Regionale kerncijfers Nederland

Regionale kerncijfers Nederland

Regio's Perioden Bevolking Particuliere huishoudens Gemiddelde huishoudensgrootte (personen per 1 huishouden) Bouwen en wonen Gemiddelde WOZ-waarde van woningen (1 000 euro)
Nederland 2024 2,11 379
Noord-Nederland (LD) 2024 2,06 291
Oost-Nederland (LD) 2024 2,20 367
West-Nederland (LD) 2024 2,08 413
Zuid-Nederland (LD) 2024 2,10 355
Groningen (PV) 2024 1,91 279
Fryslân (PV) 2024 2,13 290
Drenthe (PV) 2024 2,17 307
Overijssel (PV) 2024 2,21 344
Flevoland (PV) 2024 2,32 362
Gelderland (PV) 2024 2,16 380
Utrecht (PV) 2024 2,15 450
Noord-Holland (PV) 2024 2,03 462
Zuid-Holland (PV) 2024 2,10 373
Zeeland (PV) 2024 2,12 304
Noord-Brabant (PV) 2024 2,14 385
Limburg (PV) 2024 2,02 290
Oost-Groningen (CR) 2024 2,10 255
Delfzijl en omgeving (CR) 2024 2,08 229
Overig Groningen (CR) 2024 1,84 293
Noord-Friesland (CR) 2024 2,07 269
Zuidwest-Friesland (CR) 2024 2,19 315
Zuidoost-Friesland (CR) 2024 2,18 311
Noord-Drenthe (CR) 2024 2,17 335
Zuidoost-Drenthe (CR) 2024 2,16 268
Zuidwest-Drenthe (CR) 2024 2,19 317
Noord-Overijssel (CR) 2024 2,27 350
Zuidwest-Overijssel (CR) 2024 2,17 359
Twente (CR) 2024 2,19 336
Veluwe (CR) 2024 2,26 412
Achterhoek (CR) 2024 2,20 348
Arnhem/Nijmegen (CR) 2024 2,02 365
Zuidwest-Gelderland (CR) 2024 2,34 398
Utrecht (CR) 2024 2,15 450
Kop van Noord-Holland (CR) 2024 2,18 345
Alkmaar en omgeving (CR) 2024 2,15 413
IJmond (CR) 2024 2,18 403
Agglomeratie Haarlem (CR) 2024 2,07 540
Zaanstreek (CR) 2024 2,18 393
Groot-Amsterdam (CR) 2024 1,92 488
Het Gooi en Vechtstreek (CR) 2024 2,14 544
Agglomeratie Leiden en Bollenstreek (CR) 2024 2,07 441
Agglomeratie 's-Gravenhage (CR) 2024 2,04 382
Delft en Westland (CR) 2024 1,99 394
Oost-Zuid-Holland (CR) 2024 2,26 386
Groot-Rijnmond (CR) 2024 2,09 349
Zuidoost-Zuid-Holland (CR) 2024 2,25 340
Zeeuwsch-Vlaanderen (CR) 2024 2,05 276
Overig Zeeland (CR) 2024 2,14 315
West-Noord-Brabant (CR) 2024 2,14 360
Midden-Noord-Brabant (CR) 2024 2,11 366
Noordoost-Noord-Brabant (CR) 2024 2,20 407
Zuidoost-Noord-Brabant (CR) 2024 2,12 398
Noord-Limburg (CR) 2024 2,15 322
Midden-Limburg (CR) 2024 2,11 319
Zuid-Limburg (CR) 2024 1,92 266
Flevoland (CR) 2024 2,32 362
Aa en Hunze 2024 2,22 349
Aalburg 2024
Aalsmeer 2024 2,28 491
Aalten 2024 2,28 331
Ter Aar 2024
Aarle-Rixtel 2024
Abcoude 2024
Achtkarspelen 2024 2,31 271
Akersloot 2024
Alblasserdam 2024 2,37 343
Albrandswaard 2024 2,42 447
Alkemade 2024
Alkmaar 2024 2,05 359
Almelo 2024 2,16 284
Almere 2024 2,31 375
Alphen aan den Rijn 2024 2,24 374
Alphen en Riel 2024
Alphen-Chaam 2024 2,35 458
Altena 2024 2,40 396
Ambt Delden 2024
Ambt Montfort 2024
Ameland 2024 2,02 348
Amerongen 2024
Amersfoort 2024 2,19 420
Ammerzoden 2024
Amstelveen 2024 2,07 536
Amsterdam 2024 1,78 499
Andijk 2024
Angerlo 2024
Anloo 2024
Anna Paulowna 2024
Apeldoorn 2024 2,14 382
Appingedam 2024
Arcen en Velden 2024
Arnemuiden 2024
Arnhem 2024 1,92 336
Assen 2024 2,07 284
Asten 2024 2,29 417
Avereest 2024
Axel 2024
Baarle-Nassau 2024 2,20 411
Baarn 2024 2,11 491
Bakel en Milheeze 2024
Bron: CBS.
Verklaring van tekens

