Beroepsbev.; int. definitie 2000-2006

Beroepsbev.; int. definitie 2000-2006

Geslacht Persoonskenmerken Perioden Beroepsbevolking (internationaal) Arbeidspositie Totaal beroepsbevolking (internat.) (x 1 000) Beroepsbevolking (internationaal) Bruto arbeidsparticipatie (%) Beroepsbevolking (internationaal) Netto arbeidsparticipatie (%) Beroepsbevolking (internationaal) Werkloosheidspercentage (%) Werkzame beroepsbevolking (internat.) Positie in de werkkring Totaal werknemers (x 1 000)
Mannen en vrouwen Pre-primair onderwijs 2006 40 22,5 20,3 9,7 33
Mannen en vrouwen Primair onderwijs 2006 449 36,4 32,3 11,3 352
Mannen en vrouwen Lager secundair onderwijs 2006 1.771 51,5 48,5 5,8 1.478
Mannen en vrouwen Hoger secundair onderwijs 2006 3.379 71,3 68,5 4,0 2.827
Mannen en vrouwen Post secundair onderwijs 2006 278 69,3 67,3 2,9 238
Mannen en vrouwen Tertiair onderwijs 2006 2.377 78,7 76,8 2,5 1.977
Mannen en vrouwen Onderwijs aan promovendi 2006 62 89,0 88,5 . 50
Mannen en vrouwen Onderwijsniveau onbekend 2006 47 52,7 47,5 9,9 36
Mannen Pre-primair onderwijs 2006 31 36,4 33,1 9,1 25
Mannen Primair onderwijs 2006 270 50,4 45,5 9,8 212
Mannen Lager secundair onderwijs 2006 993 65,4 62,2 4,9 824
Mannen Hoger secundair onderwijs 2006 1.812 74,8 72,0 3,7 1.464
Mannen Post secundair onderwijs 2006 150 71,2 69,6 2,2 126
Mannen Tertiair onderwijs 2006 1.273 78,8 76,9 2,4 1.027
Mannen Onderwijs aan promovendi 2006 41 88,3 88,0 . 32
Mannen Onderwijsniveau onbekend 2006 30 62,4 57,4 8,0 23
Vrouwen Pre-primair onderwijs 2006 10 10,2 9,0 . 8
Vrouwen Primair onderwijs 2006 179 25,6 22,1 13,5 139
Vrouwen Lager secundair onderwijs 2006 778 40,6 37,8 6,9 654
Vrouwen Hoger secundair onderwijs 2006 1.566 67,7 64,7 4,4 1.363
Vrouwen Post secundair onderwijs 2006 128 67,2 64,7 3,7 112
Vrouwen Tertiair onderwijs 2006 1.104 78,7 76,6 2,6 951
Vrouwen Onderwijs aan promovendi 2006 21 90,4 89,7 . 18
Vrouwen Onderwijsniveau onbekend 2006 16 41,1 35,6 13,3 13
Bron: cbs.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


De gegevens in deze tabel zijn gebaseerd op de Enquête beroepsbevolking (EBB). De EBB is een onderzoek dat door het CBS wordt uitgevoerd om informatie te verzamelen over de relatie tussen mens en arbeidsmarkt. Hierbij worden kenmerken van personen in verband gebracht met hun huidige dan wel toekomstige positie op de arbeidsmarkt.

Deze tabel bevat gegevens over de beroepsbevolking volgens de internationale definitie. De Nederlandse definitie van de beroepsbevolking wijkt af van de definitie die internationaal als standaard geldt: die van de International Labour Organisation (ILO). Als gevolg daarvan verschilt de omvang en samenstelling van de beroepsbevolking. Ten eerste wordt in de Nederlandse definitie een drempelwaarde van twaalf uur gehanteerd voor het aantal uren per week dat iemand werkt of wil werken. In de internationale
definitie is dat niet het geval. Ten tweede wordt de werkloze beroepsbevolking anders afgebakend. Volgens de internationale definitie moet iemand binnen twee weken kunnen beginnen in een baan. In de Nederlandse definitie wordt in bepaalde gevallen een termijn van drie maanden aangehouden op de termijn waarop iemand kan beginnen te werken of
zoekactiviteiten ontplooid heeft.

Vanwege een nieuwe weegmethode van de EBB zijn alle EBB tabellen stopgezet en verplaatst naar het archief. In plaats hiervan worden nieuwe tabellen gemaakt.
In deze nieuwe tabellen zijn de cijfers met een nieuwe weegmethode gecorrigeerd tot en met 2001. Vanaf 2001 is het daarnaast ook mogelijk om voor een beperkte set van variabelen kwartaalcijfers te publiceren. De jaren voor 2001 zijn niet gecorrigeerd en betreffen de eerder gepubliceerde cijfers. Een uitgebreide beschrijving van de nieuwe weegmethode van de EBB is te vinden op de themapagina.

Gegevens beschikbaar vanaf: 2000

Status van de cijfers
Cijfers op basis van de EBB zijn altijd definitief.

Wijziging per 10 januari 2017:
Tabel is stopgezet.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Stopgezet.

Toelichting onderwerpen

Beroepsbevolking (internationaal)
Beroepsbevolking volgens internationale definitie
De Nederlandse definitie van de beroepsbevolking wijkt af van de
definitie die internationaal als standaard geldt: die van de
International Labour Organisation (ILO). Als gevolg daarvan verschilt
de omvang en samenstelling van de beroepsbevolking. Ten eerste
wordt in de Nederlandse definitie een drempelwaarde van twaalf uur
gehanteerd voor het aantal uren per week dat iemand werkt of wil werken.
In de internationale definitie is dat niet het geval. Ten tweede wordt de
werkloze beroepsbevolking anders afgebakend.
Volgens de internationale definitie moet iemand binnen twee weken kunnen
beginnen in een baan. In de Nederlandse definitie wordt in bepaalde
gevallen een termijn van drie maanden aangehouden op de termijn waarop
iemand kan beginnen te werken of zoekactiviteiten ontplooid heeft.
Arbeidspositie
Indeling van de bevolking van 15 jaar of ouder in:
- werkzame beroepsbevolking
- werkloze beroepsbevolking
- niet beroepsbevolking
Totaal beroepsbevolking (internat.)
Totale beroepsbevolking volgens internationale definitie.
Bruto arbeidsparticipatie
Het aandeel van de werkzame en werkloze beroepsbevolking in de
potentiële beroepsbevolking.
Netto arbeidsparticipatie
Het aandeel van de werkzame beroepsbevolking in de potentiële
beroepsbevolking.
Werkloosheidspercentage
De werkloze beroepsbevolking als percentage van de beroepsbevolking.
Werkzame beroepsbevolking (internat.)
Werkzame beroepsbevolking volgens internationale definitie.
Personen die minstens 1 uur per week werken.
Positie in de werkkring
Totaal werknemers