom de verschillende onderwerpen van de leefsituatie
samengesmeed tot een geïntegreerd systeem van leefsituatie-onderzoeken. In
de basisvragenlijst worden kernvragen gesteld over belangrijke
leefsituatie aspecten, terwijl in de deelmodules dieper wordt ingegaan op
afzonderlijke thema's. Omdat de cijfers zijn gebaseerd op
steekproefonderzoek hebben ze een onnauwkeurigheidsmarge. Bij de
interpretatie van de gegevens dient hier rekening mee gehouden te worden.
De deelmodules hebben betrekking op:
- gezondheid en arbeid
- recht en milieu
- recht en participatie
- tijdsbesteding (2-jaarlijks)
- woningbehoeftenonderzoek
- jongeren (2-jaarlijks).
·
Aan vrije tijd besteed geld.
De gegevens zijn ontleend aan het Budgetonderzoek. Sinds 1978 wordt
door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) jaarlijks een
Budgetonderzoek gehouden. In dit onderzoek worden bij een steekproef uit
de in Nederland wonende huishoudens gedurende een kalenderjaar gegevens
verzameld over de bestedingen. Naast informatie over de bestedingen worden
inkomensgegevens en gegevens over de samenstelling en andere kenmerken van
het huishouden verzameld. Op basis hiervan wordt voor een groot aantal
typen huishoudens het bestedingspatroon samengesteld. De bestedingen zijn
ingedeeld naar functie. Dit betekent dat diensten en artikelen die in een
bepaalde behoefte voorzien, in dezelfde groep zijn ingedeeld. Zo zijn
bijvoorbeeld de bestedingen aan benzine ingedeeld bij verkeer en vervoer
en bestedingen aan huur bij wonen. De methodologie van het Budgetonderzoek
is uitgebreid beschreven in de Gebruikershandboeken van de betreffende
jaren.
Tevredenheid met vrijetijdsbesteding
Percentage personen dat buitengewoon of zeer tevreden is.