Regionaal economische jaarcijfers SBI'93

Regionaal economische jaarcijfers SBI'93

Regio's SBI '93 Perioden Toegevoegde waarde (mln euro) Arbeidsvolume (1000 arbeidsjaren)
Groot-Amsterdam Totaal bedrijfsactiviteiten 2001 44.221 615,8
Groot-Amsterdam A+B Landbouw, bosbouw en visserij 2001 374 4,5
Groot-Amsterdam C-F Nijverheid 2001 5.035 72,4
Groot-Amsterdam C Delfstoffenwinning 2001 41 0,2
Groot-Amsterdam D+E Industrie, openbare nutsbedrijven 2001 3.582 47,8
Groot-Amsterdam DA Voedings- en genotmiddelen 2001 575 6,8
Groot-Amsterdam DB+DC Textiel en leder 2001 41 0,9
Groot-Amsterdam 21 Papier en karton 2001 41 0,6
Groot-Amsterdam 22 Uitgeverijen en drukkerijen 2001 1.265 14,3
Groot-Amsterdam DF Aardolie- en steenkool industrie 2001 26 0,3
Groot-Amsterdam DG+DH Chemische, rubber en kunststof ind 2001 346 3,7
Groot-Amsterdam 27 Basismetaalindustrie 2001 4 0,1
Groot-Amsterdam 28+DK Metaalproducten en machine ind. 2001 307 5,7
Groot-Amsterdam DL Elektrotechnische industrie 2001 144 2,9
Groot-Amsterdam DM Transportmiddelen industrie 2001 142 3,4
Groot-Amsterdam Overige industrie 2001 262 6,2
Groot-Amsterdam E Energie- en waterleidingbedrijven 2001 428 3,1
Groot-Amsterdam F Bouwnijverheid 2001 1.412 24,4
Groot-Amsterdam G-K Commerciële diensten 2001 30.054 377,8
Groot-Amsterdam G Handel, reparatie consumentenart. 2001 5.985 91,4
Groot-Amsterdam H Horeca 2001 1.271 22,8
Groot-Amsterdam I Vervoer, opslag en communicatie 2001 5.949 73,1
Groot-Amsterdam 60+63 Verv o land en dienstverl vh verv 2001 1.913 28,2
Groot-Amsterdam 61+62 Vervoer over water en door lucht 2001 2.804 28,7
Groot-Amsterdam 64 Post en telecommunicatie 2001 1.232 16,2
Groot-Amsterdam J Financiële instellingen 2001 6.677 56,8
Groot-Amsterdam K Verhuur, zakelijke dienstverlening 2001 10.173 133,6
Groot-Amsterdam 70 Verhuur en handel onroerend goed 2001 2.781 5,1
Groot-Amsterdam 71-74 Zakelijk dienstverlening 2001 7.392 128,5
Groot-Amsterdam L-P Overheid en Zorg 2001 8.758 161,1
Groot-Amsterdam L Overheid, defensie, sociale verz. 2001 2.934 51,5
Groot-Amsterdam M Gesubsidieerd Onderwijs 2001 1.358 26,0
Groot-Amsterdam N Gezondheids- en welzijnszorg 2001 2.635 58,8
Groot-Amsterdam O+P Milieu, cultuur en ov. diensten 2001 1.831 24,8
Groot-Amsterdam 90+91+93 Milieu en ov. dienstverlening 2001 920 13,8
Groot-Amsterdam 92 Cultuur, sport en recreatie 2001 912 11,0
Amsterdam Totaal bedrijfsactiviteiten 2001 28.045 397,9
Amsterdam A+B Landbouw, bosbouw en visserij 2001 21 0,4
Amsterdam C-F Nijverheid 2001 3.005 40,5
Amsterdam C Delfstoffenwinning 2001 36 0,1
Amsterdam D+E Industrie, openbare nutsbedrijven 2001 2.296 28,2
Amsterdam DA Voedings- en genotmiddelen 2001 344 3,1
Amsterdam DB+DC Textiel en leder 2001 27 0,6
Amsterdam 21 Papier en karton 2001 6 0,1
Amsterdam 22 Uitgeverijen en drukkerijen 2001 1.075 11,4
Amsterdam DF Aardolie- en steenkool industrie 2001 137 2,0
Amsterdam DG+DH Chemische, rubber en kunststof ind 2001 x x
Amsterdam 27 Basismetaalindustrie 2001 0 0,0
Amsterdam 28+DK Metaalproducten en machine ind. 2001 139 2,6
Amsterdam DL Elektrotechnische industrie 2001 92 1,8
Amsterdam DM Transportmiddelen industrie 2001 36 1,2
Amsterdam Overige industrie 2001 116 2,8
