WOZ-objecten naar waardeklasse; 1997 - 2011

WOZ-objecten naar waardeklasse; 1997 - 2011

Waardeklasse WOZ-objecten Regio's Perioden Totaal WOZ-objecten (aantal) WOZ-objecten woningen (aantal) Recreatiewoningen en overige woningen (aantal) Niet-woningen; gedeeltelijk bewoond (aantal) Niet-woningen; niet bewoond (aantal)
Totaal Agglomeratie Leiden en Bollenstreek (CR) 2011* 205.259 173.920 13.039 1.117 17.183
Totaal Midden-Noord-Brabant (CR) 2011* 228.481 192.831 13.308 2.970 19.372
Totaal Midden-Limburg (CR) 2011* 117.492 100.469 2.998 1.677 12.348
Totaal Leeuwarden (SG) 2011* 86.305 72.689 3.596 1.164 8.856
Totaal Leiden (SG) 2011* 170.606 144.943 11.056 763 13.844
Totaal Leeuwarden (GA) 2011* 54.086 45.830 2.453 282 5.521
Totaal Leiden (GA) 2011* 125.935 109.482 6.564 380 9.509
Totaal Alphen aan den Rijn 2011* 34.890 30.778 1.259 201 2.652
Totaal Ambt Delden 2011*
Totaal Ammerzoden 2011*
Totaal Arcen en Velden 2011*
Totaal Arnemuiden 2011*
Totaal Berkel en Rodenrijs 2011*
Totaal Capelle aan den IJssel 2011* 33.988 30.384 1.386 52 2.166
Totaal Coevorden 2011* 18.751 14.410 1.342 678 2.321
Totaal Denekamp 2011*
Totaal Den Dungen 2011*
Totaal Eijsden 2011*
Totaal Eijsden-Margraten 2011* 12.215 10.417 104 276 1.418
Totaal Geertruidenberg 2011* 11.169 9.415 475 149 1.130
Totaal Genemuiden 2011*
Totaal Giessenlanden 2011* 6.836 5.475 260 177 924
Totaal Den Ham 2011*
Totaal Hardenberg 2011* 27.150 21.956 1.089 1.001 3.104
Totaal Heerewaarden 2011*
Totaal Helden 2011*
Totaal Den Helder 2011* 33.012 26.738 3.624 228 2.422
Totaal Heusden 2011* 20.937 17.528 1.177 311 1.921
Totaal IJsselmuiden 2011*
Totaal Krimpen aan den IJssel 2011* 13.469 11.842 765 4 858
Totaal Leeuwarden 2011* 54.086 45.830 2.453 282 5.521
Totaal Leiden 2011* 60.360 52.794 2.459 213 4.894
Totaal Leusden 2011* 13.611 12.067 464 157 923
Totaal Lienden 2011*
Totaal Midden-Delfland 2011* 7.463 6.753 147 117 446
Totaal Midden-Drenthe 2011* 17.635 13.301 1.810 971 1.553
Totaal Middenschouwen 2011*
Totaal Middenveld 2011*
Totaal Muiden 2011* 3.316 2.701 289 42 284
Totaal Naarden 2011* 9.022 7.435 674 43 870
Totaal Nederhorst den Berg 2011*
Totaal Nieuwerkerk aan den IJssel 2011*
Totaal Noordenveld 2011* 16.783 13.022 1.561 312 1.888
Totaal Oldenzaal 2011* 15.574 13.562 538 10 1.464
Totaal Oudenbosch 2011*
Totaal Reusel-De Mierden 2011* 6.002 4.764 294 255 689
Totaal Rheden 2011* 23.209 19.799 1.689 127 1.594
Totaal Rijnwaarden 2011* 5.395 4.956 - 92 347
Totaal Roden 2011*
Totaal Schipluiden 2011*
Onbekende waarde Agglomeratie Leiden en Bollenstreek (CR) 2011* 2.122 694 46 79 1.303
Onbekende waarde Midden-Noord-Brabant (CR) 2011* 4.264 2.223 122 61 1.858
Onbekende waarde Midden-Limburg (CR) 2011* 2.493 793 384 123 1.193
Onbekende waarde Leeuwarden (SG) 2011* 658 350 18 - 290
Onbekende waarde Leiden (SG) 2011* 1.849 656 24 59 1.110
Onbekende waarde Leeuwarden (GA) 2011* 488 303 9 - 176
Onbekende waarde Leiden (GA) 2011* 1.451 542 10 57 842
Onbekende waarde Alphen aan den Rijn 2011* 16 - - - 16
Onbekende waarde Ambt Delden 2011*
Onbekende waarde Ammerzoden 2011*
Onbekende waarde Arcen en Velden 2011*
Onbekende waarde Arnemuiden 2011*
Onbekende waarde Berkel en Rodenrijs 2011*
Onbekende waarde Capelle aan den IJssel 2011* 180 32 35 31 82
Onbekende waarde Coevorden 2011* 55 6 2 3 44
Onbekende waarde Denekamp 2011*
Onbekende waarde Den Dungen 2011*
Onbekende waarde Eijsden 2011*
Onbekende waarde Eijsden-Margraten 2011* 265 194 7 - 64
Onbekende waarde Geertruidenberg 2011* 12 3 - - 9
Onbekende waarde Genemuiden 2011*
Onbekende waarde Giessenlanden 2011* 48 14 1 - 33
Onbekende waarde Den Ham 2011*
Onbekende waarde Hardenberg 2011* 2 - - - 2
Onbekende waarde Heerewaarden 2011*
Onbekende waarde Helden 2011*
Onbekende waarde Den Helder 2011* - - - - -
Onbekende waarde Heusden 2011* 218 172 2 1 43
Onbekende waarde IJsselmuiden 2011*
Onbekende waarde Krimpen aan den IJssel 2011* 1 - - - 1
Onbekende waarde Leeuwarden 2011* 488 303 9 - 176
Onbekende waarde Leiden 2011* 1.177 370 1 44 762
Onbekende waarde Leusden 2011* 119 69 - 8 42
Onbekende waarde Lienden 2011*
Onbekende waarde Midden-Delfland 2011* 1 - - - 1
Onbekende waarde Midden-Drenthe 2011* 128 53 53 4 18
Onbekende waarde Middenschouwen 2011*
Onbekende waarde Middenveld 2011*
Onbekende waarde Muiden 2011* 1 - - 1 -
Onbekende waarde Naarden 2011* 23 16 - - 7
Onbekende waarde Nederhorst den Berg 2011*
Onbekende waarde Nieuwerkerk aan den IJssel 2011*
Onbekende waarde Noordenveld 2011* - - - - -
Onbekende waarde Oldenzaal 2011* 3 - - - 3
Onbekende waarde Oudenbosch 2011*
Onbekende waarde Reusel-De Mierden 2011* 19 8 1 - 10
Onbekende waarde Rheden 2011* 45 3 2 - 40
Onbekende waarde Rijnwaarden 2011* 147 138 - 2 7
Onbekende waarde Roden 2011*
Onbekende waarde Schipluiden 2011*
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting

