Overheid; houderschap van de gevestigde schuld, 1998 - 2009
Geldgevers | Perioden | Gevestigde schuld in miljard euro (mld euro) | Gevestigde schuld in procenten (procent) |
---|---|---|---|
Totaal geldgevers | 2007 | 230 | 100,0 |
Totaal geldgevers | 2008** | 260 | 100,0 |
Totaal geldgevers | 2009* | 289 | 100,0 |
Totaal binnenland | 2007 | 99 | 43,0 |
Totaal binnenland | 2008** | 90 | 34,6 |
Totaal binnenland | 2009* | 100 | 34,5 |
Geldscheppende financiële instellingen | 2007 | 52 | 22,6 |
Geldscheppende financiële instellingen | 2008** | 54 | 20,7 |
Geldscheppende financiële instellingen | 2009* | 55 | 19,0 |
Pensioenfondsen en verzekeraars | 2007 | 38 | 16,5 |
Pensioenfondsen en verzekeraars | 2008** | 26 | 10,0 |
Pensioenfondsen en verzekeraars | 2009* | 32 | 11,1 |
Beleggingsinstellingen | 2007 | 1 | 0,5 |
Beleggingsinstellingen | 2008** | 1 | 0,3 |
Beleggingsinstellingen | 2009* | 2 | 0,8 |
Overige financiële instellingen | 2007 | 1 | 0,6 |
Overige financiële instellingen | 2008** | 2 | 0,6 |
Overige financiële instellingen | 2009* | 3 | 0,9 |
Overige binnenland | 2007 | 6 | 2,8 |
Overige binnenland | 2008** | 8 | 3,0 |
Overige binnenland | 2009* | 8 | 2,6 |
Buitenland | 2007 | 131 | 57,0 |
Buitenland | 2008** | 170 | 65,4 |
Buitenland | 2009* | 189 | 65,5 |
Bron: CBS. |
Tabeltoelichting
Deze tabel bevat de gevestigde schuld van de overheid verdeeld naar
geldgevers. De totale gevestigde schuld is bepaald uit de Nationale
rekeningen als de schuld in obligaties en lange leningen van de overheid.
Daarbij zijn de schulden binnen de overheid (bijvoorbeeld van de centrale
overheid aan de regionale overheid betreffende het bezit van gemeenten en
provincies in staatsobligaties) buiten beschouwing gelaten. Dit levert de
geconsolideerde gevestigde schuld van de overheid op. De obligatieschuld
is, net als het bezit in obligaties van de geldgevers, opgenomen tegen
beurswaarde. Dit wijkt af van de EMU-schuld, waarin obligaties tegen
nominale waarde zijn opgenomen.
De verdeling naar geldgever betreft de tegenpartijen die een rol spelen
bij de financiering van de gevestigde overheidsschuld. Er zijn twee
bronnen voor de gegevens van de tegenpartijen.
De statistiek Institutionele beleggers is de bron voor het
bezit aan overheidsobligaties van financiële instellingen en de door hen
verstrekte lange leningen aan de overheid. Uit de Nationale rekeningen
komen de gegevens over het aandeel van het buitenland in de
overheidsschuld en van het binnenland exclusief de financiële
instellingen.
De tabel bevat zowel absolute gegevens in miljarden euro's als het
procentuele aandeel van de geldgevers in de overheidsschuld.
Gegevens beschikbaar vanaf: 1998
Frequentie: stopgezet
Status van de cijfers
De uitkomsten tot en met 2007 zijn definitief, de uitkomsten voor 2008
zijn nader voorlopig en voor 2009 voorlopig.
Wijzigingen per 13 oktober 2010:
Er zijn gegevens over 2009 toegevoegd en bijstellingen doorgevoerd in de
uitkomsten over 2007 en 2008.
Wanneer komen er nieuwe cijfers?
Niet van toepassing.
Toelichting onderwerpen
- Gevestigde schuld in miljard euro
- De gevestigde schuld van de overheid bestaat uit de schuld in obligaties
en in leningen op lange termijn. Obligaties zijn verhandelbare
waardepapieren met een oorspronkelijke looptijd van 1 jaar of meer. De
waardering van de obligaties in deze tabel is tegen beurswaarde, dit is
de waardering van obligaties op de beurs in geld. De nominale waarde van
een obligatie geeft de waarde aan die de houder bij de aflossing van de
schuld krijgt uitbetaald. Deze waarde staat op de obligatie aangegeven.
Leningen op lange termijn zijn leningen met een oorspronkelijke looptijd
van 1 jaar of meer. - Gevestigde schuld in procenten
- Gevestigde schuld per geldgever in percentage van alle
geldgevers tezamen.