Amsterdam E Energie- en waterleidingbedrijven 2001 321 2,7
Amsterdam F Bouwnijverheid 2001 673 12,1
Amsterdam G-K Commerciële diensten 2001 18.135 228,0
Amsterdam G Handel, reparatie consumentenart. 2001 3.072 48,9
Amsterdam H Horeca 2001 878 15,9
Amsterdam I Vervoer, opslag en communicatie 2001 1.896 26,0
Amsterdam 60+63 Verv o land en dienstverl vh verv 2001 834 12,7
Amsterdam 61+62 Vervoer over water en door lucht 2001 175 1,6
Amsterdam 64 Post en telecommunicatie 2001 886 11,8
Amsterdam J Financiële instellingen 2001 5.711 47,4
Amsterdam K Verhuur, zakelijke dienstverlening 2001 6.577 89,8
Amsterdam 70 Verhuur en handel onroerend goed 2001 1.740 3,3
Amsterdam 71-74 Zakelijk dienstverlening 2001 4.838 86,5
Amsterdam L-P Overheid en Zorg 2001 6.885 129,0
Amsterdam L Overheid, defensie, sociale verz. 2001 2.358 43,5
Amsterdam M Gesubsidieerd Onderwijs 2001 1.119 21,1
Amsterdam N Gezondheids- en welzijnszorg 2001 1.975 44,6
Amsterdam O+P Milieu, cultuur en ov. diensten 2001 1.432 19,8
Amsterdam 90+91+93 Milieu en ov. dienstverlening 2001 701 11,0
Amsterdam 92 Cultuur, sport en recreatie 2001 731 8,8
Overig Groot-Amsterdam Totaal bedrijfsactiviteiten 2001 16.176 217,9
Overig Groot-Amsterdam A+B Landbouw, bosbouw en visserij 2001 353 4,1
Overig Groot-Amsterdam C-F Nijverheid 2001 2.030 31,9
Overig Groot-Amsterdam C Delfstoffenwinning 2001 5 0,1
Overig Groot-Amsterdam D+E Industrie, openbare nutsbedrijven 2001 1.286 19,6
Overig Groot-Amsterdam DA Voedings- en genotmiddelen 2001 230 3,7
Overig Groot-Amsterdam DB+DC Textiel en leder 2001 13 0,3
Overig Groot-Amsterdam 21 Papier en karton 2001 33 0,5
Overig Groot-Amsterdam 22 Uitgeverijen en drukkerijen 2001 191 2,9
Overig Groot-Amsterdam DF Aardolie- en steenkool industrie 2001 235 2,0
Overig Groot-Amsterdam DG+DH Chemische, rubber en kunststof ind 2001 x x
Overig Groot-Amsterdam 27 Basismetaalindustrie 2001 4 0,1
Overig Groot-Amsterdam 28+DK Metaalproducten en machine ind. 2001 168 3,1
Overig Groot-Amsterdam DL Elektrotechnische industrie 2001 51 1,1
Overig Groot-Amsterdam DM Transportmiddelen industrie 2001 106 2,2
Overig Groot-Amsterdam Overige industrie 2001 146 3,3
Overig Groot-Amsterdam E Energie- en waterleidingbedrijven 2001 107 0,4
Overig Groot-Amsterdam F Bouwnijverheid 2001 739 12,3
Overig Groot-Amsterdam G-K Commerciële diensten 2001 11.919 149,8
Overig Groot-Amsterdam G Handel, reparatie consumentenart. 2001 2.913 42,5
Overig Groot-Amsterdam H Horeca 2001 393 6,9
Overig Groot-Amsterdam I Vervoer, opslag en communicatie 2001 4.053 47,1
Overig Groot-Amsterdam 60+63 Verv o land en dienstverl vh verv 2001 1.078 15,6
Overig Groot-Amsterdam 61+62 Vervoer over water en door lucht 2001 2.628 27,1
Overig Groot-Amsterdam 64 Post en telecommunicatie 2001 346 4,4
Overig Groot-Amsterdam J Financiële instellingen 2001 966 9,4
Overig Groot-Amsterdam K Verhuur, zakelijke dienstverlening 2001 3.596 43,8
Overig Groot-Amsterdam 70 Verhuur en handel onroerend goed 2001 1.041 1,8
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


Verslagperiode: 1987 - 2001
Frequentie: stopgezet

Wijziging ten opzichte van de vorige versie:
Het voorlopig jaar 2002 is vervalllen als gevolg van de revisie 2001
die in 2005 is uitgevoerd.

