Beroepsbev.; int. definitie 2000-2006

Beroepsbev.; int. definitie 2000-2006

Geslacht Persoonskenmerken Perioden Beroepsbevolking (internationaal) Arbeidspositie Totaal beroepsbevolking (internat.) (x 1 000) Beroepsbevolking (internationaal) Bruto arbeidsparticipatie (%) Beroepsbevolking (internationaal) Netto arbeidsparticipatie (%) Beroepsbevolking (internationaal) Werkloosheidspercentage (%) Werkzame beroepsbevolking (internat.) Positie in de werkkring Totaal werknemers (x 1 000)
Mannen en vrouwen Eenpersoonshuishouden 2000 1.120 49,4 47,0 4,9 956
Mannen en vrouwen Eenpersoonshuishouden 2005 1.138 48,0 44,3 7,7 935
Mannen en vrouwen Eenpersoonshuishouden 2006 1.191 48,7 45,9 5,8 995
Mannen en vrouwen Lid van paar (geen ouder) 2000 2.301 53,6 52,7 1,7 1.975
Mannen en vrouwen Lid van paar (geen ouder) 2005 2.220 51,9 50,1 3,5 1.844
Mannen en vrouwen Lid van paar (geen ouder) 2006 2.240 52,3 50,7 3,1 1.859
Mannen en vrouwen Lid van ouderpaar 2000 3.241 78,6 76,9 2,2 2.697
Mannen en vrouwen Lid van ouderpaar 2005 3.413 82,1 79,3 3,4 2.803
Mannen en vrouwen Lid van ouderpaar 2006 3.424 82,9 80,5 2,8 2.806
Mannen en vrouwen Alleenstaande ouder 2000 198 54,3 50,8 6,4 170
Mannen en vrouwen Alleenstaande ouder 2005 276 63,6 56,8 10,7 228
Mannen en vrouwen Alleenstaande ouder 2006 286 63,8 57,8 9,5 233
Mannen en vrouwen Meerderjarig kind 2000 787 80,3 77,3 3,7 726
Mannen en vrouwen Meerderjarig kind 2005 836 78,4 72,3 7,9 739
Mannen en vrouwen Meerderjarig kind 2006 829 78,2 73,3 6,3 741
Mannen en vrouwen Minderjarig kind 2000 290 54,1 47,7 11,7 246
Mannen en vrouwen Minderjarig kind 2005 287 49,3 42,2 14,5 236
Mannen en vrouwen Minderjarig kind 2006 310 52,5 45,3 13,7 256
Mannen en vrouwen Overig lid huishouden 2000 106 56,6 54,0 4,6 93
Mannen en vrouwen Overig lid huishouden 2005 138 61,2 54,4 11,1 112
Mannen en vrouwen Overig lid huishouden 2006 122 59,3 55,0 7,3 102
Bron: cbs.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


De gegevens in deze tabel zijn gebaseerd op de Enquête beroepsbevolking (EBB). De EBB is een onderzoek dat door het CBS wordt uitgevoerd om informatie te verzamelen over de relatie tussen mens en arbeidsmarkt. Hierbij worden kenmerken van personen in verband gebracht met hun huidige dan wel toekomstige positie op de arbeidsmarkt.

Deze tabel bevat gegevens over de beroepsbevolking volgens de internationale definitie. De Nederlandse definitie van de beroepsbevolking wijkt af van de definitie die internationaal als standaard geldt: die van de International Labour Organisation (ILO). Als gevolg daarvan verschilt de omvang en samenstelling van de beroepsbevolking. Ten eerste wordt in de Nederlandse definitie een drempelwaarde van twaalf uur gehanteerd voor het aantal uren per week dat iemand werkt of wil werken. In de internationale
definitie is dat niet het geval. Ten tweede wordt de werkloze beroepsbevolking anders afgebakend. Volgens de internationale definitie moet iemand binnen twee weken kunnen beginnen in een baan. In de Nederlandse definitie wordt in bepaalde gevallen een termijn van drie maanden aangehouden op de termijn waarop iemand kan beginnen te werken of
zoekactiviteiten ontplooid heeft.

Vanwege een nieuwe weegmethode van de EBB zijn alle EBB tabellen stopgezet en verplaatst naar het archief. In plaats hiervan worden nieuwe tabellen gemaakt.
In deze nieuwe tabellen zijn de cijfers met een nieuwe weegmethode gecorrigeerd tot en met 2001. Vanaf 2001 is het daarnaast ook mogelijk om voor een beperkte set van variabelen kwartaalcijfers te publiceren. De jaren voor 2001 zijn niet gecorrigeerd en betreffen de eerder gepubliceerde cijfers. Een uitgebreide beschrijving van de nieuwe weegmethode van de EBB is te vinden op de themapagina.

Gegevens beschikbaar vanaf: 2000

Status van de cijfers
Cijfers op basis van de EBB zijn altijd definitief.

Wijziging per 10 januari 2017:
Tabel is stopgezet.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Stopgezet.

Toelichting onderwerpen

Beroepsbevolking (internationaal)
Beroepsbevolking volgens internationale definitie
De Nederlandse definitie van de beroepsbevolking wijkt af van de
definitie die internationaal als standaard geldt: die van de
International Labour Organisation (ILO). Als gevolg daarvan verschilt
de omvang en samenstelling van de beroepsbevolking. Ten eerste
wordt in de Nederlandse definitie een drempelwaarde van twaalf uur
gehanteerd voor het aantal uren per week dat iemand werkt of wil werken.
In de internationale definitie is dat niet het geval. Ten tweede wordt de
werkloze beroepsbevolking anders afgebakend.
Volgens de internationale definitie moet iemand binnen twee weken kunnen
beginnen in een baan. In de Nederlandse definitie wordt in bepaalde
gevallen een termijn van drie maanden aangehouden op de termijn waarop
iemand kan beginnen te werken of zoekactiviteiten ontplooid heeft.
Arbeidspositie
Indeling van de bevolking van 15 jaar of ouder in:
- werkzame beroepsbevolking
- werkloze beroepsbevolking
- niet beroepsbevolking
Totaal beroepsbevolking (internat.)
Totale beroepsbevolking volgens internationale definitie.
Bruto arbeidsparticipatie
Het aandeel van de werkzame en werkloze beroepsbevolking in de
potentiële beroepsbevolking.
Netto arbeidsparticipatie
Het aandeel van de werkzame beroepsbevolking in de potentiële
beroepsbevolking.
Werkloosheidspercentage
De werkloze beroepsbevolking als percentage van de beroepsbevolking.
Werkzame beroepsbevolking (internat.)
Werkzame beroepsbevolking volgens internationale definitie.
Personen die minstens 1 uur per week werken.
Positie in de werkkring
Totaal werknemers