Tabeltoelichting


In deze tabel zijn voor een groot aantal onderwerpen de belangrijkste statistische gegevens weergegeven voor diverse regionale indelingen.

Gegevens beschikbaar vanaf: 1995.

Status van de cijfers:
De cijfers in deze tabel zijn definitief tenzij is aangegeven in de toelichting bij 'perioden' of 'onderwerp' dat ze voorlopig of nader voorlopig zijn.

Het CBS gaat over op een nieuwe indeling van de bevolking naar herkomst. Voortaan is meer bepalend waar iemand zelf geboren is, naast waar iemands ouders geboren zijn. Daarbij wordt het woord migratieachtergrond niet meer gebruikt. De hoofdindeling westers/niet-westers wordt vervangen door een indeling op basis van werelddelen en veelvoorkomende immigratielanden. Deze indeling wordt geleidelijk ingevoerd in tabellen en publicaties met bevolking naar herkomst.
Voor deze StatLinetabel is besloten dat de indeling naar migratieachtergrond niet meer wordt bijgewerkt vanaf 2023. De nieuwe indeling zal in deze tabel worden opgenomen worden als er voldoende jaren beschikbaar zijn voor een nieuwe reeks. Regionale cijfers naar herkomstland zijn onder meer te vinden in de tabellen 'Bevolking; herkomstland, geboorteland, leeftijd, regio, 1 januari' en 'Kerncijfers wijken en buurten' (vanaf 2023). Koppelingen naar deze tabellen staan in paragraaf 3.


Wijzigingen per 20 september 2024:

Bevolking
Doodsoorzaken: de voorlopige cijfers van 2023 zijn toegevoegd.
Immigratie en emigratie: de definitieve cijfers van 2023 zijn toegevoegd.

Sociale zekerheid
Uitkeringsontvangers: de nader voorlopige cijfers van 2023 zijn toegevoegd.

Nabijheid voorzieningen
De definitieve cijfers voor 2022 zijn herplaatst. Vanaf 2022 is de berekening van de afstanden van adressen naar de (dichtstbijzijnde) voorzieningen verbeterd: de rijrichtingen worden vanaf dan meegenomen bij het bepalen van routes en daarmee afstanden van adressen naar de (dichtstbijzijnde) voorzieningen. In voorgaande jaren gebeurde dit niet of slechts in beperkte mate.
De voorlopige cijfers van 2023 zijn toegevoegd voor de volgende voorzieningen: kinderdagverblijf, grote supermarkt, restaurant, bibliotheek, bioscoop en zwembad.

Milieu en bodemgebruik
Afval van huishoudens: nieuwe nader voorlopige cijfers over 2020, 2021 en 2022 zijn toegevoegd.