Regionale rekeningen in de verschillende jaren
Deze publicatie is gebaseerd op de publicaties 'Regionale economische
jaarcijfers' (Rej) en de 'Nationale rekeningen, gereviseerde reeksen'.
De gegevens die betrekking hebben op de jaren 1987 t/m 1995 zijn
gereviseerd (herzien) en zoveel mogelijk vergelijkbaar gemaakt met de
reeks van 1996 en later.

Regionale rekeningen in hoofdlijnen
Regionale rekeningen geven een op de Nationale rekeningen aansluitende
kwantitatieve beschrijving van het economisch proces van regio's binnen
een land. Als onderdelen van het economisch proces worden in de
Nationale rekeningen productie, inkomensverdeling, bestedingen en
financiering onderscheiden.
Bij de Regionale rekeningen ligt de nadruk echter op de beschrijving van
de productieprocessen in de verscheidene regio's.

Gebruiksmogelijkheden
De gebruiksmogelijkheden blijken zeer divers: het relatieve belang van
een bedrijfstak voor de regionale economie blijkt uit haar aandeel in de
totale toegevoegde waarde in de betreffende regio. Voorts kunnen cijfers
in de Regionale rekeningen benut worden voor analyse en prognose. De
cijfers geven een gecoördineerde beschrijving van de regionale economie
en sluiten naadloos aan op de gegevens van de Nationale rekeningen.
De Regionale rekeningen data zijn daarom bij uitstek geschikt voor de
vergelijking van de resultaten van de verscheidene regio's. Ook kunnen
de data gebruikt worden in modellen die de regionaal economische
ontwikkeling voorspellen en de invloed van beleidsvarianten toetsen.

Enkele kanttekeningen bij de gebruiksmogelijkheden
Voor de beschrijving van het economisch proces moeten keuzes gemaakt
worden. Er moet o.a. gekozen worden tussen een beschrijving met als
gezichtspunt de economische actoren of voor een zo correct mogelijke
weergave van economische processen. Het eerste wordt een institutionele
benadering genoemd, het tweede een functionele. Zo staan bij een
institutionele beschrijving van het productieproces de producenten
centraal. Deze worden op basis van het zwaartepunt van hun economische
activiteit ingedeeld in bedrijfstakken.
Producenten die vervoer als hoofdactiviteit hebben worden bijvoorbeeld
ingedeeld in de bedrijfstak vervoer, opslag en communicatie. Dit leidt
tot goede informatie over de totale productiewaarde van de producenten
die tot een bepaalde bedrijfsgroep gerekend worden. Ook sluit dit aan
bij de werkelijkheid waarin de producent opereert. Deze benadering
betekent dat de productie van eventuele nevenactiviteiten van een
producent in de productiewaarde van de betreffende bedrijfstak wordt
meegenomen. Dat geldt bijvoorbeeld voor een transportondernemer met als
nevenactiviteit detailhandel.
Daarom is de institutionele benadering minder geschikt voor de raming
van de totale productiewaarde van een bepaalde activiteit. Dit geldt
vooral als deze activiteit vaak als nevenactiviteit wordt uitgeoefend
door producenten in andere bedrijfstakken. Een functionele benadering
biedt dan voordelen.
In de Nationale en Regionale rekeningen is echter in overeenstemming met
de internationale richtlijnen gekozen voor een institutionele
benadering. Ook dient er gekozen te worden of een activiteit al dan niet
tot de productie gerekend wordt. Dit geldt bijvoorbeeld voor doe-het-
zelf activiteiten en onbetaald huishoudelijk werk. Er is in
overeenstemming met de internationale richtlijnen gekozen om deze
activiteiten niet tot de productie te rekenen, daar er geen feitelijke
marktwaarden tot stand komen. Het opnemen van dergelijke activiteiten in
de productie zou leiden tot grote wijzigingen in het regionaal en
nationaal product. Daardoor zou de bruikbaarheid als indicator voor de
beoordeling van de ontwikkeling van de markteconomie sterk beperkt
worden. De diversiteit van de gebruiksmogelijkheden maakt dat de
gemaakte keuzes niet voor elke aanwending optimaal uitvallen.