Het CBS verzamelt vanaf 1997 gegevens over de waarde van het onroerend goed op basis van de Wet Waardering Onroerende Zaken (WOZ). Sinds 1 januari 1995 is de Wet WOZ van kracht. Deze wet verplicht gemeenten al het onroerend goed, inclusief al het in aanbouw zijnde en leegstaande onroerend goed, binnen de gemeentegrenzen periodiek te taxeren en de op deze manier vastgestelde WOZ-waarde te gebruiken bij het bepalen van onder andere de gemeentelijke aanslag Onroerende zaak belastingen (OZB).

In deze tabel worden gegevens over de WOZ gepubliceerd naar waardeklasse van de WOZ-objecten. Als WOZ-objecten worden onderscheiden:
- woningen;
- recreatiewoningen en overige woningen;
- niet-woningen gedeeltelijk in gebruik als woning;
- niet-woningen, niet bewoond.
De cijfers zijn verder uitgesplitst naar landsdeel, provincie, COROP-gebied, stadsgewest (vanaf 2000), grootstedelijke agglomeratie (vanaf 2000) en gemeente .

Het eerste WOZ-tijdvak loopt van 1 januari 1997 tot en met 31 december 2000 met als waardepeildatum 1 januari 1995. Dit betekent dat gemeenten gedurende de verslagjaren 1997 tot en met 2000 de onroerende goederen dienden te taxeren naar de waarde per 1 januari 1995.


WOZ-objecten die voor de OZB verplicht zijn vrijgesteld (onder meer landbouwgrond, infrastructurele werken, ambassades en kerken) zijn niet meegenomen. WOZ-objecten die op basis van een gemeentelijke belastingverordening voor de OZB zijn vrijgesteld, zoals gemeentelijke gebouwen en kassen zijn wel meegenomen.

De waardepeildatum verslagjaren 2001 tot en met 2004 is 1 januari 1999.
De waardepeildatum verslagjaren 2005 en 2006 is 1 januari 2003.
De waardepeildatum verslagjaar 2007 is 1 januari 2005.
De waardepeildatum verslagjaar 2008 is 1 januari 2007.
Vanaf 2008 worden onroerende goederen getaxeerd naar de waarde van 1 januari van het voorgaande jaar.

Voor de voorlopige cijfers vormen de waarden volgens de oorspronkelijke WOZ-beschikking het uitgangspunt. Hierbij zijn wijzigingen als gevolg van bezwaar en beroep niet in de cijfers verwerkt. Bij de definitieve cijfers is dat zoveel mogelijk wel gedaan.

Gegevens beschikbaar van 1997 tot en met 2011.

Status van de cijfers:
Het betreft de stand per 1 januari. De cijfers van 2009 zijn definitief.
De cijfers van 2010 en 2011 zijn voorlopig. Aangezien deze tabel is stopgezet, worden de gegevens niet meer definitief gemaakt.

Wijzigingen per 18 april 2014:
Geen, deze tabel is stopgezet.

Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Niet meer van toepassing.