Wijzigingen per 31 mei 2024:
Correctie: In 2023 is geconstateerd dat de afleiding van huurwoningen in bezit van woningcorporaties voor de jaren 2019 t/m 2022 niet altijd correct is verlopen, waardoor bij enkele gemeenten in specifieke jaren het aantal huurwoningen in bezit van woningcorporaties is onderschat en het aantal huurwoningen in bezit van overige verhuurders is overschat. De cijfers van 2019 t/m 2022 zijn nu gecorrigeerd.

Wijzigingen per 18 december 2023:
Correctie: Vanwege een wijziging in de brondata van de studieschulden zijn bij het onderwerp Vermogen de cijfers van 2019 en 2020 aangepast.


Wanneer komen er nieuwe cijfers?
November 2024.

Toelichting onderwerpen

Bevolking
De geregistreerde bevolking van Nederland.
Particuliere huishoudens
Particuliere huishoudens bestaan uit één of meer personen die samen een woonruimte bewonen en zichzelf, dus niet-bedrijfsmatig, voorzien in de dagelijkse levensbehoeften.

Trendbreuk
Door de verbeterde waarneming van personen in institutionele huishoudens treedt vanaf 2014 een trendbreuk op in de ontwikkeling van het aantal eenpersoonshuishoudens/alleenstaanden. Circa 35 duizend personen die eerst voornamelijk als alleenstaanden getypeerd waren, verschuiven nu naar de institutionele huishoudens. Het aantal alleenstaanden steeg daardoor van 2013 op 2014 met maar duizend personen. Van 2012 op 2013 was die stijging nog 41 duizend personen. Ook de totale stijging van het aantal huishoudens liep als gevolg hiervan terug van 57 duizend van 2012 op 2013 naar 21 duizend van 2013 op 2014.
Vanaf 2011 is er voor de samenstelling van huishoudensgegevens gebruik gemaakt van een nieuwe productiemethode. In deze nieuwe methode worden voor het bepalen van de huishoudenssamenstelling naast de gegevens uit het gemeentelijke bevolkingsregister ook belastingdienstgegevens over samenwonende paren gebruikt. De uitkomsten op basis van de nieuwe methode sluiten goed aan op de voorgaande uitkomsten, maar er treden vanaf 2011 wel kleine verschuivingen op in het aantal huishoudens naar samenstelling.

Gemiddelde huishoudensgrootte
Het aantal in particuliere huishoudens levende personen gedeeld door het aantal particuliere huishoudens.
Bouwen en wonen
Gemiddelde WOZ-waarde van woningen
De gemiddelde WOZ-waarde van woningen is vanaf 2019 op basis van de BAG woningvoorraadpopulatie berekend in plaats van de WOZ woningvoorraad.

Sinds 2019 registeren alle gemeenten officieel de WOZ-informatie in de landelijke voorziening WOZ. Sinds dat jaar maakt het CBS ook gebruik van dit register. In de LV WOZ is ook de relatie vastgelegd met het/de verblijfsobject(en) uit de Basisregistraties Adressen en Gebouwen (BAG). Voorheen werd de WOZ-waarde bepaald op basis van de woningdefinitie en populatie in de WOZ.

Vanaf 2019 geldt:
Voor de bepaling van de gemiddelde woningwaarde wordt alleen gebruik gemaakt van BAG-objecten met een woonfunctie waarvoor een WOZ-waarde bekend is en die tussen de 10 duizend en de 5 miljoen euro ligt.

Tot en met 2018 geldt:
De gemiddelde WOZ-waarde van woningen is berekend op basis van de WOZ woningvoorraad.
Voor de bepaling van de gemiddelde woningwaarde wordt alleen gebruik gemaakt van die WOZ-objecten omschreven als woningen dienend tot hoofdverblijf (WOZ-objectcode 10) en woningen met praktijkruimte (WOZ-objectcode 11) met een waarde groter dan nul euro.