Internationale en regionale vergelijkbaarheid
Doordat de Regionale economische jaarcijfers centraal bij het CBS worden
samengesteld zijn de resultaten voor de verschillende regio's in
Nederland goed vergelijkbaar. Naast regionale vergelijkbaarheid dienen
de data van de Regionale rekeningen eveneens internationaal
vergelijkbaar te zijn. Het statistisch bureau van de Europese
Gemeenschappen (Eurostat) heeft daarom, in overleg met de lidstaten,
richtlijnen opgesteld om tot een grotere vergelijkbaarheid van de
statistische gegevens van de verscheidene lidstaten te komen.

Welvaart
De in de Regionale rekeningen gepresenteerde cijfers vormen slechts één
indicator voor de welvaart. In het regionaal product wordt namelijk geen
(of onvoldoende) rekening gehouden met diverse zaken die eveneens voor
de welvaart van groot belang zijn. Hieronder vallen o.a. de saldi van de
primaire en secundaire inkomensstromen naar de regio's. Ook zaken als de
hoeveelheid vrije tijd, onbetaalde huishoudelijke arbeid,
arbeidssatisfactie en milieu-effecten als geluidsoverlast en vervuiling
van water en lucht kunnen hiertoe gerekend worden.

Specifieke regionale concepten
Voor de beschrijving van het productieproces wordt in de Nederlandse
Nationale rekeningen de bedrijfseenheid als uitgangspunt gekozen. Over
de bedrijfseenheid kan een volledige beschrijving van het
productieproces worden verkregen. Dit houdt in volledige, gedetailleerde
en samenhangende informatie over de voortbrenging van goederen en
diensten (productie) en de daarvoor benodigde inzet van grond- en
hulpstoffen, halffabrikaten en diensten (verbruik).
Daarnaast wordt o.m. hiermee samenhangende informatie verkregen: zoals
de bij de productie ingezette werknemers, de betaalde lonen en sociale
lasten en de afgedragen indirecte belastingen en ontvangen subsidies. De
bedrijfseenheden worden meegeteld voor zover ze een economisch fundament
hebben in Nederland. Dit betekent dat vestigingen van buitenlandse
bedrijven in Nederland bijdragen tot het Nederlandse binnenlands
product. Vestigingen van Nederlandse bedrijven in het buitenland dragen
daarentegen bij tot het binnenlands product van het betreffende land
(residentieprincipe). De concepten van de Nationale rekeningen kunnen
niet zonder meer worden toegepast bij de samenstelling van de
Nederlandse Regionale rekeningen.
Ten eerste is er de problematiek van de multiregionale bedrijfseenheid.
Dit is een bedrijfseenheid die vestigingen in verscheidene regio's
omvat. Ten tweede is er de problematiek van de "extraterritoriale"
regio. Hier worden bij conventie de bedrijfseenheden ondergebracht, die
weliswaar tot het "economisch territorium van Nederland" behoren, maar
niet in één van de Nederlandse regio's liggen.


Infoservice: href="http://www.cbs.nl/infoservice">http://www.cbs.nl/infoservice

Copyright (c) Centraal Bureau voor de Statistiek.
Verveelvoudiging is toegestaan, mits het CBS als bron wordt vermeld.

Toelichting onderwerpen

Toegevoegde waarde
De toegevoegde waarde tegen basisprijzen is gelijk aan het
verschil tussen de productie (basisprijzen) en het intermediair
verbruik (aankoopprijzen).
Arbeidsvolume
Het arbeidsvolume werknemers is (in aansluiting op de Nationale
rekeningen) gedefiniërd als het aantal arbeidsjaren, waarbij
een arbeidsjaar de overeengekomen arbeidsduur is van een voltijdbaan.
Deeltijdbanen zijn hierbij omgerekend naar voltijdbanen.
Het arbeidsvolume zelfstandigen en medewerkende gezinsleden is niet
meegeteld.