Reden van stopzetting:
Door de invoering van de Basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG) sluiten de nieuwe definities van woningen en niet-woningen niet meer aan op de definities zoals gehanteerd in deze tabel. Nieuwe tabellen worden gestart waarin een koppeling wordt gelegd tussen de Basisregistratie Adressen en Gebouwen en de landelijke voorziening WOZ.

Toelichting onderwerpen

Totaal WOZ-objecten
Dit zijn alle vastgoed objecten die in het kader wet Waardering Onroerende Zaken zijn waargenomen (WOZ-objecten).
WOZ-objecten woningen
De WOZ-objecten woningen zijn die onroerende zaken die in hoofdzaak worden gebruikt voor woondoeleinden.
Tot de woningen behoren de volgende twee groepen WOZ-objecten:
1. Woning dienend tot hoofdverblijf (gebruikscode 10);
Onder een woning dienend tot hoofdverblijf wordt verstaan: een onroerende zaak die als één geheel gedurende het gehele jaar wordt gebruikt voor woondoeleinden. Deze categorie betreft zelfstandige woningen voor een- of meerpersoonshuishoudens waarin geen bedrijfsmatige activiteiten plaatsvinden of in ieder geval geen aan het object zichtbare bedrijfsmatige activiteiten.
2. Woning met praktijkruimte (gebruikscode 11);
Dit is een onroerende zaak die in hoofdzaak worden gebruikt voor wonen en waarin de bewoner tevens in het kader van een zelfstandig beroep of bedrijf activiteiten verricht, zoals arts, fysiotherapeut, notaris en accountant. De voorwaarde is wel dat de aankondiging van de uitoefening van het zelfstandig beroep zichtbaar is vanaf de openbare weg. Daarnaast moet het deel van de onroerende zaak waar deze activiteiten plaatsvinden aanwijsbaar zijn.
Recreatiewoningen en overige woningen
De WOZ-objecten recreatiewoningen en overige woningen zijn onroerende zaken die in hoofdzaak worden gebruikt voor wonen (gebruikscode 12).
Hiertoe behoren de volgende drie groepen WOZ-objecten:
- onroerende zaken die gedurende een deel van het jaar worden gebruikt voor woondoeleinden en waarbij het gebruik gedurende een deel van het jaar beperkt is;
- een niet-zelfstandige eenheid, bijvoorbeeld studentenkamers, bejaardentehuizen, zusterflats en kloosters.
- een onroerende zaak die ter beschikking staat aan het wonen.
Bijvoorbeeld een aparte garage of schuur bij een woning.
Hiermee wordt bereikt dat het voor de belastingcapaciteit (WOZ-waarde) geen verschil maakt of de garage samen met de woning een onroerendgoed zaak is of dat de garage een afzonderlijke onroerende zaak is.
Niet-woningen; gedeeltelijk bewoond
De WOZ-objecten niet-woningen gedeeltelijk bewoond zijn onroerende goederen waarin in hoofdzaak bedrijfsmatige activiteiten worden uitgevoerd. Hiertoe behoren de volgende twee groepen:
1. Boerderijen (gebruikscode 20);
Dit zijn onroerende zaken waar wonen gecombineerd is met bedrijfsmatige agrarische activiteiten. Voorbeelden zijn akkerbouw-, veeteelt- en tuinbouwbedrijven.
Woonboerderijen behoren dus niet tot deze categorie. Woonboerderijen zijn woningen. Ook voormalige boerderijen waarin nu een andere bedrijfsmatige activiteit wordt uitgeoefend (bijvoorbeeld kantoor of winkel) zijn geen boerderij.
2. Niet-woningen deels in gebruik als woning (gebruikscode 21);
Dit zijn onroerende zaken die in hoofdzaak wordt gebruikt voor andere activiteiten dan wonen. Hiervan is de aard zodanig dat het gebruik van de gehele onroerende zaak als woning niet voor de hand ligt, zoals een woon-winkelpand dat op grond van de objectafbakeningsregels als één onroerende zaak aangemerkt moet worden.
Niet-woningen; niet bewoond
De WOZ-objecten niet-woningen zijn de onroerende goederen waarin in hoofdzaak bedrijfsmatige activiteiten worden uitgevoerd.
Onder een niet-woning; niet bewoond wordt verstaan:
- Niet-woningen (gebruikscode 30);
Dit zijn alle objecten voor bedrijfsmatige activiteiten zoalskantoren, winkels en bedrijfsruimten, maar ook bijzondere gebouwen die een niet bedrijfsmatig gebruik hebben (scholen, ziekenhuizen). Een object behoort alleen tot deze categorie, wanneer geen enkel deel van het object voor woondoeleinden wordt gebruikt. Hiertoe behoren wel onroerende zaken waar het wonen alsdienst in combinatie met andere functies wordt aangeboden, zoals hotels, pensions, verpleeghuizen en gevangenissen.
- Terreinen (gebruikscode 40);
Dit zijn onbebouwde onroerende zaken, zoals parken, sportvelden en bouwgrond. Bedrijfsmatig geëxploiteerde cultuurgrond, zoals akkers en dergelijke, wordt niet bij de waardebepaling opgenomen.